Republikeinse fractieleider verliest zetel aan onbekende uitdager

Eric Cantor, fractieleider van de Republikeinen in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers en nummer twee van de partij
FacebooktwitterFacebooktwitter

Eric Cantor, fractieleider van de Republikeinen in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers en nummer twee van de partij, verloor op dinsdag 10 juni 2014 zijn zetel aan een onbekend Tea-Party-tegenkandidaat. Dat is om meer redenen zeer merkwaardig.

Volgens het Amerikaanse verkiezingssysteem worden de leden van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers (the House of Representatives) om de twee jaar verkozen. Eric Cantor is federaal parlementslid voor de Republikeinen sinds januari 2001.

Sinds januari 1992 was hij reeds lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van de deelstaat Virginia (aan de Amerikaanse oostkust, ter overzijde van de rivier Potomac tegenover de federale hoofdstad Washington, DC). 22 jaar lang werd hij zonder al te veel tegenstand om de twee jaar herverkozen.

Aan die politieke loopbaan kwam een onverwacht einde toen hij bij de Republikeinse voorverkiezingen in het zevende kiesdisdtrict van Virginia werd verslagen door een onbekende tegenkandidaat uit eigen rangen. David Brat behaalde 56 procent van de stemmen. Daarmee is Cantor de eerste fractieleider van een federale parlementaire meerderheidsfractie die zijn zetel verliest sinds 1899.

Depolitisering

Deze nederlaag is om meerdere redenen zeer merkwaardig:

  • in tegenstelling tot de indruk die media geven is de Tea Party altijd een minderheidsstrekking geweest binnen de Republikeinse Partij;
  • die aanhang neemt al enige tijd af, onder meer door de vele politieke schandalen en flaters van verkozen kandidaten;
  • het establishment van de Republikeinse Partij biedt stevig weerwerk tegen deze kandidaten, omdat ze onvoorspelbaar zijn, geregeld tegenstrijdige standpunten innemen en meestal ronduit slechte parlementsleden blijken te zijn;
  • het budget van Cantor voor deze verkiezingen was veertig maal groter dan dat van zijn tegenstrever Brat; Cantor gebruikte dat geld onder meer voor bitsige lastercampagnes tegen Brat in de lokale media;
  • de lokale opiniepeilingen gaven Cantor een ruime voorsprong van dertig procent op zijn uitdager;
  • Cantor behoort tot de extreem rechtse zijde binnen de Republikeinse Partij; hij was de meest uitgesproken tegenstander van de hervorming van de ziekteverzekering door Obama, van zijn immigratiebeleid (dat hij te laks vindt, al is Obama de president met het hoogst aantal uitwijzingen zowel proportioneel als qua absolute cijfers in de Amerikaanse geschiedenis);
  • Cantors standpunten zijn bijna niet te onderscheiden van die van zijn Tea Party collega’s.

Politieke analisten wijzen er op dat de depolitisering van de Amerikaanse bevolking een historisch ongezien hoogte heeft bereikt. Nooit eerder stemden zoveel burgers voor kandidaten die openlijk tegen hun eigen belangen ingaan. Onderzoek naar de redenen voor dat stemgedrag wijst op een aantal fenomenen. Burgers hebben geen enkel geloof meer in het politieke systeem, in de politieke partijen, in de verkiezingen en in de politici. Als ze al gaan stemmen, doen ze dat op de kandidaat die sympathiek overkomt, die zegt wat ze graag horen, die de indruk geeft in te gaan ’tegen het systeem’, omdat die van de ‘andere partij’ nog slechter is…

Afwezigheid

Deze apathie uit zich in hoofdzaak door afwezigheid bij de verkiezingen. Presidentsverkiezingen halen nog de hoogste cijfers tussen 50 en 60 procent, voor de parlementaire verkiezingen ligt dat al een heel stuk lager. Bij gemeentelijke verkiezingen (rechtstreekse verkiezing van de burgemeester) komt gemiddeld slechts 20 procent van de kiezers opdagen.

In het zevende kiesdistrict van Virginia (de hoofdstad Richmond en omgeving) wordt volgens het Amerikaanse kiessysteem één federaal parlementair verkozen. Er wonen in totaal ongeveer 750.000 mensen. In 2012 won Cantor de verkiezingen nog met 220.000 stemmen.

Na zijn nederlaag bij de Republikeinse voorverkiezingen kan Cantor nog pogen toch deel te nemen aan de verkiezingen als onafhankelijk kandidaat. Dat zou echter de stemmen van Republikeinse kiezers verdelen ten voordele van de Democratische tegenkandidaat. Het valt niet uit te sluiten, maar is zeer onwaarschijnlijk.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.