Er verschijnt heel wat nieuwe literatuur over het Duitsland van 100 jaar geleden. Het boek ‘Wolf onder Wolven’ schreef Hans Fallada reeds in 1937, over het leven in Duitsland in 1923, toen Hitler nog een onbekende paljas was – maar niet lang meer. De bevolking had het nog te druk met overleven onder een nooit eerder geziene inflatie. “Een monumentale roman” staat op de achterflap. Terecht.
De plot van het boek Wolf onder de Wolven laat zich eenvoudig samenvatten. De 23-jarige Wolfgang Pagel – de Wolf in de titel – is een mooiprater en onsympathieke loser. Hij jaagt het bescheiden fortuin van zijn ouders erdoor en overleeft met gokken in louche nachtclubs (de voornaam Wolfgang wordt nog steeds frequent gebruikt in Duitsland en Oostenrijk – Wolf en Wolfi zijn afgeleide koosnamen).
De titel is een verwijzing naar het befaamde citaat van Engels filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) “homo homini lupus” (“de mens is een wolf voor de mens”).
Wolfgang Pagel
Wanneer Wolf zo diep in de schulden zakt dat zijn radde tong hem niet meer redden kan, vlucht hij uit Berlijn naar het platteland, waar hij via een gokkompaan een baantje weet te versieren als boekhouder op een groot landgoed. Daarvoor laat hij wel zijn zwangere vriendin in de steek, notabene op de dag dat hij had beloofd met haar te zullen trouwen.
Af en toe verwerkt Fallada politieke context over het land, via de gesprekken die de personages met elkaar voeren. Zoals over de oorlogsschuld en het Verdrag van Versailles, de bezetting van de Ruhr door Frankrijk en het geheime leger. Hitler is nergens aanwezig, hij is in 1923 nog een onbekend schertsfiguur.
Op landgoed Neulohe poogt Wolf zich te gedragen als decente boekhouder met alleen maar goede bedoelingen. Hij komt echter in een complete chaos terecht van familiale en politieke intriges.
Zowat iedereen bedriegt iedereen, waarna hij opnieuw moet vluchten en terugkeert naar zijn lief Petra Ledig, die zich ondertussen alleen uit de penarie heeft geholpen. Hij vindt een baan en gaat studeren. Of hij nu wel op het rechte pad zal blijven, komen we niet meer te weten.
Hans Fallada weet met dat kaderverhaal een roman te schrijven die de lezer blijft boeien 848 pagina’s lang. Het is een kanjer van een boek, maar laat dat kandidaat lezers niet afschrikken. Fallada is een geboren verteller die gewone mensen aan het woord laat met een schrijfstijl die blijft boeien, bladzijde na bladzijde.
De echte rode draad doorheen het boek is niet zozeer Wolfgang zelf. Hij is weliswaar het hoofdpersonage, maar er komen zoveel andere mensen en hun verhalen aan bod dat hij soms hele hoofdstukken afwezig is.
Waar het echt om gaat, is hoe mensen trachten te overleven met een hyperinflatie die zich in de moderne geschiedenis nooit eerder heeft voorgedaan. Afspraken voor de verkoop van graan moeten voor 12u op een afgesproken dag uitgevoerd worden, want na 12 uur wordt de Deutschmark (DM) opnieuw gedevalueerd.
100.000.000.000.000 DM
In oktober 1923 bereikte de inflatie zijn piekmoment met 29.500 procent. Prijzen verdubbelden om de twee dagen. Een brood kostte 200.000 miljoen DM. Miljoenen Duitsers waren straatarme miljardairs.
Daarna werd het geleidelijk iets beter – eerder minder slecht, want het kwam nooit goed en het bedje werd gespreid voor een fanatieke jodenhater. Dat weten de personages in Wolf onder Wolven nog niet.
Een bankbiljet van 200 miljard Mark (1923). Foto: Reichsbankdirektorium Berlin/Public Domain
In 1923 waren er 28 verschillende geldbiljetten in omloop. Het hoogste biljet was 100 triljoen DM, dat is 100.000 miljard of 100 miljoen maal 100 miljoen. In cijfers is dat 100.000.000.000.000, een niet menselijk te vatten cijfer met veertien nullen.
Officieel had dat bankbriefje een wisselwaarde van 283 dollar, in werkelijkheid was het niets waard. Banken weigerden het te wisselen voor dollars (of eender welke andere buitenlandse munt).
Het geld dat je ’s morgens kreeg als betaling voor graan of aardappelen was in de namiddag al de helft van zijn koopwaarde kwijt. In een dergelijke situatie smolt elke solidariteit of medeleven weg. Het was ieder voor zich, iedereen werd een wolf voor de andere wolven. Ook Wolgang Pagel werd Wolf onder Wolven.
Er passeren in de roman nog heel wat andere wolven. Die personages samenvatten is onbegonnen werk. Volgens Hans Fallada is niemand van hen echter helemaal slecht, maar al evenmin goed. Het zijn gewone mensen die niet meer leven maar overleven.
Wat 1923 zegt over 2023
Historische vergelijkingen met 100 jaar geleden zijn altijd hip geweest, maar de geschiedenis herhaalt zich niet. ‘Ze rijmt wel’. Hoe verschillend de situatie in het Duitsland van 1923 ook was met nu, wat je zonder meer herkent is hoe anonieme mensen in crisissituaties alleen nog egoïstische motieven volgen, de feiten aan de kant zetten en gaan voor ‘alternatieve feiten’.
Postzegel 2011
Ook zeer herkenbaar, alleen de rijke toplaag werd rijker, maar nooit zijn zij de schuldigen. De daders waren de nog zwakkeren onder ons, toen de Joden (de Roma, LGBTQI, mentaal gehandicapten en communisten), nu zijn dat de moslims.
Waar het telkens over gaat, is hoe iedereen poogt het einde van de maand, van de week, van de dag te halen. Jarenlang moeizaam opgebouwde spaarcenten zijn niets meer waard.
Dit alles in een land dat amper zeven jaar eerder de Grote Oorlog heeft verloren – die dan nog niet de Eerste Wereldoorlog heet. Duitsland moet een gigantische schuld afbetalen. Vandaag weten we dat die economische depressie mee heeft bijgedragen tot de opkomst van Adolf Hitler.
De mensen komen er niet fraai uit. Toch toont Hans Fallada mededogen. Echte slechteriken zijn er bijna niet. Ook mooiprater Wolfgang heeft goede en slechte kanten. Mensen die voor de economische crisis al gefortuneerd waren, blijken echter telkens weer de macabere dans te ontglippen.
Op de achterflap van het boek staat: “Een tijdloos meesterwerk dat laat zien hoe kwetsbaar beschaving is in tijden van crisis”. Dat kan ik volledig beamen.
Hans Fallada
Rudolf Wilhelm Friedrich Ditzen (1893-1947) was boekhouder (net als hoofdpersonage Wolfgang Pagel) tot hij de stap waagde en zich volledig aan het schrijven zette. Zijn schrijversalias Hans Fallada vond hij in twee sprookjes van de gebroeders Grimm: Slimme Hans en het sprekende paard Fallada in Het ganzenmeisje.
Het minste dat je kan zeggen, is dat Fallada een zeer turbulent leven heeft geleid. Nadat hij zwaar werd verwond op zijn zestiende onder een paardenkar, raakte hij verslaafd aan pijnstillers. Die veroorzaakten dan weer diepe depressies, wat hem tot meerdere zelfmoordpogingen bracht.
Bij een geveinsd duel met een even depressieve vriend – om de schande van zelfmoord te vermijden – doodde hij hem en overleefde hij nipt zelf zijn zware schotwond. Hij werd onschuldig verklaard voor moord wegens mentale ontoerekeningsvatbaarheid en pendelde daarna jaren van de ene naar de andere mentale verzorgingsinstelling.
Kort na de onsuccesvolle publicatie in 1923 (het jaartal van Wolf onder Wolven) van zijn eerste roman Anton und Gerda werd hij veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voor diefstal om zijn drugsverslaving te betalen. Op 36-jarige leeftijd kickte hij uit eindelijk af en huwde. In 1931 brak hij door als schrijver met Bauern, Bonzen und Bomben (Boeren, Bazen en Bommen).
Fallada vluchtte niet
In tegenstelling tot de meeste Duitse auteurs bleef Fallada in Duitsland wonen. Niet alleen als auteur, ook als persoon met een psychiatrisch en drugsverslaafd verleden werd Duitsland voor hem nochtans een zeer gevaarlijke plaats om te blijven wonen. Meerdere Duitse auteurs die wel waren gevlucht spraken daarover hun misprijzen uit.
Hans Fallada (1893-1947)
Duits topauteur Thomas Mann verklaarde over Fallada en andere auteurs die gebleven waren: “Elk boek dat in Duitsland kon gedrukt worden tussen 1933 en 1945 is erger dan waardeloos, objecten die je niet wil aanraken. Een stank van bloed en schande hangt er aan. Ze zouden allemaal vermalen moeten worden tot pulp.”
In 1935 verklaarde het nazi-regime hem tot ‘ongewenst auteur’. Zijn boeken mochten niet meer vertaald of in het Duits in het buitenland gepubliceerd worden. Wolf onder Wolven werd in 1937 toch toegelaten omdat de nazi’s er een kritiek in lazen van de Weimar-republiek.
Joseph Goebbels noemde het een ‘superboek’ – zonder het ooit gelezen te hebben. Daar had hij zijn medewerkers voor. Die lof deed Fallada’s reputatie als auteur in Duitsland uiteraard geen goed. Dat hij nergens in het boek Joden aanduidde als de oorzaak van alle kwaad vonden de nazi’s wel een minpunt.
Een jaar na Wolf onder Wolven stonden de koffers dan toch klaar in de wagen voor een vlucht naar Groot-Brittannië. Zijn Britse uitgever Putnam had een privé-boot klaarstaan om hem het land uit te krijgen, maar na een korte wandeling door hun tuin zei hij tegen zijn vrouw dat hij zou blijven. Jaren later stelde hij daarover: “Ik zou niet kunnen schrijven in een andere taal, nog leven in een andere plaats dan Duitsland”.
Fallada schakelde voor den brode over op het schrijven van neutrale kinderverhalen en apolitieke thema’s. In 1944 kreeg hij toch een totaal publicatieverbod van de nazi’s. Hij had immers geweigerd een openlijk anti-semitische roman te schrijven.
Vervolgens werd hij in een asiel voor mentaal gehandicapten opgesloten, waar hij in de plaats van die geëiste antisemitische roman de novelle De Drinker schreef. Daarin beschreef hij heel kritisch zijn leven onder de nazi’s. In december 1944 werd hij bevrijd door de geallieerde troepen, vooraleer de nazi’s zijn bedrog ontdekt hadden. Die ontdekking had hem executie kunnen kosten.
In 2010 werd een DVD gepubliceerd van de film ‘Wolf unter Wölfen’ die in Oost-Duitsland werd gemaakt in 1963, met de jonge Armin Mueller-Stahl (°1930) als Wolfgang Pagel (zie vanaf 1:06):
Fallada geraakte na de oorlog terug verslaafd aan morfine en stierf in februari 1947 op 53-jarige leeftijd, kort nadat hij Jeder stirbt für sich allein had geschreven. Dat boek is een antifascistische roman, gebaseerd op het leven van Otto en Elise Hampel, een echtpaar dat werd geëxecuteerd voor het verspreiden van anti-nazi-pamfletten in Berlijn tijdens de oorlog.
Gedenkplaat voor Otto en Elise Hampel, met vermelding van de roman van Hans Fallada, Amsterdammer Strasse 10, Berlijn. Foto: OTFW/CCBY-SA 3:0
Fallada bleef populair na zijn dood. Van hem verschenen voor Wolf onder Wolven (2025) ook al de Nederlandse vertalingen Alleen in Berlijn, Een waanzinnig begin, Wat nu, kleine man?, In mijn vreemde land, De drinker en Zakelijk bericht over het geluk een morfinist te zijn. Van De Drinker verscheen ook een stripversie. Anne Folkertsma publiceerde in 2016 Hans Fallada – Alles in mijn leven komt terecht in een boek – Biografie.
‘Wolf onder Wolven’, Hans Fallada, Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2025, 861 pp. ISBN 978 9086 8430 46. Uitstekende vertaling van Wolf unter Wölfen (1937) door Bart van Kreel.
Geen romans maar zeer lezenswaardige hedendaagse historische boeken over de jaren 1920 zijn ‘Duitsland 1923 – Het jaar van de afgrond‘ van Volker Ullrich, ‘Hoogteroes Duitsland en de Duitsers tussen de twee oorlogen’ van Harald Jähner (1923), ‘Het jaar van de omslag’ van Frans Verhagen (1923), en ‘Europa in het jaar van Hitlers staatsgreep’ van Mark Jones.