Waarom 30 jaar Sabra en Sjatila géén nieuws is

Sabra en Sjatila, 16-18 september 1982

Sabra en Sjatila, 16-18 september 1982

FacebooktwitterFacebooktwitter

Onze massamedia, zoals altijd in de bres om schendingen van de mensenrechten aan te klagen – op voorwaarde dat het in een land gebeurt dat niet op onze vriendenlijst staat – vonden het niet de moeite waard om vandaag 16 september 2012 de dertigste verjaardag te herdenken van de slachtingen van Sabra en Sjatila in 1982.

Kan je het jonge mensen verwijten dat ze niet eens weten waar die namen voor staan, als de grote media er geen letter/beeld aan vuil maken?

Even de feiten herhalen: Sabra en Sjatila waren twee Palestijnse vluchtelingenkampen in de buurt van de Libanese hoofdstad Beiroet. In die periode werd een groot deel van Libanon bezet door het Israëlisch leger (IDF), dat op de collaboratie van een christelijke militie in Zuid-Libanon kon rekenen. Militair opperbevelhebber van het IDF was Ariël Sharon, de latere eerste minister.

Kort tevoren was de net verkozen – maar nog niet beëdigde – president Bashir Gemayel vermoord, meer dan waarschijnlijk door pro-Syrische milities, maar de beschuldigende vinger werd naar de PLO (de Palestijnse bevrijdingsorganisatie) gewezen. Gemayel behoorde tot de christelijke elite van Libanon.

Beide kampen waren omsingeld en afgesloten door het Israëlisch leger. Zij lieten de christelijke milities tussen 16 en 18 september ongestoord hun gangen gaan in de kampen. Vanuit de wachttorens kon het leger zien wat er gebeurde. De blokkade werd echter niet opgeheven en er werd op generlei wijze een poging gedaan om de slachtpartijen te stoppen.

Het juiste cijfer zal nooit bekend zijn, ze gaan van 700 (het Israëlisch leger) over 1.000 – 1.500 (Rode kruis) tot 2000 (Palestijnse tellingen). Het grootste deel van de slachtoffers waren vrouwen en kinderen. Gezien het feit dat de milities slechts met ongeveer 150 waren en slechts twee dodelijke slachtoffers telden, kan de bewering vanuit Israël dat de slachtoffers allemaal ‘Palestijnse terroristen’ waren, gemakkelijk weerlegd worden. Wie meer details wil, vindt genoeg informatie op het internet.

Zelfs een Israëlische onderzoekscommissie kon niet anders dan de ‘persoonlijke verantwoordelijkheid’ van Ariël Sharon vaststellen. Desalniettemin werd hij later eerste minster.

Kan je je inbeelden dat, als een Palestijnse organisatie zoveel slachtoffers zou hebben gemaakt dertig jaar geleden, dit vandaag niet zou worden herdacht?

De Palestijnen hadden (en hebben nog altijd) de pech van zich aan de verkeerde kant van de vergelijking te vinden. Zij zijn dus onwaardig van het respect dat de slachtoffers van westerse vijanden verdienen.

De slachtpartijen van de eigen bondgenoten minimaliseren en zelfs ‘vergeten’ maakt de verontwaardiging van de massamedia over andere slachtpartijen zeer ongeloofwaardig. Zo maken zij de slachtingen van de toekomst mee mogelijk. Wie het beest wil uithangen, moet er alleen maar voor zorgen dat hij (meestal een ‘hij’) aan onze kant staat. Discretie verzekerd.

Enkel een gelijk respect voor alle slachtoffers van geweld, waar ook en door wie, is geloofwaardig. De rest is verwerpelijke hypocrisie.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.