Wat brengt u hier? Aan tafel voor een boeiend gesprek met Paul Verhaeghe

Een gesprek met Paul Verhaeghe. Foto: Sarah Vankersschaever

FacebooktwitterFacebooktwitter

Een boek gebaseerd op interviews is meestal geen goed idee, zo menen uitgeverijen toch. De uitzondering bevestigt de regel en die uitzondering is ‘Wat brengt u hier?’. De Standaard-redacteur Sarah Vankersschaever bundelde tientallen gesprekken met psychotherapeut Paul Verhaeghe. Zij nodigt je uit aan tafel bij de mens achter de boeken, de lezingen, de artikels (en de recensies). Opdracht geslaagd.

Een interview omzetten in een uitgeschreven tekst is geen sinecure. Er kruipt veel meer tijd in dan in de interviews zelf. Dan heb ik het nog niet over de voorbereidingstijd die je er aan besteedt. In dit geval was voor de interviewer het lezen van de boeken van Paul Verhaeghe en heel wat van zijn lezingen en artikels een minimum.

Spreken en schrijven, andere talen

Bovendien, zelfs van de meest erudiete gesprekspartner zet je de spreektaal niet zomaar om in schrijftaal. Je staat er van versteld hoe slecht spreektaal leest wanneer je ze letterlijk neerpent. Zinnen worden onderbroken, niet beëindigd, werkwoorden ontbreken, pauzes, euh’s …

Je gast haalt thema’s door elkaar, springt terug naar een vorige redenering of wijkt af. Het hoort allemaal geordend te worden en herlezen, herlezen, herlezen, door de interviewer – én door de geïnterviewde. Dat doe je terwijl je de dynamiek van het gesprek wil eerbiedigen …

En wie dacht dat interviews omzetten van personen die geen Nederlands verstaan eenvoudiger is – hij/zij kan toch niet dubbelchecken? – vergist zich. Met de hedendaagse vertaalapps leest iedereen na wat je geschreven hebt. Dit is geduldwerk en het resultaat is zelfs na uren herwerken nog niet gegarandeerd klaar.

Een recensie van een interviewboek voelt bovendien wat raar. Wie beoordeel je, wie is de auteur? Sarah Vankersschaever. Maar, het overgrote deel van de tekst is Paul Verhaeghe. Is hij dan niet de ‘auteur’. Even verduidelijken.

Deze recensie beoordeelt beiden, maar de auteur van dit boek is wel degelijk Sarah Vankersschaever. Zij is uitstekend geslaagd in haar opdracht, zette haar gesprekken met Verhaeghe om in een vlot leesbaar boek, stelde de juiste vragen en beperkte zich tot spaarzame eigen bemerkingen bij elk hoofdstuk.

Liefde in tijden van eenzaamheid

Vijf thematische hoofdstukken vertrekken vanuit Verhaeghes eerste boek Liefde in tijden van eenzaamheid (1998) – niet echt zijn eerste boek, wel zijn eerste voor een ruim publiek. Verhaeghe verdedigt zijn vakgebied, maar is er tegelijk kritisch over.

Zijn voornaamste inspiratiebronnen zijn de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan (1901-1981), de Oostenrijker Sigmund Freud (1856-1936), grondlegger van de psychoanalyse en de Griekse filosofen.

Die hadden hun kwaliteiten én hun tekortkomingen. Zo dacht Freud nog volledig vanuit het kerngezin met de afwezige strenge vader en de thuisblijvende meestal ‘zenuwzieke’ moeder als enige geldende norm. Bovendien ging het bij Freud alleen over gezinnen van de hogere middenklasse. Bepaald vrouwvriendelijk was de man niet. Dat neemt niet weg dat Freud ons nog altijd heel wat te vertellen heeft.

Verhaeghe is ook over zichzelf kritisch. Hij is net als zijn inspiratiebronnen een kind van zijn tijd. Hij stelt ondermeer vast dat zijn Liefde in tijden van eenzaamheid in 1998 te beperkt was, geen rekening hield met andere dan heteroseksuele normen.

Tussendoor praat hij ook over zijn jeugd in geboortedorpje Gits, het internaat en zijn ontdekking van de wereld aan de universiteit in Gent, zijn huwelijk, zijn kinderen en kleinkinderen. Dat doet hij zonder de privacy van zijn familie te schenden. Je weet na dit boek net genoeg over zijn privé-leven om zijn professionele loopbaan in de juiste context te plaatsen.

Ik ben het niet altijd eens met wat hij zegt. Zo is bijvoorbeeld zijn stelling dat de Republikeinse democratische regering van Spanje de nederlaag tegen Franco alleen aan interne verdeeldheid te danken zou gehad hebben wat kort door de bocht. De oorzaken van die ondergang zijn complexer en genuanceerder (en een eigen artikel waard).

Zeer herkenbaar wordt dit boek voor mij (en velen van onze generatie) wanneer hij George Orwell1 als inspiratiebron aanhaalt. Zijn Homage to Catalonia (1938) is nog altijd hét boek over de Spaanse Burgeroorlog (samen met de film Land and Freedom van 1995 van Ken Loach). Het was een van de eerste boeken die ik in het Engels las.

Er stonden wat Spaanse zinnen en woorden in, wat me na lectuur ergens omstreeks 1983 aanzette om die taal te leren. For Whom the Bell Tolls (1940) van Ernest Hemingway (1899-1961) las ik toen ook, een prachtige roman, maar hij houdt zich op de vlakte over de Burgeroorlog zelf. Hoogstaande literatuur, maar Orwell was beter.

Snakes in suits

Ik dacht een foutje te lezen wanneer Verhaeghe de fameuze quote van Appolo-13-astronaut Jack Swigert2 aanhaalt. Moet dat niet ‘Houston, we have a problem’ zijn? Neen, het typeert hoe grondig Verhaeghe zijn research doet. Weinig geweten, maar het echte citaat is wel degelijk ‘Houston, we’ve had a problem here’.

In zijn flegmatieke en bedaarde stijl weet Verhaeghe maatschappelijke clichés tot hun ware dimensie te herleiden. ‘Vandaag is het ideaal de succesvolle, hyperactieve ondernemer met het perfecte lichaam. De mensen die daar niet aan beantwoorden zijn losers. De mensen die er teveel aan beantwoorden zijn “Trumps”: narcisten en psychopaten. Volgens de Canadees Robert Hare, toponderzoeker binnen het domein van de psychopathie, vind je de tweede groep aan het hoofd van multinationals. Hij heeft het over “snakes in suits”’.

Over zijn laatste boek Houd afstand, raak me aan (2020): ‘In het Westen zijn we steeds angstiger voor de ander, de autochtoon voor de allochtoon, de oudere voor de jongere, de man voor de vrouw en de vrouw voor de man … De ironie is dat het bij ons nog nooit zo veilig is geweest, statistisch gezien is er aantoonbaar minder geweld.’

‘De pandemie heeft dan wel een groot aantal mensen, zeker tijdens de eerste lockdown, bang gemaakt voor hun gezondheid, maar wat ik in Houd afstand, raak me aan duidelijk wil maken, is dat COVID-19 klein bier is vergeleken met de klimaatchaos. Collectief voelen we daarvoor nog veel te weinig angst. Dat zal de komende maanden wel veranderen, denk ik.’

En over de doorgeslagen drang om alles te medicaliseren en te mediatiseren: ‘Ik moet denken aan de jaarlijkse dorpskermissen uit mijn kindertijd: elke editie had haar vechtpartij. Niemand die dat raar vond. Vandaag staat het in de krant en wordt er een psycholoog bijgehaald.’

Wat mij op mijn beurt deed denken aan de opgeklopte heisa over de parasolincidenten aan zee. De commerciële zender wijdde er zelfs een volledige ‘onderzoeksreportage’ aan, volledig op lucht gebaseerd, maar wel ‘goede’ televisie, want veel bekeken.

Idealiseren doet Verhaeghe het verleden niet, integendeel. Met het verwijderen van de negatieve aspecten van het introverte, verkrampte katholieke Vlaanderen heeft men ook zowat alle positieve elementen van die tijd – die er ook waren – vergooid.

De conclusie is onvermijdelijk. Heel wat van onze ‘ziektes’ vallen niet individueel te verklaren. We leven in een ziekmakend economisch systeem, in een psychose van altijd maar meer, sneller, meer werken, meer consumeren, meer reizen om terug te ontspannen, waarna we nog meer gestresst terug aan het werk gaan.

Boeken

Verhaeghe schrijft boeken (en is van plan dat te blijven doen) maar leest er ook veel – en niet uitsluitend in zijn vakgebied. Verhalen, fictie, zijn voor hem zelfs veel interessanter en leerrijker dan doorwrochte wetenschappelijke analyses. Je vindt de boeken die hij citeert in Wat brengt u hier? achteraan terug in een nuttige bibliografie.

Een aantal van die boeken heeft hij gerecenseerd, want sinds 17 augustus 2019 houdt Verhaeghe een eigen boekenblog bij waar een breed gala aan fictie en non-fictie aan bod komt. Een aantal daarvan heeft deze website overgenomen.

Lees zeker zijn recensies Fantoomgroei: Waarom we steeds harder werken voor steeds minder, De kleine Freud – Zijn psychoanalytische theorie samengevat en De onzichtbare hand – Hoe markteconomieën opkomen en neergaan van historicus Bas van Bavel die hij in Wat brengt u hier? regelmatig citeert als inspiratiebron. Zeer de moeite is ook Ontdek de wijsheid van bossen: het leven is géén langgerekte concurrentieslag.

‘In het Westen zijn we steeds angstiger voor de ander, de autochtoon voor de allochtoon, de oudere voor de jongere, de man voor de vrouw en de vrouw voor de man… De ironie is dat het bij ons nog nooit zo veilig is geweest, statistisch gezien is er aantoonbaar minder geweld.’

Niet in zijn eigen boekenblog maar wel geciteerd in Wat brengt u hier? zijn de boeken Rovers, christenhonden, vrouwenschenders – De Kruistochten in Arabische kronieken (1992) van Amin Maalouf en The Spirit Level – Why Equality is Better for Everyone (2009) van de Britse sociologen Richard Wilkinson en Kate Pickett. Eveneens absolute aanraders (of, zoals dat tegenwoordig heet ‘eye openers‘).

Paul Verhaeghe zet je aan het denken en aan het lezen, niet alleen van zijn eigen boeken. Boeken … eenmaal je er door besmet bent, kan je alleen nog doorgaan. Wat brengt u hier? is er een van.

Er staat nog zoveel meer in Wat brengt u hier? Aan de lezers om het te ontdekken.

 

Sarah Vankersschaever. Wat brengt u hier? – In gesprek met Paul Verhaeghe. De Bezige Bij, Amsterdam, 2021, 272 pp. ISBN 978 94 031 2531 2

PS. Over “dubbele” en ‘enkele’ aanhalingstekens

Ik kreeg als generatiegenoot (°1953) van Verhaeghe nog de strenge regel ingehamerd dat je “citaten” en “uitgesproken zinnen” tussen dubbele aanhalingstekens hoorde te zetten en enkele aanhalingstekens alleen voor ‘ironische’ of ‘niet letterlijk’ bedoelde omschrijvingen gebruikte. Ik schrijf uit gewoonte nog altijd zo. Tegenwoordig is men daar vrijer in en in Nederland is omgekeerd de norm geworden, in Vlaanderen wordt er nog gezwalpt tussen beide.

Eigenlijk zou het beter zijn een van beide gewoon af te schaffen, de “dubbele” dan maar. Ik ‘overweeg’ in deze recensie voor het eerst de overstap… Wel vind ik in Wat brengt u hier? het onderscheid voor de lezers tussen ‘wat Paul zegt’ en de eigen opmerkingen zonder aanhalingstekens van Vankersschaever niet duidelijk. Je moet wat verder lezen voor je het doorhebt. Een ander lettertype, vet (zoals de vragen) of cursief was handiger geweest. Doet verder niets af aan de topkwaliteit van dit boek.

 

Notes:

1   George Orwell, schrijversnaam van journalist Eric Blair (1903-1950), was als auteur vooral bekend voor zijn dystopische romans 1984 (1949) en Animal Farm (1945). Hij was echter ook een zeer actief journalist, essayist en literair criticus. Orwell geloofde niet in de mythe van de neutraal observerende reporter.

2   Apollo-13 moest in april 1970 de derde landingsoperatie op de maan worden. Na een explosie in de zuurstoftanks moest de driekoppige bemanning vier dagen overleven in de ijskoude en piepkleine landingsmodule, gebouwd voor twee personen, terwijl de basis in Houston een methode uitwerkte om de bemanning terug naar de aarde te krijgen. Het nummer 13 van de missie wordt door bijgelovigen nog steeds geciteerd als bewijs voor de echtheid van ongelukscijfer 13.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.