Bilal Ben Abdelkarim schreef ‘Van dankbaar naar strijdbaar – Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme’ als reactie op de verrechtsing in Nederland. Hij corrigeert het beeld dat de media hebben verspreid over de Arabische-Europese Liga (AEL) en hun leider Dyab Abu Jahjah. Een andere inspiratiebron voor zijn zelfbewuste fierheid als volwaardige burger is Abdelkrim El Khattabi, de eerste Afrikaanse verzetsstrijder die een Europese koloniale macht kon verdrijven.
“Ik maak me zorgen over het politieke klimaat in Nederland en België. Helaas is dit een bredere tendens die we ook in de rest van Europa en de VS zien. Mensen met een bepaalde achtergrond, religie of afkomst – minderheden in het algemeen – komen steeds meer onder druk te staan, niet alleen door marginale groeperingen, maar ook vanuit mainstream politieke partijen, regeringen en zelfs presidenten.”
“Ik vond dat ik daar iets tegenover moest stellen omdat ik daar hele andere ideeën over heb. We moeten hier tegenin gaan. De democratie staat op het spel, de rechtsstaat staat onder druk.”
“Het ging de afgelopen decennia steeds maar over ‘integreren’ of ‘assimileren’, ‘aanpassen’. Ik heb dan het gevoel niet als gelijkwaardig gezien te worden. Ik moet me aan iets ‘aanpassen’ wat per definitie ‘goed’ is. Dat klopt niet.”
“Ik wil op basis van gelijkwaardigheid, als gelijke partner, aangesproken worden, omdat je pas dan met elkaar kan praten over hoe we hier samen een mooi land van maken. In een democratie zie je de andere als een gelijkwaardige mens die je respecteert.”
Je schreef een pleidooi voor meer fierheid en zelfbewustzijn bij de migrantenpopulatie, een term die niet klopt, want jij bent net zo goed een geboren en getogen Nederlander. Maar toch blijft er dat stigma. Jij zegt daartegen: “Wij moeten uitkomen voor wie we zijn en erbij zeggen ‘Dat is positief.’”
“Ik heb dat vaak naar mijn hoofd geslingerd gekregen vanuit media, politiek, soms zelfs van docenten toen ik jonger was, waar men bewust of onbewust zei dat migranten een ‘probleem’ waren, dat er iets moest ‘ingehaald’ worden. Maar er is geen ‘probleem’. Tweetalig opgevoed worden is net een verrijking. Je weet dan dat er niet één narratief is van wat in de wereld gebeurt. Je neemt andere kennis mee. Landen zijn geen eilanden, we leven met elkaar in superdiverse samenlevingen.”
Je kan het volledige interview hier bekijken (16:13):
“Het is beter dat je meer weet van andere culturen, wanneer je wil participeren in een democratie en een goede burger wil zijn, of dat in Nederland of België is. Met minder complexen, minder issues over je identiteit kan je beter functioneren. Gewoon fier zijn op wie je bent, niet met valse trots die je doet neerkijken op anderen, maar met gezonde trots, dat is een veel beter vertrekpunt om deel te nemen aan democratie en samenleving.”
Je hebt altijd racisme bestreden. Je weigert dialoog met de partijen en de politici die racisme promoten, maar je wilt wel met hun kiezers in dialoog gaan, ook al ben je het met hen oneens. Je wil begrijpen welke woede erachter zit bij hen.
“Vroeger stond ik daar niet voor open, maar ik word een dagje ouder, ik heb kinderen, ik wil gewoon dat iedereen in vrede kan leven met elkaar. Mensen die anders denken zijn er nu eenmaal. Je kan doen alsof ze er niet zijn. Ik doe dat niet, ik heb niet de illusie dat dat iedereen gaat lukken, maar ik blijf erin geloven. Mensen willen veilig zijn, dat hun kinderen het beter hebben dan vorige generaties. We hebben zoveel gemeenschappelijk met elkaar.”
“In Nederland had links vaak een houding van ‘het is racistisch, dus klaar ermee’. Wil je begrijpen wat die mensen drijft, dan ben je verkeerd bezig. Ik vind dat ik iets waard ben, maar dat vinden die andere mensen ook van zichzelf. Kom je dan dichter bij elkaar of worden je vooroordelen bevestigd, je bent tenminste in gesprek met hen geweest, met een groot deel van de samenleving.”
Voor dat fiere zelfbewustzijn heb je inspiratie gevonden bij een organisatie die in de mainstream media allesbehalve een goede reputatie heeft. Jij zegt: dat is zeer onterecht, niet alleen voor die organisatie, de Arabisch-Europese liga (AEL) maar ook voor zijn voornaamste leider Dyab Abu Jahjah.
“Ik ben het levend bewijs dat het goed was wat AEL heeft gedaan. Door hen ben ik geïnteresseerd geraakt in het democratische theater. Zij hebben veel jongeren meer dan 20 jaar geleden bewust gemaakt van wie ze zijn, dat je goed kan meedoen aan de democratie als je een bewuste burger bent. Ik was me niet eens bewust dat ook ik een burger ben. Politiek ging wél vaak over mij, maar ik had niet het idee daar invloed op te hebben. Het ging over ons en we hoopten dat het zou meevallen, maar je mening kwam niet aan bod in de media of in debatten met politici.”
“De AEL gaf ons empowerment. Vanaf toen dachten we: ‘Wij zijn geboren Nederlanders, het is niet meer dan logisch dat we ook meedoen aan het gesprek welke kant Nederland of België op moet. Wij zijn niet ‘minder’. Ergens wisten we dat al wel, maar dat besef groeide met deze organisatie, met mensen die op jou lijken, die vanuit dezelfde achtergestelde positie komen. Ze hadden een charismatische leider, die zei wat velen van ons voelden, maar waar wij niet de juiste woorden voor hadden. Hij gaf aan dat het kan en zei heel assertief de dingen zoals ze waren.”
“Daarom werden ze in de media weggezet als ‘militant’, ‘opruiend’ of ‘crimineel’, ook hier in België: “Moslims snappen democratie nog niet. In het debat kun je toch alles zeggen tegen elkaar.” Toen wij – ik spreek hier even van ‘wij’ – die regel ook gingen hanteren was het echter direct foute boel. De AEL ontmaskerde dat democratie niet voor iedereen is, dat het niet de bedoeling is dat iedereen er gebruik van maakt.”
“Het was toen dat we gepolitiseerd werden. Later, na 11 september 2001, had je Pim Fortuyn[1], maar met Dyab zagen we eindelijk iemand die zei hoe het zat en hoe wij dachten, wat wij meemaken en ervaren. Vanaf toen begonnen meerdere mensen, waaronder ik, zich te mengen in het debat, niet alleen Dyab. Iedereen begon dat te doen in eigen kring.”
Voor dat nieuwe zelfbewustzijn verwijs je ook naar de historische figuur Abdelkrim El Khattabi. Jouw familienaam Abdelkarim was een foute notering van wat Abdelkrim moest zijn.
“Inderdaad, een Spaanse koloniale ambtenaar had Abdelkarim geschreven, maar wij spreken dat uit als Abdelkrim. Mijn opa heeft misschien meegestreden in de Riffijnse strijd tegen de Spaanse bezetter. Mijn ooms en mijn vader weten het niet zeker. Zij hebben dat meegekregen in hun jeugd, maar omdat ik het niet zeker weet ga ik niet zomaar te zeggen: ‘Hij heeft meegestreden.’”
“Hij heeft die naam in ieder geval gekozen uit affiniteit met de strijd van Abdelkrim tegen de Spanjaarden. Toen Marokko onafhankelijk werd, moest iedereen een achternaam kiezen. De mensen noemden zich ‘zoon van’ met de voornaam van hun vader. Ben (= ‘zoon’) heeft hij gehouden en zo heeft hij zich genoemd naar Abdelkrim El Khattabi. Hij is een icoon in Marokko en in heel Afrika, ook voor Che Guevara en andere nationale bevrijdingsorganisaties.”
“Zij zagen de strijd van Abdelkrim El Khattabi als een voorbeeld, maar hij is een figuur waar mijn generatie nooit over gehoord heeft. Niet alleen was hij een verzetsstrijder tegen koloniale bezetting. Hij was de eerste die een Europese koloniale bezetter kon verslaan. Alleen al daarom is het zo belangrijk om te weten, want zelfs de meeste Marokkanen weten dat niet. In Utrecht wordt hij ieder jaar op de dag van zijn overlijden (6 februari 1963) herdacht met culturele activiteiten. Ik zei mijn studenten van Marokkaanse komaf, ga erheen, het is leuk, maar niemand wist wie hij was.”
“Abdelkrim El Khattabi is inderdaad de eerste of één van de eersten die een koloniale macht heeft kunnen verslaan, in zoverre dat er zelfs een eigen staat gesticht werd (18 september 1921), de Rif-Republiek. Maar het werd te veel. Hij moest niet alleen tegen Spanje vechten maar ook tegen Frankrijk. Marokko moest en zou immers koloniaal bezet blijven. Daar zijn ze uiteindelijk in geslaagd.”
“Veel Riffijnen, maar ook Marokkanen in het algemeen, denken met liefde en trots aan hem, omdat hij een inspiratiebron is voor de strijd die wij nu voeren tegen discriminatie, omdat hij toen al vocht voor vrijheid en voor gelijkheid vocht.”
De dag voor wij dit gesprek voerden (op 5 juni) is de Nederlandse regering gevallen. Jouw commentaar?
“Dat zat eraan te komen, dit kabinet rommelde van de ene crisis in de andere. Er was al eerder een minister van Marokkaanse komaf afgetreden na de Maccabi-rellen en de onrust in november vorig jaar, omdat er in het kabinet racistische dingen zouden gezegd zijn door andere ministers.”
“Ik denk dat Geert Wilders het niet kon bolwerken. Hij had zijn eigen minister op Asiel en Migratie. Nu is hij eruit gestapt en geeft de schuld aan de andere partijen, terwijl hij toch die hoofdlijn-akkoorden heeft ondertekend. Zijn partij was zelf verantwoordelijk voor asiel en migratie, maar hij levert niet. Nu wilt hij het zo verkopen aan zijn achterban: ‘Kijk, ik heb er alles aan gedaan, maar zij houden het tegen. Daarom ben ik principieel en stap ik er uit.’ Maar hij is een charlatan.”
… en de minister die hij op die plaats had gezet is niet alleen extreemrechts, ze was bovendien ook extreem incompetent.
Echt waar, zij was een clown. Dat is de situatie waar wij mee zitten. Ik zet daar tegenover mijn boodschap van fierheid en zelfbewustzijn, van democratische strijdbaarheid.
Bilal Ben Abdelkarim. Van dankbaar naar strijdbaar – Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme. Mazirel, Zutphen, 2024, 195 pp. ISBN 978 9464 5633 99
Note:
[1] Pim Fortuyn (1948-2002) was een Nederlands politicus. Na een lange carrière als academicus en lid van de PVDA, trad hij in 2001 op de voorgrond met zeer extreemrechtse uitspraken over de islam en over de gevestigde politieke orde. Hij richtte een eigen partij Leefbaar Nederland op, die snel zeer hoog scoorde in de peilingen, maar werd op 6 mei 2002 vermoord door een zelfverklaard milieuactivist, negen dagen voor de parlementsverkiezingen.