Schandaal: NMBS verspilt uw belastingen (weeral)

Gedaan het gedoe met die twee stramme deuren tussen de rijtuigen. Je merkt de doorgang niet eens. Zit je rijtuig vol? Gewoon even doorwandelen. Ook veel comfortabeler en overzichtelijker voor de treinbegeleider

Gedaan het gedoe met die twee stramme deuren tussen de rijtuigen. Je merkt de doorgang niet eens. Zit je rijtuig vol? Gewoon even doorwandelen. Ook veel comfortabeler en overzichtelijker voor de treinbegeleider (foto Lode Vanoost)

FacebooktwitterFacebooktwitter

De werken voor het Gewestelijk Expresnet (GEN) mogen dan al serieuze vertraging hebben opgelopen, de nieuwe treinstellen rijden in ieder geval al sinds enkele weken. Het moet gezegd, ze zijn prachtig, comfortabel, snel en vooral klantvriendelijk. Jammer dat de NMBS-top hier geen ruchtbaarheid aan geeft. Schrik van goed nieuws?

In onverdachte tijden

Ik ben altijd al een vurig minnaar geweest van het openbaar vervoer in het algemeen en van de trein in het bijzonder. Dat blijkt onder meer uit de hieronder vermelde artikels. Iedereen die me de voorbije vijftig jaar heeft gekend, kan dat bevestigen. Bij mij kon je altijd terecht voor informatie, want ik was die kerel die altijd en overal met de ’treingids’ op stap was. Voor de jongere lezer: de ’treingids’ was die dikke turf met alle treindienstregelingen die de NMBS jaarlijks voor een spotprijsje aanbood.

Die ’treingids’ was een spiegel van de mentaliteit bij de NMBS-top. Administratief en klantonvriendelijk. Alleen fanatici zoals ik, die de tijd namen om de ondoorgrondelijke kronkelredeneringen van de opstellers te doorgronden, konden er weg mee.

Ik gaf de mensen rond mij waarschijnlijk een indruk die tegenwoordig informatici geven wanneer ze hun jargon op de verbaasde toehoorder loslaten. Wild enthousiast en onverstaanbaar. Maar goed, bij mij kon je altijd terecht voor de juiste uren van de trein. Voor de rest moest je wel hopen dat ze die dag met de realiteit klopten.

Het toekomstproject GEN

Van 1995 tot 2003 zat ik voor Agalev/Groen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, maar zoals ik net al zei, mijn voorkeur voor het openbaar vervoer was er al, lang voor er van een ecologische beweging sprake was. In de Kamer was ik acht jaar lid van de Commissie Infrastructuur en Verkeer.

Daar kwamen vertegenwoordigers van de NMBS de plannen toelichten voor een toekomstig Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel, geïnspireerd op onder meer het Réseau Expres Régional (RER) van Parijs. We mochten toen ook een maquette op reële schaal bewonderen van de nieuwe treinen die ooit zouden worden ingezet op dat GEN.

Het GEN, de bouwsector gaat er voor

De verkeersproblemen rond de grootsteden vragen inderdaad al jaren om een structurele oplossing. Daar wordt nu eindelijk aan gewerkt. Het gaat allemaal wel tergend traag. Een en ander wordt trouwens fel aangemoedigd door de grote bouwpromotoren die hunkeren naar de tijd van de grote wegenwerken en in dit spoornet rond Brussel nieuwe kansen zien om opnieuw grote sier te maken met overheidsbestedingen.

Binnen twintig, dertig jaar zal waarschijnlijk wel blijken dat voor die werken door de overheid veel te veel werd betaald aan de privésector, net zoals dat met alle grote wegenwerken van de jaren vijftig tot de jaren tachtig is gegaan. Social risks, private profits. Je kent het wel.

Het GEN, een verantwoorde uitgave

Maar goed, het is dan toch tenminste verspild voor een verantwoord maatschappelijk doel. Niemand kan immers ontkennen dat een beter openbaar vervoer iedereen ten goede komt, zelfs zij die de trein niet kunnen (of willen) gebruiken.

Die eerste GEN-treinen rijden al een aantal weken, onder andere op lijn 124 Brussel-Nijvel, de lijn waarvan ik een dagelijkse ‘gebruiker’ ben. Deze nieuwe treinen komen van het Duitse bedrijf Siemens. Dat is op zich al een belangrijke breuk met de cultuur van het bedrijfsverleden van de NMBS, waar het tot voor kort de traditie was om zelf eigen treintypes te ontwikkelen en daar dan veel te veel voor te betalen.

De NMBS als onderdeel van het industrieel beleid

Voor een deel was dat wel te verantwoorden. Per slot van rekening deden alle Europese vervoermaatschappijen hetzelfde. De Nederlandse NS, de Duitse DB, de Franse SNCF, … allemaal vonden ze als bij wonder telkens opnieuw dat het door een bedrijf in eigen land geproduceerde prototype het beste op de markt was.

Ik ben geen principieel tegenstander van een nationalistisch industrieel beleid, op twee voorwaarden: ten eerste dat dit in het belang van de werknemers is, dus niet van grote industriële lobby’s; ten tweede dat dit volledig transparant gebeurt. In het geval van de NMBS koppel ik daar nog een extra voorwaarde aan: dat het resultaat ook goed is voor de treingebruiker.

Comfort wordt stilaan toch een evidentie bij de NMBS

Dat eerste lukte maar gedeeltelijk. Werknemers bij Belgische bedrijven hebben inderdaad jarenlang baat gehad bij de bestellingen van de NMBS. De NMBS nam haar aankoopbeslissingen echter vooral vanuit de drijfveer om de winsten van grote Belgische bedrijven te garanderen. Bovendien heeft de NMBS veel te lang voor loodzware reizigerstreinen gekozen, waarbij het comfort van de reiziger nauwelijks een overweging was.

Wie in Brussel-Centraal regelmatig de trein neemt, kent het probleem van de gapende leegte tussen de trap van de trein en het perron, om maar één voorbeeld te geven. Doorgangen tussen de rijtuigen werden blijkbaar ontworpen om enkel door bodybuilders gebruikt te kunnen worden.

De laatste jaren is er op dat gebied een duidelijke kentering gekomen. Er rijden meer en meer treinen met klantvriendelijke deuren en met comfortabele doorgangen tussen de rijtuigen. Ook de aankondigingen in de stations en op de treinen zelf zijn verbeterd (al moet gezegd dat de buitenschermen op bepaalde IC-treinen toch wel erg dikwijls defect zijn) en het zitcomfort is ook spectaculair verbeterd. Nu nog werken aan de capaciteit: overvolle treinen blijven een probleem.

De GEN-treinen zijn gewoon prachtig

Het moet gezegd. Met de aankoop van de GEN-treinen heeft de NMBS zichzelf overtroffen. Het uiterlijk is stijlvol en elegant. De trein is gebouwd met een lage vloer zodat je op bijna gelijk niveau met het perron instapt. De zetels in eerste klas zijn nauwelijks te onderscheiden van die in tweede klas. (Neen, beste lezer, u hebt zojuist niet het ideale excuus gelezen om toch in eerste klas te gaan zitten, alles is netjes aangeduid.)

Waar je ook zit, zie je voor je een scherm met de lijst van de komende vier stations. Aan elke deur is er ook een scherm waarop je bij het naderen van het station de naam ervan ziet en waar je tussendoor ook een lijst van alle volgende haltes van de trein kan zien voorbijrollen. Over de lay-out van die schermen is duidelijk goed nagedacht. Maar zelfs vooraan aan de buitenkant heeft de trein een scherm met zijn eindbestemming, een NMBS-primeur.

De zetels zijn comfortabel, maar het valt vooral op hoe zacht de trein rijdt. De ophanging gebruikt blijkbaar de nieuwste technologieën, want van het typische ‘gedokker’ van de klassieke trein is hier geen sprake. Tussen de stations trekt de trein ook merkelijk sneller op, zonder dat de reiziger daar last van heeft.

Kortom, ik ben overtuigd. Wie in en rond Brussel in de buurt van een NMBS-station woont, heeft nu echt geen excuus meer.

Eén punt van kritiek

Ik vind het een gemiste kans dat de NMBS-top niet het inzicht heeft gehad om de lancering van deze nieuwe treinen met een perscampagne aan te kondigen. Heeft men daar soms schrik van goed nieuws? Ik twijfel er niet aan dat media genre Het Laagste Niets of Het Nietsblad er een of andere negatieve draai aan zullen geven. So what?

De NMBS moet leren om zichzelf actief te promoten, zoals nu met deze nieuwe treinstellen.

De lezer zal ondertussen wel begrepen hebben dat de titel van dit artikel ironisch is. Dit is geld dat goed besteed werd, beste reiziger. Geniet ervan.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.