Armoede, wanneer echte verandering?

Netwerk Tegen Armoede

(foto Netwerk Tegen Armoede)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Netwerk tegen Armoede en De Link nodigden politici uit om te luisteren naar hun ervaringsdeskundigen. “De intenties zijn goed, maar dat horen we al jaren. Ondertussen verandert er concreet niets”, was een veel gehoorde klacht.

Het Netwerk Tegen Armoede verenigt meer dan 50 organisaties “om samen armoede en sociale uitsluiting uit te bannen”. Op basis van de ervaringen van mensen in armoede lanceert het Netwerk voorstellen en acties om armoede te voorkomen en/of weg te werken. De Link is een organisatie met 25 jaar ervaring die “mensen uit de diepe armoede opleidt tot ervaringsdeskundigen, … met de bedoeling hen in te schakelen in de bestrijding van armoede binnen alle maatschappelijke domeinen.”

Samen stelden het Netwerk en De Link een ‘Memorandum’ op voor de Vlaamse verkiezingen van 2014. Op vrijdag 21 februari 2014 nodigden zij een aantal politici uit in De Markten in Brussel. Mensen met dagelijkse ervaring van armoede spraken met politici over een groot aantal thema’s. Cultuur en vrije tijd, onderwijs, werk en inkomen, gezondheid, wonen en participatie van mensen in armoede kwamen aan bod.  Tevens kregen de politici uitleg over de opleiding ‘ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting’.

Na deze rondetafelgesprekken (zonder de media) kwam iedereen om 15.50 uur samen in de Spiegelzaal voor een afsluitend debat. Ervaringsdeskundigen Brigitte en Marie-Louise gaven weerwoord op de slotgedachten die Peter Gysbrechts (Open VLD), Piet De Bruyn (N-VA), Wouter van Besien (Groen), Karin Temmerman (SP.A) en Mie Branders (PVDA) formuleerden.

Politici, leer luisteren …

Mie Branders zag vooral het belang van de ervaringsdeskundige om mee te werken aan beleidsvorming. “De enige echte oplossing is een degelijk budget en een plan voor duurzame tewerkstelling, dat rekening houdt met personen die minder inzetbaar zijn. De VDAB moet niet besparen maar uitbreiden en meer laagdrempelige initiatieven nemen, bijvoorbeeld voor mensen met mobiliteitsproblemen.”

Pieter Gysbrechts erkende dat armoede als sociaal fenomeen voor hem nog onbekend was. “Ik heb hier veel geleerd door te luisteren, niet door te debatteren. Ik zie nu het belang van structurele oplossingen en van de geïndividualiseerde aanpak van de problemen van de allerzwaksten.”

Ook Piet De Bruyn erkende de relevantie van de ervaringsdeskundigen om mee te werken aan beleidsvorming. “Zij spelen niet alleen een belangrijke rol als vertrouwenspersonen. Zij maken de problemen ook aanschouwelijk voor ons, politici, die hier door hun dagelijkse agenda te ver van af staan. Ik heb hier een aantal indrukwekkende getuigenissen gehoord. De VDAB moet meer mogelijkheden krijgen om de problemen sneller te detecteren en aan te pakken.”

Wouter Van Besien zag één beleidsmaatregel die onmiddellijk kan worden genomen. “Trek de uitkeringen op tot het armoedeniveau. De degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen moet omgekeerd worden. Wonen moet betaalbaar worden. Onze maatschappij eist altijd maar meer prestaties, meer concurrentie. Zo wordt de drempel uit de armoede alsmaar hoger.”

Karin Temmerman benadrukte het belang van het veldwerk door het middenveld en van de noodzaak voor politici om daar tijd voor uit te trekken, om op het terrein te gaan. “Het middenveld is cruciaal voor ons als contact- en infopunt. Wat moet verbeteren is de maatschappelijke participatie. Teveel mensen komen door armoede in een vicieuze cirkel terecht van sociale uitsluiting. De ervaringsdeskundigen spelen daarin een cruciale rol”.

… naar mensen met ervaring

Ervaringsdeskundige Brigitte erkende de bereidwilligheid. “Het is echter allemaal te kort, te vrijblijvend, we hebben nog steeds het gevoel dat we dit al zoveel jaren zeggen. Er is meer dieptewerk nodig, meer inzet op de afzonderlijke elementen van de armoedeproblematiek. “

Marie-Louise ziet wel iets in het idee om op elk ministerieel kabinet een ervaringsdeskundige te hebben die kan wijzen op de consequenties van beleidskeuzes voor arme mensen. “Eigenlijk zou elke partij een paar ervaringsdeskundigen moeten hebben, bijvoorbeeld in hun studiedienst. Dat ze beginnen met iets te doen aan de wachtlijsten. Terwijl er wordt gedebatteerd zijn wij bezig te overleven.”

“Laat ons ook toe om fouten te maken. Nu is het zo dat één foutje, één papier niet op tijd binnen of verkeerd ingevuld telkens weer opnieuw weken en maanden wachten veroorzaakt. Dat ze dringend ook iets doen aan de adminstratieve rompslomp. Bovendien, moet het initiatief altijd alleen van ons komen. Ik wil dat de politici zelf ook initiatieven nemen, niet alleen inspelen op wat wij vragen.”

Uit het publiek kwamen enkele reacties die bevestigden wat Marie-Louise en Brigitte al zeiden. “Leven in armoede, dat bestaat niet, wat wij doen is overleven, dat is niet hetzelfde.” Een andere: ”Ik werk al 15 jaar als ervaringsdeskundige. Ik zie gewoon geen vooruitgang. Telkens weer moet ik voor de mensen die ik begeleid het personeel van OCMW’s wijzen op de regels en de voorzieningen waar ze recht op hebben. Veel mensen kennen hun rechten wel maar durven er niet voor uit komen.”

Nog een ervaringsdeskundige: “Ik heb periodes gekend dat het beter ging, maar telkens als er dan een crisis komt, zijn wij weer de eersten die dat voelen. Iedere keer botsen we dan weer op die structurele problemen. Ik moet nu dezelfde formulieren invullen die ik tien jaar geleden aan hetzelfde loket al heb ingevuld.”

Een werkloze man wijst nog op de structurele problemen qua werkgelegenheid. “Wij krijgen altijd de zogenaamde knelpuntberoepen, de tijdelijke contracten, de slechte werkomstandigheden, het vuile werk. Nooit krijgen we aangepaste jobs of aangepaste uren. We moeten altijd maar meer presteren voor minder geld. De druk is gewoon enorm.”

Internet is geen evidentie

Marie-Louise maakt ook nog een belangrijke opmerking: “Online-administratie is de toekomst. Hebben jullie er een idee van hoe dat ons nog meer gaat afstoten. Wij hebben geen laptops, geen internet, geen ervaring met computers. Wij zijn daar zeer bang voor. Dat is helemaal geen evidentie.” Toon Walschap van De Link rondde af met de bemerking dat de armoede-organisaties veel verwachten van de nieuwe Vlaamse en federale regeringen. “Nodig ons asjeblief ook uit om aan de regeringsonderhandelingen deel te nemen.”

DeWereldMorgen noteerde na het debat nog een aantal bemerkingen van mensen in de zaal. Maureen van vzw De Zuidpoort in Gent: “Ik zag vandaag wel veel begrip bij de politici. Ik zie echter geen oplossing. Als ouder van twee schoolgaande jongens is het alle dagen overleven. Slechts één van onze twee zonen kreeg een studiebeurs. Onze jongste gaat naar de kokschool, dat is een dure opleiding, die we niet kunnen betalen.”

Bert Anciaux (SP.A): “Ik kan alleen maar bevestigen dat er de voorbije vijf jaar nauwelijks iets is veranderd. Knap werk van De Link, hun opleiding van ervaringsdeskundigen. Daar moeten wij mee werken.” Mohammed El Guebli van de Brusselse organisatie Bij Ons – Chez Nous vond het zeer interessant maar toch zeer vrijblijvend. “Wij proberen elke week mensen zonder dak boven het hoofd op te vangen. De aantallen nemen alleen maar toe. We blijven werken, maar het is soms hard om vol te houden. Dat ze ons eens komen bezoeken.”

Voorstellingsfilm Netwerk tegen Armoede:

Trailer ‘The Missing Link’, film over armoede in Vlaanderen:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.