“Procureur Dams, bezoek eens de Dossin-kazerne”. Zes rechters getuigen

De procureur zal alle patsers streng vervolgen die niet onmiddellijk kunnen bewijzen dat ze hun 'voertuig' eerlijk hebben verdiend

De procureur zal alle patsers streng vervolgen die niet onmiddellijk kunnen bewijzen dat ze hun 'voertuig' eerlijk hebben verdiend (foto jachthaven Marbella flickr creative commons/Nico)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Het interview van de Antwerpse procureur Herman Dams zindert na. Vijf jonge mannen van Marokkaanse origine dienden klacht in en ook in gerechtelijke kringen klinkt binnenskamers kritiek. DeWereldMorgen.be vond zes rechters bereid om die kritiek te verwoorden.

Het begon kort na nieuwjaar met de aankondiging van het Patser-project. Het Antwerpse parket en de politie houden in bepaalde buurten – hoofdzakelijk – allochtone jongeren in de gaten die met een dure auto rijden. Als ze niet onmiddellijk kunnen bewijzen dat ze de auto met legaal verkregen geld hebben gekocht, dan wordt de bolide in beslag genomen in afwachting van een grondig onderzoek.

Onder de kop ‘Gedaan met horen, zien en zwijgen’ gaf procureur Herman Dams enkele dagen later in een interview zijn aparte visie op justitie en de samenlevingsproblemen. Er kwam protest en uiteindelijk ook enkele klachten. Applaus klonk er dan weer bij minister van Justitie Annemie Turtelboom en de Antwerpse burgemeester Bart De Wever.

Maar bij de collega’s van Dams bleef het stil. Dat zou de indruk kunnen geven dat de boodschap van Dams ook in gerechtelijke kringen gesmaakt wordt. Niets is minder waar. Justitie is geen monolitisch blok en ook veel rechters verslikten zich die morgen in hun koffie toen ze de uitspraken van Dams lazen.

DeWereldMorgen.be ging spreken met zes rechters. Ze komen uit verschillende gerechtelijke districten. Sommigen hebben weinig jaren op de teller, anderen hebben al een carrière van 30 jaar achter de rug of zijn recent op rust. Enkele van de rechters waarmee we spraken zijn actief binnen de magistratenvereniging ‘Magistratuur en Maatschappij’. Alle namen en volledige functie zijn bekend bij de redactie.

Laten we beginnen bij het Patser-project. Daarin gebeuren enkele controversiële dingen. Zo wordt de bewijslast omgekeerd. Het zijn de jongeren die moeten bewijzen dat ze die auto met eerlijk verdiende centen hebben betaald.

Rechter één: “Aan de ene kant heb je de grote principes in het strafrecht: het vermoeden van onschuld, het respect voor de mensenrechtenverdragen enzovoort. Aan de andere kant heb je de maatschappelijke problemen die niet van de poes zijn zoals drugsdealers die niet gepakt worden. De vraag is of je die problemen kan counteren met een beleid à la Dams. Misschien wel, maar dan wel ten koste van de principes die ons zo dierbaar zijn. Ik vind dat principes altijd voorrang moeten hebben op de tijdelijke gevoeligheden binnen een samenleving. Magistraten en politici moeten durven uitleggen wat die grote principes zijn en moeten er voor oppassen mee te hollen met de waan van de dag.”

Rechter twee: “Er bestaan al juridische constructies waarin de bewijslast wordt omgekeerd, zoals in de wetgeving ter bestrijding van de witwaspraktijken. Daar begint het ook met de vaststelling van een geldstroom. Pas na onderzoek kan men dan vaststellen of het geld van verdachte herkomst is. Maar ook in dat geval zal op het einde van de rit een rechter oordelen of het onderzoek correct is verlopen en of er voldoende bewijzen zijn. Procureur Dams gaat daar nogal licht over. Hij zegt: ‘In vier van de tien gevallen was het bingo’. Het is niet omdat hij bingo roept dat het ook zo is. Daarover moet de rechter oordelen.”

Rechter drie: “Je zal maar een jonge allochtoon of autochtoon zijn die de voorkeur geeft aan een BMW of een Mercedes en die daar al zijn spaarcenten in stopt of zelfs een lening neemt. En dan zijn laconieke commentaar: ‘Vijf maanden, dat is bij justitie maar een korte periode’. In een aantal gevallen zal één van hen terecht zijn auto kwijt zijn, maar moeten alle anderen dat dan maar aanvaarden?”

Rechter twee: “Ik heb toch een probleem met die omkering van de bewijslast. Blijkbaar is daar een maatschappelijk draagvlak voor, maar ik vind die omkering van de bewijslast nefast.”

Waarom niet focussen op de dure appartementen in Knokke of de plezierjachten in de haven van Marbella? Als we daar alle Belgische nummerplaten noteren, gaan we ook wel iets ontdekken

Rechter vier: “Mijn bedenking bij dat patserproject: men pikt er hier één specifiek fenomeen uit terwijl er veel omvangrijker witwasmechanismen bestaan. Justitie is met heel veel verschillende zaken bezig en daar moet genuanceerd over gecommuniceerd worden. Pik je er één fenomeen uit, dan geef je de indruk dat dit nu het allerbelangrijkste is. Waarom niet focussen op de dure appartementen in Knokke of de plezierjachten in de haven van Marbella? Als we daar alle Belgische nummerplaten noteren, gaan we ook wel iets ontdekken.”

In het interview dat Dams later gaf in De Standaard wekte hij de indruk dat hij de nadruk legt op deze overlast omdat dat de bevolking het meeste stoort.

Rechter drie: “Misschien moeten we Dams hier het voordeel van de twijfel geven. Hij heeft dat misschien niet zo bedoeld.”

Enkele jongeren uit Borgerhout dienden wel klacht in omdat ze zich geviseerd voelen. “Het is nu eenmaal zo dat vooral allochtone jongeren de zucht naar zulke auto’s voelen”, zegt Dams.

Rechter vier: “De stijl en de sfeer van het interview zijn inderdaad nogal schokkend. Misschien heeft hij het niet zo bedoeld, maar ik vind het choquerend. Ik woon zelf in de rand van een stad. Elke ochtend rij ik door een volkswijk waar veel Oost-Europeanen wonen. Ik kan elke dag tientallen nummerplaten noteren van Slovaken, Bulgaren en Roemenen.”

Rechter één: “Ik neem aan dat procureur Dams het interview wel nagelezen heeft. Ik vind dus niet dat we ons moeten afvragen wat hij bedoeld heeft. Hij heeft precies bedoeld wat er staat. Hij heeft ook niets ontkend.”

Rechter vijf: “Ook al denken we van onszelf dat we niet racistisch zijn, een allochtoon met een chique Mercedes valt meer op dan een blanke Belg. Blijkbaar is de procureur zich daar niet van bewust. Hij zegt zelf: ‘Het zijn nu eenmaal vooral allochtonen die de zucht voelen om te pronken met auto’s als statussymbool’. Ga in het weekend eens kijken op de parking van een dancing. Je zal meteen zien dat ook veel autochtone jongeren graag pronken met een dure auto en ook zakenlui of magistraten doen dat graag. Ik kan mij dus best voorstellen dat allochtone jongeren zich geviseerd voelen door zo’n uitspraken.”

Rechter drie: “Dams zal wel zeggen dat dat niet de bedoeling is, maar vergeet niet dat dit beleid moet uitgevoerd worden door de politieman op de straat. Dit is typisch het soort beleidsrichtlijn dat misbruikt kan worden door een uitvoerende politieman. Uiteraard zijn niet alle politiemensen racistisch, maar je hebt er wel. Het is gevaarlijk om aan die mensen van hogerhand een vrijgeleide te geven om bepaalde groepen te gaan viseren.”

Rechter vier: “Er is niet alleen de politie, maar ook de burger wordt gevraagd om normafwijkend gedrag te signaleren. Ook die moet een snelle afweging maken of hij bepaalde dingen meldt of niet. We hebben procureur Dams trouwens helemaal niet nodig om wakkere burgers te vinden. Rondtrekkende criminelen worden vaak gevat omdat een wakkere burger vreemd gedrag heeft gesignaleerd of een nummerplaat wist te noteren. Dat bestaat allemaal al.”

Rechter vijf: “Dat illustreert het belang van zorgvuldige communicatie. Mocht hij nu gezegd hebben: ‘Ik wens een zorgzame en solidaire maatschappij waar burgers zorgen voor elkaar’, dan geef je een mooi signaal. In de plaats daarvan krijgen we: ‘Noteer vreemde nummerplaten’. Een boodschap die een repressieve en angstige maatschappijvisie inhoudt.”

Hij zou de mensen kunnen oproepen om vereenzaming en armoede te melden.

Rechter vier: “Justitie en politie gaan de samenlevingsproblemen niet oplossen. Die problemen zijn veel ruimer, zitten véél dieper. Tal van actoren kunnen daar preventief iets aan doen. Denk aan straathoekwerkers die daklozen, junkies, gestoorde mensen en marginalen kunnen opsporen, opvangen en doorverwijzen naar opvangcentra. We moeten inderdaad niet blind zijn voor straatcriminaliteit en overlast. Maar dat is niet alleen een taak van justitie. Dat moet aangepakt worden door preventie, armoedebestrijding, huisvesting, onderwijs…”

Rechter twee: “Justitie en politie hebben ook niet de intentie om de samenlevingsproblemen op te lossen. Dams lijkt dat af en toe te beseffen. ‘Daar werk van maken kunnen justitie en politie niet alleen’, zegt hij. Maar in de volgende zin: ‘In de strijd tegen de criminaliteit hebben ‘we’ de burgers nodig’. ‘We’ is justitie natuurlijk. Hij spreekt zichzelf tegen.”

Hij wil niet alleen de samenlevingsproblemen oplossen, hij wil ook de beschaving redden. Dams zegt: “We hebben nu echt wel de winter van onze beschavingscyclus bereikt.” Moeten procureurs de val van het Romeinse Rijk tegenhouden?

Rechter drie: “Die man kampt heel duidelijk met een dystopisch maatschappijbeeld. “De winter van onze maatschappij”, tja… Dams spreekt uit een buikgevoel dat absoluut niet wordt gedeeld door alle magistraten. Iemand die een dergelijk maatschappijbeeld heeft en een beleid voert vanuit dat buikgevoel jaagt mij schrik aan. Ik denk dat een beleid gevoerd moet worden op basis van wetenschappelijke gegevens, criminologische cijfergegevens, niet vanuit een gevoel alsof we op het einde van het Romeinse rijk zitten.”

Rechter vijf: “Ik doe een inspanning om mijn werk als rechter te kaderen in een breder geheel. Van justitie krijg je als strafrechter op dat vlak geen enkele ondersteuning. Je hebt er geen idee van over welke zaken een proces-verbaal wordt opgemaakt, welke zaken het parket seponeert, welke zaken men vervolgt, hoe die selectie wordt gemaakt. Je hebt ook geen zicht op de strafuitvoering. We vernemen uit de krant dat de vrijheidsberoving spaak loopt. Maar wat de efficiëntie is van het systeem om een individu te corrigeren, daar weten we eigenlijk niets over.”

“Eigenlijk varen we blind wat betreft strafoplegging en strafuitvoering. Straffen van 6 maanden tot drie jaar zouden niet echt meer uitgevoerd worden. Maar een gevangenisdirecteur verzekerde me onlangs dat dat helemaal niet waar is. Hij beweerde dat 35 procent van zijn populatie mensen zijn met een straf van minder dan drie jaar. Hij had ook de indruk dat er nu zwaarder gestraft werd dan twintig jaar geleden. Kunnen wij zijn beweringen toetsen? Nee, want gegevens daarover zijn niet echt toegankelijk en van overheidswege worden wij daar totaal niet in ondersteund.”

Rechter vier: “Men luistert ook niet naar de wetenschap. Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek heeft onderzoek gedaan naar alternatieven voor de voorhechtenis en voor het invoeren van elektronisch toezicht als alternatief. Men is tot de conclusie gekomen dat dat systeem helemaal niet gaat werken. Nochtans is de minister van Justitie van plan om dat in te voeren. Beleidskeuzes op het ministerie van Justitie worden bijna nooit gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en op correct cijfermateriaal.”

Veel recente hervormingen komen er na een steekvlam in de media.

Rechter vier: “Dat klopt. Denk aan de hervorming van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat gaat dan over een heel beperkt aantal gevallen, misschien twintig of dertig gevangenen zouden daar onder vallen. Allemaal machotaal om te doen geloven dat men iets doet.”

Houden rechters hun hart vast na elke dramatische gebeurtenis waar justitie bij betrokken is?

Rechter twee: “Het journaal is soms om de muren van op te lopen. De journalisten sturen met hun welgekozen vragen de politici en die lijken dat niet eens erg te vinden. Integendeel, ze gaan er gretig in mee. Met als gevolg nieuwe steekvlamwetgeving. De wetgeving is steeds sneller onderhevig aan wijzigingen en wordt daardoor alsmaar complexer.”

Rechter vier: “Het is toch hallucinant hoe een fundamentele wetgeving als de wet op de strafuitvoering door het parlement wordt gejaagd zonder dat men de tijd heeft gehad om na te denken over alle consequenties. Op zo’n moment werkt de partijdiscipline en wordt er bijna blindelings gestemd.”

Rechter zes: “Ik vrees dat er meer aan de hand is dan enkel steekvlampolitiek. Rechters worden blijkbaar meer en meer gezien als storende elementen in de marsrichting waar men de maatschappij wil induwen, en die spijtig genoeg een erg repressief karakter heeft. Vandaar dat men vaak allerlei nieuwe, repressieve wetten gaat in elkaar flansen telkens als een vonnis de beleidsmakers misnoegt.”

“Ook het parket-generaal heeft het blijkbaar moeilijk met onafhankelijke rechters. In een interview met de Juristenkrant en op een studieavond van Magistratuur en Maatschappij vorig jaar heeft voormalig procureur- generaal Frank Schins er onomwonden voor gepleit de onderzoeksrechters te vervangen door ‘rechters van het onderzoek’ die niet langer het gehele gerechtelijk onderzoek zouden superviseren, maar enkel nog geraadpleegd zouden worden voor punctuele onderzoeksdaden, huiszoekingen, telefoontap en zo, zodat het parket ondertussen rustig zijn gang kan gaan zonder al te veel gehinderd te worden door die onafhankelijke rechter.”

“Zelf heb ik trouwens ook al moeten ondervinden dat het parket-generaal er niet voor terugschrikt om zelfs burgerlijke rechters te intimideren naar aanleiding van een vonnis dat hen niet zint, bijvoorbeeld inzake vreemdelingenrecht.”

Eén van de grote principes van de magistratenvereniging Magistratuur en Maatschappij is de onafhankelijkheid van justitie. Los van de discussie of procureur Dams het recht heeft om deze uitlatingen te doen, is er de timing van het interview: enkele dagen nadat er een nieuwe burgemeester is in Antwerpen, een politieke aardverschuiving in die stad. Bovendien is het deze nieuwe burgemeester die Dams in Terzake gaat verdedigen tegen de klacht van Groen-voorzitter Van Besien. Is er daardoor geen zweem van politieke agenda?

Rechter zes: De onafhankelijkheid van de rechter is cruciaal. Als ik aan Afrikaanse rechters vertel dat ik er niet voor terugschrik, of zelfs niet moet voor terugschrikken om de Staat te veroordelen tot een schadevergoeding als die schade berokkent aan burgers, dan geloven die hun oren niet.”

“Maar wat te denken over een procureur-generaal die huiszoekingen laat verrichten bij één van zijn magistraten omwille van onenigheid over een lopend onderzoek? En die vervolgens via een omweg een burgerlijk proces laat aanspannen tegen een journalist die daar in een opinie-artikel kritiek op durft te uiten? Kan een rechter in het rechtsgebied van die procureur-generaal daar in alle onafhankelijkheid over oordelen?”

“Die aanvallen op de onafhankelijkheid van de magistratuur kaderen trouwens in een Europese trend. Twee van de ergste voorbeelden deden zich voor in Servië en Griekenland.  In Servië werden drie jaar terug ongeveer 800 rechters zondermeer ontslagen zonder opgave van reden. Na een interview werden een aantal van hen herbenoemd en andere niet – opnieuw zonder opgave van reden. Onze Europese koepelvereniging MEDEL (“Magistrats Européens pour la Démocratie et les Libertés”, nvdr) heeft de Europese Commissie moeten inschakelen om daar tegen te protesteren vooraleer het Servische Hooggerechtshof jaren later die maatregel ongedaan gemaakt heeft.”

“Een ander voorbeeld is dat in Griekenland en Portugal de rechterslonen meer dan gehalveerd werden, zodat sommige rechters in een schuldspiraal terechtkwamen en onder voogdij van een schuldbemiddelaar geplaatst werden. Zij kunnen dus niet meer zelfstandig over hun financiën beschikken. Hoe onafhankelijk kan zo’n rechter nog oordelen? Wie wil beoordeeld worden door een rechter die financieel onder druk kan gezet worden door de tegenpartij?”

“Ik vrees echt dat er pogingen aan de gang zijn om justitie aan banden te leggen en om te vormen tot een repressie-apparaat in handen van het huidig beleid.”

Rechter één: “Dams heeft eigenlijk nooit afscheid genomen van zijn statuut van politicus. Hij is ooit kabinetschef geweest bij minister Vandeurzen. Daarna werd hij voorgedragen voor zijn huidige functie. Dat is op zich al een slecht signaal. Magistraten horen niet op ministeriële kabinetten. Zijn ingesteldheid is die van een politicus en niet van een magistraat. Dat komt duidelijk tot uiting in dit interview.”

Ik zou Dams de raad geven om eens een bezoekje te brengen aan het nieuwe museum in de Dossinkazerne. Daar kan je zien hoe een samenleving langzaam afglijdt naar een autoritaire staat.

Rechter vier: “Dams wil geen verklikkersmaatschappij, zegt hij. Maar hij stuurt daar ondertussen wel op aan. Dat maakt mij zeer angstig. Ik wil even persoonlijk zijn. Mijn ouders zijn tijdens de bezetting beiden het slachtoffer geweest van verklikking met als gevolg dat ze door de Gestapo tijdens verhoren gefolterd geweest zijn en naar de concentratiekampen gedeporteerd werden, na een transit in het verschrikkelijke Belgische folterkamp van Breendonk. Ze waren niet eens zo superactief bij het verzet, enkel wat bezig met de clandestiene pers. Ik zou Dams dan ook de raad geven om eens een bezoekje te brengen aan het nieuwe museum in de Dossin-kazerne. Daar kan je zien hoe een samenleving langzaam afglijdt naar een autoritaire staat.”

Rechter één: “Ik vraag me af in hoeverre zijn verklaringen gedragen worden door het college van procureurs-generaal. Het feit dat Liègeois niet reageerde, zegt helaas al veel.”

Zijn kritiek op de individualistische maatschappij klinkt jullie toch niet zo vreemd in de oren?

Rechter twee: “Natuurlijk laat hij stellingen optekenen die je kan volgen. Als hij roept om meer sociale controle of uithaalt naar de ik-maatschappij maakt hij een punt. Alleen koppelt hij daar allerlei dingen aan vast waarmee hij de mist in gaat. Hij heeft het dan blijkbaar alleen maar over mensen met een bepaalde kleur die in een dikke auto rijden en die hem door de medeburger moeten worden gesignaleerd.”

Rechter vijf: “De mensen die je aanmoedigt om te verklikken zijn wellicht de meest individualistische. Hun motieven zijn heel individueel. Hij heeft een grote auto, ik niet. Ze doen dat niet uit een sociale bewogenheid.”

Rechter twee: “In zijn interview zegt hij ook dat er in de voetbalwedstrijd één iemand in de goal staat: Dams. Maar dat klopt natuurlijk niet. Dams alleen is niet dé justitie. Wij zijn justitie. Rechters van de zetel zullen oordelen over de zaken die hij aankaart. Hij verpersoonlijkt zich met justitie.”

Rechter drie: “De teneur van zijn betoog is ook dat als je niets gedaan hebt, je niets te verbergen hebt. Het is raar om dat uit de mond van een procureur te horen. Er zijn namelijk regels om misdrijven op te sporen. We hebben een heel rechtsstelsel uitgebouwd omdat we niet willen dat er op elke hoek van de straat een camera staat of dat er op elk moment kan afgeluisterd worden.”

De mensen die je aanmoedigt om te verklikken zijn wellicht de meest individualistische. Hun motieven zijn heel individueel. Hij heeft een grote auto, ik niet. Ze doen dat niet uit een sociale bewogenheid

Iets anders nog. ‘Magistratuur en Maatschappij’ organiseert in het najaar een studiedag over het fenomeen van de parallele justitie. Er gebeuren steeds meer dingen binnen justitie zonder dat er een rechter aan te pas komt.

Rechter twee: “We hebben geen overzicht meer op wat wij ‘parallelle justitie’ zijn gaan noemen. In het civiel recht heb je allerlei vormen van arbitrage en bemiddeling. Er is het fenomeen van de verschuiving van strafrechtelijke naar bestuurlijke handhaving. Er is ook de minnelijke schikking in handen van het openbaar ministerie zonder enige rechterlijke controle. Dat zijn allemaal vormen van outsourcing. We willen het fenomeen onderzoeken. De reden is vaak achterstand bij justitie maar er zijn misschien ook andere motieven.”

Rechter één: “Er wordt inderdaad voortdurend aan de scheiding van de machten geknaagd. Kijk eens wat men allemaal uit handen neemt van de rechters om over te laten aan de parketten en met de GAS-boetes nu zelfs ook aan de gemeenten. Elke rechtlijnig denkende jurist zou op zijn achterpoten moeten staan. Het argument dat men geeft is dat dit een antwoord is op de achterstand bij justitie. In Nederland of Noorwegen zijn zware zaken binnen het jaar afgehandeld, zoals we de voorbije jaren konden zien. Er is dus ook een probleem met de manier waarop men hier zaken onderzoekt.”

Rechter twee: “Als een strafzaak tien jaar duurt, moet je maar eens nagaan hoelang het bij het parket bleef liggen. Als het over achterstand bij justitie gaat, moet je ook praten over de problemen bij het parket. Journalisten hebben geen zin voor zo’n nuanceringen omdat zij menen dat dit voor de mensen te moeilijk is en zij vinden dan dat de mensen dat niet moeten weten.”

Rechter zes: “Ook in burgerlijke zaken is er veel achterstand. Maar wat men daarbij steevast vergeet te vermelden is dat burgerlijke zaken moeten voorbereid worden door de advocaten, en dat de rechtbank daar geen enkele vat op heeft, de partijen beslissen immers autonoom hoe ze hun proces voeren. Als men kijkt naar de zaken die klaar zijn om gepleit te worden, is de achterstand in het algemeen veel aanvaardbaarder, hoewel de burger almaar mondiger wordt en meer en meer zaken naar de rechtbank gaan terwijl die rechtbanken maar met mondjesmaat de nodige middelen toegespeeld krijgen.”

Rechter vier: “Er wordt ook meer en meer voor bemiddeling gekozen. Het risico bestaat dat rechters hun opdracht afschuiven naar bemiddelaars. De GAS-boetes zijn problematisch omdat de scheiding van de machten aan de kant wordt geschoven. Diegene die de boetes bepaalt, gaat ze ook opleggen. Dat is tegen alle principes. Er is ook een probleem van ongelijkheid. Alle gemeentes bepalen zelf wat ze fout vinden. Als je de grens van je gemeente overschrijdt met je bananenschil in de hand kan je plots iets illegaals doen als je ze op de grond laat vallen.”

Rechter vijf: “Er kunnen goede redenen zijn voor parallelle justitie. Soms is de bestuurlijke handhaving veel efficiënter.”

Rechter drie: “Maar soms voelt het wel niet juist aan. Ik denk dat een deel van de magistraten problemen heeft met de GAS-boetes. Het is vooral het gebrek aan globale visie dat pijnlijk is.”

Rechter vijf: “Het is moeilijk te zeggen wat precies dé oorzaak is van de achterstand. De oorzaken zijn wellicht heel divers. Er is een probleem van middelen. Er is een probleem van relatieve inefficiëntie van het systeem in zijn geheel. Er zal soms ook een probleem zijn van de bekwaamheid van een individuele magistraat. Op dat vlak verschilt justitie niet van de rest van de samenleving. Er is zeker ook een probleem van capaciteit. Justitie is de laatste schakel. Heel wat problemen ontstaan al bij de uitvoering van het onderzoek doordat ook de capaciteit van de politie beperkt is. Magistraten zijn ook een moeilijk te manoeuvreren groep. Het zijn veelal individualisten die binnen de grenzen van het eigen werk hun individuele verantwoordelijkheid opnemen maar te weinig oog hebben voor het collectief.”

Rechter één: “De meeste magistraten werken keihard. Alleen is er niemand die kan opleggen of zelfs suggereren hoe het efficiënter kan. Er is helaas ook een deel die niet werkt. Globaal gezien zijn er niet te weinig magistraten, maar sommigen zitten wel op de verkeerde plaats.”

Dé magistratuur bestaat niet, procureur Dams is maar één stem in het debat.

Rechter twee: “Ik denk niet dat individualisme typisch is voor justitie. We hebben bij Magistratuur & Maatschappij in 2010 een memorandum opgesteld om duidelijk te maken dat we niet bij de pakken willen blijven zitten. We moeten vaststellen dat de politiek met onze beleidsvoorstellen omgaat wanneer het haar uitkomt. Veel overleg met magistraten is er niet. Hier bestaat geen traditie van overleg, hoewel wij daar op aandringen.”

“Binnen de magistratuur spreken we ook met verschillende stemmen. In Nederland bestaat wel een overlegstructuur: de enige magistratenvereniging daar, waar meer dan 70 procent van de magistraten bij aangesloten zijn, wordt er stelselmatig vanuit het beleid om advies gevraagd en dat advies wordt ook steeds gegeven.”

De jongeren die klacht indienden deden dat ook omdat ze vonden dat er bijna niemand reageerde. Moeten rechters die een andere visie hebben dan Dams zich niet wat vaker laten horen?

Rechter twee: “Ach, de opiniestukken van Magistratuur en Maatschappij worden niet eens gepubliceerd. Iedere magistraat heeft een maatschappijbeeld. Het zou zelfs een vereiste moeten zijn voor elke magistraat: veel lezen, veel indrukken opdoen. Dams is ook maar één van de 27 procureurs. Veel interviews met procureurs lees je niet. Natuurlijk schept dat interview wel een beeld van de magistratuur. Maar dé magistratuur bestaat niet, procureur Dams is maar één stem in het debat.”