22 oktober 2010: WikiLeaks publiceert Iraq War Logs, Assange riskeert er levenslang voor

Foto: screenshot The War on Journalism: The Case of Julian Assange

FacebooktwitterFacebooktwitter

10 jaar nadat WikiLeaks de bewijzen voor oorlogsmisdaden door het Amerikaans leger in Irak publiceerde wacht Julian Assange op zijn meer dan waarschijnlijke uitwijzing naar de VS voor spionage. Van alle grote media draagt de Britse krant The Guardian de zwaarste verantwoordelijkheid voor deze gang van zaken.

Op 22 oktober 2020, tien jaar nadat WikiLeaks en Julian Assange beelden publiceerde van het neerschieten van ongewapende burgers en van de ambulances die toesnelden om hen te redden in Irak, organiseren solidariteitsorganisaties een manifestatie in Londen voor de burelen van de Britse krant The Guardian.

Op hetzelfde ogenblik wacht Julian Assange in eenzame opsluiting op zijn uitwijzing naar de VS. Die uitwijzing is bijna onvermijdelijk, na de gang van zaken tijdens de rechtszittingen. Rechter Vanessa Baraitser heeft tijdens deze zittingen geen enkele moeite gedaan om haar vooringenomenheid tegen de beklaagde te tonen. Zij zal haar vonnis bekendmaken in januari 2021.

Dat haar gedrag geen enkele aanleiding geeft tot een schandaal heeft slechts één reden. Het Britse publiek is nauwelijks op de hoogte dat een Australisch journalist vanuit hun land dreigt uitgewezen te worden naar de VS voor ‘spionage’. De Britse media hebben immers bijna nihil bericht over het proces.

Geen enkel Brits medium draagt in deze zaak een grotere verantwoordelijkheid dan de krant The Guardian. Tien jaar geleden was deze krant de eerste om de Iraq War Logs te publiceren. Daar heeft de krant toen financieel enorm van kunnen profiteren. Leescijfers (en kijkcijfers op de website) schoten de hoogte in. In tegenstelling tot Assange ondervindt de krant vandaag geen enkele juridische gevolgen voor zijn toenmalige publicatie.

Sindsdien heeft de krant zich volledig tegen Assange en WikiLeaks gekeerd. Meer dan eender welke Britse tabloid heeft de redactie de persoon van Assange beklad. In The Guardian stond voor het eerst de bewering dat ‘een aanklacht voor verkrachting’ lopend zou zijn tegen Assange in Zweden. Talrijke commentatoren van de krant herhaalden ook steeds weer dat de stelling van Assange dat hij een uitlevering aan de VS riskeerde nonsens was. The Guardian blijft ook verzwijgen dat hun journalisten en niet Assange verantwoordelijk waren voor het publiceren van de wachtwoorden voor duizenden mails die nog niet waren nagekeken voor de verwijdering van namen van personen, die door de publicatie in gevaar konden komen.

Dit is immers de krant die journalisten Luke Harding en David Leigh in zijn redactieploeg heeft. Vooral Harding heeft Assange meermaals beklad, onder meer met de publicatie van wachtwoorden in een van zijn boeken. Die boeken zijn een aaneenschakeling van roddels, plakwerk van ongecontroleerde berichten in andere media, citaten uit context die het omgekeerde suggereren van wat werkelijk gezegd werd, gesuggereerde ‘verbanden’ zonder concrete bewijzen en vooral: zonder ooit enig contact met Assange zelf of iemand anders van WikiLeaks.

Hardings bewering in de krant dat Assange in de ambassade van Ecuador in Londen gesprekken zou hebben gehad met Paul Manafort, voormalig campagneleider van Donald Trump, werd door andere grote media onmiddellijk weerlegd. Toch blijft de krant weigeren om deze bewering recht te zetten.

De Clinton-mails

Het definitieve keerpunt tegen Assange en WikiLeaks kwam er in 2016 nadat WikiLeaks de e-mails van het campagneteam van Hillary Clinton publiceerde. Niet het feit dat daaruit bleek dat de Democratische partij electorale fraude pleegde tijdens de voorverkiezingen tegen Bernie Sanders werd het mediaschandaal. WikiLeaks zou deze mails van Russische hackers hebben gekregen. Daar is nog geen enkel bewijs voor geleverd en WikiLeaks blijft er bij dat deze mails van een interne bron binnen het campagneteam kwamen. Clinton ‘verloor’ vervolgens (met 3 miljoen meer stemmen) tegen Trump.

Sinds Assange uit de Ecuadoraanse ambassade werd gehaald en in eenzame opsluiting zit, zonder degelijk contact met zijn advocaten, heeft The Guardian bijna niets geschreven over de erbarmelijke omstandigheden van zijn proces en gevangenschap. Het weinige dat in de krant over de zaak te lezen was, waren persoonlijke aanvallen en nijdige commentaren tégen Assange. Het stilzwijgen van The Guardian is meer dan symbolisch, omdat alle Britse en buitenlandse media zich in deze zaak door de berichtgeving in deze krant laten leiden.

Hoe effectief de campagne tegen Assange door The Guardian is, blijkt ook uit de berichtgeving in Belgische media. Over de rechtszaak is bijna niets verschenen. Openbare omroep VRT heeft er nog niets over bericht.

De letterlijke en ongewijzigde overname van de roddels en leugens over Assange door Belgische journalisten wijst op een systemisch probleem dat veel dieper gaat dan deze zaak. Meer en meer is buitenlands nieuws verworden tot een ongenuanceerde paste/copy van grote (meestal Engelstalige) media en persagentschappen.

Wie zijn journalistieke ethiek ernstig neemt moet echter reeds lang weten dat berichten in grote media net zo goed moeten worden gecontroleerd en dubbel gecheckt als die van sociale media. Minder en minder nemen journalisten van de grote media nog de moeite om berichten te controleren via eigen bronnenonderzoek. Het resultaat zien we tien jaar na de publicatie van de Iraq War Logs.

Mainstream media kijken vandaag passief toe hoe een collega levenslange opsluiting riskeert voor het publiceren van de bewijzen van oorlogsmisdaden. Hun verontwaardiging over Russische oorlogsmisdaden – hoe reëel die ook zijn – klinkt vandaag holler, valser en ongeloofwaardiger dan ooit tevoren.

Noam Chomsky zei het al meermaals: “De misdaden van je eigen regeringen en hun bondgenoten aanklagen is de eerste taak van echte journalisten. Het is de enige manier om geloofwaardig te zijn over de misdaden van tegenstanders en vijanden.”

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.