Het enthousiasme waarmee de westerse mainstream media het aanhoudingsbevel tegen Russisch president Poetin toejuichen is niet gebaseerd op een principieel moreel standpunt. De selectieve verontwaardiging over de oorlogsmisdaden in Oekraïne staat in schril contrast met de goedkeurende terugblik op die andere invasie, 20 jaar geleden.
Op 17 juli 1998 aanvaardde de VN-Algemene Vergadering tijdens een bijzondere zitting in Rome het Verdrag dat het statuut van een Internationaal Strafhof opstelde – vandaar de naam ‘het Statuut van Rome’.
120 van de 148 deelnemende VN-Lidstaten stemden voor, 21 onthielden zich en 7 landen stemden tegen: China, Irak, Libië, Qatar, Jemen, Israël en de VS. Israël stemde tegen omdat in de lijst van oorlogsmisdaden ook vermeld stond: ‘het transfereren van een bevolking naar een bezet gebied’.
Begonnen in 2002 met Afrika
Het Verdrag voorzag dat het Strafhof formeel kon worden opgericht en voorzien van middelen en personeel zodra 60 lidstaten het Verdrag in de eigen parlementen hadden geratificeerd, nadat hun regeringsleiders het hadden ondertekend.
Ondertekening gevolgd door ratificatie zijn de twee stappen die vereist zijn voor elk verdrag om het rechtsgeldig te maken voor het betrokken land.
In heel wat mediacommentaren worden ondertekening en ratificatie door elkaar gehaald, waarbij dikwijls de indruk wordt gegeven dat ondertekening reeds de aanvaarding van een verdrag inhoudt – wat niet het geval is.
Begin 2002 was de voorwaarde van 60 ratificaties vervuld en werd het Strafhof opgericht. Op 11 maart 2003 werden 18 rechters beëdigd. De eerste aanhoudingsbevelen van het Strafhof volgden op 8 juli 2005.
De eerste veroordeelde oorlogsmisdadiger was Congolese rebellenleider Thomas Lubanga Dyilo voor het gebruik van kindsoldaten. Hij kreeg 14 jaar op 14 maart 2012, wat in beroep werd herleid tot 8 jaar. Daarna volgden nog processen, allen tegen Afrikaanse misdadigers.
Het Strafhof kan enkel optreden met instemming van het land waar de beschuldigde zich bevindt of van het land waar de vermeende oorlogsmisdaden hebben plaatsgegrepen. Een VN-Lidstaat die het Statuut van Rome niet heeft ondertekend of geratificeerd kan vrijwillig medewerking bieden.
Eenmaal een aanhoudingsbevel is uitgevaardigd zijn VN-Lidstaten die het Verdrag wél hebben geratificeerd verplicht de betrokken personen aan te houden wanneer die zich op hun grondgebied begeven.
Sinds zijn oprichting hebben 123 VN-Lidstaten het Statuut aanvaard. Ongeveer 40 VN-Lidstaten hebben het Statuut nog steeds niet aanvaard, waaronder China, India, Irak, Noord-Korea, Saoedi-Arabië en Turkije.
VS: Strafhof voor anderen, invasie Den Haag voor ons
President Bill Clinton heeft het Statuut ondertekend in 2000, maar heeft de tekst nooit voorgelegd aan het Congres voor ratificatie. Twee jaar later heeft zijn opvolger George W. Bush de American Service-Members Protection Act ondertekend.
Die geeft de president het recht om ‘militair personeel en andere verkozen en benoemde officiële van de regering van de VS te beschermen tegen criminele vervolging door een internationaal strafhof waar de VS geen lid van is’.
Deze wet geeft de president het recht om elke Amerikaanse burger te ontzetten ‘met alle noodzakelijke en gepaste middelen’ als die zou worden aangehouden voor vervolging door het Strafhof. De wet zelf is zo geformuleerd dat ze het Strafhof niet letterlijk noemt en spreekt van ‘een internationaal strafhof’ (zonder hoofdletters).
De verwijzing is echter duidelijk genoeg, er bestaat immers slechts één dergelijk orgaan. Deze wet wordt dan ook gemeenzaam de Invasion of The Hague Act genoemd, naar de Nederlandse stad Den Haag waar het Strafhof gevestigd is.
In 2008 werd de toepassing van deze wet uitgebreid tot niet-VS-burgers die voor de VS werken uit Australië, Egypte, Israël, Argentinië, Zuid-Korea en Nieuw-Zeeland.
Deze VS-wet verbiedt tevens dat overheidsinstanties op alle niveau’s in de VS samenwerken met het Strafhof. Ze verbiedt tevens de uitlevering van niet-VS-burgers die in de VS verblijven aan het Strafhof.
Tevens verbiedt deze wet militaire samenwerking met landen die wel lid zijn van het Statuut, met uitzondering van de NAVO-lidstaten en van Taiwan (dat geen erkende VN-Lidstaat is). De wet verbiedt daarentegen niet dat de VS zou meewerken aan de aanhouding van buitenlanders buiten de VS voor overlevering aan het Strafhof.
Oorlogsmisdaden in Afghanistan
In November 2017 adviseerde Fatou Bensouda, Gambiaans rechter in het Strafhof, om een onderzoek te starten naar oorlogsmisdaden in Afghanistan, waaronder verkrachting en foltering, door de Taliban, het Afghaanse leger én het leger van de VS.
President Trump vaardigde als antwoord uit dat de VS unilaterale sancties zouden treffen tegen elke VN-Lidstaat die aan dit onderzoek zou meewerken. Toen het Strafhof in juni 2020 effectief met het onderzoek startte lanceerde de regering van president Trump een aanval op de economische middelen van het Strafhof.
De betrokken rechters en advocaten in de VS die met hen samenwerkten werden bedreigd met inbeslagname van al hun financiële middelen en bezittingen. In juni 2020 blokkeerde Trump alle rekeningen van alle personen die voor het Strafhof werkten in de VS en trok het diplomatiek inreisvisum in van rechter Fatou Bensouda.
Drie van de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad (VS, Rusland en China) erkennen het Strafhof niet
De VS zijn niet het enige land dat het Strafhof tegenwerkt en weigert te erkennen. In Afrika beginnen meer en meer landen hun onmin te uiten dat het Strafhof in de praktijk alleen Afrikaanse oorlogsmisdadigers vervolgt – en dan nog op een selectieve manier, alleen zij die niet (of niet langer) aanzien worden als Westerse bondgenoten. Notoire oorlogsmisdadigers als president Kagame van Rwanda blijven ongedeerd.
31 VN-Lidstaten hebben het Statuut ondertekend maar nog niet geratificeerd, waaronder Oekraïne. Vier staten die het Statuut hebben ondertekend hebben sindsdien formeel gemeld aan het Strafhof dat zij niet van plan zijn het Statuut te ratificeren: Israël, Soedan, Rusland en de VS.
41 VN-Lidstaten waaronder China en India hebben het Statuut nooit ondertekend. De meeste van deze landen zijn dat ook niet van plan te doen in de toekomst.
Het komt er op neer dat drie van de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad (VS, Rusland en China) het Strafhof niet erkennen. Rusland trok zijn handtekening in in 2016 nadat het Strafhof de annexatie van de Krim als een ‘bezetting’ kwalificeerde.
Rusland eens met de VS over Strafhof
Op 17 maart 2023 – twee dagen voor de 20ste verjaardag van de invasie van Irak – heeft het Strafhof aanhoudingsbevelen uitgevaardigd tegen president Poetin en tegen Maria Lvova-Belova, Russische Commissaris voor Kinderrechten. De beschuldiging luidt ‘onwettige deportatie en transfer van kinderen tijdens de invasie in Oekraïne’.
Daarmee is Poetin het eerste staatshoofd van een permanent lid van de VN-Veiligheidsraad die wordt vervolgd. Oekraïne is weliswaar net as Rusland geen lid van het Statuut van Rome maar heeft reeds verklaard zijn medewerking te verlenen aan deze vervolging.
De reactie van de Russische regering was voorspelbaar kort. “Rusland erkent het Strafhof niet”. De woordvoerder van de regering maakte geen enkele vergelijking en refereerde evenmin naar mogelijke andere oorlogen waar oorlogsmisdaden werden gepleegd die niet werden vervolgd.
Deze beslissing van het Strafhof heeft enkel politiek-symbolische waarde. Als staatshoofd heeft Poetin immers diplomatieke onschendbaarheid. Meerdere Afrikaanse staatsleiders of leden van regeringen hebben zo al aanhoudingen vermeden, bijvoorbeeld tijdens bezoeken aan België.
De beschuldiging houdt zonder twijfel een aantal elementen in die ernstig moeten worden genomen. Een aanzienlijk deel van de in het najaar van 2022 uit opvangcentra in en rond de stad Cherson geëvacueerde kinderen zijn géén wezen, hebben bekende familieleden en werden naar Rusland geëvacueerd tegen de wil van hun familie in. Ongeveer 350 kinderen, een zeer klein deel van de naar schatting 14 à 15.000 betrokken kinderen, werden sindsdien teruggezonden naar familie in Oekraïne.
Universeel principe of selectieve verontwaardiging
Problematisch is echter de globale context van deze beschuldiging, te beginnen bij Oekraïne zelf. Eerst en vooral heeft ook de Oekraïense overheid kinderen uit instellingen in de conflictzones verwijderd, waaronder etnisch Russisch sprekende kinderen. Oekraïne verantwoordde deze evacuaties als bescherming van de betrokken kinderen tegen het oorlogsgeweld.
Dit is het identieke argument van Rusland. Voor Rusland is dit argument echter enkel valabel als de kinderen op Oekraïens grondgebied zouden gebleven zijn. Ze werden echter naar Rusland, dus naar een ander land, geëvacueerd. Die grensoverschrijdende transfer maakt het een oorlogsmisdaad
Maar zelfs dan, Rusland heeft meermaals verklaard elk kind dat traceerbaar is naar rechthebbende ouders of familieleden te zullen zenden, wat in 350 gevallen effectief al gebeurd is. Voor het ogenblik ontmoedigt de Oekraïense overheid echter haar burgers om een aanvraag tot repatriëring in te dienen bij de Russische overheid.
Wat met de andere oorlogsmisdaden in Oekraïne?
Er zijn zonder de minste twijfel nog meer oorlogsmisdaden gepleegd tijdens de invasie, zoals het bombarderen van burgerdoelwitten, standrechtelijke executies van ongewapende burgers en van gevangengenomen soldaten, folterpraktijken en verkrachtingen. Daarover heeft het Strafhof geen onderzoek geopend.
Ook hier stelt zich het juridische probleem van de wederkerigheid. Alle net vernoemde oorlogsmisdaden werden/worden immers door zowel Oekraïne als Rusland begaan.
Oekraïne weigert de tijdens de burgeroorlog sinds 2014 14.000 gedode slachtoffers in de Donbass te erkennen, cijfers die nochtans door de OVSE en andere waarnemende organisaties werden verzameld.
Valt de eenzijdige aanpak van Oekraïne nog enigszins te vatten – het land wordt immers belegerd door een vijandige buurstaat – dan kan dat niet gezegd worden van de internationale gemeenschap, in hoofdzaak van de VS.
Géén precedent scheppen is de enige prioriteit
Enkele weken voor het Strafhof zijn aanhoudingsbevel uitvaardigde wilde het Pentagon dossiers overmaken aan het Strafhof met informatie over oorlogsmisdaden van Rusland tijdens de invasie van Oekraïne.
Die overdracht werd tegengehouden door de regering van president Biden, om redenen die de flagrante schijnheiligheid aantonen waarmee de VS in de wereld handelen. Die redenen werden niet verborgen gehouden, ze werden openlijk geformuleerd.
Het overhandigen van VS-dossiers met informatie aan het Strafhof zou een gevaarlijk precedent kunnen scheppen van impliciete erkenning van het Strafhof. Bovendien zou dat het risico meebrengen dat ook oorlogsmisdaden van de VS zelf in andere conflicthaarden alsnog onderzocht zouden worden.
Hoewel Rusland er na het aanhoudingsbevel geen enkele allusie op maakte, vond niemand minder dan Tony Blair, voormalig Brits eerste minister in 2003, het nodig om in een opinie te stellen dat Rusland geen recht heeft om de vergelijking te maken met de invasie van Irak in 2003.
Of Poetin echt ooit zal vervolgd worden is zeer twijfelachtig. Zolang hij staatshoofd is blijft hij diplomatiek onschendbaar. Bovendien, in tegenstelling tot wat hier in de media voortdurend wordt herhaald, is Poetin allesbehalve een paria geworden in de wereld.
Zoals wel meer het geval is verwarren westerse commentatoren de opinie van het westen met die van de rest van de wereld. Buiten dat Westen heeft geen enkel land ter wereld zich aangesloten bij de sancties van de VS en de EU, met andere woorden meer dan 80 procent van de wereldbevolking deelt de opinie niet van de grote media hier over de oorlog in Oekraïne.
Geen enkele opvolger van Poetin, zelfs niet een of andere door het Westen opgedrongen kloon van zijn voorganger Boris Jeltsin zal hem uitleveren aan het Strafhof. Geen enkel Russisch leider zal het immers wagen tegen de nationalistische gevoelens van de Russische bevolking in te gaan.
Géén universeel principe
Er is niemand die er aan twijfelt dat de Russische invasie in Oekraïne een misdaad is, dat is hier het punt niet. Er zijn er echter heel wat – in dat vrije Westen – die menen dat het vervolgen van oorlogsmisdadigers geen universeel principe is maar een selectief instrument om de vijanden van het ogenblik te viseren.
Het aantal oorlogsmisdaden die VS-troepen hebben begaan sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is zeer lang. Van de tapijtbombardementen op waterdammen in Noord-Korea, over de chemische vergiftiging van grote delen van het platteland in Vietnam, over de steun aan brutale militaire dictaturen in Latijns-Amerika, tot de wanpraktijken in Abu Graib. Inderdaad, de lijst is zeer lang.
De mainstream media hier zijn totaal vervreemd van wat leeft in de rest van de wereld buiten het westen. Zij ‘begrijpen’ niet waarom die wereld hen niet volgt in de sancties.
Geschiedenis, wél belangrijk
Zij willen niet inzien dat die ‘derde’ wereld daarbuiten zijn geschiedenis kent, van de gruwelijke onderdrukking van de bevrijdingsbewegingen in de kolonies over de rechtse staatsgrepen in Afrika en Latijns-Amerika van de jaren 1960 tot 1980 tot de oorlogen in Vietnam, Cambodja, Laos, Afghanistan, Libië, Syrië.
Die wereld ziet Europa en de VS niet als brengers van vrede, democratie en mensenrechten maar als uitbuiters van hun grondstoffen en ondermijners van hun soevereine ontwikkeling van 1945 tot vandaag.
Wat men over het interne politieke systeem van China en Rusland ook mag denken, deze landen hebben Afrika, Azië en Latijns-Amerika nooit gekoloniseerd. Zij hanteren niet het neerbuigende, minachtende discours waarop nog zeer recent Frans president Macron zich liet betrappen tijdens een bezoek aan Congolees president Tshisekedi.
Met zijn recente aanhoudingsbevel tegen president Poetin bevestigt het Strafhof op een zeer betreurenswaardige manier dat oorlogsmisdaden alleen ‘oorlogsmisdaden’ zijn wanneer ze worden gepleegd door onze vijanden.
Hans Blix
Voormalig minister van buitenlandse zaken van Zweden Hans Blix deelt deze eenzijdige aanpak niet. Hij leidde in 2000-2003 de VN-missie (UN Monitoring, Verification and Inspection Commission) die controleerde of er al dan niet chemische, biologische of nucleaire massavernietigingswapens waren in Irak.
Zijn rapport was categoriek. Er waren géén massavernietigingswapens in Irak. Toch gingen de VS en Groot-Brittannië door met de invasie op basis van deze leugen.
Blix meent dat naast Poetin ook Brits eerste minister Tony Blair en VS-president George W. Bush voor het Strafhof moeten worden gedaagd voor de op hun bevel begane oorlogsmisdaden in Irak:
Interview with Hans Blix, former UN weapons inspector.
"Are you saying you would have liked to see a George Bush, a Tony Blair, put in front of The Hague like any other person…accused of committing war crimes?"
Hans Blix:
"I think, in principle, yes" pic.twitter.com/2pxjwUMXvI— Richard (@ricwe123) March 20, 2023
In een ideale wereld zou het Strafhof alle oorlogsmisdaden vervolgen, wie ze ook gepleegd heeft, waar ze ook gepleegd werden, hoe lang het ook geleden is – want ook dit laatste telt. Volgens het Statuut van Rome staat er geen verjaring op oorlogsmisdaden, dus ook niet de oorlogsmisdaden die 20 jaar geleden werden begaan.
In feite is het nog extremer, want in een ideale wereld, waar vervolging voor oorlogsmisdaden voor iedere dader een reëel risico is, zouden geen oorlogsmisdaden gepleegd worden. Die ideale wereld is een utopie.
De enige oplossing die in de geschiedenis gewerkt heeft is: wapenstilstand en onderhandelingen waarbij alle eisen op tafel worden gelegd, waaronder uiteraard prominent de terugtrekking van Rusland, na onderhandelingen.
Wie de voorafgaande terugtrekking van Rusland blijft eisen als voorwaarde voor het beginnen van onderhandelingen is niet eerlijk, zegt in feite ‘we onderhandelen niet’ en streeft andere doelstellingen na.
De VS hebben reeds verklaard dat elk vredesvoorstel van China, wat het ook moge zijn, onaanvaardbaar is. Dat is zoveel als zeggen: “Wij willen dat deze oorlog tegen Rusland nog jaren doorgaat, tot de laatste Oekraïener”.
“Tot de laatste Oekraïener!?”… Geen fraai vooruitzicht.
Noam Chomsky: “If the Nuremberg laws were applied, then every post-war American president would have been hanged.” “Als de wetten van Neurenberg zouden worden toegepast, dan zou elke naoorlogse Amerikaanse president opgehangen zijn.”
De ‘wetten’ waar Chomsky in deze quote naar verwijst slaan op de regels die werden opgesteld voor het oorlogsproces tegen de Duitse opperbevelhebbers in de stad Neurenberg, waar de meeste verantwoordelijken voor de Tweede Wereldoorlog werden ter dood veroordeeld door ophanging. Het Statuut van het Strafhof heeft zich op het proces in Neurenberg geïnspireerd.