Oplossing depressiepandemie begint met erkenning van zijn échte oorzaken

Foto: pexels.com

FacebooktwitterFacebooktwitter

Boeken over depressie, ze verschijnen om de haverklap, van academisch doorwrochte studies tot verhalen van ervaringsdeskundigen. Jan Celie combineert beiden: studie van én ervaring met depressie. Alleen de erkenning van de echte reden van de depressiepandemie biedt een oplossing. Wat die reden is (hint: niet de mens, niet het individu), legt hij grondig uit in zijn boek. Nuttige literatuur, want ‘We worden er allemaal beter van’.

Depressie is géén ‘probleem’ van depressieve mensen, van individuele personen, het is een maatschappelijk probleem (zonder aanhalingstekens) waarvoor een maatschappelijke oplossing moet komen.

Dat echte probleem is het nuchtere feit dat onze hedendaagse maatschappijmodel mensen depressief maakt, niet omgekeerd, omwille van de vervreemding en de vereenzaming van een economisch bestel dat alle menselijke waarden wegdrukt voor één doel: meer, meer en nog meer.

Tot daar in een notendop de boodschap van Jan Celie in zijn boek We worden er allemaal beter van – Meer verbondenheid en meer gelijkheid als remedie tegen de depressiepandemie. Lange titel voor een lijvig boek.

Ik raad in mijn boekrecensies kandidaat-lezers altijd aan om zich niet te laten afschrikken door het volume van een boek. Lees een aantal hoofdstukken, laat het boek even liggen en herneem het wat later.

Ik heb die methode zelf ook toegepast voor dit boek. Helemaal uitgelezen op treinritten van en naar de redactie: telkens ongeveer 30 minuten op een treinrit van in totaal 34. Kan best.

Ervaring en wetenschap

Jan Celie wisselt verhalen over zijn levenservaring met depressie af met bedenkingen, waarbij hij gebruik maakt van allegorieën. Hij vertelt over mensen die hij kent of gekend heeft, zoals zwijgzame grootouders, die de lat voor hun levensverwachtingen heel laag stelden, omdat ze meer dan waarschijnlijk depressief waren, zonder dat te beseffen, of niet eens wisten dat ‘depressie’ een ding was.

Treffend is zijn vergelijking van types mensen met kippen … jawel. De spreekwoordelijke kippen-zonder-kop, de haantjes-de-voorste, de brave, ijverige legkippen tot ze ‘uitgelegde’ en dus overbodige kippen worden.

Daarnaast veel referenties naar wetenschappelijke studies, betrouwbaar en minder (of niet) betrouwbaar onderzoek, degelijke en onaanvaardbaar slechte onderzoeksmethodes. Een gemeenschappelijke noemer, de overgrote meerderheid van medici en experten (echte en zelfverklaarde) zien ‘depressie’ nog altijd als het probleem van een individu, van een mens in totaal isolement van zijn leefwereld.

Dat individueel probleem moet dus opgelost worden met individuele remedies, therapieën, kalmeermiddelen, opnames in gespecialiseerde instellingen. Die hebben met elkaar gemeen dat ze manifest niét werken. Vreemd dus dat men er gezwind mee doorgaat.

Blijven doorgaan met dingen die niet werken

Albert Einstein zei ooit: “De definitie van waanzin (insanity) is hetzelfde opnieuw en opnieuw te blijven doen, maar een ander resultaat verwachten’.

Hij had het over andere zaken, zoals de wapenwedloop en de dreiging van een verwoestende kernoorlog, maar je kan het zo toepassen op de manier waarop de medische wereld depressie blijft aanpakken. Altijd maar hetzelfde, zonder enig resultaat en verbaasd kijken dat het weer niet schijnt te werken, insane.

Depressief? Daar hebben we een middeltje voor! Foto: rawpixel.com

De cijfers zijn nochtans duidelijk. Het probleem wordt met al die fantastische methodes alleen maar erger. Depressie wordt – of is het al – een pandemie, een epidemie op wereldschaal. Die pandemie kost de maatschappij vele duizenden miljarden, elk jaar en het bedrag blijft maar stijgen.

Bovendien, die kostprijs is berekend op basis van de aanpak in de hoge inkomenslanden. Het is in feite nog veel erger. “De meeste mensen op de planeet krijgen geen behandeling voor hun depressieve gemoedstoestand, laat staan een ziektetegemoetkoming.”

Armoede, honger, elke dag onzekerheid of er morgen wel eten op tafel staat, zieke kinderen waar je geen behandeling voor kan betalen (als ze al voorhanden is), uitputtende werkdagen in sweatshops zonder enig perspectief op beterschap, wurgende onzekerheid over je toekomst op de vlucht, de Roemeense bedelaar die je al jaren op een bank ziet zitten aan je treinstation, maar ook 2 miljoen Palestijnen die na 17 jaar belegering een totale vernietiging ondergaan met meer dan 8.000 dode kinderen.

Andere oorzaken? Dezelfde oorzaken!

Hoeveel mensen buiten ons comfortabele Westen aan depressies lijden valt niet in te schatten. Alleen al daarover nadenken, maakt je depressief. Zonder depressies hier te willen minimaliseren, moeten we vaststellen dat depressies hier toch andere oorzaken hebben: problemen op het werk, in de relaties, het gezin, lastige buren, geluidsoverlast, luchtvervuiling …  En tussendoor het mantra van ‘geen tijd’ voor de dingen die er wel toedoen.

Het kan niet anders dat de bevolking van Gaza massaal depressief is en dat nog lang gaat blijven. Dit laat diepe psychische sporen na. Foto: Artsen Zonder Grenzen

Ik zeg hier ‘andere’ oorzaken, maar als je wat dieper gaat graven komt het wél op hetzelfde neer. We leven in een wereld waarin mensen vereenzamen, van elkaar vervreemden, waar de ongelijkheid toeneemt, niet alleen tussen Noord en Zuid, maar hier tussen arm, minder arm, net niet arm, OK maar niet zeker over de toekomst en rijk (wat je ‘het Zuiden van het Noorden’ kan noemen). Depressie door verborgen armoede, depressie door te hoge werkeisen, minder en minder tijd voor rust, voor ‘niet-werken’ …

Ongelijkheid veroorzaakt depressie, ook bij de meer welvarenden onder ons, want ook dat is een feit: in meer ongelijke maatschappijen zijn zelfs zij die rijker zijn meer depressief dan hun even rijke vrienden in meer gelijke maatschappijen.

De gemeenschappelijke noemer van de depressiepandemie, van Bangladesh tot het kleinste Vlaamse dorpje, is ongelijkheid: maatschappelijke ongelijkheid die alsmaar toeneemt. Wie een echte oplossing wil voor de depressiepandemie moet beginnen met die oorzaak te erkennen. Dat doet Jan Celie overtuigend in zijn boek.

Het papieren ding

Zoals ik hierboven reeds vermeldde, ik heb het in korte leesbeurten op de trein gelezen, niet thuis, daar kregen andere boeken, schrijfwerk (nu ja, ‘werk’), lekker eten, babbelen of gewoon naar een (ont)spannende serie kijken voorrang.

Ik zal wel niet de enige zijn die het merkt, maar ik was meestal de enige lezer van een papieren ding. De overgrote meerderheid van mijn mede-treinreizigers ‘lezen’ op hun gsm, als je om de zoveel seconden van het ene bericht naar het andere filmpje scrollen nog ‘lezen’ kan noemen.

Auteur van deze quote onbekend. Public Domain

Voor het werk of zomaar als tijdverdrijf, want echt lezen, even met je buur praten of zomaar naar buiten kijken, ieder in zijn interneteilandje doe je niet meer, alleen, eenzaam … depressief.

Terwijl ik dit schrijf, is het buiten al meerdere dagen grijs overtrokken weer, druilerige regen, winderig, kil, kortom, de meest deprimerende periode van het jaar. Niet de beste periode om een boek over depressie te lezen?

Toch wel, Jan Celie heeft veel te vertellen over wat er scheef loopt met de maatschappij, met ons economisch bestel, onder andere met de rol die de massamedia daarin spelen, de pharma-industrie, de politieke elites … maar hij laat het niet bij kritische analyse. Hij ziet mogelijkheden tot oplossing.

Een oplossing?

Hoe die eruitziet? Er staat teveel in dit leerrijke boek om het hier samen te vatten, maar het begint hiermee: ‘Ontkenning is niet langer een optie’ en ‘We moeten uit de kast komen’. Die kast waar we met miljoenen eenzaam, alléén samenhokken en waar we nochtans zonder het te beseffen eens zijn over één ding: “Zo kan het niet langer. Dit moet anders.”

We mogen niet langer aanvaarden dat de wereld rijkdom produceert die de ongelijkheid nog laat toenemen en ons alleen maar depressiever maakt. Het antwoord van Jan Celie: “Wij zijn met velen, zij zijn met weinig”.

En dit: “Als de inhoud van dit boek u beroerde, communiceer er dan veel en vaak over met de ander en met de Ander1. Onderschat vervolgens het mere-exposure effect niet.”

Paul Verhaeghe vat in zijn voorwoord de essentie van het boek samen: “De toestand is ernstig maar niet hopeloos. De ironische vaststelling dat het merendeel van ons depressief kan en zal worden op grond van diezelfde oorzaken, is net een reden voor optimisme. Het betekent dat de oplossing eenvoudiger is dan we denken – meer verbondenheid, meer gelijkheid –, en vooral dat de positieve gevolgen voelbaar zijn voor iedereen … Het is een taak voor ons allemaal.”

Meer verbondenheid en meer gelijkheid. We worden er inderdaad allemaal beter van.

 

Jan Celie. We worden er allemaal beter van – Meer verbondenheid en meer gelijkheid als remedie tegen de depressiepandemie. Horizon, Amsterdam/Antwerpen, 2023, 368 pp. ISBN 978 9464 1042 88 (met een voorwoord van Paul Verhaeghe). 

Jan Celie doctoreerde in 2019 met een studie van de wetenschappelijke benadering van depressie. Hij heeft als eerste de term ‘depressiepandemie’ gelanceerd.

 

Note:

1   En wie wil weten wat ‘de ander en de Ander’ betekent: lees dit boek!

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.