Bernie Sanders sprak zich in een toespraak tot de Joods-Amerikaanse organisatie J Street voor het eerst sinds de voorverkiezingen uit over Palestina. Hij opperde de mogelijkheid van één staat als oplossing voor het conflict. Over de BDS-campagne bleef hij vaag, wat toch al heel anders is dan zijn collega’s in het Congres die BDS willen criminaliseren.
Sinds Bernie Sanders totaal onverwacht (toch voor de media) nipt de Democratische voorverkiezingen verloor van Hillary Clinton, die het slechts haalde onder meer dankzij een ondermijnende campagne van het partijapparaat en de medewerking van de grote media, kan hij niet langer worden genegeerd in diezelfde media.
J Street?
Bernie Sanders gaf voor het eerst een toespraak (zie video onder dit artikel) over de Palestijnse kwestie sinds die voorverkiezingen. Hij deed dat op een conferentie van de Joods-Amerikaanse organisatie J Street1. Het is een pro-zionistische organisatie opgericht in 2008 die ijvert voor de erkenning van Israël als Joodse staat, maar tevens gelijke rechten voor de ‘Arabische’ bevolking in Israël en de bezette gebieden wil. J Street streeft in essentie dezelfde doelstellingen na als de meer bekende lobbygroep American Israel Public Affairs Committee (AIPAC) maar distantieert zich van de fanatieke retoriek van deze organisatie.
Deels is de oprichting van J Street een antwoord op de tanende populariteit van AIPAC bij jonge Joods-Amerikanen die zich niet door die organisatie vertegenwoordigt voelen. Concreet heeft J Street vooral aanhang bij jongere Democratische kiezers, die de reactionaire retoriek van AIPAC onaanvaardbaar vinden, terwijl AIPAC meer en meer een exclusief terrein wordt van oudere rechtse Republikeinen. J Street heeft zich akkoord verklaard met het akkoord dat Obama heeft bereikt met Iran, waarmee de organisatie zich onderscheidt van zowel AIPAC als de huidige regering in Israël.
Genuanceerd discours
In zijn speech deed Sanders niet echt opmerkelijke uitspraken. Naar de maatstaven van de Amerikaanse mainstream politieke cultuur en media hield hij desalniettemin een zeer genuanceerd discours. De meeste dingen die hij zei zijn voor verdedigers van de Palestijnse zaak de evidentie zelf. Sanders is echter een van de eerste federale senatoren die – en dat voor een Joods-Amerikaans publiek – de bezetting van de Palestijnse gebieden veroordeelt.
Hij begon zijn toespraak net zoals tijdens de voorverkiezingen met een terugblik op zijn jeugdjaren in een kibboets in Israël en over de “socialistische waarden die daar werden gepropageerd” en over “de enorme prestatie die de oprichting is van een democratisch thuisland voor het Joodse volk na eeuwen van vervolging en verdrijving”. Hij voegde daar echter aan toe dat er “een andere zijde is aan het verhaal van de schepping van Israël”.
Vervolgens maakte hij een vergelijking met het ontstaan van de VS die voor elke kenner van de geschiedenis nauwelijks nog nieuws is, maar in Amerikaanse mainstream nog altijd taboe: “Net als ons eigen land, betekende de oprichting van Israël de verdrijving van honderdduizenden mensen die daar al leefden, het Palestijnse volk. Meer dan 700.000 mensen werden vluchtelingen… Dat pijnlijk historisch feit erkennen is geen delegitimering van de staat Israël.”
Van Palestijnse Nakba naar Amerikaanse genocide
Een vergelijking van de Europese genocide op de Amerikaanse autochtone volkeren met de uitdrijving van de Palestijnen in 1949, de Nakba, is nog steeds volledig taboe in Israël zelf en kan ook in de VS nog steeds op weinig sympathie steunen.
Sanders gaat echter niet zover om de dekolonisering van de bezette gebieden te eisen. Hij neemt daarmee een standpunt in over Palestina dat veel progressieve Amerikanen ook innemen over de genocide in de VS, namelijk moreel veroordelen maar geen enkele concrete stap nemen of voorstel verdedigen dat er iets aan verandert.
Waar hij in 2014 (toen nog als gewoon senator, geen presidentskandidaat) openlijk de aanval van Israël op Gaza verdedigde (Operation Protective Edge), had hij het nu neutraal over: “Niemand wint er iets mee als Gaza wordt vernietigd en als duizenden worden gedood, gewond of uit hun huizen worden verjaagd.”
Hij deed in zijn toespraak een oproep tot een einde van 50 jaar bezetting en gaf zijn instemming met de recente VN-resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad die de koloniale nederzettingen veroordeelt. Die resolutie kon goedgekeurd worden met 14 stemmen voor en geen tegenstem, dankzij de onthouding van de VS.
Ook éénstaatoplossing is optie
Bovendien stelde hij dat een tweestatenoplossing niet persé de enige oplossing kan bieden, ook een éénstaatoplossing is volgens hem mogelijk. Daarmee onderscheidt hij zich nogmaals van alle Democratische politici die unaniem en uitsluitend een tweestatenoplossing voorstaan.
“Betekent vrede dat Palestijnen gedwongen worden te blijven leven onder eeuwig Israëlisch bestuur, in een aantal los van elkaar gehouden gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza? Dat is ontoelaatbaar, dat is geen vrede.”
Sanders zweeg in zijn toespraak over de BDS-campagne tegen de apartheid in Israël en tegen de bezetting en kolonisering van de bezette gebieden. Hij verdedigde de campagne ook niet, maar volgde niet zijn collega-politici, die BDS zeer agressief aanvallen en willen criminaliseren. Impliciet gaf hij wel een hint dat hij die criminalisering niet goedkeurt: “Tegen de beleidsbeslissingen zijn van een rechtse regering in Israël maakt je nog niet anti-Israël of anti-semiet.”
Democratische Partij volgt Sanders niet
Sanders gaat nog altijd door met zijn campagne om de Democratische Partij van binnenuit te veranderen en (volgens hem) ’terug’ een partij van de gewone Amerikaan te maken. Hij trekt nog steeds volle zalen met zijn toespraken, meer dan eender welke andere Amerikaanse politicus, maar intern in de partij zelf boekt hij tot nu geen enkel succes.
Integendeel, het ziet er naar uit dat het Democratische partij-establishment er alles aan doet om het politieke programma van Sanders geen enkele kans te geven. Sanders steunde de kandidatuur voor het voorzitterschap van de partij van Congreslid Keith Ellison, tevens het enige moslimlid van het Congres. Israëlische lobby-organisaties voerden een harde mediacampagne met insinuaties van anti-semitische uitspraken. Uiteindelijk verloor hij van Tom Perez, een voormalige minister van arbeid onder Obama, die staat voor het establishment en voor kritiekloze steun aan Israël.
De partijvoorzitter speelt in de Amerikaanse politiek geen prominente rol zoals in de Europese politieke cultuur. In feite is die functie meer een van organisator, secretaris-generaal en boekhouder. De strijd om het voorzitterschap was door de kandidatuur van Ellison en de steun van Sanders echter voor het eerst in tientallen jaren medianieuws. (Meestal halen verkiezingen van partijvoorzitters niet eens de kranten).
De moddercampagne tegen Ellison was nergens op gebaseerd, maar miste zijn effect niet. De strijd voor het voorzitterschap wijst er echter op dat binnen de Democratische Partij een interne strijd woedt tussen voorstanders van Palestijnse rechten en pro-zionisten.
Nog niet ver genoeg, verder dan alle andere
Sanders’ toespraak kan op twee manieren worden geïnterpreteerd. Hij verdedigt nog altijd geen standpunt over Palestina dat de werkelijkheid van het conflict erkent en biedt ook geen concrete oplossingen. Daar staat tegenover dat hij reeds ver verwijderd is van de rabiate, eenzijdige en ongenuanceerde pro-Israël-standpunten van zijn collega’s in het Congres. Dat is in de context van de VS al een belangrijke stap voorwaarts.
Sanders zal hier nog moeilijk op kunnen terugkomen. De druk van de publieke opinie om verder te gaan zal hierna alleen maar toenemen. Hij biedt tenminste een geluid dat heel anders klinkt dan de pensée unique in Washington DC.
1 De naam J Street staat voor ‘de ontbrekende Jewish Street’. Het verwijst naar de ontbrekende J Street in het stratenplan van de Amerikaanse hoofdstad Washington DC, zoals het werd ontworpen met genummerde straten op de noord-zuidas en letterstraten op de oost-westas. In de negentiende eeuw vond men de letters I en J teveel op elkaar lijken en sloeg men die letters over. Na H Street volgt daarom K Street.