Voor zowat alle buitenlandse mediacommentatoren en politici was Juan Guaidó tot voor zijn eedaflegging als interim-president van Venezuela een complete onbekende. Het Venezolaanse peilingbedrijf Hinterlaces publiceerde in haar editie van Monitor País het resultaat van een opiniepeiling gehouden tussen 7 en 16 januari 2019 over het vertrouwen van de Venezolanen in hun politieke leiders. De Monitor País vraagt burgers om hun mening met vier mogelijke antwoorden: positief, negatief, geen mening of onbekend.
De 11 procent man
Deze peiling werd afgenomen een week voor Guaidó’s eedaflegging als interim-president. 81 procent, iets meer dan vier op vijf, antwoordde hem niet te kennen. De overige 19 procent die hem wel kent, antwoordde als volgt: 5 procent negatief, 11 procent positief en 3 procent had geen mening over hem.
Henrique Capriles Radonski, de rechtse eenheidskandidaat tegen Maduro in 2014, is wel nog steeds zeer bekend. Slechts 4 procent stelde nog nooit van hem te hebben gehoord. Van de 96 procent die hem wel kenden had 21 procent een positieve indruk van de man, de overige 75 procent was negatief.
Het zijn zoals steeds met deze kort op de bal spelende onderzoeken met zeer beperkte antwoordmogelijkheden slechts peilingen, maar één ding is in ieder geval onbetwistbaar: Juan Guaidó kan onmogelijk een democratisch mandaat hebben omdat hij daarvoor te onbekend is.
Geen vooraanstaand leider in eigen partij
Guaidó was zelfs binnen zijn eigen partij geen deel van de leidende top, eerder een politicus van het middenniveau die zich vooral met de belangen van zijn deelstaat Vargas bezighield sinds hij in 2011 lid werd van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers. Talrijke buitenlandse media wisten echter onmiddellijk na zijn eedaflegging dat hij “een geloofwaardig rivaal” (New York Times) was van Maduro en een “nieuw democratisch leider” (Wall Street Journal).
Friends in high places
Er zijn echter middens waar de man wel zeer bekend en geliefd is. Die situeren zich wel buiten Venezuela, meer bepaald in de Amerikaanse deelstaat Florida en in de hoofdstad Washington DC. Guaidó is een van de vele rechtse studenten die meerdere jaren konden genieten van gulle ‘studiebeurzen’ aan Amerikaanse ‘universiteiten’ (in werkelijkheid rechtse denktanks). Daar leerde hij ondermeer ‘democratic governance‘, zoals die in de VS zelf wordt toegepast.
Volgens Venezolaans journalist Diego Sequera is hij “meer populair buiten Venezuela dan binnen, vooral in de elitaire cenakels van Washington en de Ivy League1. Hij is zeer voorspelbaar rechts en wordt door hen (zijn Amerikaanse vrienden) als zeer loyaal gezien”.
De partij van de volkswil?
Guaidó is lid van Voluntad Popular (‘volkswil), de uiterst rechtse partij van Leopoldo López. Die partij is binnen het rechtse politieke spectrum, de meest openlijk gewelddadige. López nam deel aan de staatsgreep van 2002 en de economische boycot van 2003. Deze partij en zijn leider riepen openlijk op tot het aanvallen en doden van politieke tegenstanders tijdens betogingen en wegblokkades.
Net als zijn leider López in de voorbijgaande jaren, heeft ook Guaidó nu opgeroepen tot een militaire staatsgreep. Kort na zijn eedaflegging verklaarde hij amnestie te zullen bieden aan alle militairen die in opstand komen tegen de regering van Maduro. Hij volgt daarmee getrouw de strategische adviezen van zijn raadgevers in de VS.
Volgens Venezolaans professor Luis Vicente León halen radicale leiders als López en Guaidó nooit meer dan 20 procent in de peilingen. De rechtse krachten in Venezuela zitten volgens hem in een diep moreel verval, omdat ze geen enkele mogelijkheid zien om via het normale democratische proces een meerderheid van de stemmen achter zich te krijgen.
Daarvoor zijn ze te openlijk vijandig tegen elke vorm van emancipatie van de arme kiezers, de meerderheid van de bevolking. Het enige wat deze krachten bindt, is hun haat tegen een linkse regering die – met al zijn gebreken en die zijn er wel degelijk – een stem heeft gegeven aan het arme onderdeel van de Venezolaanse bevolking. Wat zij willen is een terugkeer naar het oude Venezuela van voor 1999 toen die arme bevolking werd ontmoedigd om deel te nemen aan verkiezingen.
Voor het overige zijn de rechtse partijen hopeloos verdeeld. Zij slagen er niet in één eenheidskandidaat naar voren te schuiven. In 2014 lukte dat voor één keer wel met Henrique Capriles Radonsky, maar dat was enkel na intensieve druk vanuit de VS-ambassade. Leopoldo López werd toen door de VS opzijgeschoven wegens te openlijk radicaal.
Maduro regeert dankzij verdeelde oppositie
Dit is dan ook de voornaamste reden waarom Maduro nog steeds president is. Heel wat van de kiezers van Chávez stemmen niet meer voor Maduro, omwille van zijn slechte economische resultaten, maar blijven thuis bij de verkiezingen omdat ze de rechtse oppositie nog minder vertrouwen. Die zien zij als de oude feodale elite, de daders van de staatsgreep in 2002 én de erfgenamen van de slachtpartij van de Caracazo in 1989.
Guaidó werd niet door de VS naar voren geschoven om de democratie te herstellen. Echte democratie zou immers betekenen dat Venezuela de opbrengsten van zijn grondstoffen voor de eigen bevolking zou gebruiken. Dat kan niet. Guaidó’s opdracht is politieke chaos veroorzaken, die de weg vrijmaakt voor een radicale terugkeer van het politieke systeem voor 1999.
Twaalf jaar voorbereiding
In 2007 studeerde Guaidó af aan de Andrés Bello Universidad Católica in Caracas. Hij verkreeg daarop een studiebeurs voor de studie van Governance and Political Management aan de George Washington University, een privé-instelling. Daar kreeg hij onder meer les van neoliberaal econoom Luis Enrique Berrizbeitia. Die was in de jaren 1990 in Venezuela directeur van het IMF waar hij de energiesector beheerde ten bate van de oligarchie.
Eveneens in 2007 was Guaidó medeorganisator van gewelddadige protesten tegen de niet-vernieuwing van de zendlicentie van Radio Caracas Televisión (RCTV). RCTV was naast Globovision een van de zenders die een actieve rol had gespeeld in de staatsgreep van 2002. Hij nam ook deel aan de acties tegen het referendum voor een nieuwe grondwet, samen met een andere activist Yon Goicoechea, een referendum dat ‘dictator’ Chávez zeer nipt verloor en onmiddellijk als legitiem erkende.
Deze groep rechtse activisten noemde zich na dit succes Generación 2007. Nogmaals in 2007 werd pas afgestudeerd student Guaidó lid van Voluntad Popular, de partij van Leopoldo López. López, kind van een van Venezuela’s aristocratische dynastieën werd onder ‘dictator’ Chávez meermaals verkozen tot burgemeester van Chacao, een van de chique gemeentes van de hoofdstad Caracas.
Te openlijk radicaal
Uit door WikiLeaks uitgebrachte documenten blijkt dat de VS-ambassade niet gek was op López. Hij was te fanatiek en werd in de daaropvolgende jaren gemarginaliseerd ten voordele van andere leiders, die wel de kunst verstonden om harde standpunten met zachte retoriek te verdoezelen, zoals Capriles. Om de vittende rechtse oppositie toch enigszins op één lijn te krijgen de rechtse oppositiepartijen jaarlijks meer dan 50 miljoen dollar van USAID en de National Endowment for Democracy.
Voluntad Popular, de partij van López en Guaidó, was de hoofdorganisator van de guarimba’s, de wegblokkades die vanaf 2014 in alle steden werden opgericht en in het buitenland werden voorgesteld als spontaan protest van de bevolking – maar vreemd genoeg alleen in de betere stadswijken enige navolging hadden. In dat jaar kwam parlementslid Guaidó openlijk uit voor zijn deelname aan deze blokkades.
Een eigen tweet van die periode toont een opname van hemzelf (zie hierboven) met helm en gasmasker waarin hij herinnert aan Generación 2007. Hij heeft de tweet recent verwijderd. Blijkbaar past die niet zo goed bij zijn nieuwe imago als strijder voor democratie.
Tijdens een tv-interview (foto twitter) verklaarde hij toen dat de 43 doden die bij dieguarimba’s vielen een ‘mythe’ zouden zijn. Hij zei niet dat het slachtoffers waren van de politie, maar ontkende dat die moorden hadden plaatsgevonden. Die al te openlijke steun voor geweld was voor zijn partij niet helemaal productief, want de VS weigerde daarop partijvoorzitter López te steunen als eenheidskandidaat bij de presidentsverkiezingen, omdat hij te radicaal was, zelfs voor de VS. Daarom steunden zij de kandidatuur van Capriles.
Niet-verkozen parlementsvoorzitter
Terwijl de echte leiders van zijn partij zich compromitteerden in het straatgeweld, was Guaidó nog altijd slechts een ondergeschikt figuur, met alleen een achterban in zijn eigen deelstaat Vargas. Sinds 5 januari 2019 is hij voorzitter van het federale parlement. Hij werd echter nooit verkozen.
Omdat de vier rechtse partijen, die samen in hun alliantie van de MUD wel een meerderheid hebben, niet konden overeenkomen wie nu voorzitter zou worden, hebben ze een roterend voorzitterschap afgesproken. Het was nu de beurt aan Voluntad Popular, maar hun voorzitter López leeft onder huisarrest, voor zijn aandeel in het geweld van 2014. Vice-voorzitter Freddy Guevara verblijft in de Chileense ambassade om aan vervolging voor dezelfde feiten te ontsnappen. Juan Andrés Mejia, derde in lijn van de partij, werd vervolgens om redenen die niet duidelijk zijn, voorbijgestoken door Guaidó.
Vierde in lijn
Volgens Venezolaans journalist heeft de VS-ambassade daarin vermoedelijk een rol gespeeld. “Mejia is te upperclass, heeft aan een van de duurste privé-universiteiten van Venezuela gestudeerd en kon niet zo gemakkelijk vooruitgeschoven worden als democratisch boegbeeld, als Guaidó (die van eenvoudige komaf is). Guaidó is bovendien een mestizo (‘gemengd’) die er zoals de meeste Venezolanen uitziet. En, hij is nog niet prominent in de media geweest, je kan er nog eender wat van maken.”
Guaidó was een maand eerder, in december 2018, in Washington, Colombia en Brazilië voor overleg over een plan om bij de eedaflegging van Maduro massademonstraties te organiseren. De avond voor die eedaflegging belden Amerikaans vice-president Mike Pence en Canadees minister van Buitenlandse Zaken Chrystia Freedland nog met hem om hun steun voor zijn plannen te bevestigen.
Op 10 januari 2018, kort nadat hij parlementsvoorzitter was geworden, had hij een ontmoeting met Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo. Toen Pompeo zelf de erkenning van Guaidó aankondigde tijdens een persconferentie aarzelde hij over zijn naam en sprak die vervolgens verkeerd uit als Juan ‘Guido’ (‘gwido‘, klemtoon op de eerste lettergreep, Guaidó wordt ‘gwajdo‘ uitgesproken, klemtoon op de ‘o’), een wel zeer ongelukkige verspreking. Guido is in de VS immers een racistische term voor Italianen. Na bijna 37 wijzigingen aan zijn Engelstalige Wikipediapagina, werd hij afwisselend omschreven als ‘interim-president’ of als ‘contested president’. Voorlopig staat het nu terug op ‘interim’.
Een man met beperkte houdbaarheidsdatum
In een video-opname van 21 januari riep zijn vrouw het leger eveneens op om in opstand te komen tegen Maduro. Die boodschap ging echter af door haar compleet verkrampt aflezen van een tekst, waarvoor ze geen enkel enthousiasme wist te veinzen.
In Washington is men er desalniettemin van overtuigd dat met deze man hun plan kan werken. Wat ze niet inzien is dat zijn oproep aan soldaten en politie om hun kant te kiezen komt van een man die mede verantwoordelijk is voor de dood van tientallen militairen en politieagenten tijdens de guarimba’s van 2014-2015 en 2017. Dat Guaidó uiteindelijk elke geloofwaardigheid dreigt te verliezen is op zich nog geen ramp. Volgens journalist Sequera is hij voor de Amerikanen toch een verwaarloosbare pion met beperkte nuttigheidsgraad.
Dit is de man die volgens de westerse mainstream media de democratie in Venezuela gaat herstellen.
- Venezuela’s Maduro ‘ready for talks’ with opposition
- The Making of Juan Guaidó: How the US Regime Change Laboratory Created Venezuela’s Coup Leader
- Luis Vicente León: la oposición política venezolana vive su peor momento histórico
1 De Ivy League is een sportcompetitie tussen negen privé-universiteiten Brown University, Columbia University, Cornell University, Dartmouth College, Harvard University, University of Pennsylvania, Princeton University en Yale University waar de Amerikaanse elite haar kinderen laat studeren. De ‘ivy’ (= klimop) verwijst naar een oude traditie om op campussen bij het begin van het jaar klimop te planten.
2 De peetvader van het neoliberale gedachtengoed van de Chicago Boys, die zijn theorieën voor het eerst in de praktijk kon brengen in 1973 na de staatsgreep van Augusto Pinochet.