Vluchtelingen spreken met elkaar in 1930 … of doen ze dit in 2025?

Bertolt Brecht (1898-1956). Foto: Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

Bertolt Brecht schreef niet alleen theaterstukken, hij pende ook songteksten, dichtbundels en tien romans. ‘Gesprekken onder vluchtelingen’ is een nooit voltooide roman die na zijn dood werd gepubliceerd. Dit is de eerste Nederlandse vertaling. Twee vluchtelingen babbelen met elkaar in hun ballingsoord Helsinki. Een tijdsdocument dat net zo goed vandaag geschreven kon zijn.

Kalle en Ziffel zijn twee vluchtelingen uit Duitsland die elkaar in een café in de Finse hoofdstad Helsinki ontmoeten en over eender wat praten dat hen te binnen valt.  Soms gaan ze samen op wandel. Ziffel is een intellectueel, Kalle een arbeider. Heel even in het begin zijn ze nog de Dikke en de Korte, tot ze elkaar beter leren kennen. 

Kalle en Ziffel

Ze hebben het over paspoorten, bier, sigaren, over Hoeheetienou – die ze af en toe bij zijn echte naam Hitler noemen – of over Zwitserland, Frankrijk, de VS met hun holle oppervlakkigheid, Zweden, de Italiaanse spoorwegen, fascisme, patriotisme, onderwijs, democratie en humor.

Enkele citaten: “Zwitserland is een land dat beroemd is om de vrijheid die je er kunt genieten. Maar dan alleen als toerist.” “Ik heb het altijd al vreemd gevonden dat je wordt geacht te houden van het land waar je belasting betaalt.”

“Volk is een gek woord, is dat u weleens opgevallen? Naar buiten toe heeft het een heel andere betekenis dan naar binnen. Naar buiten toe, naar andere volkeren, horen de grootindustriëlen, Junkers (de vroegere Pruisische landadel, LV), hoge ambtenaren, generaals, bisschoppen enzovoort natuurlijk wel bij het Duitse volk en niet bij een ander. Maar naar binnen toe, waar het echt om de macht gaat, zul je deze mensen altijd over het volk horen als de ‘hardwerkende Duitser’ of de ‘gewone man’ enzovoort, wat ze dan kennelijk zelf niet zijn.”

Foto: LV

In 2025 hebben we in eigen land twee partijen die net zo over hun ‘volk’ denken. En als laatste citaat: “Elke regering die weer een oorlog verklaart belooft hetzelfde als een alcoholist die het glas heft: nou, dit is écht de laatste, hoor.”

Ziffel is de doordenker, hij schrijft er memoires over, terwijl Kalle de nuchtere observator is die zijn lot zonder illusies aankijkt. Dat Kalle een arbeider zou zijn, overtuigt niet helemaal. Het doet niet af aan de waarde van deze korte roman. Kalle’s inbreng in de Gesprekken is even boeiend als die van zijn gesprekspartner, maar hier spreekt eerder een ‘arbeider’ zoals een intellectueel als Brecht denkt dat die zou zijn. 

Het is voor de lezers klaar dat dit overpeinzingen zijn van Brecht zelf. De losse dialoogvorm van deze onafgewerkte roman laat hem toe vrij te meanderen over de onderwerpen die aan bod komen. Die dialoogvorm toont dat Brecht vooral een toneelauteur was. 

Wie was Bertolt Brecht?

Duits auteur en theatermaker Eugen Berthold Friedrich Brecht (1898-1956) kennen we beter met zijn zelfgekozen auteursnaam Bertolt, zonder h, met t. Reeds op school schreef hij theaterstukken, waarin hij de spot dreef met de nationalistische oorlogskoorts van zijn land, die hij ‘doelbewuste propaganda’ noemde. 

Ook de soldaten spaarde hij niet, al waren dat dienstplichtigen die geen keuze hadden. Brecht zag dat velen van hen nauwelijks overtuigd moesten worden. Hij noemde hen Hohlköpfe (leeghoofden). Dat werd hem niet in dank afgenomen door de Duitse goegemeente. Het typeerde zijn minachtende, weerbarstige houding tegen de gevestigde machten voor de rest van zijn leven.

Zijn meest bekende werk is de Driestuiversopera (1928), waarin hij voor het eerst samenwerkte met componist Kurt Weill. Daarin komt de nog steeds beroemde regel “Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral” (eerst komt het eten, dan de moraal).

In 1967 publiceerde rockband The Doors een van zijn liederen met Engels vertaalde woorden op hun allereerste album als Alabama Song (Whisky Bar). In België wordt zijn werk nog steeds geëerd door het Brusselse Brecht-Eislerkoor.

Brecht schreef in totaal meer dan dertig toneelstukken en het scenario van de film Wem gehört die Welt? (1932, wie behoort de wereld toe?), verder nog elf eenakters, meer dan 20 liedteksten, tien dichtbundels en tien romans, waarvan een aantal – waaronder dit Gesprekken tussen vluchtelingen – na zijn overlijden werden gepubliceerd.

Brecht had het manuscript voor zijn Gesprekken tussen vluchtelingen klaar in 1941, terwijl hij zelf op de vlucht voor nazi-Duitsland in de VS verbleef. De korte fragmenten achter in het boek die niet bij de Gesprekken horen schreef hij in 1944. Hij werkte het nooit af.  Flüchtlingsgespräche werd postuum in 1959 gepubliceerd.

Vluchteling zijn in 1930 of 2025

De verwijzingen naar de toenmalige actualiteit vergen wel enige historische kennis van de lezers, maar los daarvan zou dit net zo goed vandaag geschreven kunnen zijn. Vluchtelingen weten als geen ander dat de echte oorzaken van hun vlucht niet worden erkend door de landen waar ze terechtkomen. Het wordt nooit expliciet zo gezegd door Kalle en Ziffel, maar je leest het wel tussen de lijnen.

De bijtende ironie van het vluchteling zijn in deze wereld is dat je dikwijls terechtkomt in net die landen die verantwoordelijk zijn voor je vlucht – en je dat nog gaan verwijten. Kijk naar het onmenselijk wrede anti-immigratiebeleid van VS-president Trump en zijn iets meer omfloerste vorm in Europa.

Zowat alle mensen die Trump uitwijst komen uit landen die het slachtoffer zijn van het buitenlands beleid van de VS. Hetzelfde geldt voor de lidstaten van de Europese Unie. Het is geen toeval dat voormalige kolonisatoren Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Nederland en België hard optreden tegen vluchtelingen. De geschiedenis herhaalt zich niet letterlijk, maar de analogieën in Gesprekken tussen vluchtelingen met vandaag zijn onmiskenbaar.

De laatste 17 pagina’s 149-166 zijn een aantal losse bedenkingen van Brecht, zonder verband met de Gesprekken. Je kan ze beter overslaan. 

 

Bertolt Brecht. Gesprekken tussen vluchtelingen. Jurgen Maas, Amsterdam, 2025, 166 pp. ISBN 978 9493 3970 71 – Vertaling Elbert Besaris  

Je vindt alle boekrecensies van uitgeverij Jurgen Maas hier

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.