De generaal van het dode leger, een klassieker van de Europese literatuur

smail Kadare - Prominent figuur van de Albanese literatuur. Postzegel van 2011. Foto: Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

‘De Generaal van het dode leger’, de eerste roman van Albanees schrijver Ismail Kadare, betekende in 1963 via de Franse vertaling zijn doorbraak. Bijna 50 jaar en meer dan 50 romans later is Kadare nog steeds actief. Deze klassieker van de Europese literatuur wordt terecht terug uitgegeven. Ismail Kadare verdient veel meer erkenning in Nederland en Vlaanderen.

Tot 1985 leefde Ismail Kadare onder de dictatuur van Enver Hoxha (‘hodja’, met Franse j). De leider van het communistisch verzet tegen de Italiaanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde aanvankelijk een progressief sociaal beleid, dat het onderontwikkelde feodale bergland moderniseerde.

Verstikkend isolement

Geleidelijk verzandde het regime onder Hoxha’s paranoïde leiding in een wurgende totalitaire dictatuur. Na de dood van zijn enige buitenlandse bondgenoot Jozef Stalin dompelde Hoxha zijn land vanaf 1953 onder in een verstikkend isolement.

Ismail Kadare in 2011. Foto: Lars Haefner/CC BY-SA 3:0

Albanië was als gevolg tot 1990 een volledig mysterie, in scherp contrast met buurland Joegoslavië, dat eveneens communistisch was, maar volledig ongebonden van de Sovjet-Unie functioneerde en tot de jaren 1980 open stond voor westerse economische samenwerking. Albanië was daarentegen een black hole. Bekend is het land nog steeds niet.

Kadare was in 1936 nog geboren in het feodale koninkrijk van koning Zog. In 1939 bezette Mussolini Albanië, een bezetting die duurde tot 1945 en waar De generaal van het dode leger naar verwijst. Kadare leefde tot 1990 in de hoofdstad Tirana, waarna hij verhuisde naar Parijs waar hij nog steeds woont, hoewel hij sporadisch terugkeert naar Tirana.

Kadare begon reeds te schrijven toen hij 12 was en publiceerde zijn eerste dichtbundel in 1954 op 18-jarige leeftijd. In Tirana en Moskou studeerde hij Russische, Franse en Engelse literatuur.

Enerzijds was hij als kind van zijn tijd een overtuigd communistisch idealist, die opkwam tegen de feodale onderdrukking in Albanië, anderzijds begon hij al vrij jong zeer kritisch te schrijven over het partijapparaat.

Het totalitarisme bleef een hoofdthema in zijn hele oeuvre. Hij werkte als journalist en was hoofdredacteur van het Albanees-Franse tijdschrift Les lettres Albanaises terwijl hij tussendoor begon te schrijven aan zijn eerste romans.

Zijn ‘eerste’ roman

Een Italiaanse generaal keert 20 jaar na de Tweede Wereldoorlog terug naar Albanië om de daar in honderden massagraven begraven Italiaanse soldaten op te graven, te identificeren – als het nog kan met hun metalen naamplaatje – en te repatriëren naar de overzijde van de Adriatische Zee in Italië. Hij doet dit samen met een Italiaanse priester die hem helpt bij zijn opdracht.

Zijn mandaat werd vastgelegd in een verdrag tussen beide landen, dat de voorwaarden bepaalt waaronder hij ter plaatse mag werken. Tussendoor komt hij regelmatig in contact met een Duitse officier die een gelijkaardige opdracht heeft.

Screenshot: googlemaps.com

Zijn opgravingen woelen echter ook wrokgevoelens op bij de lokale bevolking, voor wie de Italiaanse bezetting amper twintig jaar eerder nog lang niet vergeten is. Zij hebben een heel ander idee over de Italiaanse soldaten die de generaal komt halen en hen tijdens de bezetting terroriseerden.

Een Italiaanse hoge officier, een grote held in eigen vaderland, wiens graf nooit werd teruggevonden, blijkt in werkelijkheid een gruwelijk bezetter geweest te zijn met ontelbare burgerslachtoffers op zijn geweten. De zoektocht naar die ene officier achtervolgt de generaal tijdens zijn verblijf in Albanië, om persoonlijke redenen.

‘De fascistische troepen waren in Albanië geland, zo werd gezegd, en het Albanese volk had de roemrijke divisies, die hun beschaving en welzijn kwamen brengen, vredig, zelfs met bloemen, ontvangen’.

De generaal is immers verliefd op de weduwe van die officier. Die hoopt al 20 jaar dat zijn lichaam wordt teruggevonden zodat zij definitief rijk erfgenaam wordt van de man waar ze minder dan een jaar mee gehuwd geweest was voor zijn vertrek naar Albanië.

‘Het geweld was wederzijds’

De lokale bevolking en de Albanese arbeiders die voor hem het echte vuile werk doen zijn niet bepaald enthousiast. Tussen de mijmeringen van de generaal over zoveel onterecht onbegrip voor zijn nobele opdracht lezen we flashbacks van dode soldaten, hun brieven en teruggevonden dagboeken, waarin naast persoonlijke kritiek op de waanzin van deze oorlog, ook informatie staat over de plaatsen waar zij hun kompanen hebben begraven.

Onder de vermiste Italianen ook soldaten die deserteerden en clandestien op verafgelegen boerderijen leefden, waar ze voor gezinnen werkten wiens zonen in het verzet zaten. Werden ze betrapt door de bezetter dan wachtte hen onmiddellijke executie (en geen genoteerd graf).

De generaal blijft de Italiaanse versie van de bezetting verdedigen en heeft slechts minachting voor de gewone burgers in het algemeen en voor de Albanezen in het bijzonder. Volgens hem was het geweld trouwens wederzijds.

Een schuldvraag stelt zich dus niet. Het zijn toch maar achterlijke Albanezen met een stomme taal (zie verder meer over het Albanees) die met hun passie voor bloedwraak niet beter verdienden.

‘Wederzijds geweld’ is een argument dat elke bezetter tot vandaag gebruikt. VS-president Carter zei het over de bezetting van Vietnam – die in de VS nog steeds geen ‘bezetting’ wordt genoemd – want ’the destruction was mutual’.

Israël zegt het over het Palestijnse ’terroristische’ verzet tegen de bezetting, Marokko over het verzet tegen de bezetting van de Westelijke Sahara. Bezetters hebben een merkwaardige capaciteit om de feiten niet te zien.

Een beschavingsmissie

Italië had een ‘beschavingsmissie’ in Albanië.  Zo beschrijft de generaal zijn herinneringen aan de eerste dag van de invasie:

‘Die avond had de radio het nieuws gebracht: de fascistische troepen waren in Albanië geland, zo werd gezegd, en het Albanese volk had de roemrijke divisies , die hun beschaving en welzijn kwamen brengen, vredig, zelfs met bloemen, ontvangen.’

‘Toen kwamen de eerste kranten, gevolgd door tijdschriften vol foto’s en reportages over de landing. De prachtige lente van dat jaar, de schitterende zee en lucht in Albanië, de stranden, de zuivere horizon, de liefde bij de Albanese meisjes, de klederdrachten en bevallige volksdansen van het land.’

‘Er ging geen dag voorbij of de kranten en tijdschriften schreven over het land en ’s nachts droomden de soldaten ervan overgeplaatst te worden naar Albanië, naar die mooie vredige kust, in de schaduw van de eeuwige olijfbomen.’

De werkelijkheid was iets genuanceerder. Het Albanees verzet was niet bepaald zachtaardig, maar had één belangrijk moreel voordeel op de bezetters, dat het deelt met elke verzetsorganisatie: zij verdedigden eigen land en volk.

De Albanezen bleken taaie tegenstanders, die met veel minder middelen toch zeer efficiënt verzet pleegden, wat de racistisch vooringenomen Italianen vijf jaar lang bleven onderschatten. Het verzet kende het bergachtige ruwe landschap tot in zijn kleinste rotsspleet.1

De berg Maja e Thatë in het noorden van Albania is 2406 meter hoog. Foto: gailhampshire/CC BY-SA 2:0

Je hoeft de historische details van deze bezetting verder niet te kennen om deze roman te appreciëren. De periode waarin dit fictieve verhaal zich afspeelt wordt nergens gespecificeerd. Het verhaal lijkt wel tijdloos.

Heel even weeft Kadare een concrete verwijzing in zijn verhaal, wanneer hij verwijst naar de nijpende graantekorten, nu de Sovjet-Unie niet langer meer graan exporteert naar zijn voormalige bondgenoot.

Kadare toonde met zijn eerste roman onmiddellijk wat een groot talent hij is. De generaal van het dode leger was niet echt zijn eerste roman, wel de eerste die werd gepubliceerd in 1963, toen hij 26 was.

Zijn vrienden hadden hem afgeraden die allereerste roman uit te brengen, omdat ze grote problemen voor hem verwachtten. Er stond teveel directe kritiek in over het totalitair regime van Hoxha. Die eerste roman werd pas in 1990 uitgegeven.

Na De Generaal van het dode leger is het nooit meer gestopt. Naast meerdere dichtbundels, twee theaterscenario’s, 8 bundels kortverhalen en 20 novelles heeft Kadare meer dan 50 romans gepubliceerd, meest recent nog in 2017.

Hij werd in 45 talen vertaald, 27 maal in het Nederlands. Vreemd toch dat een man met dergelijk groots oeuvre nog altijd niet ruim bekend is bij het Nederlandse en Vlaamse publiek.

Censuur

Kadare werd nooit zwaar gestraft. Vermoedelijk was Hoxha, zelf groot bewonderaar van de Franse cultuur (zoals de meeste Albanese intellectuelen van zijn tijd), onder de indruk van het succes van Kadare in Frankrijk.

In Albanië werden zijn publicaties jarenlang niet letterlijk verboden maar doodgezwegen en vooral logistiek onmogelijk gemaakt. Meerdere van zijn boeken verschenen eerst in Franse vertaling.

Officieel bestond er trouwens geen censuur in Albanië. Zoals Piet de Moor in het leerrijke nawoord uitlegt was het regime van Hoxha ‘nog doortrapter dan je zou denken’ door pas op te treden na publicatie en eerst de reacties van het publiek af te wachten.

Tijdens de liberalisering werd Kadare er van beschuldigd in het geheim te hebben gecollaboreerd met het regime. Daar werden in de gedetailleerde archieven van het regime nooit bewijzen voor gevonden. Kadare’s status is vandaag ongenaakbaar.

Skanderbeg Square, centrale plein van Tirana, met twee overheidsgebouwen in Italiaanse stijl. De hoofdstad werd vanaf 1923 gemoderniseerd door Italiaanse architecten, op basis van een samenwerking tussen beide landen, die volgens Mussolini in 1939 niet langer volstond, met de bekende gevolgen. Foto: Chris Waltz/CC BY-SA 2:0

Kadare wist de politieke censuur te ontwijken door nooit letterlijke beschrijvingen te gebruiken of echte namen van politici te citeren. Hij gebruikte allegorie, symboliek, mythologie en fictieve historische referenties voor zijn verhalen, die zich situeerden in een land dat niet bij naam werd genoemd.

Andere auteurs waren niet zo gelukkig. Twee jonge dichters werden na één dichtbundel zelfs geëxecuteerd. Nog anderen kregen zware gevangenisstraffen. Van 1967 tot 1969 werd Kadare met een aantal collega’s naar het platteland verbannen.

Gedenksteen voor Vilson Blloshmi en Genc Leka in de stad Librazhd. Zij waren twee jonge twintigers die voor hun gedichten over vrijheid werden geëxecuteerd op 17 juni 1977. Foto: Spyenson/CC BY-SA 3:0

In de rest van de wereld kregen zij nauwelijks enige steun, behalve Kadare. Later is gebleken dat Hoxha had overwogen ook Kadare te elimineren maar zich uiteindelijk inhield omwille van de faam die Kadare in het buitenland had verworven, vooral in Frankrijk.

Albanees taalisolement

Albanië was niet alleen politiek een geïsoleerd land. Ook Albanees is een op zichzelf gekeerde taal. Binnen de Indo-Europese talen staat het volledig alleen, zoals het Armeens, zonder enig verband met de Germaanse, Romaanse, Helleense, Baltische, Slavische, Keltische of Iraniaanse taalgroepen.

Ismail Kadare in 2008 tussen Albanees filmacteur Xhevdet Feri en Albanees-Amerikaans auteur Masiela Lusha bij de voorstelling van de Albanese film Time of the Comet naar Kadare’s roman van 1985. Foto: WPray20/CC BY-SA 3:0

Ongeveer 7,5 miljoen etnische Albanezen spreken de taal, waarvan slechts 2,9 miljoen de Albanese nationaliteit hebben in het gelijknamige land. Albanees sprekende gemeenschappen leven in de omringende landen Montenegro, Servië, Kosovo, Noord-Macedonië, Italië en Griekenland en zeer kleine minderheden in Kroatië en Roemenië. Er leven ook kleine minderheden in Turkije en Oekraïne die een oude vorm van Albanees spreken.

Enver Hoxha. Foto: Forrásjelölés Hasonló/CC BY-SA 3:0

Alleen in Kosovo en Albanië vormen Albaneessprekenden de meerderheid van de bevolking. De taal is in Montenegro en Noord-Macedonië wel officieel erkend. Tegelijk behoort 3 procent van de bevolking in Albanië tot Macedonische, Montenegrijnse, Servische, Bosnische, Bulgaarse en Joodse minderheden.

Verder leven er verspreid over het land Roma en Egyptians, die er net als in de rest van Europa zwaar worden gediscrimineerd (Egyptian verwijst niet naar Egypte, maar naar lokale nomadenvolkeren – het Engelse scheldwoord gypsie is afgeleid van Egyptian).

Griekenland eist officieel nog steeds een zuidelijke grensstrook van Albanië op als historisch Grieks grondgebied. Behoorlijk ingewikkeld allemaal en controversieel. Albanië is nog steeds een geheimzinnig land met een zeer op zichzelf gekeerde bevolking, die net als in Kosovo echter ook zeer vriendelijk en gastvrij is.

Woordenschat, vervoegingen en verbuigingen (vijf naamvallen met elk een bepaalde en onbepaalde vorm) zijn net als de zinsbouw niet te vergelijken met andere Europese talen, wat vertalen geen sinecure maakt. Slechts zeer weinig niet-Albanezen leren de taal aan2.

Succes via Parijs

Kadare’s Franse succes werd de toegangspoort tot de rest van de wereld. Zonder zou hij nooit zijn doorgebroken in het buitenland.

De meeste van zijn vertalingen zijn trouwens gebaseerd op Franse vertalingen, niet op de Albanese originelen, ook De generaal. Kadare spreekt vloeiend Frans en kon zijn Franse vertalingen zelf nalezen.

Op 85-jarige leeftijd is hij nog steeds de meest bekende Albanese schrijver. Literaire critici plaatsen hem op hetzelfde niveau als Gabriel Garcia Márquez, Milan Kundera, George Orwell en zelfs Honoré de Balzac.

Kadare won meerdere literaire prijzen in Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Spanje, Korea en Japan. Hoewel hij reeds 15 maal werd genomineerd heeft hij nog steeds de Nobelprijs voor de Literatuur niet gewonnen. Onterecht. Wacht niet op die ultieme erkenning. Ontdek hem nu al.

 

Ismail Kadare. De generaal van het dode leger. Schokland, De Bilt, 2021, 246 pp. Nawoord door Piet De Moor. ISBN 9788 9082 4546 8 0 (verdeling in België door epo.be)

Dit is nummer 19 in de reeks Kritische Klassieken van Uitgeverij Schokland. Het is de overname met kleine verbeteringen van de Nederlandse vertaling uit het Frans van 1998 door Henne van der Kooy, uitgegeven door Van Gennep. Eerder werd het boek uitgegeven in een andere Nederlandstalige vertaling in 1972. In 1999 plaatste de winkelketen FNAC De generaal van het dode leger op nummer 81 van de ‘honderd boeken van de twintigste eeuw’.

Recensies van de nummers 11, 12, 13, 14 en 17 van de reeks Kritische Klassieken.

‘De Slag’ van Arturo Barea, “een van de beste boeken ooit in het Spaans geschreven”

John Reed schreef ‘Tien dagen die de wereld deden wankelen’

John Berger ziet de boer in de stad ondergaan

John Berger eert de boeren die Europa hebben gemaakt

John Berger over de boer voor hij bedrijfsleider werd

De Generaal en zijn dode leger werd in 1983 verfilmd als Le général de l’armée morte door regisseur Luciano Tovoli met priester Michel Picolli en generaal Marcello Mastroianni. In 1989 volgde La vie et rien d’autre van regisseur Bertrand Tavernier met generaal Philippe Noiret.

Notes:

1   De Latijnse naam Albanië verwijst naar witte (alba) bergen, terwijl buurland Montenegro zwarte bergen betekent. Overigens noemen de Albanezen zich helemaal niet ‘Albanezen’. Sinds de 14de eeuw noemen ze zich Shqiptari en hun land Shqipëria, wat waarschijnlijk ‘duidelijk sprekend’ betekent, ‘mensen die zoals wij spreken’.

2   Tussen 2005 en 2009 heb ik tijdens mijn werk voor de UNMIK (Mission in Kosovo) in Pristina een cursus gevolgd, maar die werd zo sporadisch en zwak georganiseerd, dat ik niet verder ben geraakt dat het theoretisch aanleren van de grammatica, die behoorlijk afwijkt van de Germaanse/Romaanse, een aantal beleefdheidsformules en het begrijpend lezen van menukaarten. Albanees heeft bijvoorbeeld geen lidwoorden maar elk substantief heeft wel vijf naamvallen in twee vormen, bepaald en onbepaald. De uitgangen van de naamvallen van de bijvoeglijke naamwoorden zijn bovendien anders dan die van de zelfstandige naamwoorden. Daarenboven heeft het Albanees in Kosovo een heel andere uitspraak – veel groter dan bijvoorbeeld het fonetisch verschil tussen Vlaanderen en Nederland –  waar in buurland Albanië eerder minachtend over wordt gedacht. Kosovaarse Albanezen gebruiken veel Servische leenwoorden die Albanezen in Albanië niet kennen. Kadare heeft zich nooit over de kwestie Kosovo uitgesproken. Toch is hij er zeer populair. Wat de Kosovaars-Albanese intellectuelen zeker delen met Albanië is hun voorliefde voor de Franse cultuur. Ibrahim Rugova, leider van het politiek verzet voor onafhankelijkheid van Kosovo, studeerde twee jaar aan de Ecole Pratique des Hautes Etudes in Parijs. Albanees heeft niet toevallig ook veel Franse leenwoorden, die ze nooit letterlijk overnemen maar fonetisch herschrijven, zoals vëture (voiture).

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.