Syrische bloedbaden zijn niet langer ‘misdadig’, nu zijn ze ‘goedaardig’

Syrisch president Al Sharaa ontvangt Europees Commissaris voor Gelijkheid Hadja Lahbib (B) in Damascus (17 januari 2025). Foto: EC/CC BY-SA 4:0

FacebooktwitterFacebooktwitter

Het valt amper op omdat de media er grotendeels over zwijgen, maar de bloedbaden tegen Syrische minderheden zijn niet langer stof voor verontwaardigde commentaren. De reden is eenvoudig. De dader is een Westers bondgenoot. Dit is geen kwestie van twee maten en twee gewichten. Dit is een consistent Westers principe: misdaden zijn alleen misdaden als vijanden ze begaan.

De repressie onder Syrisch president Bashar al-Assad (2000-2024) was dezelfde als die onder zijn vader Hafiz al-Assad (1971-2000). Zijn vader leidde een politiestaat die regelmatig onderwerp was van lijvige rapporten van Amnesty International als een van de meest brutale regimes van het Midden-Oosten. Alleen het Iraanse regime onder de door de VS gesteunde sjah Reza Pahlavi (1941-1979) werd als nog erger beschouwd.

Assad, even goed, dan weer slecht

Toen hij de macht erfde van zijn vader werd Assad in de Westerse media gelauwerd als een hervormer. Met zijn Syrisch-Britse vrouw straalde hij een imago uit van moderniteit. De verwachting achter die loftuitingen was dat hij uit het bondgenootschap met Rusland  zou stappen.

Dat positief beeld hield maar voor even stand. Bashar al-Assad wou niet zomaar aan het lijntje lopen. De Russische legerbasis in de zeehaven Tartus mocht blijven. Het is nog steeds de enige militaire basis van Rusland buiten zijn territorium (twee als je de Krim als ‘buitenland’ ziet).

Snel kreeg de nooit gestopte politieke repressie in zijn land opnieuw meer aandacht. Die werd in de Westerse media streng veroordeeld als onaanvaardbaar, wreedaardig en misdadig.

Zelfde misdaden, andere dader

Vandaag doet de huidige Syrische president Ahmed al-Sharaa precies hetzelfde, maar de politieke en mediacommentaren daarover zijn het spiegelbeeld van de verontwaardigde veroordelingen van dezelfde misdaden onder zijn voorganger.

10 miljoen dollar voor de vinder van terrorist Muhammad Al-Jawlani in 2017. In 2025 is hij in pak en das president Ahmed Al-Sharaa. Poster: US Embassy in Syria/Public Domain

Dit kan op het eerste gezicht contradictorisch lijken, alsof Westerse media en politici zouden lijden onder een verkrampte schizofrenie, zonder consequente lijn. Dat is niet zo. Er zit wel degelijk een continue logica achter.

De Westerse verontwaardiging over de slachtpartijen onder Assad is volledig compatibel met het goedpraten van dezelfde misdaden onder president al-Sharaa. Dit kan omdat de echte motivering om iets af te keuren of goed te praten, ligt in de band die de dader heeft met ons vrije Westen.

Het is zeker niet zo dat de huidige bloedbaden onder de nieuwe president openlijk worden geprezen. Ze krijgen echter nog amper enige aandacht en al zeker geen kritiek op voorpagina’s.

Als ze al vermeld worden, krijgen ze kadering en woordgebruik die termen als ‘slachtpartijen’ vermijdt en het heeft over ‘interne spanningen’, ‘een cultuur van geweld’, een ‘traditioneel gebrek aan wederzijds respect’. Deze schijnheilige aanpak van mainstream politici en media is niet nieuw.

Het naoorlogs standaardvoorbeeld is de genocide in Cambodja, die door de vijanden van de Khmer Rouge werd begaan. Tegelijkertijd werd een andere genocide verzwegen in Oost-Timor. Die werd door Westerse bondgenoot Indonesië gepleegd, met Britse, Franse en VS-wapens.

Nieuwe president, nieuwe aanpak

Er zijn nauwelijks degelijke gegevens beschikbaar van wat voor het ogenblik in Syrië gebeurt, tenminste in het derde deel van het grondgebied onder controle van president al-Sharaa, dat in onze media als ‘Syrië’ wordt samengevat.

Mainstream journalisten zijn niet welkom in de kuststreek, in de steden Homs, Tartus, Latakia, Jableh of Baniyas.  Ze doen daar ook amper enige moeite voor. Hun aandacht is nu immers gericht op andere meer urgente brandhaarden.

De minst erge vorm van repressie is economisch. Tienduizenden hebben hun baan verloren , tienduizenden gepensioneerden krijgen geen pensioen meer omdat ze verdacht worden van banden met het regime van Assad.

Dat regime controleerde het volledige overheidsapparaat en de meeste bedrijven. Werken in een openbare school, een postkantoor, de vuilnisdiensten, watermaatschappijen of in een van de universiteiten betekent voor de nieuwe machthebbers dat je collaborateur was met het vorige regime.

De distributie van voedsel en geneesmiddelen in de kuststreek is bijna volledig verlamd, deels omdat de overheidsdiensten niet meer werken, deels omdat de troepen van het nieuwe regime ze achterhouden voor eigen gebruik of ze met woekerwinsten verkopen aan de rechtmatige bestemmelingen.

Meer dan 8000 personen worden vastgehouden zonder beschuldiging van een misdrijf in de gevangenissen van Adra, Hama en Harem waar foltering routine is, net als onder Assad. Regelmatig worden gevangenen geëxecuteerd zonder vorm van proces. Vooral dokters, verpleegsters, leerkrachten en journalisten en burgemeesters worden geviseerd.

Vooral – maar niet uitsluitend – etnische Alawieten en Druzen worden vervolgd. Mannen worden standrechtelijk geëxecuteerd, vrouwen verkracht, gezinnen worden uit hun huizen verdreven, die door de jihadi’s onder leiding van de president worden overgenomen.

Op 3 maart 2025 werd een bloedbad aangericht in de stad Latakia, waarvan de volledige cijfers nog steeds niet bekend zijn. In het dorp Al-Sanawbar werden 105 lijken in een massagraf ontdekt.

De pr is nog niet overal doorgedrongen. Deze Syrische soldaat draagt het ISIS-embleem op de arm. Foto: Facebook

Op 9 of 10 juni werd in het dorpje Barouha een zoveelste slachting aangericht door de ‘Martelaren van Talkallakh’, een onderdeel van de tot voor enkele maanden nog als terroristische organisatie gebrandmerkte Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), nu een onderdeel van het Syrisch leger.

De daders doen geen enkele moeite om hun misdaden te verbergen. Net als de soldaten van het bezettingsleger in Gaza posten zij hun praktijken op sociale media. Gepensioneerde militairen die al met pensioen waren vóór de burgeroorlog begon in 2010, worden opgezocht en geëxecuteerd. Ik vond meerdere beelden van folteringen en executies, die niet voor publicatie geschikt zijn.

Waren oorspronkelijk de Alawieten het voornaamste doelwit van het regime – Assad was een Alawiet – dan worden nu ook meer en meer soennitische moslims vervolgd, ook al hebben die aanvankelijk het nieuwe regime gesteund.

Op 9 juni werd de medische laborante Reem Baloul ontvoerd op weg naar haar werk. sindsdien is niet over haar geweten. Foto: Facebook

De leider van dit moordend regime wordt met de nodige egards ontvangen door president Trump en president Macron. Dit kan omdat onze media de werkelijkheid van zijn regime verdoezelen.

Twee soorten bloedbaden

In hun boek The Political Economy of Human Rights (1979) werkten Edward Herman en Noam Chomsky een model uit dat een logische verklaring geeft voor de dubbelzinnige moraal van hun eigen land, de VS, wat betreft schendingen van mensenrechten.

Zij verdeelden de wereldwijde bloedbaden in twee categorieën. ‘Constructieve bloedbaden’ (constructieve bloodbaths): die worden begaan door de VS of een van zijn bondgenoten en krijgen de goedkeuring van de mainstream media. Uiteraard worden die eigen wandaden niet met die woorden omschreven.  Het meest hedendaagse voorbeeld van een ‘constructief bloedbad’ is de genocide in Gaza.

ISIS-vlaggen te koop op de Al-Haidiyah Market in Damascus. Foto: Facebook

Een tweede categorie zijn de ‘schandelijke bloedbaden’ (nefarious bloodbaths). Die worden begaan door vijanden van het Westen, zoals de genocide in Cambodja. Daar valt ook de Russische invasie in Oekraïne onder.

‘Goedaardige bloedbaden’

Een ander historisch voorbeeld van constructief bloedbad is de massamoord op ongeveer 1 miljoen mensen door de Indonesische dictatuur Soeharto (1965-1966) waar The New York Times toen over sprak als ‘een glimp van licht in Azië’.

Protest tegen genocide in Oost-Timor in Australië (1999). Foto: historycollection.com

De genocide in Oost-Timor (1975-1999) viel ook onder dat constructieve label, terwijl dit in verhouding tot de bevolkingsgrootte nog steeds de grootste massamoord ooit is van de moderne geschiedenis.

Meer dan één derde van de bevolking, ongeveer 200.000 mensen, werd grotendeels in de eerste drie jaar van de Indonesische bezetting afgeslacht door het leger dat kon rekenen op permanente militaire bevoorrading uit Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS. In de Britse Falcon-toestellen zaten cockpit-instrumenten van Vlaamse bedrijven, een niche waarin die bedrijven nog steeds zeer bedreven zijn.

Dan waren er in de jaren 1980 de massaslachtingen door ‘oncontroleerbare doodseskaders’ in El Salvador, in werkelijkheid elitetroepen die in de American School in Panama hun opleiding hadden gekregen.

Daar leerden ze de wreedheden die noodzakelijk waren om de bevolking tot passieve onderdanigheid te dwingen, zoals in CIA-instructieboeken werd uitgelegd. In de kranten hier schreef men dat de regering van El Salvador geprangd zat tussen “extreem links en extreem rechts geweld”,  “geen controle” had over “extremistische bendes”.

Tussen 1960 en 1996 werden ongeveer 200.000 inheemse Maya’s uitgemoord in Guatemala. De generaals die de slachtpartijen uitvoerden werden als ‘vrijheidsstrijders’ geëerd in het Witte Huis. Deze massamoord werd niet verzwegen of goedgepraat, ze werd ontkend. President Reagan noemde het ‘communistische propaganda’.

Van 1968 tot 1973 moordde de VS-luchtmacht meer dan 100.000 mensen uit in Cambodja. In die terreursfeer konden de radicale Khmer Rouge zich opwerpen als meest fanatieke verzetsgroep tegen de VS. De massale Killing Fields die ze daarna aanrichtten werden daarentegen verontwaardigd afgekeurd als ‘schandelijke bloedbaden’.

Eenzelfde dichotomie wordt ook al toegepast op de misdaden in de Sovjet-Unie onder Jozef Stalin. Die worden tot vandaag aangehaald als voorbeelden van waar communisme toe leidt. Misdaden in de Sovjet-Unie en China werden/worden altijd gelinkt aan de aard van het systeem.

De historische massamoorden, genocides, slachtpartijen, hongersnoden door koloniale heersers in Afrika en Azië worden niet langer ontkend. Ze worden echter voorgesteld als “aberraties”, “afwijkingen van mooie principes”, “misverstanden”.

Massamoorden in Kenia, Zuid-Afrika, India, miljoenen doden door hongersnood omdat de Britse heersers Indiase graanvoorraden naar het ‘moederland’ versasten, het zijn slechts enkele voorbeelden van ‘constructieve slachtpartijen’ die nooit worden gelinkt aan de aard van het politieke systeem van kapitalisme en kolonialisme.

Wat we vandaag zien gebeuren in Syrië past perfect in het schema van Chomsky en Herman. Een voormalige leider van ISIS blijkt zowaar ‘veranderd’ te zijn, want hij draagt nu een Westers pak en das.

‘Kritische berichtgeving’

Zijn vroegere misdaden zijn vergeven en vergeten. Zijn misdaden van nu – dezelfde als toen – zijn amper voetnoten waard. Afslachtingen van duizenden Alawieten en Druzen zijn ‘een antwoord’ op ‘sectair geweld’. Massamoord wordt gekaderd als ‘gebrekkige controle over de eigen troepen op het slagveld’.

Er is dus wel ‘kritiek’. De nieuwe president van Syrië “heeft de situatie nog niet volledig onder controle”. Er is zelfs sprake van een “recente toename van sectair geweld”.

Van alle dictators van Guatemala was Rios Montt de meest gruwelijke. President Reagan (r) loofde zijn “inzet voor vrijheid en democratie”. Foto: Public Domain

Ooit gaat dit systeem ten onder aan zijn eigen interne contradicties. Niemand weet wanneer. Een stervend imperium kan nog lang en hard uithalen maar de ondergang is onvermijdelijk.

Protest tegen die situatie is altijd zinvol. Resultaat is nooit gegarandeerd. Niets doen biedt alleen de zekerheid dat het zo zal verder gaan. Wel iets doen, zoals de laffe resolutie van het Belgisch parlement aanklagen, creëert de mogelijkheid dat het wel zal veranderen.

Onze vrijheden werden nooit cadeau gegeven. Ze werden afgedwongen met hard verzet (en rechtse krachten willen ze nu beetje bij beetje afbreken). Die vrijheden geven ons wel de morele plicht tegen elk onrecht waar ook ter wereld te blijven protesteren, te beginnen bij onze eigen bondgenoten.

Zonder eerst die eigen misdaden te erkennen ontbreekt verontwaardiging over de misdaden van de vijand elke geloofwaardigheid.

Nogmaals, protest tegen deze waanzin is altijd zinvol.

 

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.