40 jaar éérste 11 september, staatsgreep Chili 1973

President Allende stelt op 24 augustus 1973 de net door hem benoemde nieuwe stafchef van het leger Augusto Pinochet aan de pers voor. Pinochet had de datum van 11 september 1973 al op zak

President Allende stelt op 24 augustus 1973 de net door hem benoemde nieuwe stafchef van het leger Augusto Pinochet aan de pers voor. Pinochet had de datum van 11 september 1973 al op zak (foto elclarin.cl)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Sinds 11 september 2001 is 9/11 een symbool dat iedereen kent. Op die dag was het 28 jaar geleden dat democratisch verkozen president Salvador Allende van Chili werd afgezet door een staatsgreep onder leiding van de opperbevelhebber van het leger, Augusto Pinochet. Een terugblik, veertig jaar later.

Militaire staatsgrepen waren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog (en ervoren) meer regel dan uitzondering in Latijns-Amerika. Sinds het continent zich had bevrijd van de Spaanse en Portugese kolonisatie was het niet bepaald een paradijs van democratie en mensenrechten.

Militaire regimes wisselden af met autoritaire burgerlijke regeringen. Die hadden hun afkeer voor sociale emancipatie van de bevolking, een voorkeur voor elitaire macht van vooral landadel en lucratieve meegaandheid met de sterke buur uit het Noorden in Washington met elkaar gemeen.

De Monroe-doctrine

Sinds de Amerikaanse president James Monroe (1817-1825) zijn befaamde doctrine afkondigde, was Latijns-Amerika stevig in de greep van de VS. Dat land was toen niet de grootmacht die het na 1945 werd, maar was in de Amerika’s wel al oppermachtig. Tot het begin van de twintigste eeuw waren de echte (= economische) vijanden van de VS trouwens de andere koloniale grootmachten Spanje, Portugal en Groot-Brittannië.

Vanaf de Eerste Wereldoorlog werd die vijand vervangen door de Sovjet-Unie. De zogenaamde strijd tegen het communisme was in hoofdzaak een strijd voor het behoud van economische overmacht en van politieke macht door een kleine elite.

In 1945 waren daardoor de meeste Latijns-Amerikaanse landen – op enkele stedelijke centra na – nog grotendeels feodale landen. Weliswaar hadden ze alle uiterljke kenmerken van parlementaire democratieën, met stemrecht voor iedereen. In Latijns-Amerika hadden zelfs de vrouwen al stemrecht in de 19de eeuw.

De zoveelste in een lange rij

De maatschappelijke realiteit was wel iets anders. Dat gebeurde via allerlei mechanismen, gaande van kafkaiaans absurde kiessystemen, tot regelrechte dwang. Op het platteland was kiezen allesbehalve geheim, op de ‘verkeerde’ partij stemmen was er meestal levensgevaarlijk. Dat betekent niet dat de sociale bewegingen in Latijns-Amerika passief waren. Er geraakten wel degelijk heel wat linkse politici in het parlement. Het systeem zorgde er echter wel voor dat die nooit een meerderheid behaalden.

Hier en daar werd zelfs enige sociale vooruigang geboekt. Het bleef echter bij marginale correctie van een systeem dat fundamenteel gebouwd was op de uitbuiting van de meerderheid door de minderheid. Toen Augusto Pinochet op 11 september 1973 een staatsgreep pleegde was hij dus slechts de zoveelste in een lange rij. De lijst van militaire staatsgrepen in Latijns-Amerika van na 1945 is indrukwekkend (de lijst staatsgrepen voor 1945 is gewoon eindeloos):

  • Argentinië: 1955, 1962, 1966, 1976
  • Bolivia: 1946, 1951, 1952, 1964, 1970, 1971
  • Brazilië: 1945, 1954, 1964
  • Colombia: 1953
  • Cuba: 1952
  • Dominicaanse Republiek: 1963
  • Ecuador: 1963, 1972
  • El Salvador: 1948, 1960, 1979
  • Grenada: 1979, 1983
  • Guatemala:  1954, 1963, 1982
  • Haïti: 1946, 1950, 1956, 1957, 1988, 1988, 1991
  • Honduras: 1956, 1963, 1972, 2009
  • Nicaragua: 1944
  • Panama: 1968
  • Paraguay: 1954
  • Peru: 1948, 1962, 1968
  • Suriname: 1980, 1990
  • Uruguay: 1973
  • Venezuela: 1948, 2002

Die staatsgrepen hadden, op enkele uitzonderingen na, allen de steun en medewerking van de regering in Washington.

In Latijns-Amerika is het volgende grapje zeer populair: ‘Weet je waarom er in de VS nog nooit een staatsgreep is gepleegd? Omdat daar geen VS-ambassade is’… 

Merkwaardig is dat Chili zelf op het ogenblik van de staatsgreep van 1973 werd beschouwd als het Latijns-Amerikaanse land met de langste stabiele democratische traditie. De laatste staatsgreep dateerde al van 1932.

Een socialist verrast vriend en vijand

Toch was de verkiezing van Salvador Guillermo Allende Gossens op 4 november 1970 om meerdere redenen merkwaardig. Hij was de eerste uitgesproken socialist die in Latijns-Amerika werd verkozen. Daarvoor had hij reeds zonder succes deelgenomen aan de verkiezingen van 1952, 1958 en 1964.

Zijn verkiezing was zeer nipt en eigenlijk te danken aan de interne verdeeldheid van de machtspartijen. Hij behaalde geen meerderheid (36,2 procent) maar werd toch president omdat de twee andere topkandidaten minder dan hem hadden behaald (34,8 en 27,8 procent), geen van beiden de ander wilde steunen en de strijd opgaven. Uitzonderlijk was dat echter niet, heel wat Chileense en Latijns-Amerikaanse presidenten werden verkozen zonder een meerderheid van stemmen te behalen.

Het enige dat totaal nieuw was aan zijn verkiezing was zijn politieke ideologie. Die kwam voor het eerst niet van rechts. Probleem was dat Allende moest regeren zonder stevige parlementaire meerderheid. Hij was echter al veertig jaar volksvertegenwoordiger (en minister van volksgezondheid van 1938 tot 1942) en kende het politieke spel in Chili als geen ander. Van bij de aanvang van zijn mandaat werkte hij aan de nationalisering van de Chileense economie, die in hoofdzaak van mijnbouw, vooral koper, afhing.

René Schneider

Allende was zich daarbij goed bewust van zijn precaire sutuatie. Hij had immers de rapporten gelezen waarin stond dat opperbevelhebber van het leger generaal René Schneider op 25 oktober 1970 (na zijn verkiezing maar voor zijn eedaflegging) was vermoord, omdat hij had geweigerd een staatsgreep te plegen, nog voor Allende de eed zou afleggen. Schneider was allesbehalve een rode kameraad, maar wilde de regels van de democratie respecteren.

Ook zijn opvolger Carlos Prats weigerde aan een staatsgreep mee te werken. Hij verloor binnen het leger het pleit en nam ontslag. Hij kwam net als Schneider om bij een aanslag in Argentinië in 1974. Uit vrees voor een staatsgreep besloot Allende geen andere topgeneraal te benoemen tot opperbevelhebber maar een eerder onopvallende bureaucraat te kiezen, die er voor bekend stond nergens een uitgesproken mening over te hebben. Zijn keuze voor Augusto José Ramón Pinochet Ugarte werd een fatale vergissing.

Christendemocratische steun voor Pinochet

Ook de VS en de traditionele partijen vergisten zich echter schromelijk in de man. De christendemocraten – naast El Salvador is Chili het enige Latijns-Amerikaanse land waar een traditie van politieke christendemocratie zoals in Europa bestaat – werden zelf ook het slachtoffer van die verkeerde inschatting.

Zij steunden de staatsgreep van Pinochet volledig. Ook de Europese christendemocraten, waaronder de CVP (nu CD&V) en Vlaamse media zoals De Standaard stonden er achter. Eerste minister Leo Tindemans (CVP) weigerde categoriek op parlementaire vragen in te gaan om de staatsgreep te veroordelen met het sofisme dat ‘België geen regimes erkent maar landen’. Tindemans toonde zich ook later als minister van buitenlandse zaken een fervent verdediger van rechtse doodseskaders in Centraal-Amerika. Het waren inderdaad andere tijden.

Pinochet bleek echter een hardere noot om kraken dan zowat iedereen had ingeschat. Waar vooral de christendemocraten er op rekenden dat hij na een jaartje of zo verkiezingen zou uitschrijven, waarbij ditmaal de ‘juiste’ kandidaat (de hunne) zou winnen, nam hij zelf de macht over en bleef uiteindelijk 18 jaar aan de macht.

Een lang voorbereide staatsgreep

Nadat dus een poging tot staatsgreep nog voor de eedaflegging in de kiem was gesmoord, werd alles in gereedheid gebracht om Allende alsnog ten val te brengen. Dat één van zijn eerste beslissingen was om gratis warme maaltijden te voorzien in de scholen en de melkprijs te reguleren, was al erg genoeg, maar dat was niets tegenover zijn voornemen om de kopermijnen, de voornaamste bron van inkomen, te nationaliseren.

‘Make the economy scream’, zei de Amerikaanse president Nixon (1969-1974). “Ik zie niet in waarom we er zomaar moeten bij staan en een land communistisch laten worden, omwille van de onverantwoordelijkheid van zijn bevolking. De zaken zijn veel te belangrijk om het aan de Chileense kiezers over te laten voor zichzelf te beslissen.” zei Henry Kissinger, zijn minister van buitenlandse zaken.

Het zou echter te eenvoudig zijn om te stellen dat dat de enige reden was voor de staatsgreep. De VS was vooral bang dat het voorbeeld van Chili aanstekelijk zou werken in andere Latijns-Amerikaanse landen. Onder leiding van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger werd een task force opgericht om een economische oorlog tegen Chili te beginnen. ‘Make the economy scream’ zei president Nixon op de tapes die na het Watergateschandaal openbaar werden gemaakt.

Kissinger legde zijn visie op democratie als volgt uit: “Ik zie niet in waarom we er zomaar moeten bij staan en een land communistisch zien worden omwille van de onverantwoordelijkheid van zijn bevolking. De zaken zijn veel te belangrijk om het aan de Chileense kiezers over te laten voor  zichzelf te beslissen.”

De Chileense economische krachten schaarden zich volledig achter hun opdracht. Via lockouts werd de voedselvoorziening geblokkeerd en de economie kwam bijna tot stilstand door een staking van de vrachtwagenbestuurders. Pinochet had zijn uitleg klaar. De ‘orde’ moest hersteld worden.

De éérste 11 september

Op 11 september werd het presidentieel paleis gebombardeerd. Allende weigerde zich over te geven en kwam daarbij om het leven. De these van zelfmoord is altijd door rechts naar voor geschoven, maar werd nooit bewezen. Vast staat alleen dat Allende het paleis eigenhandig mee heeft verdedigd. De rest is geschiedenis.

Wie het in een democratie niet eens is met het regeringsbeleid voert politieke actie en poogt via verkiezingen dat beleid te veranderen. Wat je niet doet is de macht grijpen via een militaire staatsgreep.

Allende was naar Europese normen een sociaal-democraat die alleen maar het belang van zijn kiezers nastreefde en meer welvaart wilde voor de meerderheid van de bevolking. Naar Latijns-Amerikaanse normen was dat dus behoorlijk links. Hij botste echter op zeer grote weerstand bij de elite. Hij stelde immers de vastgeroeste maatschappelijke verhoudingen in vraag. Bovendien, de overheidsadministratie, volledig in handen van de conservatieve middenklasse, werkte hem volledig tegen. Zij konden daarbij rekenen op de steun van het leger, de kerk en het grootgrondbezit.

Voorstanders van de staatsgreep wijzen er op dat Allende heel wat fouten zou hebben gemaakt. Dat kan goed zijn, maar dat is geen excuus. Wie het in een democratie niet eens is met het regeringsbeleid voert politieke actie en poogt via verkiezingen dat beleid te veranderen. Wat je niet doet is de macht grijpen via een militaire staatsgreep.

Allende spreekt de VN-Algemene Vergadering toe

Allende heeft nooit een eerlijke kans gekregen om zijn project voor een ander Chili waar te maken. We hebben slechts twee jaar reële uitvoering van de macht en zijn politieke geschriften om hem echt te beoordelen.

Eén document is daarbij cruciaal, zijn toespraak van 4 december 1972 voor de VN-Algemene Vergadering waar hij zijn visie voor de toekomst uit de doeken deed. Op dat ogenblik waren de voorbereidingen voor de staatsgreep negen maand later al volop bezig (zie voor de volledige tekst de weblinks hieronder). Enkele citaten ter illustratie:

“Chili is … een land wiens achterlijke economie onderworpen werd aan buitenlandse kapitalistische bedrijven, wat resulteerde in een buitenlandse schuld van meer dan 4 miljard dollar. De jaarlijkse schuldafbetalingen bedragen meer dan 30 procent van de export … miljoenen worden er gedwongen te leven onder uitbuiting en miserie.”

“ … bijvoorbeeld de afdeling van de Anaconda Company, die in Chili winsten boekte van 21 procent per jaar tussen 1955 en 1970, terwijl de winsten van Anaconda in andere landen gemiddeld 3,6 procent per jaar waren. Dat geldt ook voor de Kennecott Copper Corporation die in dezelfde periode gemiddeld 52,8 porcent winst boekte in Chili – een aantal jaren boekte het de ongelooflijke winst van 106 procent in 1967, 113 procent in 1968 en meer dan 205 procent in 1969. In diezelfde periode haalde Kennecott gemiddeld slechts tien procent winst in de andere landen …”

“Dezelfde bedrijven die het Chileens koper zoveel jaren exploiteerden maakten meer dan 4 miljard dollar winst over de laatste 42 jaar (aan de monetaire waarden van 1972, nvdr), terwijl hun initiële investeringen slechts 30 miljoen dollar bedroegen.”

“ Een eenvoudig en pijnlijk voorbeeld, een scherp contrast: in mijn land leven er 600.000 kinderen die nooit een normaal leven zullen leiden in menselijke termen, omdat ze in de eerste acht maanden van hun leven niet de elementaire hoeveelheid proteïnen hebben gekregen. Mijn land, Chili, zou met die 4 miljard dollar volledig getransformeerd zijn. Slechts een klein deel van dat bedrag zou volstaan om alle kinderen in mijn land voor eens en altijd van de nodige proteïnen te voorzien.” (Allende was voor en in het begin van zijn politieke loopbaan huisarts).”

In Chili werd het allereerste neoliberale experiment ter wereld op poten gezet.

Er staat zoveel meer in deze toespraak, die zeer lezenswaardig en actueel blijft. Zijn voorspelling dat wat in Chili gebeurde niet alleen de rest van de Derde Wereld te wachten stond maar ook de Eerste Wereld werd ondertussen bewaarheid.

Chili, het allereerste neoliberale experiment ter wereld

Zoals Allende had voorspeld in zijn toespraak had de staatsgreep van 11 september 1973 verstrekkende gevolgen voor de rest van de wereld. Hier werd immers het allereerste neoliberale experiment ter wereld op poten gezet. De Chicago Boys konden er hun afkeer voor de sociale rol van de overheid botvieren.

Volgens de grondleggers van het neoliberalisme is een voorwaarde voor het doorvoeren van een neoliberaal beleid het verzwakken of uitschakelen van de vakbonden. In Chili werd dat zeer letterlijk uitgevoerd: vakbondsleiders werd vermoord, gevangengezet of in het beste geval verbannen. Het neoliberalisme had onder Pinochet m.a.w. zijn allereerste testcase … het was maar het begin. Er kwam nog veel meer.

Salvador Allende, 26 juni 1908 – 11 september 1973

Zonder twijfel zullen de meeste media Allende en de staatsgreep van 1973 ook nu weer herleiden tot wat in het jaar ervoor gebeurde. Zoals steeds, er was veel meer aan de hand …

Allende blijft een inspirerend voorbeeld voor al wie strijdt voor sociale rechtvaardigheid. Zijn plaats is naast andere groten der aarde zoals Nelson Mandela.

Uittreksel uit de speech van Salvador Allende voor de VN-Algemene Vergadering op 4 december 1972:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.