Het zit de regering in Washington voorlopig niet mee in hun poging om regime change te forceren in Venezuela. Slechts 50 landen op 195 hebben ‘interim-president’ Juan Guaidó erkend. Dit is één op vier landen ter wereld, die samen minder dan 20 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen. Dat percentage is in feite nog lager, want in de VS zelf en in meerdere van die 50 landen, zoals Groot-Brittannië, Brazilië, Argentinië, Colombia werden talrijke manifestaties gehouden tegen de plannen van de VS.
Internationaal recht en interne democratie
Zelfs als deze 50 landen allen perfect democratisch zouden zijn en/of zelfs als een meerderheid van de bevolking van die landen achter de poging tot regime change in Venezuela zou staan, is wat nu gebeurt volstrekt illegaal volgens het internationaal recht, het VN-Handvest en het Handvest van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS).
Meerdere van de 50 landen die zich achter de VS scharen hebben bovendien zelf een twijfelachtig democratisch palmares, te beginnen bij de twee buurlanden van Venezuela.
Brazilië
In Brazilië werd Jair Bolsonaro verkozen, nadat de sterkste kandidaat om te winnen werd veroordeeld voor corruptie, zonder enig concreet bewijs. Andere politici waartegen de concrete bewijzen overweldigend zijn, blijven ondertussen verder politiek actief.
De veroordeling van Lula kon er bovendien alleen komen door de afzetting van president Rousseff, die niet eens van een misdrijf of corruptie werd beschuldigd. Zij werd afgezet omwille van technische begrotingsfouten, die door alle vorige presidenten sinds 1984 waren toegepast om de begroting in evenwicht te brengen (met technieken die ook door o.a. de Belgische regering worden toegepast).
Colombia
Iván Duque, huidig president van Colombia sinds 7 augustus 2018, werd verkozen in zeer betwistbare omstandigheden. Tijdens de verkiezingscampagne werden tientallen medestanders van de tegenkandidaten vermoord – zoals steeds bij Colombiaanse verkiezingen. De media, bijna volledig in handen van de oligarchie, gaven compleet eenzijdige informatie over de kandidaten.
Duque is een medestander en getrouwe volgeling van voormalig president Uribe (2002-2010). Beide politici worden al jaren verdacht van banden met de drugsmaffia, en gewapende milities. Het Colombiaans leger wordt verdacht van massale schendingen van de mensenrechten, standrechtelijke executies van inheemse leiders, vakbondsmilitanten, milieuactivisten, vooral in de deelstaten Chocó, Cauca, Antioquia en Norte de Santander (maar in feite in alle deelstaten).
In de deelstaat Cauca alleen werden sinds 1 januari meer dan 200 inheemse leiders vermoord. Op dit ogenblik bereiden vakbonden een algemene staking voor in alle bedrijven om te protesteren tegen de sociale uitbuiting, het niet-respecteren van sociale rechten en de moorden op vakbondsmilitanten.
Dit land, dit regime is kandidaat om lid te worden van de NAVO, het eerste niet-Europese land dat daarvoor in aanmerking komt. Als dat ooit gebeurt valt Colombia onder de bescherming van Artikel 5 van het NAVO-verdrag, dat alle lidstaten verplicht militaire hulp te bieden in geval van militaire aanvallen.
Honduras
Dit kleine Centraal-Amerikaanse landje is het enige waar de VS er in geslaagd zijn de modus operandi van de jaren 1980 in Latijns-Amerika terug in te voeren, na de staatsgreep van 2009. Een marionettenregering die volledig uit de hand van Washington eet, openlijk frauduleuze verkiezingen, doodseskaders, vrije toegang van multinationals in de landbouw, mijnbouw en bosbouw, die met behulp van doodseskaders elk lokaal verzet onderdrukken.
Er is onder internationale druk wel een proces gekomen tegen de moordenaars van Berta Cáceres, maar dat beperkte zich volledig tot de fysieke daders. De opdrachtgevers blijven volledig buiten schot – ook al zijn ze bekend. Bovendien wordt voor andere minder bekende moorden niet eens een gerechtelijke procedure gestart.
Argentinië en Ecuador …
Na zijn verkiezing heeft rechts president Macri in december 2015 volledig gebroken met het sociale beleid van zijn voorgangers. Dat vorige beleid was zeker niet ideaal en zat ook vol fouten, maar Macri heeft het land terug geopend voor het IMF en de Wereldbank. Het land heeft nu een lening gekregen van 56 miljard dollar en is niet meer in een positie om Washington tegen de haren in te strijken over Venezuela, niet dat Macri daar veel problemen mee heeft.
De ideologische ommezwaai is nog veel spectaculairder in Ecuador. President Lenin Moreno, ooit vice-president onder Rafael Correa, heeft gebroken met zijn eigen verkiezingsprogramma en laat zijn land aan ijltempo terug wegzakken in torenhoge schulden. Een lening van 10 miljard dollar bindt het land terug volledig aan de richtlijnen van de VS-regering.
… en de Europese Unie?
In vergelijking met de VS zijn de meeste EU-lidstaten heel wat progressiever dan de VS, op vlak van openbare gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer. Ook op buitenlands vlak voert de EU een steeds meer onafhankelijke koers tegenover de VS. Dat is grotendeels niet het geval voor Latijns-Amerika, waar de EU nog steeds de neiging heeft de VS te volgen, deels vanuit de veronderstelling dat dit het geprivilegieerde terrein van de VS is. EU-landen laten Latijns-Amerika dus over aan VS. Het is desondanks niet zo dat de EU zomaar slaafs de VS volgt. De EU blijft bijvoorbeeld de Iran-deal respecteren en voert op vlak van bijvoorbeeld defensie een eigen koers.
Maduro, niet democratisch verkozen?
De eerste en tweede verkiezing tot president van Maduro in 2013 en 2015 werden gemonitord door talrijke internationale organisaties, waaronder de EU en de OVSE en werden als fair, transparant en eerlijk beoordeeld. Ze werden internationaal erkend door de hele wereld, behalve de VS, Spanje en door Luis Almagro, secretaris-generaal van de OAS. Spanje en Almagro trokken die weigering later in.
Na de hevige rellen van 2014-2015 en 2017 stemde Maduro in met onderhandelingen met de oppositie. Die gingen door in de Dominicaanse Republiek onder voorzitterschap van Luis Zapatero, voormalig Spaans eerste minister. Daar stemde Maduro uiteindelijk in met de voornaamste eis die de oppositie al sinds 2015 op tafel legde: vervroegde presidentiële verkiezingen. Die zouden doorgaan in april 2018 (in plaats van in oktober 2018, de normaal voorziene periode).
Amper één dag voor de ondertekening van dat akkoord trok de oppositie zich terug uit het akkoord. Zapatero reageerde woedend en noemde dit “verraad van de oppositie”. De oppositie deed dat onder druk van de VS. Maduro hield zich echter aan de belofte van vervroegde verkiezingen. Toen de oppositie, die dus reeds vier jaar vervroegde verkiezingen eiste, beweerde dat ze onvoldoende tijd had om campagne te voeren, stelde hij die verkiezingen terug uit tot eind mei. De rechtse oppositie boycotte deze verkiezingen (voor meer informatie, zie Waarom de verkiezingen in Venezuela echt onaanvaardbaar zijn).
Het gaat wel degelijk over de olie
De stelling van Maduro dat het de VS alleen over de olie te doen is wordt door de mainstream media weerlegd. Hij is echter allesbehalve de enige persoon die dat beweert. Nationaal veiligheidsadviseur John Bolton heeft zelf openlijk verklaard dat het de bedoeling is de oliebronnen van Venezuela ’terug’ onder het economisch bestuur van Amerikaanse bedrijven te brengen.
Zelfverklaard interim-president Guaidó heeft aangekondigd dat een van zijn eerste beslissingen zal zijn de olie-industrie terug te privatiseren “na twintig jaar socialisme”. Hij zal ook alle sociale programma’s afschaffen die met de olie-opbrengsten werden gefinancierd.
Het is een van de memes die constant wordt herhaald, maar in werkelijkheid heeft Chávez de olie-industrie niet genationaliseerd. Dat gebeurde reeds in 1974, nog wel onder druk van de VS. De Amerikaanse, Britse en Franse petroleummaatschappijen vonden het te riskant om te investeren in de zware aardolie in de Venezolaanse bodem. De staat moest dat risico op zich nemen, de petro-bedrijven wilden alleen de winsten en kregen die ook tot in 2000 toen Chávez aan de macht kwam …
Stroompanne geeft niet gewenst resultaat
Ook over de recente stroompanne van vier dagen stelt Maduro dat ze vanuit de VS werd georganiseerd en ook nu wordt dat smalend weerlegd door de mainstreammedia. Maar net als met het argument van de olie is Maduro niet de enige die dat beweert.
Republikeins senator Marco Rubio, kind van Cubaanse vluchtelingen na de revolutie van 1958, heeft al meerdere malen voortvarend getweet over Venezuela. Toen de elektriciteitscentrale van de Guri Dam stilviel tweette hij drie minuten later dat ook de noodgeneratoren niet werkten. Vreemd, want op dat ogenblik was dat nog onbekende informatie. Die generatoren werken op diesel en slaan normaal aan in de minuten na een panne. Zelfs de betrokken diensten konden dan nog niet weten dat de reservegeneratoren niet zouden aanslaan.
Guaidó is een van vele jonge Venezolanen die nog ooit cursussen volgde in ‘democratic governance‘ bij ngo’s die worden gefinancierd door Amerikaanse ngo’s zoals de National Endowment for Democracy (NED), ooit opgericht onder president Reagan. De NED is actief in landen waar regeringen aan de macht zijn die niet de lijn van de VS volgen. Zij financieren er oppositiebewegingen. Een van de ngo’s waar Guaidó les volgde was CANVAS, een ngo die ooit werd opgericht in Belgrado en die de ‘promotie van democratie’ als core business heeft.
In een intern document van deze organisatie uit 2010 staat dat een algemene stroompanne een ideaal moment zou zijn voor de oppositie in Venezuela om rellen en opstanden uit te lokken die zouden kunnen leiden tot de val van het regime. Daarin onder meer dit citaat: “Een sleutelelement van Chavez’ huidige zwakte is de neergang van de elektriciteitssector” waarbij de centrale aan de Guri Dam bij naam werd genoemd. De organisatie voorzag het stilvallen van de centrale reeds in april 2010. “Een oppositiegroep doet er goed aan dat in zijn voordeel te gebruiken tegen Chavez.”
Guaidó stelt teleur
Interim-president Guaidó riep op tot protesten tijdens de recente stroompanne. Hij voorspelde grootschalige rellen, beroven van winkels en magazijnen, betogingen. De rust bleef gehandhaafd, mensen organiseerden zich. Die misrekening toont andermaal aan hoe gescheiden de leefwerelden zijn tussen de rechtse oppositie en de voorstanders van Maduro.
Mainstream media verwijten de huidige stroompanne volledig aan de fouten van het ‘regime’. Dat is voor een deel zeker zo. De sector wordt al jaren geteisterd door interne corruptie en onderinvesteringen. Daarnaast is er echter ook het gebrek aan onderdelen door de economische boycot. De centrale aan de Guri Dam voorziet 70 procent van het land.
Dat de Venezolanen zo kalm reageerden op deze stroompanne heeft meerdere redenen. Om te beginnen zijn Venezolanen op dat vlak al een en ander gewoon. De schaal van deze panne was dan wel nooit gezien, maar lokale pannes zijn er regelmatig. Overigens onderscheidt Venezuela zich op dat vlak niet van zijn buurlanden op het continent. Stroomonderbrekingen zijn in arme stadswijken en het platteland in heel Latijns-Amerika een probleem.
Een ‘leider’ zonder eigen visie
Guaidó was voor een derde maal niet in staat de beloftes die hij deed aan de VS en aan zijn bondgenoten om ‘het regime’ de genadeslag toe te dienen. Dat betekent niet dat Maduro de meerderheid van de bevolking achter zich heeft. Zijn achterban is echter nog steeds goed voor 30 procent van de bevolking. Bovendien is die aanhang nog steeds groter dan die van Guaidó (zie Onbekende Venezolaan wordt interim-president: Juan Guaidó?). De meerderheid van de Venezolanen wil wel weg van Maduro maar ziet in geen geval deze Amerikaanse pion als een geloofwaardig alternatief. Volgens de recentste peilingen is meer dan 80 procent van de bevolking tegen enige buitenlandse interventie.
Guaidó toont zijn gebrek aan leiderschap door zijn totale afwezigheid aan de zijde van de enkele honderden gedeserteerde soldaten en politie-agenten die nu in een kamp buiten de Colombiaanse grensstad Cúcuta verblijven. Zij beklagen zich er over dat zij Guaidó nog niet gezien hebben en ook geen enkele financiële steun krijgen van hem, waar Guaidó nochtans over beschikt door zijn controle over een aantal buitenlandse rekeningen van Venezuela.
Mislukkingen voorspellen groter gevaar
De VS weigert ondertussen het Internationaal Strafhof te erkennen. Minister van buitenlandse zaken Pompeo heeft verklaard visa te weigeren aan medewerkers van het Strafhof, die een onderzoek hebben gestart tegen mogelijke oorlogsmisdaden door de VS en andere daar aanwezige landen in Afghanistan. Als zij toch de VS zouden betreden, zullen zij worden aangehouden en gedeporteerd. Dit land leidt nu de coalitie om het ‘regime’ in Venezuela ten val te brengen voor de democratie en de mensenrechten …
De derde poging om Maduro ten val te brengen is mislukt. De kans dat de VS en zijn bondgenoten alsnog gaan pogen een gewelddadig incident uit te lokken wordt daarmee zeer reëel. In 2002 heeft de Amerikaanse regering al getoond hoe ver ze bereid is te gaan om haar doel te bereiken. Tijdens de (mislukte) staatsgreep werden scherpschutters ingezet om betogers tegen Chávez te doden. Die beelden werden verspreid als ‘bewijs’ tegen de president. De staatsgreep mislukte echter, zodat de waarheid uit kwam.
Een gelijkaardig scenario dreigt: een gewelddadig grensincident, schietpartijen tijdens betogingen of een aanslag tegen Guaidó behoren tot de mogelijkheden. Het is niet de eerste keer dat deze tactiek wordt toegepast …
Bronnen:
- Trump’s “Coalition of the Willing” Against Venezuela Has Legitimacy Issues of Their Own
- US Regime Change Blueprint Proposed Venezuelan Electricity Blackouts as ‘Watershed Event’ for ‘Galvanizing Public Unrest’
- Solidarity Isn’t a Slogan, It’s a Process: A Conversation with Vijay Prashad
- US to deny visas for ICC members investigating alleged war crimes
- Militares venezolanos desertores denuncian abandono del Gobierno colombiano
- Rubio’s Gloating Betrays US Sabotage in Venezuela Power Blitz