Turks journalist Ahmet Altan derde maal vrij, zal hij definitief “de wereld terug zien”?

Ahmet Altan. Wordt derde maal vrij het definitief einde van zijn lijdensweg? Waakzaamheid blijft geboden. Foto: Flickr

FacebooktwitterFacebooktwitter

Onder druk van niet aflatende internationale steuncampagnes werd Turks auteur/journalist Ahmet Altan op 14 april 2021 vrijgelaten. Het is de derde maal dat hij vrijkomt na zijn eerste veroordeling in 2016. Waakzaamheid blijft dus geboden. We hernemen de recensie (van 17 mei 2019) van het boek ‘Ik zal de wereld nooit meer zien’ dat hij in 2017-2018 in gevangenschap schreef.

De Turkse schrijver/journalist Ahmet Altan (1950) werd op 18 februari 2018 tot levenslang veroordeeld voor betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, zonder dat het gerecht de moeite deed daar enig fysiek bewijs voor te leveren. Vanuit de gevangenis schreef hij een aantal losse bedenkingen neer. Geen zelfbeklag, maar ontnuchterende vaststellingen van een man die weet dat hij “de wereld nooit meer zal zien”.

Ahmet Altan is geen onbekende voor de Turkse machthebbers. Zijn vader was eveneens een bekend journalist/schrijver met uitgesproken politieke meningen, net als zijn broer Mehmet, die tevens professor economie is. Ook Mehmet kreeg levenslang voor beweerde betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep van 2016.

Ahmet Altan schreef negen romans die in een historische context een kritische blik werpen op de Turkse maatschappij. Die kritiek uitte hij ook in talrijke essays en krantenartikels. In 1995 werd hij ontslagen bij de krant Milliyet voor het schrijven van de column Atakürt, over een fictieve Koerdische staat, waarin de Turken een onderdrukte minderheid waren. In 2001 verscheen zijn boek De Secretaris in het Nederlands. Van 2007 tot 2012 was hij hoofdredacteur en columnist van het dagblad Taraf. In 2008 publiceerde hij een artikel over de slachtoffers van de Armeense genocide.

Over de echte daders achter de poging tot staatsgreep van 2016 is nog steeds nauwelijks iets geweten. Vast staat in ieder geval dat president Erdogan er een kans in zag om de politieke dissidentie tegen zijn bewind aan te pakken. Ahmet Altan en zijn broer Mehmet zijn twee van de duizenden Turken die werden opgepakt op beschuldiging van medeplichtigheid.

De bewijzen tegen Ahmet waren zo flinterdun dat het Hooggerechtshof vonniste dat er geen grond voor een rechtszaak was. Dat hield zijn rechters niet tegen om na kort beraad alle argumenten van de verdediging te negeren en hem tot levenslang te veroordelen. Hem wordt geen enkele fysieke betrokkenheid verweten bij de staatsgreep. Hij zou echter in zijn teksten ‘subliminale boodschappen’ hebben gegeven om anderen aan te zetten tot de staatsgreep.

De politieagenten die hem aanhielden en ondervroegen, noch de rechters deden enige moeite om te doen alsof ze de aanklacht zelf geloofden. Ze ondervroegen hem alleen over zijn werk als journalist en schrijver. Tijdens de pleidooien van de verdediging toonden de drie rechters ostentatief dat ze niet aan het luisteren waren.

Desondanks kwam zijn veroordeling tot levenslang onverwacht hard aan. In de maanden van zijn voorarrest ging hij er net als vele anderen nog van uit dat het voorarrest en het proces vooral bedoeld waren als intimidatie en dat hij er met een symbolische straf van af zou komen. Hij mispakte zich echter net als vele andere Turken aan de hardnekkigheid waarmee president Erdogan zijn regime wil consolideren.

Na een eerste periode van diepe depressie over het besef dat hij als 69-jarige in de slechte leefomstandigheden van de Turkse gevangenissen nooit nog zou vrijkomen, begon hij terug aan het enige wat hij goed kan: schrijven.

Ik zal de wereld nooit meer zien. Aantekeningen uit de gevangenis zijn de dagdromerijen van een man die niets anders meer heeft dan zijn geest en zijn pen. Hij vertelt over zijn dromen, denkt na over zijn leven, herleeft herinneringen in familiekring, op reis, tijdens zijn werk als journalist.

Bijzonder wrang wordt het als hij de uren beschrijft die hij in een wachtkamer doorbrengt terwijl de rechters beraadslagen. Die doen er drie uur over om over zes personen te oordelen. Dit bange wachten doet hem denken aan een scène in een boek van hemzelf waarin net dat gebeurt. De protagonist schippert tussen hoop en wanhoop, angst en verwachting, misschien, misschien niet … wat als …

Tussendoor mijmert Altan over de Turkse maatschappij, de rol van godsdienst, hoe hij als ongelovige leeft met twee gelovige celgenoten. Op een bepaald ogenblik zit hij met drie rechters in een celwagen. Een van hen bekent dat hij tot dan geen flauw benul had van hoe het er in Turkse gevangenissen aan toe ging. De andere vertelt dat de collega die hem aanhield hem nog snel toefluisterde: “Als ik het niet doe, word ik zelf aangehouden”.

Soms gaat het over de kleine dingen. Insecten en vogels die overvliegen, roepen over de muren met andere gevangenen die hij totaal niet kent en nooit gezien heeft. De bezoeken van familie waarbij hij zich stoer houdt om hen niet ongelukkig te maken, terwijl hij overtuigd is dat zij net dezelfde schijn ophouden. Het leed van een medegevangene die vaststelt dat zijn vrouw alleen op bezoek kwam, omdat zijn dochter ook is aangehouden. De relativiteit van tijd wanneer je niets te doen hebt.

Tussendoor mijmert hij over de vele boeken die hij heeft gelezen. Hij mist de fysieke aanwezigheid van boeken zeer. Wanneer zijn maandenlange wachten wordt beloond met de inwilliging van de autoriteiten voor zijn eerste boek, leest hij gretig De Kozakken van Leo Tolstoj. Hij kan nauwelijks geloven dat tussen de vele troep in de gevangenisbibliotheek ook zulke pareltjes zitten.

Ondanks een strikt verbod op schrijven, slaagde Ahmet Altan er in dit boekje te schrijven, dat nu werd gepubliceerd. Het is niet zomaar een aanklacht, geen boekje dat je alleen maar uit solidariteit leest. Dit is het boek van een getalenteerd schrijver. Geen schreeuw om aandacht, maar een stille wenk. Wat hij zegt is: denk even aan mij terwijl je dit leest, zo leef ik nog een beetje in de wereld, meer hoef ik niet.

 

Ahmet Altan. Ik zal de wereld nooit meer zien – Aantekeningen uit de gevangenis. De Bezige Bij, Amsterdam, 2019. 205 pp. ISBN 9789403144405. Het boek wordt in meerdere talen gepubliceerd.

Ahmet Altan. De Secretaris. Bert Bakker, Amsterdam, 2001. 316 pp. ISBN 9789035122659 (tweedehands nog te vinden op internetsites).

Deze recensie verscheen eerder op 17 mei 2019 als “Ik zal de wereld nooit meer zien”. Aantekeningen uit een Turkse gevangenis.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.