Ramp dreigt in Centraal-Afrikaanse Republiek, VN moet handelen

Een gewonde man krijgt verzorging van een medewerker van Artsen Zonder Grenzen in het kamp Mpoko

Een gewonde man krijgt verzorging van een medewerker van Artsen Zonder Grenzen in het kamp Mpoko (foto www.msf-azg.be/William Daniels).

FacebooktwitterFacebooktwitter

Artsen Zonder Grenzen doet een oproep aan de VN-Veiligheidsraad om zo snel mogelijk een troepenmacht van Afrikaanse soldaten een mandaat te geven voor een dringende interventie in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Sinds December 2013 heeft Artsen Zonder Grenzen meer dan 3600 gewonden behandeld, slachtoffers van het etnisch-religieus conflict dat voor het ogenblik woedt in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Honderdduizenden Centraal-Afrikanen zijn op de vlucht geslagen. De organisatie doet een oproep aan de VN om zeer snel in actie te treden. Vooral de Afrikaanse Unie moet daarbij een rol spelen.  Buiten de hoofdstad Bangui in het zuiden (aan de grens met DR Congo) en een aantal stedelijke centra in de rest van het land is er nauwelijks humanitaire hulp aanwezig in het binnenland. Er zijn enorme acute tekorten aan drinkbaar water en voedsel.

In het vluchtelingenkamp op de internationale luchthaven Mpoko van de hoofdstad zitten 60.000 vluchtelingen op elkaar gepakt in onbeschrijflijke sanitaire omstandigheden. Voor het ogenblik zijn 2240 medewerkers van Artsen Zonder Grenzen actief in de Centraal-Afrikaanse Republiek. De organisatie vreest een ramp binnen de komende weken. Schattingen spreken van 80.000 tot 100.000 vluchtelingen naar de buurlanden Kameroen, Tsjaad, Congo-Brazaville en Congo-Kinshasa. Een aantal van hen kan terecht bij families (de meesten vluchtelingen zijn etnisch verwant met hun overburen aan de grens), maar een overgroot deel bivakkeert gewoon in de  natuur in erbarmelijke omstandigheden.

Etnische en religieuze conflicten zijn er al lang in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Frankrijk heeft die reële bestaande spanningen altijd naar zijn hand gezet om zijn koloniaal overwicht in stand te houden (in al zijn Centraal-Afrikaanse en West-Afrikaanse kolonies). Meer recent heeft Frankrijk de vetes nog aangewakkerd door telkens wisselende allianties aan te gaan. De gemene deler was daarbij de houding van de regering aan de macht tegenover de verkoop van grondstoffen. Frankrijk ziet immers met lede ogen de toenemende invloed van andere spelers, zoals China.

Frankrijk is met andere woorden slecht geplaatst om nu aan te dringen op humanitaire hulp, nu de situatie hen boven het hoofd is gegroeid. Zie hierover dit artikel. De berichtgeving heeft nauwelijks aandacht voor de nefaste rol die Frankrijk gespeeld heeft in de aanloop naar deze tragedie. Nieuwsberichten geven de indruk dat dit weer eens een zoveelste conflict onder zwarte Afrikanen, waar het westen dan de morele plicht heeft om tussenbeide te komen.

Zolang de nefaste rol van Frankrijk in deze crisis niet wordt erkend, zal een oplossing ten gronde niet mogelijk zijn. Een echte oplossing moet komen van een vredesmacht met een VN-mandaat, die bij voorkeur alleen bestaat uit landen van de Afrikaanse Unie.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.