Fallujah was geen ‘strijd tegen terrorisme’ maar verzetsstrijd tegen een bezetter

Een jaar lang in 2013 protesteerden honderdduizenden Irakezen elke vrijdag vreedzaam op de baan naar Ramadi. Deze Iraakse lente werd volledig genegeerd door de Westerse media. Zij protesteerden tegen de corruptie en de repressie door de regering in Bagdad. Na een jaar werd de betoging bloedig onderdrukt. Geen enkele van de eisen werd ingewilligd. Meerdere jongeren namen daarna het besluit bij een van de gewapende verzetsgroepen te gaan. Foto: Donna Mulhearn

FacebooktwitterFacebooktwitter
In 2003-2004 was het hardnekkig verzet van fanatieke moslims tegen de Amerikaanse/Britse bevrijding van het Iraakse volk in de stad Fallujah dagelijks nieuws. Althans, in de versie van de Amerikaanse/Britse troepen en de westerse media. Het boek The Sacking of Fallujah ontmaskert deze mythe en legt de gruwelijke oorlogsmisdaden bloot die de bezetters begingen om het verzet van een stadsbevolking tegen zijn bezetters te vernietigen.

De Iraakse stad Fallujah ligt op 65 kilometer ten westen van de hoofdstad Bagdad. Het is een stad en een regio met een zeer rijke geschiedenis en met een traditie van verzet tegen bezetters, van het Ottomaanse Rijk tot de Britse kolonisator. Van de 3de tot de 11de eeuw was het een van de twee voornaamste centra van Joodse academische kennis ter wereld.

Sara was 13 toen de auteurs haar familie interviewden in een vluchtelingenkamp op een voetbalveld in Bagdad, nadat ze in april 2004 uit Fallujah waren gevlucht. Met tranen in de ogen vertelde ze: “Wat wil Amerika van ons? Dit is niet hun thuis, dit is ons thuis. zij hebben ons uit ons huis verdreven. Ik wil dat ze weg gaan.” Foto: Donna Mulhearn

Na het ineenstorten van de staatsstructuren van Saddam Hoessein door de Amerikaanse/Britse bezetting vanaf 19 maart 2003 was het een van de weinige steden waar men er in slaagde met nieuwe eigen instellingen vrij snel de orde te herstellen. Zo kon men in de stad de roofbendes tegenhouden die in de rest van het land dood en vernieling zaaiden. De Amerikaanse/Britse militaire inlichtingendiensten lieten aanvankelijk begaan.

In april 2003 bezette een contingent van 700 Amerikaanse en 150 Britse troepen een schoolgebouw in het centrum van de stad. Daarbij hielden de bezettende troepen geen enkele rekening met de lokale gezagsstructuren. Met vreedzame protesten eiste de bevolking het onmiddellijke vertrek van de soldaten en de heropening van de school. Het bezettende leger schoot als antwoord 17 betogers dood.

In de dagen en weken erna liep de situatie volledig uit de hand. De bezetting werd opgedreven en bij protesten vielen steeds meer doden. De harde repressie dreef de bewoners van de stad tot de eerste vormen van gewapend verzet. De bezettende troepen onderschatten volledig de aard, het potentieel en de motivatie van het verzet en zagen zich genoodzaakt zich terug te trekken.

Op dat ogenblik was in Fallujah nog geen enkele sprake van Al Qaïda, IS en hun fanatieke leiders. Beelden van vier verbrande Amerikaanse huurlingen van een militair privé-bedrijf gingen de wereld rond en werden ontelbaar herhaald. Waarom de bezetters en deze privé-soldaten zo werden gehaat door de Iraakse bevolking werd er niet bij verteld. Blinde haat tegen al wat westers is, volstond als uitleg.

Het Amerikaanse en Britse opperbevel zag onmiddellijk in dat hun terugtocht een gevaarlijk precedent was. Het gecultiveerde media-imago van verwelkomde bevrijders botste volledig met deze realiteit. Dit was een veel te gevaarlijk voorbeeld voor andere steden en regio’s. Daarom beslist het militair opperbevel dit verzet zo snel mogelijk volledig te breken.

De Amerikaanse/Britse militaire leiding besefte dat dit een zeer bloedige operatie zou worden tegen een weliswaar grotendeels ongewapende maar zeer overtuigde bevolking, die door zijn verzet het project van ‘de bevrijding van Irak’ ontmaskerde voor wat het echt was: de bloedige bezetting van een soeverein land.

De Irakezen van Fallujah zagen in de bezetters en de door hen benoemde stromannen van de Iraakse interimregering in Bagdad enkel de vervanging van de ene dictatuur door een andere. Het offensief om de stad alsnog onder controle te krijgen onderschatte nogmaals de kracht van dat verzet. Het offensief mislukte en de Amerikaanse en Britse troepen zagen zich opnieuw verplicht tot een volledige terugtrekking van de troepen.

Beelden van de verschrikking in een dichtbevolkte stad zonder verdediging tegen afweergeschut en luchtbombardementen gingen de wereld rond, vooral dankzij de Arabische zender Al Jazeera (die toen nog een zeer kritische onafhankelijke zender was).

De wereldwijde perceptie van de bezetting van Irak dreigde compleet om te draaien. Vanaf dan ging de legerleiding naast een militaire ook een mediatieke strategie volgen, die zich baseerde op een mengsel van verdraaiingen, voorwendsels, halve leugens vermengd met feiten zonder context om een tweede offensief tegen de stad te starten. Jarenlang vreedzaam verzet wordt volledig verzwegen. Zo krijgt de westerse burger de indruk dat elk gewapend verzet, en  de fanatici die er gebruik van maken, zomaar uit de lucht komt vallen, zonder enige context.

‘Informatie’, essentieel onderdeel van een militaire operatie

Hoofdstuk vier ‘The Intersiege Information Campaign’ is volledig gewijd aan de ontwikkeling van die mediastrategie. “Door de grootste militaire macht van de wereld te verplichten zich terug te trekken en te onderhandelen, werd Fallujah meer dan een zoveelste haard van verzet tegen de bezetting. De stad werd een luid weerklinkend verzetssymbool, dat de verschillende andere nationale bevrijdingsbewegingen in Irak verenigde. Het terugdrijven van het leger van de VS inspireerde verzet over heel het land, een vooruitzicht waar de bezetters niet konden mee leven.”

Dokter Samira Alaani, hoofd van de afdeling pediatrie in het centrale Fallujah Hospital. Zij stelde elke dag de abnormale geboorten vast. In 2016 moest zij ook op de vlucht. Foto: Donna Mulhearn

“Een tweede operatie was nodig, niet zomaar om de opstand in Fallujah te verslaan, maar om het op een spectaculaire manier te vernietigen en zo een duidelijke boodschap te zenden naar de gewapende groeperingen in het land dat elk verzet zinloos was.”

“Bovenal wilde de Amerikaanse legerleiding de indruk vermijden dat de komende aanval louter een wraakoefening was, bedoeld om het besmeurde imago van de VS te wreken en om Fallujah te dwingen een regering te aanvaarden die was gecreëerd door de bezettende machten. De hele operatie werd gerechtvaardigd als een allerlaatste overblijvende optie, na de uitputting van alle diplomatieke en vreedzame inspanningen, om de ‘veiligheid’ in Irak te herstellen, zodat het land een vrije verkiezing kon houden in januari 2005.”“Een tweede operatie was nodig, niet zomaar om de opstand in Fallujah te verslaan, maar om het op een spectaculaire manier te vernietigen en zo een duidelijke boodschap te zenden naar de gewapende groeperingen in het land dat elk verzet zinloos was.”Het tweede offensief in 2004 tegen Fallujah werd de bloedigste en meest gruwelijke van de bezetting van Irak. Dit was volgens de militaire woordvoerders echter een strijd “om de bevolking van Fallujah te bevrijden van de fanatieke terroristen in hun midden”, niet het verzet van een bevolking tegen een bezetter. Dit was een strijd tegen Al Qaida, volgens de bezettende troepen.

In werkelijkheid had die organisatie de grootste moeite om zich bij de lokale verzetsgroepen aan te sluiten en werd er aanvankelijk zelfs door tegengewerkt. De massale vernietiging van de stad, zijn wegen, zijn scholen, hospitalen en huizen dreef het lokaal verzet uiteindelijk tot samenwerking met de fanatici, die verder compleet vreemd waren aan de stad en de regio.

Dit kerkhof met 4.000 graven was vroeger een voetbalveld. Foto: Donna Mulhearn

De stad Fallujah werd bijna volledig vernield. De bodem is er nu zo vervuild door verarmd uranium, lood, kwik en fosfor dat er tot vandaag één op vijf kinderen worden geboren met zware geboortedefecten. Een van de eerste ‘verwezenlijkingen’ van het tweede offensief was de sluiting van het centrale hospitaal, van waaruit tijdens het eerste offensief de beelden waren vertrokken en de statistieken van burgerslachtoffers werden verspreid. Dat hospitaal en zijn personeel waren immers de propaganda van het extremistische verzet, dat de bevolking in de tang hield.

Zo werd de hele operatie aan de wereld verkocht, met succes, dankzij de westerse media, die excelleerden in het ongenuanceerd kopiëren van de persberichten van de bezetters. Dwang was daarbij niet nodig. Alles gebeurde met pr: persconferenties, embedded journalisten, scoops, geleide bezoeken aan het front. Journalisten die toch zelf hun werk wilden doen kregen een duidelijke waarschuwing: de Mediacommissie van de Iraakse interimregering verwittigde hen “om de lijn van de regering te volgen over het door de VS geleide offensief in Fallujah of wettelijke represailles te ondergaan.”

Ook dat vonden de embedded journalisten geen probleem.De stad Fallujah werd bijna volledig vernield. De bodem is er nu zo vervuild door verarmd uranium, lood, kwik en fosfor dat er tot vandaag één op vijf kinderen worden geboren met zware geboortedefecten. Een van de eerste ‘verwezenlijkingen’ van het tweede offensief was de sluiting van het centrale hospitaal, van waaruit tijdens het eerste offensief de beelden waren vertrokken en de statistieken van burgerslachtoffers werden verspreid. Dat hospitaal en zijn personeel waren immers de propaganda van het extremistische verzet, dat de bevolking in de tang hield.

Gerichte bombardementen waren zogenaamd bedoeld om schuilplaatsen van Al Qaida-leider Musab al-Zarqawi te vernietigen. Zoveel jaren later is er nog altijd geen enkel bewijs dat de man ooit in Fallujah is geweest. Wat de burgerslachtoffers van die gerichte aanslagen er over dachten, vernam je niet in de westerse media.

“Deze desinformatie creëerde de meest doordringende en vernietigende mythe over de bezetting van Irak door de VS, een mythe die daarna ‘conventionele wijsheid’ werd. Het resultaat was duizenden slachtoffers en een vernietigde stad.”

De auteurs

Boekcover The sacking of Fallujah. A people’s history.

Ross Caputi was een van de VS-mariniers tijdens dat tweede offensief. Hij nam deel aan de beschietingen van burgers, de standrechtelijke executies en de vernietiging van het enige nog functionerende hospitaal in de stad.

Donna Mulhearn was woensdag 19 juni in Brussel om het boek voor te stellen. Zij is een Australische journaliste, die als vrijwilliger in Irak was voor de organisatie van de Human Shields, een groep burgers uit de landen van de ‘coalition of the willing’. Australië nam immers met een klein contingent ook deel aan de bezetting. Met hun aanwezigheid wilden zij Irakese burgers beschermen.

Toen zij en haar collega’s door hun Irakese vrienden werden verwittigd van de gruwel in Fallujah was hun eerste reactie er een van ongeloof. Vrouwen en kinderen die op weg naar school, op de markt werden doodgeschoten door Amerikaanse sluipschutters? OK, deze bezetting is wreed, maar dit is toch wel overdreven!? “Come and see for yourselves”. Wat zij aantroffen oversteeg al hun ergste verwachtingen.

Donna Mulhearn praat met Iraaks-Brits mensenrechtenadvocaat Sabah Al-Mukhtar over het boek. Foto: Lode Vanoost

Samen met Australisch academicus Richard Hil verzamelden zij al hun ervaringen en bewijsmateriaal in het boek The Sacking of Fallujah – A People’s History, waarin zij hun analyse combineren met getuigenissen van gewone Irakezen in Fallujah. Hun boek plaatst wat in 2003-2004 en in 2016 gebeurde in een chronologische en historische context. Lijkt overbodig om te zeggen, maar hun relaas laat niets heel van het narratief dat in de westerse media over de stad wordt beweerd.

Hoe de bevolking van Fallujah er over dacht …

Ondertitel van het boek is ‘A People’s History‘. Al deze hoofdstukken worden met elkaar verbonden met ‘People’s Stories‘, die bij wijlen zeer hard om lezen zijn. De blinde wreedheid van de aanvallen op de stad wordt echter veel beter ontmanteld door deze soms onschuldige, naïeve verhalen dan door statistieken (ook al zijn die eveneens zeer hard). Zie ook de foto’s bij dit artikel.

In 2012 keek deze moeder toe hoe haar baby van enkele dagen stierf aan een hartkwaal, die ter plaatse niet kon worden geopereerd. Enkele uren na deze foto stierf baby Dumoa. Foto: Donna Mulhearn

Niemand is verplicht zomaar deze versie van wat in Fallujah is gebeurd te aanvaarden. De auteurs geven in het boek zelf aan dat grondig onderzoek nodig is om de volledige waarheid te kennen. In ieder geval geven zij genoeg feitenmateriaal om de officiële versie in twijfel te trekken.

Deze korte recensie is te bondig om het allemaal tot zijn recht te laten komen. Journalisten die bereid zijn om het idee te aanvaarden dat niet alles wat ‘wij’ doen in de wereld per definitie goed is moeten dit boek lezen. In een eerlijke mediawereld zou dit verhaal zijn plaats hebben gekregen naast het verhaal van de bezetters. Voorlopig leven wij niet in een dergelijke wereld. Ook daarom is dit boek broodnodig.

Noam Chomsky zegt er dit over op de achterflap: “Dit baanbrekend werk snijdt door de dikke mist van propaganda om de ervaringen van de slachtoffers te tonen.”

Ross Caputi, Richard Hil, Donna Mulhearn. The Sacking of Fallujah – A People’s History.University of Massachusetts Press, Boston, 2019. 178 pp. (zonder voetnoten) ISBN 978 1 62534 438 0

Artikels over Fallujah:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.