Tweede mandaat voor Obama komt in het gedrang

FacebooktwitterFacebooktwitter

De State of the Union van Obama van 25 januari 2011 is een perfecte kopie van die van Clinton nadat die ook na twee jaar in zijn eerste mandaat met een Republikeinse meerderheid in het Congres werd geconfronteerd. Clinton slaagde er toch in een tweede mandaat te behalen. Voor Obama ziet het er slechter uit.

Net als Clinton legt Obama de nadruk op de economie en praat hij nauwelijks over het buitenlands beleid van de VS. Geen woord dus over het feit dat de voornaamste budgetten van zijn land naar ‘defensie’ gaan, een uitgavenpost die een nieuwe economische relance per definitie onmogelijk maakt. Hij wil zogezegd wel bezuinigen maar de feiten spreken dat tegen en gezien de ideologische standpunten van de Republikeinse meerderheid zal dat wel zo blijven. Of hij zich daar nu van bewust is of niet, feit is dat Obama net als zijn voorgangers gevangen zit in de inherente contradictie van het Amerikaanse economische systeem dat voor zijn economische ontwikkeling zwaar benadeeld is tegenover andere landen juist omwille van deze militaire uitgaven maar die militaire machine tegelijk juist nodig heeft om zijn economische overmacht aan de wereld op te leggen.

In de massamedia wordt deze State of the Union geprezen (ook hier) en worden er allerlei zaken uit geïnterpreteerd die er niet instaan. Dit is een herhaling van de lofuitingen die hij reeds kreeg tijdens zijn verkiezingscampagne en tijdens het eerste jaar van zijn mandaat. Bizar genoeg, want de aandachtige lezer ziet eerder een klassieke toespraak die, naar aloude Amerikaanse traditie bol staat van de gezwollen lege retoriek, en dus niets toevoegt aan wat die lezer al weet, namelijk dat deze man staat voor ’business as usual’.

Verre van mij om te beweren dat het voor een Democratisch president géén verschil zou maken of hij een Democratische of Republikeinse meerderheid heeft in Congres en/of Senaat. Integendeel, voor tienduizenden Amerikanen betekent dit het verschil tussen wel of geen sociale zekerheid, wel of geen studiebeurzen voor hun kinderen, wel of geen werkloosheidssteun … Maar dat maakt van de Democraten allesbehalve de linkse extremisten waarvoor ze door de Republikeinen worden verweten. Naar de sociale maatstaven van West-Europa (die hier overigens ook zwaar onder druk staan) betekent het verschil tussen Democraten en Republikeinen enkel het verschil tussen sociaal regressief en sociaal héél regressief (zie vroegere artikels hierover in Uitpers).

Een aantal aspecten van de Amerikaanse politieke cultuur blijven bevreemdend voor Europese ogen. De nieuwe Republikeinse meerderheid maakte er onmiddellijk een punt van om de Grondwet integraal te laten voorlezen door een aantal Congresleden. Normaal lees je die tekst in een goed half uur, maar door die lezing op te splitsen in enkele zinnen per Congreslid konden ze dat uren rekken. Bevreemdend inderdaad, omdat de Republikeinen in het met de voeten treden van de grondwet meer bedreven zijn dan de Democraten. Gelukkig kunnen de Republikeinen rekenen op de afwezigheid van enige vorm van kritische journalistiek in de Amerikaanse massamedia.

Niet voor niets blijkt uit opiniepeilingen dat de Amerikaanse jongeren massaal naar een ander kanaal zappen wanneer een of andere politieke commentator op het scherm verschijnt. Het zijn daarentegen wel gouden tijden voor satirische programma’s: Jon Stewart, Bill Maher, Rachel Maddow, Stephen Colbert … hun bijtende satire maakt ook deel uit van het Amerikaanse politieke landschap. Het in de jaren ’80 beruchte programma Saturday Night Live is zowaar aan een come-back bezig. Maar ook dat heeft zijn grenzen zoals hun collega Keith Olbermann mocht ondervinden, nadat hij iets te ostentatief commentaar had gegeven op de energiereus General Electric. Dat dat bedrijf mede-eigenaar is van het TV-station is waarvoor hij werkt (MSNBC) zal daar wel niets mee te maken hebben, zeker? Hij werd in ieder geval prompt ontslagen, zijn uitstekende kijkcijfers redden hem niet.

De Republikeinen waren wel zo kies om de artikels van de Grondwet over te slaan waarin staat dat zwarten weliswaar als 3/5 persoon meetellen voor het toekennen van het aantal zetels per staat maar daar geen stemrecht voor krijgen. (Dit werd later geregeld in één van de amendementen op de Grondwet van de zogenaamde Bill of Rights maar staat dus niet in de Grondwet zelf). In die Grondwet staat ook dat de overheid het ‘algemeen belang moet promoten’ en dat diezelfde overheid wel degelijk ‘belastingen kan opleggen, geld lenen en de handel tussen de staten (van de federatie) regelen’, twee zaken die de Republikeinen voortdurend tegenwerken.

Een van de Tea Party kandidaten die het gelukkig niet heeft gehaald is Christine O’Donnell. Zij presteerde het in een TV-debat te stellen dat de scheiding kerk-staat in de VS niet in de grondwet staat en nadat haar tegenstrever dat weerlegde, zichzelf feliciteerde dat zij dit debat gewonnen had. Begrijpe wie begrijpen kan.

De Republikeinen hoeven ook niet bang te zijn voor kritische commentaren van de ‘ernstige’ pers over hun standpunt over de Obama-wet voor de gezondheidszorg. Hoewel ze weten dat er geen meerderheid voor is in de Senaat, werd de wet toch symbolisch weggestemd in het Congres. Ondertussen is die wet wel van kracht sinds 1 januari 2011. En om het nog absurder te maken, die stemming is niet eens geldig omdat er twee Republikeinen aan deelnamen die niet aanwezig waren op de ceremonie voor de eedaflegging en die eed ook twee dagen later nog niet hadden afgelegd … de Republikeinse Voorzitter van het Congres zag geen graten in het incident. ‘All that matters is that they were elected’. Respect voor de regels van het spel … Niet dat de Democraten ook maar enige moeite deden om dat aan te klagen. Ook niet als de Republikeinse collega Robert Hurt die dat voorstel indiende tegelijk bevestigde dat hij en zijn medewerkers wél deelnemen aan de polis voor openbare ziekteverzekering die het Amerikaanse Congres aan zijn leden en het personeel aanbiedt (zie de verklaring van betrokkene hier).

Bovendien keurden ze een resolutie van een andere Tea Party collega goed die eist dat elk wetsvoorstel specifiek moet verwijzen naar de artikels van de Grondwet die het betrokken voorstel toelaten. Ook nogal bizar, want een grondwettelijke toets van wetsvoorstellen maakt nu reeds deel uit van de parlementaire procedures in de VS trouwens net zoals in zowat elk parlementair systeem in de wereld. Dat ze dus met veel bravoure iets goedkeurden dat er al is zal je van de politieke commentatoren daar niet gehoord hebben.

Ondertussen blijkt het aantal niet-verzekerden (dus niet de slecht- of gedeeltelijk verzekerden, alleen zij die helemaal geen verzekering hebben) nog gestegen te zijn tot ongeveer 50 miljoen. Dat cijfer steeg weliswaar al tien jaar maar toch vooral in 2009 (met 4,2 miljoen). Dat dit vooral te wijten is aan de economische crisis en dat het hier uitsluitend arbeidersgezinnen of werklozen betreft zal de lezer van Uitpers niet verbazen (zie het volledige rapport van de Amerikaanse overheid hier). Bovendien bereikt ook het aantal Amerikanen onder het bestaansminimum ongekende hoogtes. 47,8 miljoen mensen komen niet meer rond voor de meest elementaire behoeftes van eten en huisvesting. De VS is de enige Westerse democratie (nou ja) waar burgers op straat belanden omdat ze hun medische kosten niet kunnen betalen (zie deze link). Daar zijn bovendien de miljoenen illegale migranten niet in meegeteld.

Obama zet onverminderd zowat alle elementen van het anti-terreurbeleid (zoals de uitlevering van gevangen aan landen die folteren en de militaire tribunalen van Guantanamo) van Bush verder (zie vorige Uitpers-bijdragen). Hij heeft de oorlog in Irak niet beëindigd en breidt de oorlog in Afghanistan uit naar Pakistan.

De verwezenlijkingen van Obama zijn er wel: de winsten van de banken, de aandeelkoersen, de bonussen van de CEO’s zijn nooit zo hoog geweest, niet dat de gewone bevolking daar iets van voelt, of liever, dat voelen ze wél, maar niet in positieve zin. Een gebroken belofte? Toegevingen aan de Republikeinse meerderheid? Niets van. Het stond reeds letterlijk op de website van zijn verkiezingscampagne te lezen. Trouw aan de ‘vrije markt’, voilà een belofte die Obama gehouden heeft (zie eveneens vorige artikels in Uitpers).

Obama rept al een jaar met geen woord over één van de weinige concrete positieve verwezenlijkingen die hij heeft uitgevoerd. De Employee Free Choice Act geeft werknemers meer mogelijkheden om zich bij bedrijven door een vakbond te laten vertegenwoordigen. Uitvoerende matregelen zijn er echter niet gekomen, zodat deze wet tot nog toe dode letter is.

Obama belooft ook meer investeringen in het onderwijs. Dat is inderdaad broodnodig in een land dat sinds de jaren ’70 (om precies te zijn sinds de Democraat Jimmy Carter, ijverig voortgezet – maar dus niet begonnen – door zijn opvolger Ronald Reagan) desinvesteert in de opvoeding van zijn eigen kinderen.

De enkele prestigieuze universiteiten zoals Harvard en MIT zijn weliswaar de beste ter wereld maar ze doen dat vooral dankzij donaties van bedrijven en ‘subsidies’ via opdrachten voor het Pentagon (het vehikel waarmee de VS de facto zijn economie subsidieert). Je kan natuurlijk altijd naar peperdure privéscholen, maar wie daar niet het geld voor heeft moet het met de openbare scholen doen. Obama wil dus meer geld voor de zogenaamde ‘vouchers’, een soort ‘maaltijdcheques’ voor onderwijs waarmee ouders dan naar privéscholen kunnen stappen. Bush jr. heeft dat al massaal gebruikt om in New Orleans na Katrina het bouwen van nieuwe scholen te vermijden en Obama zet dat verder.

Net zoals Clinton probeert Obama nu zijn zinkende schip te redden door een ‘Republican Lite’ (naar Coca Cola Lite) programma voor te stellen aan het Congres. Het valt zeer te betwijfelen of dat hem aan zijn herverkiezing zal helpen.

Misschien goed er hier aan te herinneren dat Clinton zijn eerste mandaat haalde omdat de Republikeinse stemmen verdeeld waren over Bush sr. en Ross Perot (die met 12 % van de stemmen de nederlaag van President Bush sr. verzekerde). Zijn tweede mandaat dankte hij aan de rampzalige (tenminste voor de Republikeinen) kandidatuur van Robert Dole, een gematigd conservatief die niet goed overkwam in de media, die bovendien lichamelijk gehandicapt was en zijn leeftijd tegen had, allesbehalve de triomfantelijke overwinningen die Clinton in de massamedia worden toegeschreven.

Ik heb het hier nog niet gehad over de slachting in Tucson, Arizona waar Democratisch Congreslid Gabrielle Giffords op het nippertje aan de dood is ontsnapt. De nieuwe Republikeinse Voorzitter van het Congres legde de uitnodiging om deel te nemen aan een herdenking waar Obama het woord zou voeren naast zich neer voor een receptie ter ere van de nieuw verkozen Republikeinse Congresleden in Washington. Tracht je even in te beelden hoe de media hier zouden omgaan met een parlementsvoorzitter die weigert deel te nemen aan een herdenking voor slachtoffers van een politieke aanslag waar ook een parlementslid bij betrokken was …

Deze aanslag zal niet leiden tot een ander beleid voor privéwapenbezit. Gabrielle Giffords is er zelf een hevig voorstander van, zij behoort bij de Democraten tot de rechtervleugel, is voor strengere migratiewetten, tegen sociale maatregelen voor illegale migranten … allesbehalve de progressieve stem die haar in de media nu wordt toegemeten. Niemand wenst een medemens zulk een verschrikkelijk lot toe en het is op dit ogenblik allesbehalve duidelijk of zij nog ooit zal functioneren als politica (laat staan als mens), maar dat is geen reden om in haar zaken te zien die er niet zijn. Dat zij ‘links’ staat van Sarah Palin is erg relatief.

Dat maakt de vreselijke retoriek van Sarah Palin, de Tea Party beweging en de rechtse media genre Fox News er niet minder verschrikkelijk op, maar de rede van Obama op de herdenkingsplechtigheid in Tucson zal daar niets aan veranderen. Zijn toespraak ging volledig voorbij aan de kern van de zaak. Hij kan ook niets anders. Ook bij de Democraten is er immers een meerderheid voor onbegrensd wapenbezit (en in zijn eigen verkiezingscampagne heeft hij daar ook geen enkele belofte over gedaan).

Ook onder Obama blijven er hallucinante mistoestanden bestaan in de Amerikaanse gevangenissen. Het is een van de fascinerende enigma’s van het Amerikaanse model dat dit land er in slaagt de eigen mistoestanden te commercialiseren zonder dat dit aanleiding geeft tot kritische reflectie over dat model. De technisch zeer goed vervaardigde reeks Prison Break windt immers geen doekjes rond de realiteit van het leven in gevangenissen in de VS. In eender welke Amerikaanse film of TV-reeks is de dreiging met seksuele molestatie van verdachten een permanent weerkerend cliché … Even hallucinant dus dat de massamedia braaf meeknikken voor de bravoure van Obama dat hij de mensenrechten in China durft aankaarten. Met 2,5 miljoen mensen achter tralies is de VS goed voor 25 % van alle gevangenen ter wereld. De toepassing van de doodstraf neemt af, gelukkig maar … ze wordt echter nog steeds arbitrair en racistisch toegepast. Een aantal Amerikaanse staten blijken voor chemische terechtstellingen zowaar veterinaire producten te gebruiken. Niet te geloven dat geen enkele commentator van de deftige massamedia (ook in België) dat niet eens vermeldt wanneer hij/zij het recente bezoek van de Chinese president aan de VS becommentarieert. Dat betekent dus niet dat de mensenrechtensituatie in China het bespreken niet waard zou zijn, integendeel. In ieder geval is de president van de VS niet de best geplaatste persoon om het daar over te hebben.

Een laatste bemerking: Obama betuigt in zijn State of the Union voor het Congres zijn steun aan het volk van Tunesië. Tijdens de onlusten nog voor het vertrek van president Ben Ali had datzelfde Congres nog net nieuwe fondsen voor Tunesië gestemd … Kafka. Maar ze mogen gerust zijn, enkel een kniesoor die daar over valt.

Obama kan alleen maar hopen dat de Republikeinen het ofwel zo lomp aanpakken dat ze ruziënd over de mat rollen of dat ze met een te extreem kandidaat zoals Sarah Palin uitpakken. Interne ruzie is er trouwens al, want het klassieke Republikeinse establishment is allesbehalve in zijn nopjes met de Tea Party beweging. Dat een aantal Tea Party kandidaten keihard campagne voerden tegen de Republikeinse zetelende parlementair in hun kiesdistrict (meestal zonder succes) zindert nog steeds na. Maar het is vooral het feit dat de wél verkozen Tea Party Congresleden niet gehoorzamen aan de partijleiding dat hen parten speelt. Bovendien blinken die nieuwelingen niet echt uit in coherente uitspraken. De leiding van de partij beseft maar al te goed dat dat niet verborgen kan blijven. Per slot van rekening is er niet alleen maar Fox News om hen te beschermen. Dit is echter speculatie. Als de Republikeinen er in slagen de rangen te sluiten en snel de rangen sluiten rond één kandidaat ziet het er slecht uit voor Obama.

Voorlopig ziet het er dus niet naar uit dat hij een tweede mandaat haalt.

Het kan nog keren. Een oorlog met Iran kan er zelfs toe leiden dat de verkiezingen in de VS en in de rest van de wereld er niet meer toe doen …

Artikel oorspronkelijk verschenen in www.uitpers.be.