Al zes weken straatprotest tegen corruptie regering Israël

Betogers tegen de corruptie noemen het 'Mars der schande'

Betogers tegen de corruptie noemen het 'Mars der schande' (YouTube)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Protesten tegen eerste minister Benjamin Netanyahu van Israël gaan hun zevende week in. Het gaat daarbij niet over acties tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden of tegen de anti-Palestijnse apartheid in Israël zelf. Betogers klagen de sociale gevolgen van het neoliberale beleid aan en viseren in het bijzonder de corruptie van de eerste minister.

In de betogingen worden slogans gedragen die Netanyahu als een verwende baby voorstellen en hem ‘minister van misdaad’ noemen. De gescandeerde leuzen zijn ‘Bibi is een schande’ en ‘Bibi, go home’.1 Netanyahu wordt al enkele jaren geplaagd door vermoedens van corruptie, meer bepaald het aanvaarden van smeergeld voor het toekennen van overheidsbestellingen. Betogingen in meerdere steden brengen regelmatig duizenden Israëli’s samen.

Op zaterdag 6 januari 2018 trokken 20.000 betogers door Tel Aviv. “Wij gaan hier elke zaterdag terugkomen, want wij kennen de waarheid – zij zijn bang van tienduizenden in de straat.” Manny Aftali is een van de organisatoren van de protestacties: “Wij zullen niet zwijgen tot de corruptie verdwenen is.”

Aan de betoging nam ook gepensioneerd generaal Meir Gilboa deel. Tijdens zijn toespraak tot de betogers zei hij: “Ik geloof echt dat de politie weet hoe ze dit moet onderzoeken, ze moeten alleen maar de kans krijgen om dit te onderzoeken.” Uzi Arad is voormalig veiligheidsadviseur van de regering tussen 2009 en 2011. Ook hij sprak de menigte in Tel Aviv toe: “Corruptie is als roest. Het vreet ijzer langzaam weg, tot alles in elkaar stort.

Hoewel de weerzin tegen corruptie de drijvende kracht van de recente betogingen is, blijkt uit de commentaren van betogers en sympathisanten een grote sociale onvrede over de achteruitgang van de welvaart. De lonen stagneren, de werkloosheid stijgt, terwijl wordt bespaard op sociale uitgaven, gezondheidszorg en onderwijs, de gekende fenomenen van een neoliberaal inleveringbeleid.

Meerdere klachten werden al ingediend tegen de eerste minister. Lopend onderzoek heeft echter nog tot geen concrete inbeschuldigingstelling geleid. Netanyahu ontkent alle door betogers geuite beschuldigingen. Toch zag hij zich genoodzaakt een wetsvoorstel in te dienen dat het zou verbieden aan de politie om aanbevelingen openbaar te maken voor het starten van een gerechtelijk onderzoek of voor het in beschuldiging stellen van verdachten. Op die manier zou het voor de politie niet langer mogelijk zijn om over lopende corruptieonderzoeken openbare verklaringen af te leggen.

Twee van de lopende onderzoeken gaan over het aanvaarden van dure geschenken ter waarde van 125.000 euro. Daarnaast wordt onderzocht of hij een deal zou afgesproken hebben met de belangrijke krant Yediot Ahronoth (‘Het Laatste Nieuws’). In ruil voor positieve berichtgeving over hemzelf zou hij de krant beloofd hebben wetsvoorstellen in te dienen die Israel Hayom (‘Israël vandaag’), de grootste concurrent van Yediot Ahronoth, in de problemen zou brengen.

Er zijn ook vermoedens dat Netanyahu zich heeft laten omkopen voor de aankoop van nieuwe onderdelen voor de kernwapens van Israël. Dat ligt nog veel gevoeliger dan de voorgaande dossiers, omdat Israël het bestaan van zijn kernwapens blijft ontkennen. Daarnaast zijn er vermoedens van corruptie bij het toekennen van bouwcontracten voor koloniale nederzettingen in de bezette gebieden.

In de koloniale nederzetting Kfar Etzion was op 4 januari 2018 een openbaar debat gepland over corruptie door de regering, georganiseerd door een voormalig kabinetslid van Netanyahu. Dat werd echter afgelast omdat leiders van de koloniale nederzetting vreesden dat een recente bouwaanvraag voor nieuwe woningen door Netanyahu zou worden tegengehouden. In een onderzoek over de aankoop van drie Duitse onderzeeërs wordt Netanyahu niet zelf genoemd, maar advocaat Isaac Molho, die al jaren een van zijn vertrouwenspersonen is.

In augustus 2017 beweerde Netanyahu tijdens een controversiële toespraak voor zijn achterban dat de media, politici van de oppositie en het gerecht ‘deel zijn van een linkse coalitie’ tegen ‘alle rechtse politici’. Daarmee gaat hij voorbij aan het feit dat alleen hijzelf persoonlijk wordt onderzocht en niemand anders van zijn Likoed-partij. Er lopen bovendien heel wat conservatieve kiezers mee in de protesten. Daarenboven negeert hij het feit dat zowel Roni Alsheikh, hoofd van de Israëlische politie sinds 3 december 2015, als Avichai Mandelbilt, hoogste rechtsmagistraat sinds 1 februari 2016, nog door hemzelf werden benoemd.

De meest recent verspreide informatie is dat de politie voorstelt om te wachten tot april 2018, omdat ze eerst nog verder onderzoek wil doen, waarvoor verdere ondervraging van de eerste minister nodig is.

Er zijn in het verleden wel meer politici vervolgd én veroordeeld voor corruptie, zoals voormalig eerste minister Ehud Olmert (2006-2009). Hij werd op 13 mei 2014 veroordeeld voor corruptie tot 6 jaar gevangenis en 360.000 euro boete. Hij zat na beroepsprocedures in 2016 en 2017 een straf uit van 19 maanden. Hij werd voor nog meer zaken veroordeeld.

President Moshe Katsav (2000-2007) deed tussen 2011 en 2016 vijf jaar uit van een straf van zeven jaar. Hij werd niet veroordeeld voor corruptie maar voor de verkrachting van een medewerker van het presidentieel kabinet. Oorspronkelijk had hij ontslag genomen als president in ruil voor het stopzetten van het onderzoek. Later kwam hij daar op terug met de stelling dat hij zijn onschuld zou bewijzen voor de rechtbank, waar hij dan toch werd schuldig bevonden.

De voorbije twintig jaar werden meer dan tien ministers veroordeeld voor geweldpleging, drugshandel, seksueel wangedrag, aanvaarden van smeergeld, omkoperij en meineed. Ook vijftien leden van de Knesset (‘hoge vergadering’), het nationale parlement, werden in dezelfde periode veroordeeld voor gelijkaardige misdrijven, evenals een aantal burgemeesters.

De beschuldigingen tegen Netanyahu zijn dus niet uitzonderlijk in de Israëlische politiek. Uitzonderlijk is wel de hardnekkigheid waarmee de huidige eerste minister de macht van zijn functie gebruikt om onderzoeken tegen zijn persoon te ondermijnen. Terwijl de protesten tegen hemzelf en tegen het antisociaal beleid van zijn regering doorgaan heeft Netanyahu wel zijn steun gegeven aan de Iraanse protesten.

1   Bibi is een troetelnaam voor Benjamin.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.