Overwinning Corbyn brengt media (nog) niet tot inzicht

Jeremy Corbyn

Jeremy Corbyn (stopwar.org.uk)

FacebooktwitterFacebooktwitter

De overwinning van Jeremy Corbyn voor het voorzitterschap van Labour is groter dan die van Blair in 1994. Blair had het volledige politieke spectrum van de Britse media achter zich. Corbyn had ze zo goed als volledig tegen. Na zijn overwinning weigeren diezelfde media in te zien dat er iets fundamenteel fout zit met hun geloofwaardigheid en hun voeling met de samenleving.

De analyses van Corbyn’s succes in de Britse media gaan uit van een aantal als feitelijkheden voorgestelde premissen die elke bewijsgrond missen. Door herhaling en wederzijdse overname krijgen ze echter de status van evidenties.

Een anti-stem?

Zo zou zijn overwinning feitelijk te wijten zijn aan de vaagheid van zijn drie tegenstrevers, aan hun traditionele aanpak en omfloerste retoriek. Corbyn stond daar tegenover als een eenvoudig, eerlijk, principieel man, die niet rond de pot draaide en een verstaanbare en duidelijke taal sprak. Mensen kozen met andere woorden voor hem als afkeuring van het oude politieke establishment, maar niet voor zijn ideeën.

Heel wat minder aandacht is er voor het feit dat hij uitsluitend campagne voerde via de sociale media. Daar zou volgens de Britse media een publiek zitten dat het niet volgen van de traditionele media als een soort hippe tegendraadsheid beschouwt.

Dat de gore tabloidkranten en de rechtse conservatieve pers Corbyn zouden afkraken was niet onverwacht, dat hoort tot de normale praktijk van de Britse politieke cultuur. Merkwaardig was eerder de eensgezinde hardnekkigheid waarmee de Britse links-liberale pers Corbyn aanviel, evenals de overheidszender BBC. (voor meer details over de moddercampagne in de Britse pers tot 12 september, zie Jeremy Corbyn toont wat links en democratie voor de media betekent)

Democratische geloofsbrieven

Deze man is er in geslaagd om op 12 weken tijd het lidmaatschap van de partij te verdubbelen, een prestatie zonder voorgaande in de 115 jaar dat Labour bestaat – en dat in een periode dat geen enkele politieke partij er nog in slaagt zijn slinkend ledenaantal op te krikken. Sinds 12 september zijn er nog eens 15.000 nieuwe leden bijgekomen. Bovendien behaalde hij net geen 60 procent, terwijl zowat alle Britse media luid hadden verkondigd dat stemmen voor deze man slecht was voor het land (zie Jeremy Corbyn wordt anti-austeriteitsvoorzitter Labour).

Ondanks die democratische geloofsbrieven namen in de Guardian, de topkwaliteitskrant van de liberale linkerzijde en boegbeeld voor talloze mainstream media in het buitenland, welgeteld drie journalisten het op voor Corbyn (Owen Jones, Seamus Milne en George Monbiot). In de andere kranten was het niet veel beter.

Je zou logischerwijze verwachten dat de Britse media na deze eclatante overwinning van een outsider met uitsluitend hulp van de sociale media tijd zouden nemen voor enige introspectie, of minstens zouden erkennen dat ze de publieke opinie verkeerd hadden ingeschat. Zowat alle artikels en commentaren gaan na 12 september echter gewoon door op de stelling dat deze man ‘onverkiesbaar’ is want ‘extreem-links’.

‘Unelectable’!

Een aantal commentatoren laten het uitschijnen dat ze nu wel achter voorzitter Corbyn zouden staan, zoals Polly Toynbee in de Guardian (Those who flounce out on Jeremy Corbyn will not escape blame if Labour crashes). Zij was een van de meest harde critici van de kandidatuur van Corbyn.

Wie haar artikel voorbij de titel leest, stelt echter vast dat haar visie op Corbyn na 12 september ongewijzigd is. Dezelfde argumenten blijven hangen, hij is ‘onverkiesbaar’ en te ‘extreem’. Zij haalt ook uit naar de moddercampagne van de Tory-media (de rechtse pers) als oorzaak van zijn succes, zonder er bij stil te staan dat haar eigen krant – zijzelf in de eerste plaats – eenzelfde campagne heeft gevoerd. Haar ‘advies’ aan de Labour-MPs die hem niet wilden: deze man gaat mislukken, maar doe toch maar met hem mee zolang het duurt, want anders riskeer je nog dat hij zijn falen op jullie tegenwerking gaat steken.

De Belgische media

De Belgische media volgen die lijn van de Guardian, de Independent en de BBC. De Standaard geeft een versie van Corbyn’s overwinning, zoals je dat van deze conservatieve kwaliteitskrant mag verwachten in het artikel Corbyn geeft critici meer munitie (alleen zichtbaar voor abonnees van de krant). Het is dezelfde interpretatie die ook in de Britse media breed wordt uitgesmeerd.

Corbyn’s schaduwkabinet – een vast element van de Britse politieke cultuur en een gevolg van het specifieke electorale systeem – is het allereerste in de Britse geschiedenis dat meer vrouwen bevat dan mannen, 16 tegenover 15. Dat wordt ‘Labourleider … ‘vergeet’ vrouwen’. In de ondertekst: “Bovendien ‘vergat’ hij vrouwen te benoemen in cruciale functies”.

Iets verder in het artikel wordt dat weggezet als een mager buitje: “Uiteindelijk bestaat zijn team uit zestien vrouwen en vijftien mannen, maar de indruk bestaat dat de vrouwen snel-snel gekozen werden toen de kritiek losbarstte op de drie mannelijke topbenoemingen.” Het was een belofte van Corbyn tijdens zijn campagne om evenveel vrouwen als mannen te benoemen. Tevens wil hij komaf maken met het systeem dat van de minister van financiën een superminister maakt die in feite al de andere ministers gijzelt. Dat is niet de indruk die je van dit artikel krijgt.

Corbyn beslist zich aan zijn beloftes te houden en mensen te kiezen in zijn schaduwkabinet die zijn project ondersteunen. Wat met andere woorden een normale praktijk hoort te zijn in een democratisch bestel wordt “Labourleider Jeremy Corbyn bindt niet in”.

De links-liberale krant De Morgen heeft met enige nuanceverschillen een zelfde kijk op de man. Heeft deze man met het sterkste democratisch voorzittersmandaat in meer dan vijfentwintig jaar wel de capaciteit om zijn partij leiden? Is hij met andere woorden voldoende realistisch om zijn beloftes op te geven? Dat wordt: “Kan de messiaanse marxist ook Labour leiden?” (alleen zichtbaar voor abonnees).

Corbyn wil werkende mensen terug meer inspraak geven in de verdediging van hun sociale rechten. Dat wordt “meer macht voor de vakbonden”, macht zijnde het recht en de plicht om te doen waar ze zijn voor opgericht. Ook De Morgen neemt de onbewezen premisse van de Britse media voor waar dat vorig voorzitter Ed Milliband de verkiezingen zou verloren hebben, “omdat hij te links was”. Vandaar ook hier de logische gevolgtrekking dat Corbyn ‘onverkiesbaar’ is.

In het opinieartikel Corbyns Labour staat voor terug naar de klassenstrijd. En dat is richting ondergang van VRT-correspondent Lia van Bekhoven somt zij dezelfde argumenten op als de Britse liberale media. Wat opvalt zijn de onuitgesproken premissen. Het huidige austeriteitsbeleid met zijn bikkelharde antisociale gevolgen die eenzijdig de arme bevolking en de loontrekkende werknemers treffen, terwijl de rijken ongemoeid worden gelaten, is volgens haar géén vorm van klassenstrijd en leidt dus ook niet naar de ondergang. Onder de begeleidende foto van een zegevierende Corbyn staat verder nog “De buit is binnen”.

Twitter, sms, Facebook, websites

Net als in de Britse media ontbreekt in al deze analyses het cruciale element. Corbyn heeft het gehaald tegen het volledige spectrum van de Britse media in. Hij behaalde een beter resultaat dan Tony Blair in 1994, die toen nochtans alle media achter zich had (ook de conservatieve). De nieuwe schaduwminister van financiën John McDonnell benadrukte het in een interview op Channel 4 met Jon Snow: “We hadden toen geen twitter, geen sms, geen Facebook, geen websites.”

Wat de traditionele media het meest verontrust en waar in deze analyses nergens wordt naar verwezen is dat het internet en de sociale media het monopolie van de klassieke media op de toegang tot en de selectie van informatie hebben doorbroken.

Meer en meer worden de klassieke media geconfronteerd met boze reacties over eenzijdige of onvolledige berichtgeving, niet altijd even terecht, maar in ieder geval is het voor de media een probleem dat voor het internet onbestaand was. De burger had immers geen middelen om basisinformatie zelf te checken. Zo kunnen kijkers bijvoorbeeld vragen stellen bij de keuze van een citaat uit een interview, omdat ze het volledige interview op YouTube kunnen bekijken (of hebben dat interview al gezien voor het op het tv-nieuws verschijnt).

De sociale media zijn volgens de mainstream media een gigantische echokamer van gelijkgestemde zielen, die niet meer geconfronteerd worden met tegenargumenten en met debat. Bovendien heeft het internet een nieuwe generatie opgevoed met het idee dat informatie gratis zou zijn. Het is een veelgehoorde kritiek, die deels zeker klopt.

Ze gaat echter voorbij aan twee essentiële elementen. Eerst en vooral zijn de mainstream – het woord zegt het al – media zelf enorme echokamers van elkaar geworden, die inhoudelijk nauwelijks van elkaar zijn te onderscheiden. Bovendien heeft de commercialisering van de media van informatie een duur consumptieproduct gemaakt ten koste van een burgerrecht, een essentieel recht voor de burger in een democratisch bestel die naam waardig. Informatie mag niet onbetaalbaar duur worden.

Er is met andere woorden een generatie aan het opgroeien die door de media als ‘apolitiek’ en ‘passief’ wordt weggezet, maar in werkelijkheid even politiek bewust is als altijd, omdat zij haar informatie haalt uit de sociale media en de traditionele media ‘links’ laat liggen

Het succes van Corbyn is geen gevolg van jonge tegendraadsheid. Dit zijn jongeren voor wie die media geen deel uitmaken van hun referentiekader, voor wie de Guardian en de Sun (Britse sensatietabloid) twee zijden van dezelfde munt zijn.

Deze evolutie is ook geen gevolg van verouderde ‘formats’, van gebrek aan ‘vernieuwing’. Op technisch vlak kan er niet aan getwijfeld worden dat de klassieke media nog steeds de allerbeste kwaliteit leveren, waar de sociale media in geen jaren aan kunnen tippen. Daar gaat het echter niet over.

Het ontbreekt de traditionele media aan twee essentiële elementen van geloofwaardigheid, een open vizier op de ideologische filters die ze toepassen en duidelijke inhoudelijke keuzes. Het systematisch gebruik van een kunstmatige dichotomie over elk mogelijk onderwerp, van een neutrale pose die steun voor het status quo (met zijn ‘linkse’ en ‘rechtse’ invulling) verbergt, het steeds nauwere spectrum van nog toelaatbare opinies die als debat worden voorgesteld… het maakt dat jongeren afhaken en dat de grote media niet meer in staat zijn om de pols van de samenleving te voelen.

Craig Murray is een gewezen Brits ambassadeur in Oezbekistan, een brutaal folterregime dat nauwelijks wordt vermeld in de westerse media omdat het regime pro-westers is. Toen hij zijn vaststellingen ter plaatse niet kwijt kon aan zijn oversten in Londen, kwam hij er mee naar buiten en werd prompt ontslagen. Zijn analyse van de Britse media: “Op het ideologische spectrum van 1 tot 100 krijg je in de Britse media opinies 81 tot 89.”

Not so unelectable after all

Het succes van Corbyn is een voorbeeld van die kloof tussen media en publieke opinie. In het artikel The 9 charts that show the ‘left-wing’ Jeremy Corbyn policies the public actually agrees with, een van de weinige positieve die de krant The Independent wijdde aan Corbyn, toonde journalist Jon Stone dat de zogenaamd extreem-linkse stellingen van Jeremy Corbyn tijdens zijn campagne grote navolging vinden bij het brede publiek:

  • 60 procent van de Britten is voor hernationalisering van spoorwegen en post, zelfs 42 procent van de Conservatieve kiezers is voorstander;
  • 56 procent is voor de herinvoering van de belastingschaal van 54 procent voor de hoogste inkomens (wat nog altijd lager is dan de schaal van 60 procent onder conservatieve regeringen tot eind jaren 1960);
  • 64 procent is voor een internationaal verbod op kernwapens;
  • 59 procent is voor door de overheid gereguleerde en sociaal gecorrigeerde huurprijzen;
  • 60 procent is voor een wettelijk verplicht minimumloon;
  • 49 procent is voor gratis onderwijs, hoger onderwijs inbegrepen, 23 procent is tegen, de rest is onbeslist;
  • 43 procent is tegen de oorlog in Irak, 32 procent is voor, de rest is onbeslist;
  • 60 procent is tegen nieuwe bombardementen op Syrië.

Het is verre van zeker dat Corbyn het vijf jaar gaat volhouden tot aan de volgende Britse verkiezingen. Dat zal niet aan de impopulariteit van zijn programma te wijten zijn, maar aan het verzet van het establishment van zijn eigen partij, van de Britse zakenwereld, de financiële sector in het bijzonder, en aan de te verwachten moddercampagnes van de Britse media.

Dat hij ondanks al deze tegenstand toch voorzitter kon worden is echter een teken van hoop. Ook machtsstructuren hebben blijkbaar grenzen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.