Wereldvreemd in Vlaanderen

Wereldvreemd in Vlaanderen
FacebooktwitterFacebooktwitter

De leden van de Vooruitgroep hebben sinds hun eerste manifest van februari 2008 heel wat denkwerk verricht. Dat heeft nu geleid tot het boek ‘Wereldvreemd in Vlaanderen’. Hierin bundelen zij hun analyses van de individualisering en verrechtsing van de maatschappij en formuleren zij hun alternatief voor het nationalisme/neoliberalisme.

“De Vooruitgroep is een informele denktank van academici, kunstenaars en publicisten die zich zorgen maken over de toenemende verrechtsing van het politieke klimaat en de daarmee samenhangende verschraling van het democratische besef, vooral in Vlaanderen.”

Dit begon aanvankelijk als een éénmalige reactie op het eerste manifest van de Gravensteengroep: de Vooruitgroep gelooft niet in het bestaan van een progressief Vlaams-nationalisme. Dat leggen ze meermaals uit in dit boek, met ruim onderbouwde argumenten. Hun diagnose: “Het Vlaams-nationalisme kan niet anders dan neoliberaal en conservatief zijn.”

De groep wisselde vijf jaar lang van gedachten via informele contacten en ‘een soms zeer intens e-mailverkeer’. Vijftien auteurs schreven nu hun voorstellen voor een nieuwe progressieve politiek neer. Wereldvreemd in Vlaanderen is hun eerste product.

“Dit boek is gegroeid uit ongenoegen. Ongenoegen met het heersende klimaat in Vlaanderen, met het dominante eenheidsdenken, met de afname van kritische controverse … als we met deze bijdrage in die zelfgenoegzaamheid wat beweging kunnen krijgen heeft het de moeite geloond.” Woede en/of verontwaardiging is een riskante inspiratiebron, maar de auteurs slagen er goed in een degelijke en nuchtere analyse neer te zetten.

Drie thema’s

Negen bijdragen werden gebundeld onder drie thema’s: ‘het brede kader’, ‘het schaalprobleem’ en ‘de hete hangijzers’. Er zit een goede logische opbouw in de essays.

Eric Corijn en Pieter Saey vatten samen wat er aan de wereld is veranderd in de voorbije decennia.  De naoorlogse verzorgingsstaat, waarin de overheid een zeer actieve rol speelde, werd/wordt doelbewust geërodeerd van binnenuit. Dat heeft alles te maken met de economische veranderingen: “Men gaat de voortdurend stijgende kostprijs van arbeidskracht en de dalende winstvoet in vraag stellen. Private investeerders beginnen zich te verzetten tegen die internalisering van de kosten en eisen winstgarantie door een deel van de risico’s bij de gemeenschap te liggen. De economie mag niet langer aan banden gelegd worden door de sociale voorzieningen.”

Pieter Saey heeft het in zijn bijdrage over politieke breuklijnen onder meer over het belang van historisch inzicht, iets waar ons onderwijs niet bepaald veel aandacht aan besteedt. De klassieke breuklijnen worden door de neoliberale ommekeer en het oprukkende nationalisme niet zozeer afgebroken als wel omzeild en irrelevant gemaakt. “Convivialiteit … is het antwoord van de Vooruitgroep op het nationalisme.”

Vernieuwing

Francine Mestrum wijst in ‘Op weg naar een sociaal Europa’ onder meer op vooronderstellingen die velen van ons (bewust of onbewust) hebben en daar vervolgens verkeerde besluiten uit trekken. Het is helemaal niet zo “dat alle negatieve invloed uitgaat van de Europese Commissie … uit een studie van het Europese vakbondsinstituut blijkt … dat alle nationale regeringen ook zonder Europese regelgeving vlijtig hun arbeidsrecht aan het aanpassen zijn en de invloed van de vakbonden verzwakken.”

Meerdere auteurs in het boek wijzen op de belangrijke rol van de vakbonden voor de versterking en vernieuwing van de democratie. Vakbonden mogen hun specifieke gebreken en inerties hebben, zij zijn wel diegenen die de welvaartsstaat hebben gemaakt en blijven garanderen. “Dat in België het indexmechanisme nog bestaat heeft alles te maken met de aanwezigheid van nog steeds sterke vakbonden. Verzet is dus wel degelijk mogelijk.” Voor Mestrum moet er “een radicaal nieuwe logica (komen) die mensen opnieuw hoop kan geven, die berust op solidariteit, de ecologische dimensie integreert …”

Jan Blommaert, Ico Maly, Robrecht Vanderbeeken en Johan Van Hoorde gaan na of een progressief project voor Vlaanderen ‘mogelijkheid of fictie’ is. Ze hebben geen hoge dunk van Vlaams-nationalisten en geven daar stevige argumenten voor. “De democratische ambitie van nationalisten reikt niet verder dan de macht verwerven op een schaalniveau dat zich volledig richt op sociaal-culturele machtsdomeinen en zich compleet ondergeschikt maakt aan … de politiek-economische macht”.

Ze wijzen op een specifiek fenomeen van het Vlaamse neoconservatisme: “Anders (dan in de VS) neemt de conservatieve revolte in … Vlaanderen een beperkt aantal progressieve waarden over … die vanaf de jaren zestig hun intrede hebben gedaan in onze samenleving … (deze) veroveringen worden als trofeeën in de prijzenkast van onze culturele eigenheid geplaatst en blokken zo de progressieve strijd voor meer vrijheid en gelijkheid af.”

De auteurs wijzen erop dat dit niets aan het wezen van hun neoconservatief offensief verandert. Zij noemen dit ‘pseudoprogressieve misleidingen’. Hun besluit: “Het nationalisme heeft progressieve bewegingen en individuen … vandaag niets te bieden.”

Ondeelbaar geheel

Anneleen Kenis en Matthias Lievens nemen nogmaals de mythe van de groene economie op de korrel. Hun nieuwe breuklijn plaatst deze mythe tegenover het alternatief van de klimaatrechtvaardigheid. Hun oplossing voor de klimaatcrisis: “Meer democratie en sociale gelijkheid, minder markt en machtsconcentraties”. Sociale en milieurechten zijn voor hen één ondeelbaar geheel.

Vervolgens houden Bruno Meeus, Pascal De Decker en Chris Kesteloot een pleidooi voor ‘emancipatorische verstedelijking, dat onder meer inhoudt dat ‘grondbezit’ aan de markt onttrokken wordt. Ze leggen uit waarom dat zo moet.

Hun alinea ‘De neoliberale wereld na de crisis’ (pagina 177) is een vermelding apart waard: het is een zeer accurate gebalde samenvatting van wat er met de wereld aan de hand is. Zij pleiten voor samenwerking tussen steden, niet voor concurrentie en competitiviteit.

Mark Saey analyseert de specifieke kenmerken van het Vlaamse racisme en de oorzaken van de gebrekkige maatschappelijke kennis van de jeugd: “… voor heel wat studenten (zijn actuele gebeurtenissen) buitenaardse, ondoordringbare fenomenen … omdat ze ze niet in een breder, historisch perspectief kunnen plaatsen en eenvoudigweg niet weten welke mechanismen aan de basis van belangrijke gebeurtenissen liggen.” Verontrustend, inderdaad. Hij doet voorstellen om daar wat aan te doen.

In een laatste hoofdstuk pleiten Thomas Decreus, Pieter Saey, Dominique Willaert voor het primaat van de politiek, waar ze heel wat anders mee bedoelen dan de politici die dezelfde slogan om de haverklap hanteren.

Er valt zoveel meer te zeggen. Aan interessante citaten is er geen gebrek. Er staan zoveel goede ideeën in dit boek gebald die om verdere uitwerking vragen.

Bakens

Of je dit boek echter goed gaat vinden of niet, hangt af van je verwachtingen. Als aanzet voor een nieuwe progressieve politiek zet dit boek inderdaad bakens uit, zoals de ondertitel van het boek ‘bakens voor een progressieve politiek’ aankondigt. Dat doet dit boek.

Wie een uitgewerkt programma verwacht, zal op zijn honger blijven. Dat is echter niet de ambitie van Wereldvreemd in Vlaanderen. Dit is een goede start. Meer van dat, graag.

Een suggestie: maak van dit boek ook een versie voor gewone mensen, die dit soort boeken meestal links (‘rechts’) laten liggen. Niet als verwijt bedoeld maar veel van deze teksten zijn nog te academisch voor een groot publiek. Zeer degelijke analyses, maar voor heel wat medeburgers niet leesbaar.

Het zijn nochtans net zij die hier veel aan zouden hebben. De analyses kloppen, de alternatieven zijn zeer pertinent. Herschrijf ze in gewone termen, of beter nog, maak er een cursus van voor humaniora-studenten, ruim voorzien van concrete voorbeelden.

Wat in dit boek staat is te belangrijk om het hier bij te laten. Als er iets is waar de ideologische vijanden van dit boek het koude zweet over krijgen is het net dat: de burgers met een degelijk onderbouwd discours aantonen dat een progressief beleid wel degelijk beter is voor iedereen. Maak dit denkwerk toegankelijk, begrijpbaar, vatbaar, bruikbaar en beschikbaar voor een groot publiek.

Een conviviale seculiere democratie, nog zo gek niet.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.