Israël stelt proces Ahed Tamimi uit tot na haar 17de verjaardag

Ahed Tamimi tijdens een van de wekelijkse vrijdagprotesten tegen de bezetting en de kolonisatie in haar dorp Nabi Saleh

Ahed Tamimi in 2016 tijdens een van de wekelijkse vrijdagprotesten tegen de bezetting en de kolonisatie van haar dorp Nabi Saleh. rechts achter haar haar moeder Nariman, links haar vader Bassem (WikiMedia Commons)

FacebooktwitterFacebooktwitter

In een zoveelste poging de internationale media-aandacht te verslappen heeft de militaire rechtbank het begin van het proces tegen Ahed Tamimi op 30 januari uitgesteld. Daarmee vermijdt de bezettingsmacht een zitting van de rechtbank op haar 17de verjaardag op 31 januari 2018. Dit is niet onverwacht. Voortdurend uitstel is een gekende praktijk om het onzekerheidsgevoel bij Palestijnse gevangenen te maximaliseren.

De militaire rechtbank van het Israëlisch bezettingsleger in Palestina heeft het begin van het proces tegen Ahed Tamimi opnieuw uitgesteld voor een week, ditmaal tot 6 februari. Daarmee vermijdt deze rechtbank de zitting op 31 januari, haar 17de verjaardag. Op zich is dit niet uitzonderlijk. Militaire rechtbanken stellen het begin van processen en zittingen voortdurend uit, met de bedoeling het gevoel van onzekerheid bij de Palestijnse gevangenen te vergroten. Deze tactiek wordt zowel bij volwassen als minderjarige gevangenen toegepast.

Militaire rechtspraak voor kinderen

Volgens de Israëlische wet vallen niet-Joodse bewoners – Palestijnen – in de bezette gebieden onder de militaire rechtspraak. Deze wet overtreedt de Conventies van Genève die de plichten van bezettende troepen omschrijven. Het verplaatsen van gevangenen buiten de bezette gebieden naar gevangenissen in Israël is eveneens een overtreding van deze Conventies.

Israël overtreedt tevens meerdere bepalingen van de VN-Conventie over de Rechten van het Kind. Op elk ogenblik van het jaar worden gemiddeld 300 Palestijnse kinderen in gevangenissen in Israël vastgezet. Zij worden tot zware jarenlange straffen veroordeeld.

De militaire rechtbanken van Israël hebben een percentage van bijna 100 procent veroordelingen. Alle essentiële aspecten van de normale rechtsgang, zoals het recht op verdediging, het aanbrengen van getuigen en bewijzen ter verdediging worden door deze rechtbanken overtreden. Deze rechtbanken aanvaarden daarentegen wel bekentenissen die onder foltering werden afgelegd evenals anonieme getuigenissen.

In afwachting van hun proces worden minderjarigen systematisch psychisch gefolterd, door hen voortdurend van gevangenis te veranderen, door hen op de meest onregelmatige uren van dag en nacht urenlang te ondervragen, zonder aanwezigheid van een volwassen familielid of een door de familie aangeduid vertrouwenspersoon. En zoals nu, door voortdurend zittingen van hun zaak uit te stellen. De behandeling van de zaak Ahed Tamimi is met andere woorden eerder routineus.

Imagoschade

Het enige verschil is de enorme internationale media-aandacht die naar haar gaat. Mensen wereldwijd krijgen voor het eerst zoveel informatie over de manier waarop Israël met Palestijnse gevangenen in het algemeen en kinderen in het bijzonder omgaat.

Zelfs de meest vooringenomen en selectieve omkadering en duiding door bevriende massamedia (de overgrote meerderheid) kan het beeld van een jong meisje geboeid en omringd door soldaten niet omturnen. De imagoschade voor Israël is enorm door deze zaak. Tegelijk heeft de regering van Israël zich zo vastgebeten in haar zaak dat ze niet anders kan dan er mee doorgaan.

In schril contrast met deze aanpak van Palestijnse beschuldigden worden Israëlische kolonisten in de bezette gebieden door gewone burgerlijke rechtbanken beoordeeld. Zij worden bijna steeds onmiddelijk vrijgelaten in afwachting van hun proces en krijgen steeds milde straffen, voor misdrijven die nochtans veel zwaarder zijn dat het geven van een slag in het gezicht van een soldaat.

Ahed Tamimi riskeert een straf tussen twee en veertien jaar. Militaire vonnissen staan bovendien geen vervroegde vrijlatingen toe. Die gebeuren alleen in het kader van ruil van gevangenen of na onderhandelde akkoorden.

Schijn van wettelijkheid

Hoe stoer Israël ook doet, het regime is zich zeer bewust van dit imagoprobleem en van de mogelijke internationale repercussies voor de rechters van deze rechtbanken. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om beelden of foto’s te verkrijgen van de militaire rechters die deze zaken voorzitten. Hun aanhouding in het buitenland op beschuldiging van oorlogsmisdaden moet immers ten allen prijze worden voorkomen.

Volgens de eigen website van het Israëlisch leger voldoen deze rechtbanken weliswaar aan alle wettelijke en internationale voorwaarden. De bezette gebieden worden daarin omschreven als de ‘betwiste gebieden Judea en Samaria’ waarmee een referentie naar de Conventies van Genève wordt ontweken.

De VN-resoluties en het internationaal recht zijn echter overduidelijk. De staat Israël heeft geen enkele wettelijke bevoegdheid over de bezette gebieden. Het is uitsluitend te danken aan het internationaal machtsoverwicht van de VS en van de opportunistische dubbelzinnigheid van de EU-regeringen dat Israël met de bezetting en de apartheid kan blijven doorgaan.

Ondertussen blijft Israël de publieke opinie wereldwijd verliezen. In een recent intern rapport maakt de regering zich zorgen over het feit dat jonge Joods-Amerikanen massaal afhaken en zich distantiëren van de bezetting en de apartheid in Israël. In Israël zelf is de steun voor dit beleid nog zeer groot, maar ook daar uiten meer en meer Joods-Israëlische burgers hun verzet en hun steun voor Ahed Tamimi.

Ram Cohen
(soutien-palestine.blogspot.com)

Ram Cohen, directeur van een school in Tel Aviv noemt Ahed Tamimi een “Palestijnse heldin”. Een jaar geleden had hij reeds een conferentie van Breaking the Silence georganiseerd in zijn school. Dat is een organisatie van voormalige soldaten die spreken over hun ervaringen in de bezette gebieden en zich willen distantiëren van de misdaden die het leger daar begaat. In de huidige algemene sfeer onder de Joods-Israëlische bevolking is het innemen van een dergelijk standpunt niet evident. Directeur Cohen riskeert zijn baan te verliezen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.