Investeren in Brusselse Ring en Oosterweel ramp voor klimaat

Een kalm ogenblik op de Brusselse Ring net voor de afslag naar Antwerpen. Een beeld dat steeds zeldzamer wordt.

Een kalm ogenblik op de Brusselse Ring net voor de afslag naar Antwerpen. Een beeld dat steeds zeldzamer wordt. (foto ministerie Hilde Crevits)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Meer rijstroken op Brusselse Ring en de nieuwe Oosterweelverbinding zijn een ramp voor het klimaat, volgens Greenpeace en de Bond Beter Leefmilieu. Ze zijn niet verzoenbaar met de doelstellingen voor een verantwoord klimaatbeleid van de Vlaamse Gemeenschap. Ondertussen blijven alternatieve maatregelen hangen bij lege intentieverklaringen.

Meer auto’s of meer trams

De Vlaamse regering staat de volgende weken voor belangrijke beslissingen die het klimaatbeleid voor tientallen jaren zal vastleggen. Een keuze voor investering in meer rijvakken op de Brusselse Ring of voor nieuwe sneltramlijnen draai je immers niet zomaar terug.

Vandaag 11 januari 2013 gaven Greenpeace en de Bond Beter Leefmilieu meer uitleg bij de resultaten van het onderzoek dat zij lieten uitvoeren door het studiebureau Transport & Mobility Leuven (TML). De TML-studie komt tot een duidelijk besluit. Kiezen voor meer infrastructuur is kiezen tegen de Vlaamse en Europese officiële klimaatdoelstellingen. Het eerste is immers niet verzoenbaar met het andere. Beide zijn elkaars tegenpolen.

Het Milieu Effecten Rapport (MER) van de Vlaamse regering gaat voor zijn analyse uit van een globale aanpak van zowel infrastructuurwerken als van alternatieve maatregelen zoals rekeningrijden, kilometerheffing, openbaar vervoer en leidt daar de mogelijke klimaateffecten uit af (het zogenaamde en-en-beleid). Heel wat van die alternatieve maatregelen zijn echter nog steeds dode letter. Zo werden beslissingen over o.a. rekeningrijden en de kilometerheffing weer eens verschoven tot 2016.

Realistisch scenario

TML heeft de cijfers van het MER gebruikt maar is van een meer realistisch scenario uitgegaan. Wat als alleen maar de infrastructuurwerken er komen en de alternatieven niet? Bovendien heeft het studiebureau de prognoses van de klimaatverandering mee verrekend, iets waar het MER totaal geen rekening mee houdt. Het MER heeft blijkbaar ook nooit van het aanzuigeffect van nieuwe infrastructuur gehoord, want ook dat wordt niet verrekend. TML doet dat wel. Het resultaat is niet fraai.

Het aanzuigeffect van nieuwe infrastructuur is een fenomeen dat al langer bekend is en ruim werd bestudeerd. Bondig  samengevat komt het hier op neer. Wegen geraken verzadigd. Mensen haken daar op af en zoeken alternatieven (sluikwegen/ander werk/openbaar vervoer). Uitbreiding van deze wegen met bijvoorbeeld bijkomende rijvakken lossen de fileproblemen op. Gebruikers gaan terug de wagen nemen omdat de baan opnieuw vrij is. Gevolg: meer mensen dan voorheen op de baan veroorzaken na verloop van tijd opnieuw fileproblemen op de nieuwe wegen. Na verloop van tijd is het gunstige effect van de infrastructuurwerken verdwenen.

Brussel en Antwerpen goed voor 28,6 procent

De Brusselse Ring alleen is verantwoordelijk voor 13,1 procent van de totale uitstoot van wegtransport in België. Bijkomende rijstroken gaan de CO2-uitstoot tegen 2025 met 10,1 procent doen toenemen. Alternatieve maatregelen zorgen daarentegen op korte termijn reeds voor een vermindering met 8 procent (zonder rekening te houden met het effect van verbeterde autotechnologie).

Joeri Thijs, woordvoerde klimaat en transport van Greenpeace, ziet het zo: “Het MER over de verbreding van de Ring geeft overduidelijk aan dat de alternatieve maatregelen die goed scoren op klimaatvlak, ook de doorstroming en de verkeersveiligheid bevorderen en het sluipverkeer verminderen”.

Een zelfde scenario dreigt zich af te spelen rond Antwerpen. Het aanzuigeffect van de nieuwe Oosterweelverbinding  en de verwachte sterke groei van het verkeer uit de haven zullen ook daar leiden (lijden?) tot een sterke stijging van de CO2-uitstoot.  Het verkeer in en rond de Antwerpse regio is goed voor 18,5 procent.

Samen zijn de Brusselse Ring en het verkeer rond Antwerpen dus ‘goed’ voor 28,6 procent van de CO2-uitstoot van België, meer dan een vierde van het totaal. Een keuze voor meer infrastructuur valt gewoon niet te verzoenen met de vereiste daling van 21 procent om aan de internationale klimaatverplichtingen te voldoen.

Infrastructuur is hypotheek op de toekomst

Bovendien gaan die infrastructuurwerken miljoenen euros opsouperen die niet beschikbaar zullen zijn voor alternatieven zoals het sneltramnet.  Greenpeace en de Bond Beter Leefmilieu komen tot een eensgezind besluit: “Als er één ding is dat we van deze studie moeten onthouden, dan wel dat we keuzes moeten maken. Een halfslachtig beleid met dure investeringen in meer rijstroken hypothekeert een geloofwaardig klimaatbeleid”.

Beide organisaties stellen daarom vijf maatregelen voor aan de Vlaamse regering:

  • een resolute keuze voor fiscale maatregelen, openbaar vervoer en fietsinfrastructuur;
  • de dure plannen voor meer weginfrastructuur worden opgeborgen;
  • de kilometerheffing die voor het vrachtverkeer is voorzien voor 2016 wordt uitgebreid naar het autoverkeer;
  • de CO2-uitstoot moet een doorslaggevend onderzoekselement van het MER worden;
  • het aanzuigeffect van nieuwe infrastructuur moet eveneens verrekend worden in het MER.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.