Wat doorgaat voor de ‘klimaatactie’ van de EU-Commissie is een Trojaans paard volledig ten bate van de privésector. De EU breekt daarmee al haar klimaatbeloften. Ze garandeert maximale winsten voor de privésector met Europees belastinggeld als waarborg, zonder openbare controle en vooral, zonder enige positieve klimaatimpact, volgens een onderzoek van SOMO.
Uit onderzoek van de Nederlandse Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), uitgevoerd door Angela Wigger, professor Globale Politieke Economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, blijkt dat InvestEU enkel de illusie wekt van klimaatactie.
Het zogenoemde groene industriebeleid van de EU betekent geen stap naar een duurzame toekomst. Integendeel. Het fungeert als een Trojaans paard ten gunste van vervuilende industrieën. Dit beleid zet een dubbele hypotheek op onze toekomst.
De illusie dat eindeloze groei te verzoenen zou zijn met ecologische duurzaamheid
In feite verdubbelt dit ‘groene industriebeleid’ de logica die de crisis heeft veroorzaakt. Het houdt de illusie in stand dat eindeloze kapitalistische groei op een eindige planeet te verzoenen zou zijn met ecologische duurzaamheid.
De strategie legt een dubbele last op toekomstige generaties: een financiële, via de schulden die zij zullen moeten aflossen, en een ecologische, door het uitstellen van de broodnodige systeemverandering.
Dit is politiek verraad. Door de teugels in handen te geven van financieel kapitaal, slaagt de EU er niet eens in het kapitalisme koolstofarm te maken. In plaats van ecologisch destructieve industrieën af te bouwen, kiest ze ervoor om Europese koplopers te creëren in de wereldwijde technologische race.
Strijden voor een openbaar, democratisch en sociaal rechtvaardig alternatief
Daarom moeten we strijden voor een openbaar, democratisch en sociaal rechtvaardig alternatief dat niet wordt uitbesteed aan dezelfde belangen die ons op de rand van de afgrond hebben gebracht. Doen we niets, dan wacht ons slechts de toekomst van een groene luchtspiegeling – een horizon gevuld met schulden en een steeds warmere planeet.
Privé winsten, sociale kosten
Alle verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het EU-klimaatbeleid wordt in dit plan uitbesteed aan investeerders die uitsluitend maximale winst nastreven en niets doen om de fossiele afhankelijkheid van het kapitalistische systeem te doorbreken.
Het EU-klimaatbeleid wordt aan de Europese bevolking verkocht als een visionaire twee-in-één-deal: klimaatneutraliteit bereiken én tegelijkertijd de Europese economie concurrerend houden.
Maar de analyse van Angela Wigger onthult een veel grimmiger realiteit. De strategie van de EU is geen gedurfde, door de overheid geleide transformatie. Het is een krampachtig mechanisme om beleid uit te besteden aan private investeerders, de risico’s af te wentelen op de bevolking, private winsten veilig te stellen en democratisch toezicht uit te hollen.
Concurrentie gaat boven klimaat
De opkomst van China en India heeft paniek gezaaid in de Brusselse EU-cenakels. De in 2014 gedane belofte van een “industriële renaissance” – het aandeel van de industrie in het bbp tegen 2020 verhogen tot 20 procent – is spectaculair mislukt.

Frans Timmermans (GroenLinks-PVDA) was het lid van de Europese Commissie verantwoordelijk voor de Green Deal die hij in maart 2020 aan de pers voorstelde. (2019-2023). Foto: EU
De Europese Green Deal werd in 2019 gelanceerd als het verhaal van een groene én digitale ‘dubbele transitie’. De onderliggende toon was echter meteen duidelijk: concurrentievermogen kreeg voorrang op de uitstap uit fossiele energie.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen stelde onomwonden dat het doel van de Green Deal is om “de race” naar suprematie op het vlak van groene technologie te winnen. Zowel het Green Deal Industrial Plan van 2023 als de voorgestelde Clean Industrial Deal van 2025 gaan niet over het redden van de planeet, maar over het veiligstellen van de toekomst van de Europese productiesector.
Het probleem is dat deze wedstrijd wordt gelopen op een parcours dat is ontworpen door en voor financieel kapitaal, met als einddoel marktdominantie in plaats van het redden van het klimaat.
EU besteedt al haar macht uit aan de privé
De Europese Commissie schat dat er tot 2030 jaarlijks 5.000 miljard euro extra nodig zal zijn om de klimaatdoelstellingen te halen. Dat komt neer op een begroting ter grootte van die van Denemarken.

Oorlog in Oekraïne (2016). Foto: Dmitri Myravsky/CC BY-SA 2:0
Als ‘oplossing’ heeft de Commissie een onfris allegaartje van publiek-private financieringsstrategieën in elkaar gezet. Regels voor publieke subsidies worden versoepeld. Met behulp van creatieve interpretaties van de wetgeving – bijvoorbeeld via projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI, Important Projects of Common European Interest) – wil de EU onbeperkt subsidies doorsluizen naar begunstigde sectoren.
De naam zegt het al: het is niet EUInvest, maar InvestEU
Voor dit plan wendt de EU zich tot de kapitaalmarkten, door obligaties uit te geven die worden gedekt door de gezamenlijke kredietwaardigheid van de 27 lidstaten. In de praktijk komt dit neer op het aangaan van een gemeenschappelijke schuld.

Klimaatstaking Brussel (2019). Foto: European Greens/CC BY-SA 2:0
Het centrale element van deze strategie is InvestEU. De filosofie erachter is niet dat de overheid het voortouw neemt, maar dat “de bereidheid van privé-investeerders om risico’s te nemen wordt gestimuleerd, met overheidsgeld als anker”.
InvestEU: geen risico’s voor privékapitaal
InvestEU is in wezen een gigantische verzekering voor investeerders, met een EU-begrotingsgarantie van 26,2 miljard euro die naar verluidt meer dan 372 miljard euro aan investeringen moet genereren. Het mechanisme rust op drie pijlers.
Poortwachters: De Europese Investeringsbank (EIB) beheert 75 procent van de overheidsgarantie en sluist die door naar een selecte groep erkende financiële tussenpersonen: private-equitybedrijven, commerciële banken en durfkapitaalfondsen. De resterende 25 procent wordt rechtstreeks door de Commissie behandeld.
Asymmetrische deal: Bedrijven die financiering zoeken, moeten langs deze poortwachters. Zij onderhandelen met de EIB of de Commissie over een overheidsgarantie die vaak 80 procent of meer van de potentiële verliezen dekt. Mislukt de investering, dan draait de overheid op voor de schade. Slaagt ze, dan vloeien de winsten volledig naar de privésector.
Democratische black box: De uiteindelijke beslissingen liggen bij het InvestEU-investeringscomité, dat bestaat uit zogenaamd ‘onafhankelijke deskundigen’ – in de praktijk vooral mensen uit de financiële sector. De cruciale afweging van risico en rendement gebeurt achter gesloten deuren, afgeschermd van publiek toezicht onder het mom van ‘commerciële vertrouwelijkheid’.
Zo functioneren financiële tussenpersonen als poortwachters van publieke middelen: zij beslissen welke projecten doorgaan, terwijl ze slechts een verwaarloosbaar deel van de risico’s dragen. Alle macht ligt bij hen – het publiek staat volledig buitenspel.
Groene laklaag over militaire realiteit
InvestEU verschijnt in allerlei tinten groen, maar die blijken grotendeels een PR-stunt. Slechts 30 procent van de investeringen hoeft te voldoen aan de toch al minimale groene taxonomie van de EU – die nota bene ook fossiel gas en kernenergie omvat [1].
De overige 70 procent kan naar om het even welke sector vloeien, inclusief defensie en fossiele brandstoffen, zolang die maar onder het vaag gedefinieerde label “strategisch belang” vallen.

Op maat van deze bedrijven. Foto: Richard Hurd/CC BY-SA 2:0
Dit is geen fout in het systeem, het is precies de bedoeling. De hele strategie is uitgetekend door machtige lobbygroepen als InvestEurope en het European Business Angel Network.
70 procent van de zogenaamd ‘groene’ investeringen kan naar eender welke sector gaan, dus ook naar defensie en fossiele brandstoffen
De EU besteedt zo het tempo en de richting van de groene transitie uit aan actoren die uitsluitend kortetermijnwinst najagen, niet de gezondheid van de planeet. Deze grimmige realiteit wordt intussen nog verergerd door een nieuwe prioriteit: herbewapening.
Het SOMO-onderzoek wijst er immers op dat groene transitiefondsen in snel tempo worden ingezet voor “het versterken van militaire capaciteiten”, telkens weer verpakt in termen als “veerkracht” en “strategische autonomie”.
Tegenstrijdigheden en democratisch deficit
Het plan vertrekt van de basispremisse dat investeringen te riskant zouden zijn voor de privésector alleen, maar tegelijk veilig genoeg dat het EU-garantiefonds nooit uitgeput zal raken. Daarmee wordt in feite een onbeperkte toegang tot publieke middelen gecreëerd.
Bovendien ontstaan er perverse prikkels voor rent-seeking[2]. Investeerders hebben er belang bij hun eigen risicobeoordelingen kunstmatig op te drijven, om zo een hogere publieke garantie af te dwingen.

De petrochemie is zeer tevreden over dit EU-klimaatbeleid (Petrochemisch complex van Gela, Italië). Foto: Valerio De Carlo/Public Domain
Het meest perverse effect is echter dat het plan wordt gefinancierd met schulden die worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Het herstelfonds NextGenerationEU (NGEU) van 807 miljard euro is gebaseerd op gezamenlijke leningen van de EU-lidstaten. Vanaf 2028 zal dit 30 jaar lang een jaarlijkse aflossing van 30 miljard euro vereisen.
Zo worden met collectieve overheidsschulden private investeerders volledig vrijgesteld van reëel risico – voor projecten die waarschijnlijk nauwelijks zullen bijdragen aan de groene transitie.

“Red een boom – Eet een lobbyist”. Foto: European Greens
Daarbovenop heeft het Europees Parlement geen enkele wetgevende bevoegdheid over InvestEU, dat uitsluitend werd goedgekeurd door de EU-Raad van regeringsleiders. Europarlementsleden krijgen enkel na lang aandringen toegang tot zwaar gecensureerde contracten, terwijl zelfs de Europese Rekenkamer er geen enkele controle op kan uitoefenen.
Kortom: enorme financiële stromen van Europees belastinggeld – gedekt door overheidsgaranties en toekomstige schulden – worden volledig beheerd door private actoren en bekrachtigd door “onafhankelijke” comités, zonder enige zinvolle democratische controle.
De opdracht voor progressieve krachten is duidelijk: deze gevaarlijke illusie moet worden ontmaskerd.
Notes:
[1] Dit is een classificatiesysteem dat de duurzaamheid van economische leefmilieuactiviteiten bepaalt. In theorie is het bedoeld om greenwashing te voorkomen, in werkelijkheid doet het precies dat.
[2] Bedrijven of rijke personen gaan hun fortuin kunstmatig opdrijven door het openbaar economisch beleid te manipuleren in plaats van nieuw fortuin te creëren met productie en handel
