Henry Kissinger (1923-2023): ‘briljant’ oorlogsmisdadiger sterft ongestraft

FacebooktwitterFacebooktwitter

Het is zeker niet te wijten aan tijdsdruk of gebrek aan bewijzen dat Henry Kissinger nooit werd vervolgd voor zijn oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid, hij werd op 27 mei 2023 100 jaar. Duitse oorlogsmisdadigers werden berecht toen ze ouder waren dan 90 jaar. Het had dus wel gekund – als de ‘powers that be’ dat zouden gewild of toegestaan hebben. Niet dus. Van de doden niets dan goed? Niet in deze herdenking.

Ik hoor deze heuglijke morgen 30 november 2023 op de radio dat een oorlogsmisdadiger is heengegaan zonder ooit berecht te worden. ‘Oorlogsmisdadiger voor de een, briljant staatsman voor de andere’ – laat ik dat toch even iets accurater herformuleren:

“Kissinger was een oorlogsmisdadiger, maar voor sommigen was dat geen probleem”.  En als ik me helemaal laat gaan maak ik er dit van “Kissinger was een van de grootste oorlogsmisdadigers van de 20ste eeuw, voor sommigen was dat geen probleem want hij was een briljant oorlogsmisdadiger, en hij stond aan onze kant, de goede kant”.

In deftige kringen noemen ze een dergelijk persoon een ‘realist’ of een ‘pragmaticus’ die zijn keuzes niet bepaalt aan de hand van edele principes, maar aan de hand van belangen en machtsbehoud.

Kissinger liet al zijn telefoongesprekken opnemen en uitschrijven, zodat hij kon bijhouden welke leugens hij aan wie had gezegd. Foto: whitehouse.gov/Public Domain

Ook die formulering klopt niet helemaal, Kissinger ageerde wel degelijk op basis van rotsvaste principes, waar hij nooit van afweek.  Die principes kon je samenvatten als ‘alles wat ik doe, het maakt niet uit wat, is goed zolang het de overmachtspositie van de VS over de rest van de wereld in stand houdt en als het even kan ook vergroot”.

Briljant politicus en auteur…

In diezelfde deftige kringen leest men vol bewondering zijn lijvige boeken, waar hij er heel wat van heeft geschreven. Zijn gedetailleerde kennis van de geschiedenis – tenminste die van de machthebbers, van Richelieu over Metternich tot Nixon – was enorm. Hij kon dus met ‘gezag’ zijn boeken schrijven, die ruim werden gepromoot in vele talen door de grootste boekhandels.

Memorandum aan het FBI om tegenstanders van de oorlog in Vietnam af te luisteren, zonder daarvan rapporten bij te houden. Document: nsarchive.com

Kissinger verspilde nooit een woord aan de gewone mens die onder de regimes van zijn voorkeur de gruwelijke tol betaalden. Overigens gold die minachting voor het klootjesvolk in Latijns-Amerika en Azië – de twee continenten waar zijn bloedige erfenis de meeste slachtoffers maakte – ook voor de gewone mens in zijn eigen land, de VS.

Daar kwam hij in 1938 op 15-jarige leeftijd uit Duitsland toe, op vlucht voor het fanatiek antisemitisme. Briljant als hij was tijdens zijn studies en zijn academische loopbaan, slaagde hij er desalniettemin nooit in zijn vettig Duits accent af te leggen, wat nochtans talloze anderen die op jonge leeftijd emigreren naar een andere taal wel lukt, niet op alle vlakken zo briljant dus.

President kon hij niet worden, vermits hij niet in de VS geboren was, zoals de Grondwet voorschrijft. Het zou een machtsdenker als hij nochtans perfect gepast hebben. In het hedendaagse mediaklimaat zou zijn Duitse accent en afkomst hem meer parten spelen. Een vlotte babbelaar voor praatprogramma’s was hij nooit. Dat vond hij trouwens zelf beneden zijn waardigheid, en daar kan ik hem wel in volgen.

Geen tegenspraak aub…

Deelnemen aan debatten deed hij niet. Ik reken hier niet de ‘debatten’ mee tussen gelijkgestemde zielen à la Wereld Economisch Forum en gelijkaardige gehypete evenementen, waar hij altijd een welgekomen gast was.

Memorandum van 1970 waar de (mislukte) staatsgreep in Chili wordt besproken. Drie jaar later lukte het wel… een voorbeeld van overheidstransparantie, waar de Vlaamse regering de mosterd haalde voor het PFOS-dossier. Document: nsarchive.gwu.edu

Hij gaf alleen toespraken en lezingen – waar hij zich zeer gul liet voor betalen – voor een welgesteld publiek dat in zijn woorden de bevestiging vond van de dingen die ze al dachten, over hoe goed ze toch wel zijn en dat er met de wereldorde, die hen toevallig zeer lucratief uitkomt, niets verkeerds is, dat het niet meer dan normaal is dat die met alle middelen in stand wordt gehouden door briljante figuren als Kissinger zelf.

Aan andersdenkenden overtuigen deed hij nooit. Dat kon hij ook niet, en hij verloor er dan ook geen tijd aan. Er was één andere briljante Joods-Amerikaan die hij wel vreesde en waar hij in geen enkel geval mee in dezelfde ruimte wilde betrapt worden.

Deze andere man die minstens even erudiet en briljant als hijzelf is staat echter niet aan de kant van de macht, denkt en ageert op basis van morele principes en hoeft dus niet te rekenen op de mainstream bijval die Kissinger ook nu na zijn overlijden nog te beurt valt. Wie me kent weet wie bedoeld wordt. Tip: hij is vijf jaar jonger dan Kissinger (antwoord onderaan dit artikel).

Een man van zijn tijd?

Of Kissingers boeken de tand des tijds zullen doorstaan mag betwijfeld worden. Zonder de minste twijfel komen ze ooit terecht in de stoffige hoek van de bibliotheken waar nu ook de ‘briljante’ boeken van de 19de eeuw terecht komen, toen slavernij, kolonialisme, imperialisme, raszuiverheid en propaganda nog deftige begrippen waren.

Ontoelaatbaar: een democratische verkiezing in een ander land. Document: nsarchive.gwu.edu

Het blijft immers een harde wet van de geschiedenis: zij die alle lof oogsten tijdens hun leven voor hun ‘realistische’ kijk op de wereld worden later verguisd; zij die tijdens hun leven worden verguisd krijgen achteraf gelijk.

Het zijn die laatsten die de slavernij, het kolonialisme en het imperialisme veroordeelden op het ogenblik zelf dat die monsterlijke fenomenen hun gruwelijke sporen trokken op de rug van miljoenen mensenlevens.

Het is tegelijkertijd ook een harde wet van de mainstream journalistiek dat hun ‘kritische, evenwichtige blik’ op deze briljante geesten nooit komt wanneer het een verschil zou kunnen maken, namelijk op het ogenblik dat zijn oorlogsmisdaden worden uitgevoerd.

Die kritiek komt altijd lang na de feiten, het dringt nu al een beetje door bij zijn overlijden, maar je kan het zo voorspellen: binnen een tiental jaren wordt hij stilletjes afgevoerd – alsof het nooit anders was geweest dat men hem doorslecht vond.

Een van de grootste successen die hem worden toegedicht is de dooi die hij verwezenlijkte tussen de VS en China in 1971. Ook dat mag best wat gerelativeerd worden, net als zijn pendeldiplomatie voor, tijdens en na de Jom Kipoeroorlog van 1973 in het Midden-Oosten

Briljante staatsmannen maken de geschiedenis?

Dat hij zijn opdrachten briljant vervulde en met veel overtuigingskracht overbracht bij de despoten die hij ontmoette lijdt geen twijfel. Hij was de juiste man op de juiste plaats op het juiste ogenblik. Versta onder ‘juist’ niet wat u en ik er onder verstaan.

Kissinger met president Ford, 16 augustus 1974. Foto: Thomas J. O’Halloran/Public Domain

De tendens om grote gebeurtenissen – in feite alles – in de geschiedenis toe te schrijven aan enkele staatsmannen leidt er toe dat wordt vergeten dat die staatsmannen enkel en alleen konden wat ze deden omdat ze machtsstructuren achter zich hadden.

De dooi met China paste in het scenario van de VS om tijdens de Koude Oorlog ten allen prijze te vermijden dat China en de Sovjet-Unie één front zouden vormen. China was nog een economische dwerg, maar wel een land met een enorm potentieel en vooral, een enorme bevolking.

Zonder Kissinger zou die dooi er ook zijn gekomen, misschien wat minder snel, wat minder vlot, maar gekomen in ieder geval. Kissinger was in ieder geval zeer briljant in het bewerken en overtuigen van president Richard Nixon die voor hij president werd nauwelijks enig benul had van buitenlands beleid op het vlakbij gelegen eiland Cuba na, waar hij tijdens zijn vice-presidentschap onder president Eisenhower werk van maakte.

Hoe briljant hij dus ook effectief was, zijn impact had alles te maken met het nuchtere feit dat hij sprak namens de sterkste grootmacht ter wereld. Als Kissinger met zijn briljante genie een man van iets meer edele principes was geweest was hij hoogleraar aan Harvard gebleven en nooit in de cenakels van het Witte Huis doorgedrongen.

Kissinger (l) met president Ford en Indonesisch dictator Soeharto, op 6 december 1975, één dag voor de invasie van Oost-Timor. Foto: David Hume Kennerly/Public Domain

Als Kissinger pakweg in België was gaan wonen had hij misschien ook wel minister van Buitenlandse Zaken kunnen worden, met de impact van het kleine landje dat hij vertegenwoordigde.

Drie leidende principes: macht, macht en macht

Kissinger was er de man niet naar om een duidelijk ideologische lijn te volgen. Hij begon zijn politieke loopbaan weliswaar bij een Republikeins president, maar was even goed thuis bij de andere machtspartij met de al even bizarre, nietszeggende naam ‘Democraten’.

Uitzonderlijk was hij daarin niet, hij had dat gemeen met alle Amerikaanse diplomaten. Echt moeilijk was dat ook niet, op de retoriek na zijn defensie en buitenlandse zaken net de twee zaken waar de beide machtspartijen – op wat stoere retoriek na – identiek hetzelfde denken.

Kissinger (op de rug) met nog een goede vriend van de VS, Zaïrees (Congolees) dictator Mobutu (l), 28 april 1976. Foto: US National Archives/Public Domain

Kissinger sprak zich nooit uit over interne politieke kwesties. Dat defensie en buitenlands beleid door de gewone Amerikaan werd betaald ten koste van zijn loon, zijn gezondheidszorg, zijn onderwijs liet hem steenkoud.

Daarin volgde hij trouwens de lijn die hij ook toepaste bij de regimes en de staatsgrepen die hij steunde – waarvan die van Chili op 11 september 1973 de meest bekende, maar bijlange niet de enige was.

Hij koos altijd voor ‘orde’ en ‘stabiliteit’, Orwelliaanse begrippen die je even moet duiden. Met orde bedoelde hij de ‘orde’ en de ‘stabiliteit’ van de grote bedrijven en de elites die de rest van de bevolking deskundig onder de knoet wisten te houden, tenminste zolang ze dat deden ten bate van de grote multinationals in de VS en ten bate van militaire en geopolitieke belangen van de VS.

Het was de orde en stabiliteit van dictators, van doodseskaders en gruwelijke arbeidsomstandigheden, totaal verbod op vrijheid van meningsuiting, politieke repressie, foltering en executie van dissidenten.

Een staatsman met een erfenis

Kissinger was altijd zeer begaan met zijn erfenis. Hij liet al zijn gesprekken noteren en zijn telefoongesprekken opnemen – een diplomaat die voor hem werkte formuleerde het ooit zo: “Kissinger moest wel goed bijhouden wat hij had gezegd, om altijd te weten welke leugen hij tegen wie had gezegd”.

Ook al had hij geen enkele officiële functie meer, hij was altijd een welkome gast op vergaderingen in het Witte Huis, hier met president Obama (met naast hem zijn vicepresident Joe Biden), 18 november 2010. Foto: whitehouse.gov/Public Domain

Hij gebruikte dat archief selectief in zijn boeken, toespraken en lezingen om zijn imago te vrijwaren, want al deed hij dan in zijn publicaties of kritiek op hem niet bestond, hij wist wel degelijk heel goed hoe zijn tegenstanders over hem dachten en schreven.

Kissinger wilde daarom ook zolang mogelijk de controle behouden op dat archief. Zijn archieven zouden normaal pas binnen vijf jaar geleidelijk vrij komen (50 jaar na 1977, het einde van zijn officiële carrière bij de overheid), maar dankzij een proces door de organisatie National Security Archive zijn heel wat geheime documenten nu al beschikbaar.

Voorlopig kan Kissinger nog even genieten van de passiviteit van de mainstream media om dat potje gedekt te laten, maar het is een kwestie van tijd voor ook zij de feiten niet langer kunnen ontkennen.

Het National Security Archive heeft reeds een eerste dossier opgesteld dat kan geconsulteerd worden op hun website. Wat die documenten aantonen is dat zijn menselijke impact nog vreselijker was dan zijn tegenstanders altijd gesteld hebben.

Zo blijkt uit die documenten onder meer dat hij een cruciale rol speelde in de geheime bommencampagnes op Laos en de Killing Fields van Cambodja en dat hij illegale telefoontaps liet uitvoeren bij andere hooggeplaatste overheidsmensen en bij commentatoren die zijn beleid bekritiseerden.

B52-bommenwerper boven Noord-Vietnam. ‘Anything that flies on anything that moves’. Hoofddoelwitten waren dijken met waterreservoirs voor de rijstoogst werden geviseerd, naast bruggen, spoorwegstations, hospitalen en scholen (klinkt actueel). Foto: USAF/Public Domain

Hij liet ook collega-professoren bij Harvard University afluisteren, die een Open Brief voorbereidden in protest tegen zijn aanpak van de oorlog tegen Vietnam.

Kissinger berispte ooit een assistent toen hij vernam dat die aan de VS-ambassadeur in Argentinië de aanbeveling had gestuurd om bij de militaire dictatuur van Argentinië aan te dringen op een minder agressieve inzet van doodseskaders. In een gesprek met de Argentijnse minister van buitenlandse zaken zette hij dat recht door hem te verklaren dat de junta alle steun kreeg ‘om te slagen’.

Tijdens de staatsgreep en de burgeroorlog in Oost-Pakistan (het latere Bangladesh) deed Kissinger er alles aan om de massamoord op naar schatting 3 miljoen mensen door te laten gaan en uit het nieuws te houden.

Hij bleef heel zijn leven een pragmatisch machtsdenker. Toen hem werd gevraagd of er geen contradictie zat in het verzet van de VS tegen de bouw van kerncentrales in Iran onder de ayatollahs, wegens het gevaar op de ontwikkeling van uranium voor kernbommen, tegenover de steun die de VS hadden gegeven aan de bouw van kerncentrales onder het regime van de sjah, antwoordde hij kort en gevat: ‘Dat was anders, Iran stond toen aan onze kant.”

Hij was bovendien heel nuchter.  Zo vond hij de provocatie van Rusland tot de invasie in Oekraïne als gevolg van de geplande NAVO-uitbreiding zeer onverstandig en gevaarlijk. Rusland is immers een kernmacht.

Hij meende tot zijn laatste dag dat de VS weliswaar dé enige grootmacht moest blijven met overmacht over heel de wereld, maar dat je beter af bent met het toelaten van kleinere regionale grootmachten, die hun plaats kennen en dat overwicht van de VS niet in twijfel trekken.

Oost-Timor

De meest bloederige schandvlek op zijn onverdiende blazoen, niet in absolute cijfers, maar in relatieve cijfers in verhouding tot de bevolking was zijn steun aan de invasie van de voormalige Portugese kolonie Oost-Timor door de militaire dictatuur in buurland Indonesië.

Toen de pas bevrijde kolonie in 1975 stappen zette om een sociaaldemocratisch bestel op te richten, moest het ‘virus’ van onafhankelijk denkende staten snel gedesinfecteerd worden. Als kleine staatjes hun gang zouden gaan, zou dat slecht uitstralen op de overmacht van de VS én een besmettelijk voorbeeld geven aan andere landen.

Kissinger beval Indonesisch president Suharto om te wachten met zijn geplande invasie tot na het vertrek van president Ford, die een reis langs Aziatische bondgenoten afrondde in Indonesië.

Exact de dag na het vertrek begon de invasie, waarbij over enkele jaren tijd 30 procent van de totale bevolking van Oost-Timor werd afgeslacht, een percentage dat van de Tweede Wereldoorlog tot vandaag in geen enkel ander conflict werd geëvenaard.

De tip van een ijzingwekkende bloedrode ijsberg

Het nu reeds beschikbare dossier van het National Security Archive is slechts de tip van de ijsberg.

Een laatste voorbeeld: toen duidelijk werd dat de VS de oorlog tegen de Vietnamese bevolking niet kon winnen, beval hij de massale tapijtbombardementen op de burgerbevolking van Noord-Vietnam.

Zijn uitspraak was ‘antyhing that flies on anything that moves’. Een meer duidelijke oproep tot massamoord tegen burgers bestaat bij mijn weten niet. Israël past datzelfde machtsprincipe vandaag toe.

Nogmaals, Kissinger is niet ‘een oorlogsmisdadiger volgens de enen’. Hij is een oorlogsmisdadiger voor iedereen, maar sommigen vinden dat geen bezwaar, zo eenvoudig is dat.

Voor de apologeten van Kissinger waren zijn oorlogsmisdaden best OK,  zolang ze maar briljant werden uitgevoerd (en vooral, zolang ze alleen op niet-witte mensen ergens heel ver weg werden uitgevoerd).

Ik ben zo vrij te menen dat ‘briljant’ uitgevoerde oorlogsmisdaden nog altijd onverminderd oorlogsmisdaden zijn.

Van de doden niets dan goeds, zegt het spreekwoord. Net zomin als voor andere slechte mensen à la Margaret Thatcher verdient Henry Kissinger in geen enkele geval een diplomatisch in memoriam.  Hij was een slechte mens die geen enkel eerbetoon verdient.

 

(En wie was die ene Amerikaanse jood die Kissinger vreesde? Uiteraard niemand minder dan Noam Chomsky)

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.