11 februari 1990: 30 jaar geleden werd Nelson Mandela terug een vrij man

Mandela op bezoek in de London School of Economics in 2000. Foto: LSE Library

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op 11 februari 1990 werd Nelson Mandela, iconisch leider van de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika, terug een vrij man na bijna 28 jaar gevangenschap. In 1964 werd hij veroordeeld tot levenslang voor zijn verzet tegen het brutale geweld van de apartheidsstaat. Vier jaar na zijn vrijlating werd hij de eerste president van Zuid-Afrika in vrije verkiezingen voor alle burgers van het land.

Het leven van een man als Nelson Mandela pogen samen te vatten in één artikel is onbegonnen werk. Dit korte eerbetoon kan nooit volledig verwoorden wat hij heeft betekend en zal blijven betekenen voor al diegenen die zich dagelijks hebben ingezet, inzetten en nog zullen inzetten voor sociale rechtvaardigheid in de wereld. Dit is slechts een beknopte respectvolle terugblik.

 

5 jaar gevangenisstraf …

Echt verrast was Nelson Mandela niet toen hij op 5 augustus 1962 verkleed als chauffeur voor zijn ‘baas’ Cecil Williams – in werkelijkheid een Britse witte activist tegen de apartheid – werd gestopt door een politiewagen in het stadje Howick in de oostelijke provincie Natal. Hij was op weg naar Albert Luthuli om te onderhandelen over samenwerking tussen zijn organisatie, het ANC (African National Congress), met het Pan-African Congress, een organisatie die streed tegen de Europese kolonisatie van Afrika.

De agenten lieten zich niet misleiden door zijn chauffeursuniform in een Austin Westminister, een voor die tijd redelijk deftige wagen. Toen Mandela zich voorstelde als David Motsamai, chauffeur van ‘zakenman’ Cecil Williams, zei de politie onmiddellijk dat hij geen moeite hoefde te doen. Mandela werd al enkele jaren gezocht als een van de leiders van het ANC, de verboden organisatie die tegen het brutale geweld van de apartheid tot gewapend verzet was overgegaan.

“Ik heb heel mijn leven toegewijd aan de strijd voor het Afrikaanse volk. Ik heb gestreden tegen witte overheersing en ik heb gestreden tegen zwarte overheersing. Ik heb altijd het ideaal gekoesterd van een democratische en vrije maatschappij, waarin alle mensen samenleven in harmonie en met gelijke kansen. Dit is een ideaal dat ik hoop nog te beleven en gerealiseerd zien. Maar, mijnheer de voorzitter, als het nodig is, is dit een ideaal waarvoor ik bereid ben te sterven.”

Jaren later bevestigde een agent van de CIA, de buitenlandse inlichtingendienst van de VS, dat hij de politie had getipt. Ze bespioneerden hem al maanden, maar besloten uiteindelijk hem toch over te leveren aan de autoriteiten.

Mandela werd veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor het aanstoken tot staken en voor het reizen zonder toestemming. Alle niet-witte Zuid-Afrikanen moesten een pasje hebben dat bepaalde waar ze mochten verblijven. Reizen naar andere provincies was niet toegelaten.

… wordt 2 jaar later levenslang

Het was de Zuid-Afrikaanse regimeleiders echter om veel meer te doen. Een jaar later vonden zij via een infiltrant documenten en foto’s die Mandela’s betrokkenheid bij de organisatie van het gewapend verzet bewezen. Mandela en de andere opgepakte leiders bekenden sabotage, maar ontkenden het organiseren van een guerrilla-oorlog. Op 12 juni 1964 werden Mandela en de andere beschuldigden veroordeeld tot levenslang.

De openbare aanklager had de doodstraf geëist. De rechter legde ‘slechts’ levenslang op. In werkelijkheid werd het regime zwaar onder druk gezet door een internationale solidariteitscampagne over heel de wereld. Mandela gaf op 20 april 1964 bij het begin van het proces – toen hij nog de doodstraf riskeerde – zijn befaamde ‘Ik ben bereid te sterven’-toespraak.

Daarvoor inspireerde hij zich op de eveneens iconische speech van Fidel Castro ‘De geschiedenis zal me vrijspreken’ op zijn proces voor ‘hoogverraad’ in Cuba op 16 oktober 1953. Mandela weigerde een verdedigingspleidooi te voeren en besloot zijn politieke toespraak met de volgende woorden:

“Ik heb heel mijn leven toegewijd aan de strijd voor het Afrikaanse volk. Ik heb gestreden tegen witte overheersing en ik heb gestreden tegen zwarte overheersing. Ik heb altijd het ideaal gekoesterd van een democratische en vrije maatschappij, waarin alle mensen samenleven in harmonie en met gelijke kansen. Dit is een ideaal dat ik hoop nog te beleven en gerealiseerd zien. Maar, mijnheer de voorzitter, als het nodig is, is dit een ideaal waarvoor ik bereid ben te sterven.”

Robben Island, 1964-1982

Van 1964 tot 1982 werd Mandela gevangen gezet op Robben Island, een klein eiland met zicht op Kaapstad. Ontsnappen al zwemmend was onmogelijk door de sterke stromingen en de aanwezigheid van haaien. Hij verbleef 18 jaar in een kleine cel met een stromat als bed. Overdag moesten ze rotsen fijn hameren in een kalksteengroeve. De glinstering van de kalkmineralen in de zon en het verbod op zonnebrillen heeft Mandela’s zicht definitief beschadigd.

De kalksteengroeve op Robben Island. Foto: Rüdiger Wölk / CC BY-SA 2.0

’s Avonds studeerde hij rechten per correspondentie. Kranten waren verboden en meermaals werd hij tot eenzame opsluiting veroordeeld, omdat hij betrapt werd met krantenknipsels. Hij had recht op één bezoek en één brief per zes maanden. Al zijn post werd geopend en gecensureerd. Hij kreeg geen toestemming om de begrafenis van zijn moeder bij te wonen in 1968 en die van zijn zoon Thembi, die een jaar later verongelukte in een auto-ongeval.

Zijn vrouw Winnie Mandela miste dikwijls het enige bezoek per zes maanden, omdat ze zelf regelmatig werd opgepakt voor politieke activiteiten. Hij zag zijn dochters voor het eerst in 1975, na 11 jaar gevangenschap op Robben Island.

In de jaren 1970 taande zijn ster aanvankelijk. Meer radicale jonge leiders verwierpen zijn aanpak als te gematigd en te inschikkelijk. Zij deelden ook niet zijn respect voor witte anti-apartheidsactivisten. In juni 1978 kwam hij terug in de internationale aandacht naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag die vanaf 1980 leidde tot grootschalige Free Mandela-campagnes wereldwijd.

Vooral dankzij de steun aan het apartheidsregime van de Britse en de Amerikaanse regering slaagde de Boycott Apartheid Movement er jarenlang niet in westerse economische sancties af te dwingen. Het ANC werd wereldwijd in de media nog steeds afgeschilderd als een terroristische organisatie – in België was De Standaard tot in de jaren 1980 een van de hevigste verdedigers van het regime.

Het regime in Pretoria begon echter de negatieve gevolgen te ondervinden op de economie en de verbanning van de Olympische Spelen en alle internationale competities beschadigde het imago van het regime. Het interne repressie-apparaat – het systeem van de pasjes vergde tienduizenden ambtenaren – werd ook te duur. Bovendien trokken economische actoren weg wegens de aanslagen en de repressie. De vreselijke beelden van slachtpartijen door de politie konden niet langer verborgen gehouden worden.

Polsmoor Prison, 1982-1988

In een poging om Mandela tot een compromis te bewegen, werd hij in 1982 overgeplaatst naar Pollsmoor Prison in een randgemeente van Kaapstad. Het regime deed dat tevens om hem te isoleren van de jongere politieke activisten die op Robben Island werden vastgehouden. Mandela mocht tuinieren en onbeperkt lezen en kreeg recht op één brief per week (schrijven én ontvangen).

Halfweg de jaren 1980 escaleerde de repressie van het verzet zodanig dat het buitenland een regelrechte burgeroorlog vreesde. Meerdere grote bedrijven en banken verzochten president Botha om Mandela vrij te laten. Buitenlandse investeringen vielen bijna helemaal stil.

Binnenkoer van het cellencomplex op Robben Island. Foto: BKP / CC BY-SA 2.0

In 1985 kreeg hij van Botha het aanbod op vrijlating als hij “onvoorwaardelijk geweld verwerpt als politiek wapen”. Mandela weigerde: “Welke vrijheid wordt mij aangeboden als de organisatie van het volk (het ANC) verboden blijft? Alleen vrije mensen kunnen onderhandelen. Een gevangene kan geen contract afsluiten.”

In juni 1985 riep president Botha de nationale noodtoestand uit. Het ANC antwoordde op de moordende repressie met 231 aanvallen in 1986 en 235 in 1987. Botha weigerde nog steeds rechtstreeks met Mandela te onderhandelen en drie jaar lang had hij alleen gesprekken met minister van Justitie Kobie Coetsee, zonder eng concreet resultaat. Het regime bleef elk compromis weigeren dat een regering op basis van een meerderheid toeliet.

Mandela’s 70ste verjaardag in 1988 werd gevierd met een huldeconcert in Wembley Stadium dat rechtstreeks werd uitgezonden en door 200 miljoen mensen werd bekeken. Alleen de VS-media zonden het concert met vertraging uit en commentaren tussen de optredens werden ingekort of weggeknipt. De Amerikaanse tv-kijker zag een ‘Freedom Concert’ zonder te weten waar dit precies over ging.

Victor Verster Prison, 1988-1990

Mandela leed aan tuberculose door de jarenlange blootstelling aan leven in koude, vochtige cellen en werd in 1988 verplaatst naar Victor Verster Prison, waar hij een eigen huis en een persoonlijke huishoudhelper kreeg. Het regime voelde aan dat het nodig was hem op te kalefateren voor een nakende vrijlating. Mandela kon daar zowat iedereen ontmoeten die hij wenste.

In 1989 viel de Berlijnse Muur. Filmbeelden van de repressie door het apartheidsregime werden dagelijks voorpaginanieuws. De westerse media werden grote tegenstanders van de apartheid – zonder er bij te zeggen waarom precies zij tot die ommekeer waren gekomen …

Commentatoren gingen er van uit dat alleen de koppigheid van president Botha zelf zijn vrijlating nog tegenhield. Botha nodigde hem uit ‘for tea‘ zonder dat Mandela toegaf. Zes weken later werd Botha om gezondheidsredenen opgevolgd door F.W. De Klerk, die vrijwel onmiddellijk maatregelen voor zijn vrijlating in gang zette. Begin februari 1990 kondigde hij aan dat Mandela onvoorwaardelijk zou vrijkomen en dat het ANC wettelijk erkend zou worden als politieke beweging. Kort daarna verschenen voor het eerst in twintig jaar recente foto’s van Mandela in de Zuid-Afrikaanse kranten.

11 februari 1990

Op 11 februari 1990 verliet Mandela Victor Verster Prison samen met zijn vrouw Winnie Mandela. Nog dezelfde dag vatte hij in een toespraak vanop de kansel van het stadhuis van Kaapstad zijn politieke plannen samen: vrede en verzoening met de witte minderheid, stemrecht in nationale en lokale verkiezingen. Hij weigerde echter gewapend verzet af te zweren zolang de repressie doorging “als zuiver defensieve actie tegen het geweld van de apartheid”.

In 1994 werd Mandela voor vijf jaar tot de eerste democratische president van Zuid-Afrika verkozen volgens algemeen stemrecht voor elke burger. Hij weigerde een tweede mandaat. De rest is geschiedenis (zie voor een overzicht van Mandela’s politieke erfenis Nelson Mandela (1918-2013), strijder voor een betere wereld).

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.