50 jaar geleden leed VS grootste koloniale nederlaag en ging er mee door

VS-soldaten landen in een 'free fire zone' waar ze mogen 'vuren op alles wat beweegt', kinderen inbegrepen (12 juli 1970). Foto: Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

50 jaar na het einde van de ‘oorlog in Vietnam’ is het nog altijd not done in deftige kringen om dat een ‘nederlaag’ te noemen, laat staan een onwettige invasie. Dit was “een faliekant misgelopen poging om goed te doen” voor vrede en democratie. De feiten vertellen een ander verhaal. Dit was de laatste koloniale oorlog van de VS met dienstplichtigen. De enige les die de VS er uit trokken was om voortaan met beroepssoldaten andere landen aan te vallen.

Het internationale verzet tegen de oorlog in Vietnam was voor de generatie van de babyboomers – tenminste dat deel dat tegen was – het morele keerpunt van de geschiedenis na de Tweede Wereldoorlog. De manier waarop de grote media toen over die oorlog berichtten is bijna een kopie van hoe vandaag over de genocide in Gaza wordt bericht. De grote media begonnen zich toen ook pas te verzetten tegen die oorlog toen het voor hen duidelijk werd dat de publieke opinie hen niet meer volgde.

Voor de media moest de oorlog in Vietnam uiteindelijk stoppen omdat hij niet te winnen was, niet omdat hij immoreel was of illegaal. De bevolking in de VS was er echter al jaren vroeger tegen om principiële redenen. Zij meenden dat hun land het recht niet had om in Vietnam een oorlog te voeren, een alleenrecht dat volgens politici en media niet voor discussie vatbaar was.

Soldaten duwen helikopter van boord om plaats te maken voor andere toestromende helikopters. Foto: Flickr/Gary Danvers

Wie hedendaagse terugblikken in media en boeken leest krijgt de indruk dat niet de bevolking maar zij de oorlog in Vietnam hebben beëindigd én dat ze er altijd al tegen waren geweest. Niets is minder waar. Dankzij hun vooringenomen berichtgeving heeft deze oorlog minstens acht jaar langer geduurd dan wat de bevolking wilde.

Een gelijkaardig proces is voor het ogenblik bezig rond Gaza. Nu het duidelijk is dat de publieke opinie niet meer te keren is gaan mainstream commentatoren en politici over tot kritiek op Netanyahu, want ‘niet wij, maar hij is verantwoordelijk voor deze genocide, wij zijn altijd al tegen geweest’…

Wat voorafging

Het duurde tot 1953 voor kolonisator Frankrijk verpletterend werd verslagen door het Vietnamese verzet in een reeks veldslagen tussen 13 maart en 7 mei 1953 in de regio rond de stad Dien Bien Phu in het hoge noorden van Vietnam.

28 februari 1946, telegram Ho Chi Minh aan VS-president Truman voor hulp tegen Franse troepen. Document: Public Domain

Net als Nederland in Indonesië en Groot-Brittannië in zijn kolonies India, Birma-Myanmar, Singapore, Hongkong, Ceylon-Sri Lanka, Maleisië en Jemen was de Franse politiek-economische elite immers van mening dat de vrijheid die ze net hadden heroverd op het nazisme niet van toepassing was op hun ‘eigendommen’ in Azië.

Antikoloniaal verzetsleider Ho Chi Minh sinds 1941 was een Vietnamees nationalist die net als alle andere nog gekoloniseerde volkeren in Afrika en Azië onafhankelijkheid wilde voor zijn land. Al zijn pogingen om tijdens zijn verblijf in Parijs (1917-1923) een onderhandelde dekolonisering te bekomen vielen op een ijskoude steen.

In de jaren erna begon hij het communisme te zien als een mogelijke bevrijding van het kolonialisme. De kolonisatoren maakten duidelijk dat er geen sprake was dit lucratieve systeem van uitbuiting te beëindigen. Gewapend verzet bleek de enige overblijvende optie.

Frankrijk was zeer verzwakt na de Tweede Wereldoorlog en moest in zowat al zijn kolonies tegelijk de oorlog verderzetten tegen het streven naar onafhankelijkheid. In Vietnam voerde het Franse koloniale leger dus met beperkte middelen een brutale repressie tegen de burgerbevolking.

Recht op zelfbeschikking versus overmacht

In de Franse geschiedschrijving wordt die nederlaag nog altijd toegeschreven aan de logistieke steun van China voor het verzet. Dat verzet had zeker enige sympathie in noordelijk buurland China, maar buiten wat politieke en adviserende steun hebben de Vietnamezen eigenhandig het Franse bezettingsleger (waaronder eenheden van het Franse Vreemdelingenlegioen) verslagen.

Die eenzijdige uitleg over Chinese inmenging verzwijgt overigens dat China en Vietnam historische vijanden waren. China was nog maar vier jaar in handen van Mao. Die poogde in die beginjaren nog goede relaties met de VS te vinden.

Vietnamese soldaten hijsen de vlag boven de commandopost van Frans generaal Christian de Castries in Dien Bien Phu (mei 1954). Foto: Public Domain

Bovendien was Mao omwille van die historische context eerder wantrouwig tegenover een sterk onafhankelijk Vietnam. Vier jaar nadat de VS afdropen vochten China en Vietnam in februari-maart 1979 nog een grensoorlog uit (dit is tevens de laatste maal dat China betrokken was bij een oorlog buiten zijn eigen territorium).

En de communistische Sovjet-Unie? Die bleek nauwelijks betrokken geweest te zijn in de oorlog aan de kant van Vietnam. De mediapropaganda hier vertelde een heel ander verhaal.

Na de Franse nederlaag werd in 1954 in Genève een vredesakkoord gesloten dat Vietnam voorlopig indeelde in een noordelijk deel boven de 17de breedtegraad onder leiding van de communistische partij en een zuidelijk deel dat werd bestuurd door de Vietnamese feodale elite die had gecollaboreerd met de Franse kolonisatoren.

In dat akkoord was voorzien dat er een referendum zou worden gehouden gevolgd door verkiezingen in een ééngemaakt Vietnam. De VS en het Westen hebben dat akkoord echter nooit uitgevoerd. Een referendum is er nooit gekomen.

Vietnam herdenkt elk jaar de 504 slachtoffers van My Lai. Foto: Public Domain

De VS stelden dat eerlijke verkiezingen in Vietnam met deelname van communisten niet mogelijk waren. Uit later vrijgekomen rapporten bleek dat ze beseften dat de communistische partij elke verkiezing zou winnen. Het was de enige massabeweging die de nog grotendeels in de feodaliteit levende bevolking bevrijding beloofde en die ook daadwerkelijk tegen de Franse kolonisator had gevochten.

Niet gestoord door enige rechtlijnigheid organiseerden de VS een ‘verkiezing’ in hun deel van Vietnam die door de immens gehate Ngo Dinh Diem werd gewonnen. Die bakte zijn dictatuur zo bruin met massale gruwelijke folteringen en afslachtingen van iedereen die van communisme werd verdacht dat de VS besloten hem te ‘verwijderen’ door middel van een moordaanslag op 2 november 1963. Andere collaborerende vazallen namen iets discreter het vuile werk van hem over.

Zoals overal in de kolonies moet je ‘communisme’ hier interpreteren als een containerbegrip, dat veel meer omvat dan sympathisanten en strijders van deze ideologie. Dictator Diem liet ondermeer tienduizenden boeddhisten ombrengen, die allesbehalve communistisch waren. Zij streden om heel andere redenen tegen zijn regime.

VS nemen het over van Frankrijk

Het interne verzet in Zuid-Vietnam stond echter op het punt de macht over te nemen. Noteer, op dat ogenblik in 1963 was nog geen enkele Noord-Vietnamese verzetsstrijder bij dat verzet betrokken. John Kennedy besloot als eerste president om VS-soldaten te sturen om de democratie te beschermen tegen het oprukkende communisme.

Hutten van dorpsbewoners werden systematisch platgebrand. Foto: Public Domain

De Camelot-mythe rond zijn moord stelt dat hij geen echte militaire interventie wilde en dat zijn opvolger Lyndon Johnson dus deed wat hij niet wilde. In de archieven is daar geen enkele aanwijzing voor te vinden.

Wat hier nog steeds ‘de oorlog in Vietnam’ heet, begon zo als een overname door de VS van de mislukte naoorlogse poging van Frankrijk om zijn kolonie Indochina (zoals Vietnam, Laos en Cambodja door de koloniale grootmachten werd genoemd) te heroveren.

Omdat de publieke opinie niet te vinden was voor een oorlog op 13.000 kilometer van het eigen grondgebied was een aanleiding nodig. Die kwam er toen Noord-Vietnamese boten een schip van de VS aanvielen in de Golf van Tonkin voor de kust van Vietnam.

Die aanval werd breed verspreid door de media, met de boodschap dat de Vietnamezen nu moesten worden gestopt omdat ze anders voor de Westkust in San Diego zouden staan. De informatie dat Vietnam nauwelijks een zeemacht en een luchtmacht had (net zomin als China) werd de VS-burger bespaard.

Dokter Nguyen Thi Ngoc Phuong met haar patiënten, kinderen met genetische afwijkingen door dioxinevergiftiging van hun vader en/of moeder (1 december 2004). Foto: Alexis Duclos/CC BY-SA 3:0

Net zo werd wat VS-schepen in feite deden voor de kust van Vietnam niet in vraag gesteld. Later bleek er nooit een dergelijk incident geweest te zijn. Dat wisten de redacties van de VS-media wel, maar eenmaal de oorlog begon was dat niet meer relevant. Tot lang na de oorlog bleven ze ontkennen die waarheid te kennen. De VS-troepenmacht werd daarna jaar na jaar uitgebreid. Officiële zegeberichten verzwegen dat het VS-leger er nooit in slaagde Zuid-Vietnam onder controle te krijgen.

Grootste chemische oorlog aller tijden

Hele gebieden werden ontbladerd met het dioxine bevattende Agent Orange vanuit sproeivliegtuigen, waar tragisch genoeg niet alleen de Vietnamese bevolking de gruwelijke genetische gevolgen van droeg (zie foto hierboven). Ook duizenden VS-piloten en technici kregen kinderen met vreselijke lichamelijke misvormingen.

Dit is nog steeds de grootste chemische oorlog ooit sinds het bestaan van chemische wapens. Bedoeling was het gewapend verzet de bescherming van het bladerdek van de bossen te ontzeggen.

Bovendien werden hele gebieden ontvolkt en de bevolking bijeengedreven in concentratiekampen, die door het leger en in de media ‘strategic hamlets’ werden genoemd, waar de VS de bevolking hen kon beschermen tegen de ‘terroristen’ van het verzet. Zo zou men het verzet de mogelijkheid ontnemen om zich onder de bevolking te verbergen. De leefomstandigheden in die concentratiekampen waren vreselijk.

Majoor Colin Powell in Vietnam. Public Domain

Op het platteland werden hele dorpen uitgemoord door de VS-troepen. De massamoord van 16 maart 1968 op 504 ongewapende mensen in het dorp My Lai was géén uitzondering, het was routine.

De 31-jarige majoor Colin Powell die het moest onderzoeken zag geen reden om disciplinaire actie voor te stellen. Later zou hij als VS-minister van buitenlandse zaken in een CNN-interview van 2004 verklaren: “Dit soort zaken gebeurt nu eenmaal in een oorlog.”

In interne rapporten schreef de CIA dat dit allemaal zinloos was omdat het verzet toch volledig werd gedragen door de bevolking. Deze zinloze oorlog kostte ongeveer 3 miljoen Vietnamezen het leven – ongeveer 13 procent van de bevolking. In Cambodja kwamen meer dan 300.000 mensen om door VS-bombardementen, in Laos 62.000.

De 58.220 omgekomen VS-soldaten worden nog steeds herdacht door het Vietnam Veterans Memorial, in Washington DC, waar al hun namen genoteerd staan. Af en toe komen er nog namen bij wanneer in Vietnam lichaamsresten worden gevonden en geïdentificeerd.

Elk jaar bezoeken 5 miljoen mensen deze memorial. De miljoenen vermoorde Vietnamezen, Laotianen en Cambodjanen krijgen er geen enkele vermelding.

Voer geen koloniale oorlog met je dienstplichtige burgers

Wat bezoekers er niet leren is het voornaamste besluit dat de VS-machthebbers uit deze oorlog trokken. Het was niet langer mogelijk om een koloniale oorlog te voeren met dienstplichtige soldaten. Niet alleen het VS-leger besloot zich te professionaliseren en alleen nog met aangeworven soldaten te werken. Wanneer die overlijden beroeren die de publieke opinie niet zoals dat met jonge dienstplichtige soldaten gebeurt.

De dienstplichtige soldaten die terugkeerden belandden in de psychiatrie of verzonken in drugsverslaving. Er was nauwelijks degelijke opvang, zoals na de Tweede Wereldoorlog wel was gebeurd. Tienduizenden soldaten werden verminkt voor het leven. Dan is er nog het onfraaie feit dat ongeveer 2000 VS-officieren door hun eigen soldaten werden gedood, wanneer ze hun zinloze bevelen weigerden op te volgen.

Officieel worden deze muiterijen nog steeds ontkend (zie de YouTube van John Pilger hieronder).De CIA dacht een en ander te verzachten door drugshandel te ‘tolereren’ (een eufemisme voor zelf organiseren), waarmee ze een gigantisch drugsprobleem in hun thuisland creëerden.

Hollywood-Vietnam versus Vietnam

Heel de oorlog was met andere woorden op meerdere vlakken een ramp. Dat zou je nochtans niet denken als je de talloze Vietnam-films van Hollywood bekijkt. Films als Deer Hunter (1978) en de vijf Rambo-films verheerlijken dappere soldaten die tegen verwilderde, meedogenloze Aziaten strijden. Born on the Fourth of July (1989) van regisseur Oliver Stone was een uitzondering, die echter grotendeels focuste op het leed dat de VS-regering de eigen soldaten had aangedaan met deze zinloze oorlog.

Kinderen waren de grootste slachtoffers, het 9-jarige meisje Phan Thi Kim Puc had brandwonden over heel haar lichaam na een napalmbombardement op haar dorp (8 juni 1972). Foto:Public Domain

In Deer Hunter worden gevangen VS-soldaten verplicht Russische roulette te spelen voor het vermaak van hun Vietnamese bewakers. In werkelijkheid werden Vietnamese gevangenen systematisch gefolterd door Zuid-Vietnamese en VS-soldaten. Een vaste praktijk van het Zuid-Vietnamese door de VS ondersteunde regime was gevangenen in metalen kooien op te sluiten waar ze niet konden rechtstaan noch konden liggen. Zij die het overleefden kwamen er na jaren onomkeerbaar gehandicapt uit.

Vanaf 1973 gaven de VS de strijd geleidelijk op en lieten het Zuid-Vietnamese leger aan zijn lot over. Hoewel veel beter bewapend en logistiek begeleid leed dat leger nederlaag na nederlaag om evidente redenen. De soldaten waren niet gemotiveerd om de eigen bevolking te terroriseren. De legerleiding was door en door corrupt, net als de marionettenregering die door de VS in het zadel werd gehouden. Op het einde van de oorlog deserteerden soldaten massaal naar de overkant.

De ‘val van Saigon’

Uiteindelijk viel het regime in Saigon. Vietnamezen die met het VS-leger en het regime hadden samengewerkt vluchtten massaal het land uit. De scene met de helikopter bovenop de VS-ambassade is nog steeds het bekendste beeld van dat roemloze einde. Vliegtuigen werden van vliegdekschepen in zee gesmeten om plaats te maken voor andere landende toestellen.

Op het dak van dit gebouw landde op 30 april 1975 de laatste helikopter om Vietnamese medewerkers van de VS-ambassade te evacueren. De bovenste verdieping was een CIA-bureau. Het dak is nog steeds een toeristische trekpleister (foto 2019). Foto: Terry Hassan/Flickr

Het VS-leger werd verslagen door een verzetsorganisatie zonder zeemacht en met nauwelijks enige luchtmacht, met een bevolking die nog grotendeels op het platteland leefde. Het land bleef echter verwoest achter. Tot vandaag ontploffen nog achtergebleven mijnen, waaronder de allereerste clusterbommen. Het toppunt van beschamende hypocrisie was de tot tranen bewogen VS-president Gerald Ford die voor de tv-camera’s een Vietnamees weeskindje uit een van de laatste vliegtuigen haalde met honderden kleuters aan boord. Dat die kinderen wees waren geworden door de koloniale oorlog van de VS werd er niet bij gezegd.

Zuid-Vietnamees generaal Nguyen Ngoc Loan executeerde op 31 oktober 1968 een burger zonder onderzoek. Na zijn vlucht in 1975 baatte hij een pizzeria uit in Washington DC. Fotograaf Eddie Adams weigerde tegen hem te getuigen op een proces voor oorlogsmisdaden. Zijn deportatie werd tegengehouden door president Carter die “dergelijk historisch revisionisme idioot vond”. Foto: Eddie Adams/Public Domain

In Vietnam wordt 30 april elk jaar herdacht als Nationale Herenigingsdag, net als door de wereld buiten het Westen. Alleen de VS en zijn bondgenoten noemen die dag nog steeds ‘de val van Saigon’, zoals dat hoort wanneer het Westen iets verliest dat nooit van hen is geweest. Voor de Vietnamese bevolking kwam een einde aan 180 jaar brutale kolonisatie en vijftig jaar oorlog tegen Franse en VS-bezetters. De VS deden het niet helemaal alleen. Ze hadden de steun van 60.000 Australische soldaten, 40.000 Thaise soldaten en 3.000 soldaten uit Nieuw-Zeeland.

Alle propaganda ten spijt heeft het Vietnamese volk zich helemaal alleen bevrijd. Toen Vietnam via internationale rechtspraak wilde aansturen op financiële schadeloosstelling – zoals afgesproken was in de vredesakkoorden van Parijs – antwoordde  VS-president Carter droogweg dat daar geen sprake van was want ‘the destruction was mutual’ (de vernietiging was wederzijds).

Een helikopter sproeit Agent Orange over de Mekong Delta (26 juli 1969). Foto: Public Domain

Hij zei tijdens de persconferentie van 24 maart 1977 ook: “Wij gingen naar Vietnam zonder enig verlangen territorium in te palmen of om onze Amerikaanse wil op te leggen aan andere mensen. Ik vind niet dat wij ons moeten excuseren”. In de VS leeft de oorlog in Vietnam nog altijd voort als een oorlog die begonnen werd met de beste goedbedoelende intenties, die door een mengsel van onwetendheid, gebrek aan kennis en misplaatste zelfzekerheid zou zijn misgelopen en ontaard in zinloos geweld. Verder gaat de kritiek niet.

In 1970 filmde John Pilger de documentaire ‘De stille muiterij’ over muitende VS-soldaten in Vietnam (26:19):

Dat de VS geen enkel recht heeft om eender welk ander land te bezetten behoort niet tot het spectrum van de toegelaten kritiek. Noam Chomsky vatte die zogenaamde ‘kritiek’ zo samen: “Probeer een commentaar te vinden in de media die het heeft over de ‘illegale invasie’ van Vietnam.” Het is dezelfde uitleg die nu nog altijd wordt gegeven voor de gruwel die werd begaan door de kolonisatoren van Afrika en Azië. De geschiedenis herhaalt zich nooit letterlijk, maar ze rijmt wel (Tom Payne). Dit is in grote lijnen dezelfde uitleg die het koloniale apartheidsregime van Israël geeft voor zijn genocide in Gaza.

 

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *