‘Over het kolonialisme’, klassieker van Aimé Césaire

Aimé Césaire (1913-2008). Foto: karibinfo.com

FacebooktwitterFacebooktwitter

72 jaar na zijn publicatie werd ‘Discours sur le colonialisme’ van Aimé Césaire vertaald in het Nederlands, niet toevallig nu het debat over dekolonisering terugkeert, na een onderbreking door de pandemie. Aimé Césaire legde de brute contradictie uit van het westerse zelfverklaarde vooruitgangsdenken met de praktijk van de kolonisering. Een klassieker die in elk boekenrek een prominente plaats verdient.

Aimé Césaire (1913-2008) was als dichter, toneelschrijver, essayist en politicus, een product van de Franse kolonisering van zijn thuisland Martinique. De Franse kolonisator koos bewust voor de opleiding van een lokale elite, in de hoop dat die zich zou verzoenen met de Franse eenheidsgedachte, onder de superieure hoede van het Franse thuisland.

Met grootse idealen had dat streven niets te maken. Het was echter minder erg dan het Belgisch kolonialisme, dat doelbewust koos om elke mogelijke vorming van een eigen Congolese intellectuele elite te voorkomen, een vorm van segregatie die veel gelijkenissen vertoonde met de praktijk in het Zuiden van de VS. De gevolgen van die keuze draagt Congo tot vandaag.

Frankrijk moest echter vaststellen dat die nieuwe elite allesbehalve pro-kolonialisme werd. Ze werd de voorhoede van de strijd tegen dat economisch systeem. Aimé Césaire werd een van de grondleggers van de literaire stroming van de négritude, samen met onder andere de Senegalees Léopold Senghor (1906-2001).

Zelf mocht hij nooit de onafhankelijkheid van zijn vaderland meemaken. Het Caraïbische Martinique is immers nog steeds één van de vijf overblijvende Franse départements et régions d’outre-mer1 (overzeese departementen en regio’s). Daarnaast zijn er ook nog 6 territoires et collectivités d’outre-mer. Het zijn Franse eufemismen voor ‘kolonie’.

Alle dappere retoriek vanuit Frankrijk ten spijt is de enige reden waarom deze landen nog steeds Franse kolonies zijn hun kleinschaligheid zowel qua bevolking als qua oppervlakte.

De inkomsten uit toerisme van deze gebieden zijn aanzienlijk, maar de voornaamste reden waarom Frankrijk er aan houdt zijn militair-strategisch. Het geeft Frankrijk de illusie nog steeds een wereldmacht te zijn.

De Franse kolonisator gaf talentrijke studenten de kans om in Frankrijk te studeren. Dar werd een tweesnijdend zwaard. Er zijn inderdaad heel wat studenten die helemaal meegingen in de Franse eenheidsgedachte. Talrijker waren echter de zwarte studenten die er elkaar ontmoeten om met elkaar te debatteren over een toekomst zonder kolonisator.

Als tegenpool voor het gedachtengoed van het kolonialisme ontwikkelde Césaire zijn ideeën in wat hij de négritude noemde, een culturele stroming die zijn basis zocht in eigen Afrikaanse waarden en normen, een stroming die zich verzette tegen de assimilatie in de Franse-Europese cultuur. Die naam was niet zonder controverse, want het grootste deel van zijn lotgenoten verwierp de term wegens zijn racistische koloniale connotatie.

Césaire was niet onder de indruk van de “goedpraters” van het kolonialisme. Die zijn er pas gekomen nadat de veroveraars voor hen hun bloederige werk hadden gedaan.

De Tweede Wereldoorlog was volgens Césaire voor koloniserend Europa een ontnuchterende confrontatie met de eigen praktijken in de kolonies, die nu door een concurrerende grootmacht op eigen Europese volkeren wordt toegepast.

Wie er de actualiteit in de massamedia op napluist ziet een herhaling van die ontnuchtering. Nadat Europa en zijn nu oppermachtige nazaat in de VS tientallen jaren ongestraft de meest gruwelijke oorlogsmisdaden konden bedrijven – er er nog mee doorgaan in Jemen – zijn de Europese media geschokt en verontwaardigd dat al die wrede praktijken niet door henzelf  in verre gebieden maar door een gehate vijand op eigen bodem worden aangericht.

‘Humaan kolonialisme’

Césaire las de Franse boeken en geschriften waarin onbeschaamd het humanisme werd ingezet als verklaring voor de verovering van de aarde tegen rassen die van nature slechts ‘grondwerkers’ konden zijn, terwijl diezelfde natuur Europeanen tot rassen van meesters en soldaten had gemaakt.

“Dat eenieder doet waarvoor hij gemaakt is, en alles zal goed verlopen.” Niet Hitler schreef dit maar de Franse filosoof Ernest Renan (1832-1892).

“Men gooit feiten naar mijn hoofd, statistieken, kilometers aan wegen, kanalen en spoorwegen… Ik heb het over de miljoenen mensen wie men op zeer kundige wijze angst heeft ingeboezemd, en die men een minderwaardigheidscomplex heeft aangeleerd, en wanhoop en dienstbaarheid en hoe te knielen en te beven van angst.”’

Rue Aimé Césaire in Marseille. Foto: Desiderada/CC BY-SA 4:0

“Men praat over lokale tirannen die tot rede zijn gebracht. Ik constateer evenwel dat de lokale tirannen over het algemeen goed met de nieuwe tirannen kunnen opschieten en dat er tussen hen, ten nadele van het volk, een circuit van wederzijdse diensten en medeplichtigheid is gekomen.”

“Niemand weet in welk stadium van materiële ontwikkeling deze landen zouden zijn geweest zonder Europese inmenging… Ik blijf volhouden de europeanisering van niet-Europese continenten op een andere manier dan onder de knoet van Europa had kunnen plaatsvinden.”

Net als zijn latere student Frantz Fanon verwierp Césaire het Descartiaanse rationalisme door te wijzen op de inherente contradictie tussen zijn theorie en praktijk: het kolonialisme ontleende zijn kracht aan een leer die zijn superioriteit zou bewijzen, maar schond in werkelijkheid zowat alles wat die leer pretendeerde te omvatten.

Een verpletterend dossier

In zijn eigen woorden ‘Over Kolonialisme’: “Dit dossier is overigens verpletterend”. Vertaalster Grâce Ndjako vat zijn visie zo samen: “Voor Césaire is dekoloniseren niet alleen een stap in de richting van de bevrijding van alle onderdrukten, maar ook een stap in de redding van Europa. Want in zijn huidige staat is Europa onverdedigbaar.

 

Aimé Césaire leest voor uit zijn Discours le colonialisme (Frans, Franse ondertitels, 2’20”):

 

Europa heeft twee problemen gecreëerd die het nooit zelf kan oplossen: het proletariaat op eigen bodem en het koloniale probleem, twee delen van één geheel. Kolonialisme heeft geen nobele doelstellingen, geen nuttige effecten. Waar het om gaat is “op mondiale schaal de concurrentie van zijn antagonistische economieën uit te breiden”.

Naast zijn literaire werk was Césaire ook politiek actief. In 1945 werd hij verkozen tot burgemeester van Fort-de-France, de hoofdstad van Martinique en tot volksvertegenwoordiger in de Franse Assemblée, wat hij zonder onderbreking tot 1993 zou blijven.

Aimé Césaire publiceerde meer dan 8 dichtbundels, schreef 4 theaterstukken en publiceerde 4 essays over kolonialisme en racisme, waaronder zijn Discours sur le colonialisme (1950) dat nu werd vertaald door Grâce Ndjako.

De realiteit van het kolonialisme kan niet beter worden samengevat dan met volgende chronologie. In 1948 ondertekenden Frankrijk en alle Europese koloniale mogendheden de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De meest brutale repressie tegen elk vrijheidsstreven in hun kolonies moest dan nog beginnen.

Op zijn begrafenis in 2008 was Frans president Nicolas Sarkozy aanwezig, samen met tientallen Franse politici. Frankrijk behoudt ondertussen zijn financiële overmacht over Westelijk Afrika met een verstikkende muntunie en met permanente militaire aanwezigheid. Presidenten Hollande en Macron zetten het Franse Afrika-beleid onverminderd verder.

Aimé Césaire schreef in 1950 een ‘vernietigend dossier’ over het kolonialisme en zijn nazaten vandaag.

 

Aimé Césaire. Over het kolonialisme. De Geus, Amsterdam, 2022, 102 pp. ISBN 978 9044 5464 77. Vertaling Grâce Ndjako.

Note:

1   Mayotte (bevolking 250.00) ten noorden van Madagascar in de Indische Oceaan, Frans Guyana (295.000) tussen Suriname en Brazilië in Zuid-Amerika, Martinique (375.000) en Guadeloupe (400.000) in de Caraïben en La Réunion (860.000) ten westen van Madagascar. Daarnaast zijn er nog de territoires et collectivités d’outre-mer. In totaal leven ongeveer 2,8 miljoen mensen nog in deze Franse kolonies. In theorie zijn het allen volwaardige Franse staatsburgers, maar in werkelijkheid wordt hun toegang tot het grondgebied van Frankrijk met allerlei administratieve regeltjes moeilijk gemaakt, ingeperkt of verhinderd.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.