Willy Claes beweert in een nieuw boek dat hij in 1995 als NAVO-secretaris-generaal ontslagen is door toedoen van het Vaticaan. In werkelijkheid werd hij gedwongen op te stappen nadat de Kamer van Volksvertegenwoordigers hem tijdens een geheime zitting op 19 oktober 1995 naar het gerecht verwees en zijn diplomatieke onschendbaarheid ophief.
Willy Claes publiceert dertig jaar na de feiten een boek met als titel Wat ik nog kwijt wil waarin hij zijn gedwongen ontslag als NAVO-secretaris-generaal op 20 oktober 1995 wijt aan beïnvloeding van de VS door het Vaticaan. Zijn boek gaat verschijnen op 9 oktober bij uitgeverij Manteau. Het boek is geschreven door Rik Van Cauwelaert op basis van een aantal gesprekken met Willy Claes.
In een publicatie van Knack, wat duidelijk een geveinsde lek lijkt om reclame te maken voor de lancering van het boek, geeft het weekblad commentaar bij de bewering van Claes over inmenging van het Vaticaan bij zijn ontslag. De auteur Rik Van Cauwelaert was van 2002 tot 2012 hoofdredacteur van Knack.
Smeergeld

Zwanenzang generatie politici en journalisten
De enige reden waarom Claes werd gedwongen tot ontslag na amper één jaar als NAVO-secretaris-generaal was de bijna unanieme stemming in een geheime zitting van de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 19 oktober 1995. Die verwees hem voor onderzoek naar het gerecht over zijn betrokkenheid in de zaak van de aankoop van Italiaanse Agusta-helikopters voor het Belgische leger.
Om die aankoop te verkrijgen heeft het bedrijf miljoenen Belgische frank betaald aan individuele politici en aan partijen, waaronder de toenmalige SP (nu Vooruit). Willy Claes heeft altijd beweerd nooit op de hoogte geweest te zijn van dat smeergeld.
Omdat Willy Claes diplomatieke onschendbaarheid genoot als NAVO-secretaris-generaal kon het Belgisch gerecht hem niet verhoren of vervolgen voor een onderzoek naar deze feiten.
Alleen de Kamer van Volksvertegenwoordigers kan volgens Artikel 103 van de Grondwet de toestemming geven om toch over te gaan tot een gerechtelijk onderzoek. Door hem te horen ‘achter gesloten deuren’ alvorens daarover te beslissen gaf de Kamer hem de kans zich te verdedigen samen met zijn advocaat tijdens een geheime zitting op 19 oktober 1995.
Daar was ik ook bij aanwezig. Amper vier maand verkozen als volksvertegenwoordiger en niet alleen politiek groen, maar ook politiek onervaren groen achter de oren, zat ik er bij en keek er met stijgende verbazing naar.
Zijn advocaat moest zijn pleidooi onderbreken omdat hij door de stress onwel werd, zodat Claes zelf grotendeels het hoge woord voerde. Claes bleek zich volledig te verkijken op het publiek dat hij voor zich had. Daar zaten nog weinig kompanen van zijn politieke generatie. Hij maakte daar de verkeerde inschatting, door te denken dat hij zijn publiek wel mee zou krijgen.
So what?!
Samen met mijn collega’s geloofde ik mijn oren niet toen Claes daar losjesweg bevestigde dat hij wel degelijk op de hoogte was van het wheelen en dealen om militaire aankopen te versieren. Want, zo ging dat nu eenmaal. We deden het toch allemaal. Ik parafraseer hier uit mijn geheugen dertig jaar later. Eén ding is me echter letterlijk bijgebleven. Zijn uitspraak daarover: ‘So what?!’, wat hij meermaals herhaalde.
Zijn verdediging kwam er op neer dat dat nu eenmaal de algemene manier van werken was van ‘iedereen’. Dat er voor hem in de plenaire zaal een nieuwe generatie zat die het daar niet langer mee eens is, bleek hij niet te vatten.
Hij was dan ook verrast door het grote aantal ja-stemmen om zijn onschendbaarheid op te heffen. De dag erna maakten de NAVO-lidstaten – in feite dus de VS – hem duidelijk dat werken met een NAVO-secretaris-generaal die door het gerecht wordt vervolgd voor corruptie, niet werkbaar was en werd hij gedwongen tot ontslag.
Ik weet nog niet wat hij in zijn boek te vertellen heeft over zijn toespraak in die geheime zitting, maar ik vermoed dat hij daar liever in alle talen zal over zwijgen.
Plausible deniability
Dat er nooit fysieke bewijzen werden gevonden die aantoonden dat de deal met Agusta met zijn goedkeuren was gesloten, klopt natuurlijk. Dat kon ook niet anders. Dergelijke dingen werden nooit op papier gezet. Daarvoor werden de ondergeschikten ingeschakeld. De CIA noemt dergelijke manier van werken plausible deniability: de mogelijkheid om alles te ontkennen in de hele beslissingsketen verwerken.
Beweren dat niet hij als minister van Economische Zaken, maar zijn toenmalige kabinetschef Johan Delanghe die deal zou hebben gearrangeerd, is niet alleen onzin. Het is ook laf. Delanghe is overleden en kan zich niet meer verdedigen.
De eerste commentaren in de media zijn echter duidelijk. Ze zeggen het nog niet met zoveel woorden, maar ze geloven zijn piste van het Vaticaan niet. Zijn poging om dertig jaar later alsnog zijn blazoen te redden, dreigt een fataal schot in eigen voet te worden.
Willy Claes zal de geschiedenis ingaan als een corrupte politicus. Dat is niet meer dan terecht.