Chemische oorlogsvoering in Syrië: nog steeds te vroeg voor conclusies

Wereldwijd blijft de publieke opinie ingaan tegen de VS, zijn bondgenoten en de massamedia. No more wars based on lies, hier op 7 september 2013 in Bryant Park, Manhattan, New York

Wereldwijd blijft de publieke opinie ingaan tegen de VS, zijn bondgenoten en de massamedia. No more wars based on lies, hier op 7 september 2013 in Bryant Park, Manhattan, New York (foto creative commons/Asterix611)

FacebooktwitterFacebooktwitter

In tegenstelling tot wat in meerdere berichten wordt gesuggereerd, toont het VN-Rapport over het gebruik van chemische wapens in de wijk Ghouta van de Syrische hoofdstad Damascus niet aan dat het regime van Assad de schuldige dader is. Het enige dat dit rapport stelt is dat er saringas werd gebruikt en dat er fragmenten van lanceerprojectielen werden gevonden.

Daarmee is het nog steeds niet uitgemaakt wie de dader is, dat kan dus nog steeds het regime zijn. Omschrijvingen als ‘Onweerlegbaar bewijs van saringas’ zijn suggestief. Niemand twijfelt er immers nog aan dat saringas werd gebruikt. Bewijzen voor wie daar dan verantwoordelijk voor is, zijn er echter niet.

Dit zijn de voornaamste vaststellingen van de VN-inspecteurs  :

  • ingeslagen en ontplofte grond-grond-raketten, in staat om een chemische lading te vervoeren, bleken sporen van saringas te bevatten;
  • dicht bij de impactsites, op de plaatsen waar patiënten werden besmet, werden sporen van saringas aangetroffen;
  • meer dan vijftig interviews met overlevenden en zorgverstrekkers gaven ruime bevestiging van de medische en wetenschappelijke vaststellingen;
  • een aantal patiënten/overlevenden werden duidelijk gediagnosticeerd voor vergiftiging met een organofosforverbinding;
  • bloed- en urinestalen van dezelfde werden positief bevonden voor saringas en spoorelementen[1] van saringas.

Daaruit trokken de VN-inspecteurs onder andere volgende besluiten [p.18 van het rapport]:

  • er zijn bewijzen dat de vastgestelde symptomen bij mensen in Ghouta op 21 augustus een gevolg zijn van blootstelling aan saringas;
  • een mogelijke route wordt gesuggereerd maar niet bewezen van waaruit de besmetting zich heeft voorgedaan (levering van de stof door grond-grondraketten);
  • dit zegt niet over wie nu verantwoordelijk is.

Het rapport bevat een aantal cruciale zinnen, telkens onder de subtitel ‘Limitations’ (beperkingen):

De tijd nodig voor een gedetailleerd onderzoek … en om stalen te nemen was zeer beperkt. De onderzochte sites waren meermaals betreden door andere personen zowel voor als tijdens het onderzoek. Fragmenten en andere mogelijke bewijsstukken werden duidelijk aangeraakt en van plaats veranderd voor de aankomst van het onderzoeksteam [p.18 van het rapport].

De specifieke locaties worden zeer intens betreden door ander personen voorafgaand aan de aankomst van de onderzoeksmissie. De daar gespendeerde tijd was beperkt. Tijdens de tijd doorgebracht ter plaatse, kwamen andere personen er toe met andere verdachte munities die aanwijzen dat mogelijke bewijzen werden verplaatst en mogelijk gemanipuleerd [p.22 van het rapport].

Voor alle duidelijkheid, dit pleit het regime van Assad niet vrij, maar beschuldigt hen evenmin. Er kan evengoed vermoed worden dat bewijzen werden gemanipuleerd om het regime te incrimineren. Wat de these betreft, dat alleen het regime dergelijke raketten kan hebben gebruikt, ook rebellen kunnen die bekomen hebben, ofwel van hun buitenlandse steungevers of van veroveringen op het Syrische leger.

Tot nog toe is het enige wat de VS en zijn schaarse nog overblijvende bondgenoten Frankrijk, Qatar, Saoedi-Arabië en Turkije hebben, iets wat men in een rechtbank ‘omstandigheidsbewijzen’ zou noemen. Deze worden wel degelijk aanvaard als geldig in de rechtspraak, echter alleen om direct bewijzen aan te vullen en/of om motieven nader toe te lichten. In dit geval kunnen deze omstandigheidsbewijzen in tegenovergestelde richtingen geïnterpreteerd worden.

De stelling van DeWereldMorgen.be sinds 21 augustus blijft dus dezelfde. Het is veel te vroeg voor conclusiesBovendien blijft het internationaal recht en het VN-Handvest gelden. Ook onweerlegbare bewijzen staan een VN-lidstaat niet toe om éénzijdig een ander land aan te vallen. Bewijzen moeten aan de VN-Veiligheidsraad worden voorgelegd.

Wie dit met een open geest bekijkt, houdt ondertussen alle mogelijkheden nog steeds open, van een bewuste inzet van gifgas door het regime tot een doelbewuste provocatie door rebellen, en alle mogelijkheden daar tussen in.

Voetnoten

  • [1]Chemische bestanddelen die op zichzelf geen saringas aantonen, maar wel mogelijke bestanddelen van saringas zijn.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.