Israël erkent de facto het begaan van oorlogsmisdaden

Israël gebruikt fosforbommen bij zijn aanvallen op Gaza. Foto: info-palestine.eu

FacebooktwitterFacebooktwitter

Met de intrekking van de reisvergunning van Palestijns minister van Buitenlandse Zaken Riyad al-Maliki doet Israël veel meer dan het routineus bestraffen van de Palestijnse regering. De openlijke weigering om mee te werken aan eender welk onderzoek door het VN-Internationaal Strafhof naar mogelijke oorlogsmisdaden komt neer op een schuldbekentenis. Er is nog meer aan de hand met deze openlijk koloniale behandeling van een bezet volk.

Israël heeft de VIP-reispas ingetrokken van Riyad al-Maliki, minister van Buitenlandse Zaken van de Palestijnse regering1. Dat doet de regering omdat de minister tijdens zijn laatste buitenlandse reis een gesprek heeft gehad met mevrouw Fatou Bensouda, procureur-generaal van het VN-Internationaal Strafhof in Den Haag.

Palestijns minister van buitenlandse zaken Riyad al-Maliki mag de bezette gebieden niet meer verlaten van Israël. Foto: Agência Brasil/CC BY-SA 3:0

De Israëlische grenscontrole verklaarde zelf tijdens de ondervraging van de minister bij zijn terugkeer dat dit gesprek de reden is voor die strafmaatregel. Israël heeft geen uitleg gegeven over de duur van de schorsing, die voorlopig dus als definitief kan worden aanzien, zolang ze niet wordt herroepen.

Het is al enige tijd bekend dat Israël zeer verveeld zit met de erkenning van Palestina als lidstaat van het verdrag van het VN-Internationaal Strafhof, een voorwaarde om bij het Hof klacht in te dienen tegen personen, staten of instellingen voor het begaan van oorlogsmisdaden en/of misdaden tegen de mensheid.

Vermoeden van onschuld

Het Hof erkent het rechtsprincipe van vermoeden van onschuld van beklaagden. Wanneer het Strafhof een klacht gegrond verklaart en een onderzoek start betekent dat dus geenszins dat de beklaagde schuldig zou zijn. Het Hof heeft reeds meerdere malen andere onderzoeken afgesloten met een vrijspraak (of veroordeling voor een lager misdrijf).

Het officiële standpunt van de regering van Israël is nog steeds dat er een onderhandelde oplossing moet komen die naar twee onafhankelijke staten naast elkaar moet leiden. Het concrete beleid van Israël zegt iets heel anders. Het centrale streefdoel van de huidige regering van Benjamin Netanyahu is in wezen identiek aan dat van alle regeringen sinds de oprichting van Israël in 1949. Dat beleid komt neer op het status quo van bezetting, kolonisatie en apartheid.

Een Palestijns gezin kijkt vanuit de ruïnes van hun huis naar de opkomende zon in de wijk at-Tuffah in Gaza-stad, kort na de bombardementen door Israël tijdens Operation Protective Edge in 2014. Foto: Anne Paq/activestills.org

Er zijn weliswaar grote verschillen tussen opeenvolgende regeringen qua retoriek en qua intensiteit en verbetenheid waarmee de bezetting wordt verdergezet, waarmee nieuwe koloniale nederzettingen worden gebouwd en waarmee de apartheid in Israël zelf wordt geconsolideerd. De essentie is echter al 70 jaar dezelfde. Met de intrekking van de VIP-reispas van de Palestijnse minister toont Israël aan de wereld dat er nog steeds geen onafhankelijke Palestijnse staat en regering bestaan.

Eerste minister Benjamin Netanyahu noemde de beslissing van het VN-Strafhof om een onderzoek te starten naar mogelijke oorlogsmisdaden begaan in Gaza tijdens de aanvallen van de voorbije twintig jaar ‘antisemitisch’. Erg veel bijval kreeg hij daarvoor echter niet. Zelfs in de mainstream media die doorgaans zeer eenzijdig pro-Israël berichten, werd die bewering met de nodige korrel zout weergegeven. Zijn internationale verklaringen zijn dan ook hoofdzakelijk voor het eigen kiespubliek bestemd.

Geopolitieke machtsverhoudingen

Of er inderdaad een echt gerechtelijk onderzoek komt door het Strafhof is ondertussen nog steeds zeer twijfelachtig, aangezien Israël bij voorbaat elke medewerking weigert en de toegang ontzegt tot het eigen grondgebied, laat staan tot de bezette gebieden.

Bovendien weet Israël zich verzekerd van de volledige steun van de regering van president Joe Biden, wiens Midden-Oostenpolitiek een kopie is van dat van zijn voorganger. De VS weigeren zelf erkenning van het VN-Strafhof. Het is het enige land ter wereld dat een wet heeft die verklaart dat de VS met een militaire operatie zal beletten dat een VS-soldaat ooit zou berecht worden door het Strafhof in Den Haag.

Hoofdkwartier Internationaal Strafhof in Den Haag. Foto: Hypergro/CC BY-SA 4:0

Het VN-Strafhof moet noodgedwongen met deze machtsverhoudingen rekening houden. Tot nu heeft het Hof bijna uitsluitend oorlogsmisdadigers berecht uit Afrika (oorlogsmisdaden in ex-Joegoslavië werden door een bijzonder Hof behandeld). De personen die tot nu door het Hof werden gevonnist zijn zonder de minste twijfel schuldig bevonden op basis van een correcte rechtsgang. Zolang het Hof geen westerse beklaagden vervolgt (van Henry Kissinger tot Tony Blair) of kan vervolgen blijft deze instelling desalniettemin lijden aan geloofwaardigheid.

Toch is het feit dat het Strafhof nu heeft aanvaard om mogelijke oorlogsmisdaden door het Israëlisch bezettingsleger te onderzoeken politiek en symbolisch zeer belangrijk. Het verplicht Israël (en de VS) immers om openlijk tegen het internationaal recht in te gaan (zie o.a. Zal Internationaal Strafhof VN eindelijk Israëlische oorlogsmisdaden oordelen?).

Tegenstanders van de bezetting van Palestina putten zich vaak uit in juridische traktaten die moeten aantonen dat er wel degelijk oorlogsmisdaden worden begaan in de bezette gebieden. Dat is echter grotendeels tijd- en energieverspilling. Israël is immers zelf al zeer lang overtuigd dat zijn leger oorlogsmisdaden begaat (zie o.a. Israel gaf schendingen Conventies van Genève al in 1967 toe).

Sinds het VN-Strafhof heeft aanvaard mogelijke oorlogsmisdaden door Israël te vervolgen, heeft Israël overigens een aantal beperkende reismaatregelen genomen voor buitenlandse reizen, in hoofdzaak van hoge militairen. Ook al zijn tot nu alle ooit in het buitenland aangehouden Israëlische burgers weer vrijgelaten, het blijft telkens weer een internationale blamage.

Dilemma voor de EU

Bovendien stelt de beslissing van het Strafhof vooral de EU voor een dilemma. De officiële lijn van ‘kritische commentaar’ zonder enige concrete hint van sancties wordt er openlijk door in diskrediet gebracht. De EU kan immers zeer moeilijk kritiek geven op het Strafhof, aangezien de EU (en in het bijzonder EU-lidstaten en voormalige Afrikaanse kolonisatoren Frankrijk en Groot-Brittannië – voor Brexit) altijd een van de grootste pleitbezorgers was en nog steeds is van vervolging van oorlogsmisdadigers in Afrika (en in ex-Joegoslavië).

De intrekking van het reisvisum voor de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken is voor de Palestijnse regering en de Palestijnse bevolking slechts een zoveelste mishandeling in een zeer lange rij en verhoogt bovendien het Palestijns internationaal prestige als de underdog die zich wel aan het internationaal recht houdt.

Voor Israël zelf valt het imagoverlies niet te onderschatten – zelfs met de zeer beperkte aandacht die de mainstream media er hier aan geven. In de rest van de wereld, buiten de bubbel van het ‘vrije’ westen, is men immers verstandig genoeg om tussen de lijnen door te lezen. Met deze recente beslissing erkent Israël de facto en de jure dat zijn leger oorlogsmisdaden begaat.

 

Note:

1 Als onderdeel van de akkoorden van Oslo kreeg de Palestijnse regering de officiële naam Palestijnse Autoriteit (PA), omdat Israël ten allen prijze wil vermijden dat Palestina erkend zou worden als een staat met normale instellingen. Met deze naamgeving bedot Israël uiteraard niemand, maar ‘keeping up appearances’ is een vast ingrediënt van de buitenlandse politiek van Israël. Zo noemt Israël de bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever ‘Judea en Samaria’ en spreken vertegenwoordigers van het land nooit over ‘bezette gebieden’, maar over ‘betwiste gebieden’. De Palestijnen die nog steeds in Israël wonen en de Israëlische nationaliteit hebben worden ook altijd ‘Arabieren’ genoemd, wat overigens niet fout is, want de Palestijnen zijn inderdaad een van de vele Arabische volkeren.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.