De aanval van Iran op Israël werd ‘wereldwijd’ afgekeurd, volgens de mainstream berichtgeving, waarmee alleen de VS en de EU wordt bedoeld. Dit was echter geen provocatie, dit was een reactie op een provocatie. Als nu een regionale oorlog dreigt is dat geen gevolg van deze aanval maar van alle provocaties die er aan voorafgingen en die door het Westen de facto werden goedgekeurd.
Het wordt een vast patroon in de westerse mainstream berichtgeving. Dingen gebeuren plots, zonder enige aanleiding. Wat telkens weer ontbreekt is context en geschiedenis. Dat ging ook zo met de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 en met de reactie van Israël op de uitbraak van Hamas uit Gaza op 7 oktober 2023.
Wie wil begrijpen hoe het zover kon komen moet net wél die context en de geschiedenis kennen. Begrijpen waarom iets gebeurt is niet hetzelfde als goedkeuren. Begrijpen waarom is echter wel de enige manier om oplossingen te vinden. En dat is net wat weeral ontbreekt in de berichtgeving over de recente aanval van Iran op Israël.
Het gaat zover dat wie die context en die geschiedenis durft te vermelden instemming of zelfs collaboratie wordt verweten met de vijand van het ogenblik.
Het begon niet op 13 april
Wanneer het gaat over een mogelijke escalatie tot een regionale oorlog – die bovendien het risico in zich draagt van een uitslaande Wereldoorlog met nucleaire consequenties – moet gekeken worden naar uitwegen, naar diplomatie en onderhandelingen.
De aanval van Iran exclusief uitleggen als een provocatie, als een terroristische aanslag zonder enige duiding is de kans op een uitslaande wereldbrand vergroten. Wie daarentegen wil dat het niet zover komt moet wel degelijk context en geschiedenis vermelden. Daarom nogmaals de feiten op een rij.
Het is om te beginnen al een foute inschatting om te doen alsof 13 april een beginpunt is – net als 7 oktober 2023 en 24 februari 2022. Voor zover data als beginpunt dienstig kunnen zijn is 1 april 2024 een veel meer adequate datum.
Op die dag bombardeerde Israël een gebouw van de Iraanse ambassade in Syrië, waarbij meerdere Iraanse officieren omkwamen, waaronder brigadier-generaal Mohammed Reza Zahedi. Deze aanval is een flagrante overtreding van het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer.
Diplomatieke immuniteit
Dit Verdrag dateert van 1961 maar legde daarvoor al bestaande internationale afspraken vast die al veel langer meegaan. Het erkent de diplomatieke immuniteit van buitenlandse diplomaten en van de gebouwen waarin zij werken en wonen (ook privé-woningen en voertuigen vallen onder de bescherming van het Verdrag). Alle wereldstaten op twee na 1 hebben het ondertekend.
Sindsdien werden reeds meermaals ambassades of consulaten2 aangevallen, meestal door betogers of terroristische groeperingen. Aanvallen door staten zijn echter zeer zeldzaam, zeker ook aanvallen door gaststaten tegen ambassades in eigen land. Nog meer uitzonderlijk zijn aanvallen door derde staten tegen ambassades in een ander land.
Recent heeft de wereld twee voorbeelden gezien van dergelijke praktijken. Op 1 april bombardeerde de Israëlische luchtmacht het consulaat van Iran in de Syrische hoofdstad Damascus. Amper drie dagen later pleegde de politie van Ecuador een overval op de ambassade van Mexico in de hoofdstad Quito3.
Beide incidenten zijn flagrante schendingen van het Verdrag van Wenen. In normale omstandigheden zouden deze overtredingen moeten leiden tot een onmiddellijke veroordeling door de VN-Veiligheidsraad. Dat was tweemaal niet het geval.
De tweede schending van het Verdrag door Ecuador werd in de Westerse pers nauwelijks opgemerkt. De eerste schending door Israël kreeg daarentegen veel aandacht, maar niet omwille van de grove schending van het Verdrag. De nadruk lag volledig op het feit dat Iraanse topofficieren werden uitgeschakeld, niet op het feit dat deze aanslag een regelrechte oorlogsprovocatie is.
Iran heeft zich na deze aanval van 1 april in eerste instantie tot de VN-Veiligheidsraad gericht. Daar hebben drie vaste leden van de VN-Veiligheidsraad Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS een voorstel geblokkeerd om het bombardement te veroordelen.
‘Wereldwijde’ veroordeling van Iran
Iran heeft uiteindelijk 14 dagen gewacht met een reactie. Volgens Artikel 51 van het VN-Charter heeft Iran het volste recht om zich te verdedigen “in geval van een gewapende aanval… totdat de Veiligheidsraad de noodzakelijke maatregelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid heeft genomen”. Bovendien heeft Iran de VN-Veiligheidsraad op de hoogte gebracht van de militaire reactie op de gewapende aanval door Israël, zoals datzelfde Artikel 51 voorschrijft.
De reactie van de westerse mainstream media, de Belgische incluis, was vooringenomen en selectief. “Wereldwijd werd de aanval door wereldleiders scherp veroordeeld”.
In werkelijkheid blijkt het te gaan over de president van de VS, EU-Commissievoorzitster Ursula von der Leyen en een aantal EU-regeringsleiders waaronder Belgisch eerste minister Alexander De Croo (België is EU-voorzitter voor het eerste halfjaar van 2024).
Die reacties waren unaniem. De aanval werd veroordeeld. Het verschil met de commentaren op de aanval van Israël op de Iraanse ambassade 14 dagen eerder kan niet meer verschillend zijn.
In werkelijkheid weigerden wereldwijd zowat alle VN-lidstaten buiten de VS en de EU om de Iraanse aanval te veroordelen, waaronder zelfs Saoedi-Arabië, niet bepaald de grootste vriend van buurland Iran.
Mainstream commentatoren verzwijgen 1 april niet, maar zetten die datum diep verborgen in hun stukken, dikwijls ontkracht met de toelichting ‘volgens Iran’. In geen enkel geval prijkt die datum als hoofdtitel of als hoofdargument om over de tegenaanval door Iran van 13 april te berichten.
Morele winnaars versus morele verliezers
Door de massale inzet van drones en raketten heeft Iran Israël verplicht om zijn volledige arsenaal luchtafweer in te zetten. Bovendien werd een aanzienlijk deel van deze projectielen tijdens hun lange vlucht onderschept door Britse, Amerikaanse en Jordaanse gevechtsvliegtuigen.
De deelname van de Jordaanse luchtmacht aan deze operatie zal het land en zijn bestuurders de komende weken zuur opbreken. De Jordaanse koning Abdullah had zich de voorbije maanden zeer kritisch uitgesproken over de belegering van de Palestijnse bevolking in Gaza.
Van de 11 miljoen Jordaniërs is 20 procent etnisch Palestijns, vluchtelingen of kinderen van vluchtelingen van de bezetting van de Westelijke Jordaanoever sinds 1967. Zijn deelname aan deze luchtoperatie wordt hem door de gewone Arabieren (niet hun regimes) niet in dank afgenomen.
Door in hun berichtgeving over de Iraanse aanval volledig de Westerse interpretatie over te nemen schakelen de Westerse media zich achter de oorlogslogica van Israël.
De provocatie van 1 april is niet de eerste poging van Israël om een oorlog met Iran uit te lokken, maar wel de meest flagrante. Voorlopig weigeren de VS er op in te gaan. Dat heeft niets te maken met een of ander verlangen naar vrede, maar heel veel met de interne politieke situatie in de VS zelf.
Ondanks het feit dat de gewone Amerikaanse burgers in hun media slechts de klok horen van Israël en van de eigen VS-regering blijkt uit alle peilingen dat een meerderheid (tot 60 procent) een onmiddellijk staakt-het-vuren wil in Gaza en in geen geval een uitbreiding van de oorlog naar het hele Midden-Oosten.
Biden en Democratische kandidaten voor de parlementaire verkiezingen ondervinden zware hinder van de eigen kiezers. Bij voorverkiezingen stemt een aanzienlijke minderheid voor ‘non-committed’ in plaats van Biden.
Biden zelf en zijn politici worden tijdens toespraken voortdurend onderbroken door pro-Palestijnse stemmen uit het publiek, een veeg teken aan de wand.
Israël wil een uitslaande regionale oorlog (en meer)
De voorbije maanden heeft eerste minister Benjamin Netanyahu meermaals cavalier seul gespeeld en zijn grootste bondgenoot voor voldongen feiten geplaatst. De aanval van 1 april heeft hij niet overlegd met Washington.
Zijn minister van defensie Benny Gantz ontweek de vraag voor onmiddellijke weerwraak, maar zijn collega minister van nationale veiligheid, extreemrechts Itama Ben-Gvir, riep wel op tot totale oorlog. Wie het zal halen valt af te wachten.
Hoewel de wereldwijde opinie – ik bedoel de échte wereld daarbuiten, niet de westerse bubbel – duidelijk afkerig staat tegenover elke verdere escalatie en zelfs de VS en de EU oproepen tot kalmte zal alles afhangen van wat Israël gaat doen.
Israël ziet zijn zionistische mythe van een veilig land voor alle Joden zes maand na 7 oktober voor een tweede maal volledig ontkracht worden. Met verdere provocatie tot een grootschalige oorlog in de regio poogt de regering van Netanyahu de aandacht af te leiden van het morele debacle van Gaza – de slachtpartijen gaan daar ondertussen onverminderd verder.
De toekomst blijft onzeker. Erger kan nog altijd vermeden worden – ‘erger’ voor de wereld buiten Gaza, in Gaza zelf is ‘erger’ een niet te vatten idee.
Reden te meer om de druk op onze eigen regeringen te blijven volhouden.
Notes:
1 Zuid-Soedan werd in 2011 onafhankelijk, na afsplitsing van Soedan, en heeft het Verdrag (nog) niet ondertekend. Het internationaal verdragsrecht bepaalt echter dat afsplitsingen van staten de facto en de jure gebonden zijn door verdragen die de oorspronkelijke staat afsloot. De mini-staat Palau – inwonersaantal 18.000 – in de Stille Oceaan heeft het Verdrag niet ondertekend, maar concreet past het dit verdrag wel toe. Een aantal staten hebben het Verdrag ondertekend maar nog niet geratificeerd (door een stemming in het nationale parlement) (over het verschil tussen beide, zie VRT: ondertekening en ratificatie is niet hetzelfde). In de praktijk passen zij het Verdrag wel toe. Het Verdrag van Wenen inzake het Verdragenrecht bepaalt immers dat verdragen die door een grote meerderheid van VN-Lidstaten worden erkend en toegepast ook alle andere landen binden.
2 Consulaten zijn bijgebouwen van erkende ambassades, meestal in andere steden dan de hoofdstad, of aparte gebouwen naast de ambassade voor administratieve handelingen, zoals het uitreiken van visa, procedures voor de erkenning van diploma’s, uitreiken geboorteaktes e.d. Zij vallen eveneens volledig onder het Verdrag van Wenen.
3 De Ecuadoriaanse politie ontvoerde voormalig Ecuadoriaanse vice-president Jorge Glas, die in de ambassade van Mexico politiek asiel had verkregen. Hij wordt beschuldigd van corruptie op basis van zeer vage beweringen. In werkelijkheid gaat het om een lawfare-operatie in samenwerking met de VS-ambassade in Quito, naar analogie met wat eerder ook al gebeurde in Brazilië.