Herdenking: Ken Saro-Wiwa 20 jaar geëxecuteerd door dictatuur Nigeria en door Shell

Ken Saro-Wiwa, op 10 november 1995 geëxecuteerd ten bate van de winstcijfers van petroleumbedrijf Shell

Ken Saro-Wiwa, op 10 november 1995 geëxecuteerd ten bate van de winstcijfers van petroleumbedrijf Shell (WikiMedia Commons)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op 10 november 2015 is het twintig jaar geleden dat Ken Saro-Wiwa werd geëxecuteerd. De Nigeriaanse strijder voor de mensenrechten verzette zich tegen de vernietiging van de leefwereld van de Ogoni, zijn volk, door het petroleumbedrijf Shell. De militaire dictatuur executeerde hem voor die strijd in opdracht van Shell, dat weigerde zijn enorme financiële overmacht over de dictatuur in te zetten om zijn leven te sparen.

Ken Saro-Wiwa, geboren in 1941, was al een bekende Nigeriaan voor hij politiek actief werd in de jaren 1980. Na zijn studies aan de universiteit van de stad Ibadan in het zuidoosten van Nigeria werkte hij jarenlang in de overheidsadministratie van de havenstad. Hij werd bekend in eigen land met de publicatie van een aantal romans. Daarin toonde hij reeds zijn belangstelling voor democratie en mensenrechten. Tijdens de burgeroorlog van 1967-1970 sprak hij zich openlijk uit voor de rechten van het Igbo-volk, dat een eigen staat Biafra poogde op te richten in het zuidoosten van Nigeria.

De grenzen van het huidige Nigeria zijn nog steeds dezelfde zoals ze werden vastgelegd door de Britse kolonisator. Die afbakening hield geen enkele rekening met de etnische, culturele, taalkundige en historische diversiteit van de betrokken volkeren. Zowat alle nieuwe Afrikaanse ex-Franse, ex-Britse (en ex-Belgische) staten werden na hun onafhankelijkheid verscheurd door interne oorlogen, omdat één dominante bevolkingsgroep de rest van het land wou onderwerpen aan zijn autoriteit. Nigeria was geen uitzondering.

Zijn standpunten over Biafra brachten hem voor het eerst in aanvaring met de Nigeriaanse machthebbers. Toch werd hij minister van onderwijs in Rivers State, één van de federale staten van Nigeria aan de Atlantische kust in het centrale zuiden. Daar werd hij na drie jaar ontslagen wegens zijn openlijke steun voor de rechten van de Ogoni, zijn eigen volk.

Hij verliet de overheidsdienst en werd zakenman in de immobiliënsector. Bovendien was hij een succesvol romanschrijver, journalist en tv-producer. In 1987 keerde hij even terug in overheidsdienst onder dictator Babangida. Die wist aanvankelijk heel wat mensen zoals Saro-Wiwa aan te trekken met de belofte van democratisering en modernisering van het land.

Toen Babangida zijn beloftes verbrak en de verkiezingen annuleerde, ging Saro-Wiwa zich volledig politiek engageren. Hij werd woordvoerder en later voorzitter van de beweging voor de overleving van het Ogoni-volk (MOSOP – Movement for the Survival of the Ogoni People). Hun vreedzaam geweldloos burgerverzet concentreerde zich vooral rond de vernietiging van het leefmilieu in de delta van de rivier Niger door de petroleumbedrijven, waarvan Shell het voornaamste was.

Het leger en de politie van Nigeria werden betaald door Shell om betogingen en acties tegen hun activiteiten gewelddadig te onderdrukken. Betogers werden gefolterd en standrechtelijk geëxecuteerd. Uit later onderzoek blijkt dat de directie van Shell op de hoogte was van elke aanhouding van personen. Het bedrijf gaf zelf ook inlichtingen door aan de politie en het leger over wie waar moest worden aangehouden en vervolgens zou ‘verdwijnen’.

Ken Saro-Wiwa werd ook regelmatig aangehouden, soms voor meerdere maanden. Zijn internationale status gaf hem een zekere vorm van bescherming. Die veiligheid bleek echter een illusie te zijn. Op 21 mei 1994 werden vier lokale Ogoni-leiders die collaboreerden met de militaire dictatuur vermoord in onopgehelderde omstandigheden, vermoedelijk in een moedwillige operatie met een specifiek doel dat snel duidelijk werd.

Op dezelfde dag werd Ken Saro-Wiwa, samen met acht andere leiders van MOSOP aangehouden en een jaar later ter dood veroordeeld door een militaire rechtbank. Het proces werd wereldwijd op ontzetting onthaald omdat het aan geen enkele voorwaarde van eerlijke procesvoering voldeed. Meerdere mensen die getuigden tegen Ken Saro-Wiwa hebben jaren later bekend dat zij waren betaald door overheidsambtenaren, met de belofte van een lucratieve baan bij Shell.

Ondanks internationale campagnes in heel de wereld, protestbetogingen, officiële protestnota’s van regeringen en van de VN werd Ken Saro-Wiwa samen met zijn medestanders op 10 november 1995 geëxecuteerd door ophanging. Drie jaar later kwam de dictatuur van Sani Abacha ten val, verzwakt door interne strijd, corruptie en het verlies van politieke steun, onder meer na de executie van Ken Saro-Wiwa. Abacha werd waarschijnlijk zelf geëxecuteerd door medestanders die inzagen dat de situatie onhoudbaar was geworden.

De erfenis van Ken Saro-Wiwa blijft ongeschonden. Shell heeft in 2009 een rechtszaak voor een Amerikaanse rechtbank afgekocht voor 15,5 miljoen dollar, enkele dagen voor ze zou starten. Het bedrijf heeft de smet van de executie van Saro-Wiwa nooit van zich af weten te schudden.

Tijdens de dictatuur maakten Shell en andere petroleumbedrijven winsten die hoger lagen dan in alle andere landen ter wereld waar ze petroleumbronnen exploiteerden. De openlijke militaire dictatuur is verdwenen, maar het Nigeriaanse leger en politie zijn nog steeds berucht voor hun brutale schendingen van de mensenrechten.

Het gebrek aan geweldloze democratische mogelijkheden om hun burgerrechten te verkrijgen, het gebrek aan economisch perspectief in een land waar de economische elite nog steeds verankerd is in de petroleumsector heeft de evolutie naar gewelddadig verzet sinds de eeuwwisseling mee in gang gezet. Wie bereid is naar de echte roots van de gruwel van Boko Haram te zoeken kan alleen uitkomen bij de onderdrukking van bewegingen als MOSOP en leiders als Ken Saro-Wiwa.

Europa, in hoofdzaak Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS zagen meer baat bij medewerking en ondersteuning van een brutaal repressie-apparaat in Nigeria. De Nigeriaanse bevolking ondervindt vandaag nog steeds de gevolgen van die keuze.

Afrika beschikt over goede en grote leiders zoals Ken Saro-Wiwa. Als leiders van zijn kaliber de kans hadden gekregen om voor hun land een eigen koers te kiezen zou Afrika er vandaag heel anders uitzien.

Afrika hoort niet ‘geholpen’ te worden. Het enige decente dat wij vandaag kunnen doen is eisen dat bedrijven als Shell worden veroordeeld tot het ’terugbetalen’ van de gigantische winsten die zij in Nigeria hebben gemaakt. Dat geld behoort toe aan het Nigeriaanse volk.

Het zou ons ook sieren als we eindelijk de Afrikaanse corruptie bij zijn ware naam zouden noemen: Europese corruptie. Erkenning van de eigen schuld voor de executie van Ken Saro-Wiwa is de enige correcte manier waarop zijn erfenis werkelijk eer kan worden gedaan.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.