Belgische regering weigert verdachte oorlogsmisdadiger uit te wijzen

Kolonel Moshe Tetro loopt ondanks zijn oorlogsmisdaden vrij rond in Brussel. Foto: hindrajabfoundation.org

FacebooktwitterFacebooktwitter

De Hind Rajab Foundation heeft een klacht ingediend tegen kolonel Moshe Tetro, militair attaché voor de ambassade van Israël in Brussel. Hij speelde een sleutelrol in de uithongering van de bevolking van Gaza en in de aanvallen op ziekenhuizen – handelingen die volgens het internationaal recht neerkomen op genocide en oorlogsmisdaden.

Ondanks een lopende en gedetailleerde klacht bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag erkende de Belgische regering de diplomatieke immuniteit van kolonel Moshe Tetro in België. Die klacht was door de Hind Rajab Foundation (HRF) ingediend in december 2024. Zeven maand later loopt deze verdachte oorlogsmisdadiger nog steeds vrij rond in Brussel.

De Hind Rajab Foundation roept de Belgische regering op zijn diplomatieke accreditatie in te trekken en hem onmiddellijk uit te wijzen. België dreigt anders medeplichtig te worden aan internationale misdaden als het dergelijke personen ongestraft blijft toelaten op zijn grondgebied. Tevens doet de HRF een oproep tot het ICC om ook tegen hem een internationaal arrestatiebevel uit te vaardigen.

Kolonel Tetro wordt verdacht van individuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, onder de Artikelen 6, 7 en 8 van het Statuut van Rome. Tetro is een afkorting van zijn echte Georgische familienaam Tetroashvili.

Hij was rechtstreeks betrokken bij de organisatie van de systematische beroving van de burgerbevolking van Gaza door hen elke toegang tot voedsel, water, brandstof en medische voorraden te ontzeggen. Wat rechtstreeks bijdroeg aan de hongersnood die nu door meerdere VN-agentschappen als catastrofaal wordt bestempeld.

Dit doet ernstige twijfels rijzen over de naleving door België van zijn verplichtingen onder het internationaal humanitair recht

Hij coördineerde tevens als leidinggevend militair aanvallen op medische faciliteiten, waaronder het Naser Ziekenhuis in Khan Yunis en het Al Shifa Ziekenhuis in Gaza Stad, overtredingen van de Conventies van Genève en hun Aanvullend Protocol I.

Deze acties vallen binnen dezelfde feitelijke en wettelijke context die wordt beschreven in de arrestatiebevelen van het ICC tegen eerste minister Benjamin Netanyahu en (voormalig) minister van defensie Yoav Gallant, in het bijzonder met betrekking tot de bewapening van uithongering en aanvallen op beschermde civiele infrastructuur.

Desondanks geniet kolonel Tetro op dit ogenblik diplomatieke immuniteit voor zijn officiële opdracht in België. Dit doet ernstige twijfels rijzen over de naleving door België van zijn verplichtingen onder het internationaal humanitair recht, de Conventies van Genève en het internationaal gewoonterecht met betrekking tot het niet meewerken met individuen die beschuldigd worden van belangrijke internationale misdaden.

De vijfjarige Hind Rajab en de ambulance die haar te huip kwam

Bovendien moet deze ontwikkeling worden gezien in samenhang met recente rapporten die bevestigen dat België de transfer van onderdelen van F-35 gevechtsvliegtuigen naar Israël via de luchthaven van Luik heeft toegestaan, waardoor het voortdurende gebruik van militair geweld door Israël tegen de burgerbevolking in Gaza wordt gefaciliteerd.

Al deze acties samen verzwaren de juridische en morele verantwoordelijkheid van de huidige Belgische regering, die het risico loopt medeplichtig te worden verklaard aan het plegen van internationale misdaden.

Daarom eist de HRF dat het ICC een arrestatiebevel uitvaardigt tegen kolonel Moshe Tetro, in overeenstemming met zijn mandaat onder het Statuut van Rome en dat de Belgische regering onmiddellijk zijn diplomatieke accreditatie intrekt en hem persona non grata verklaart, overeenkomstig Artikel 9 van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer.

Als België in deze zaak niet doortastend optreedt, betekent dit niet alleen een schending van zijn internationale verplichtingen, maar plaatst dit de Belgische staat tevens in de positie dat het onderdak biedt aan een persoon die geloofwaardig beschuldigd wordt van genocide en oorlogsmisdaden.

De HRF dringt er bij de Belgische autoriteiten, de Europese instellingen en het maatschappelijk middenveld op aan om te handelen in overeenstemming met het internationaal recht om de principes van rechtvaardigheid, verantwoordingsplicht en menselijke waardigheid hoog te houden.

Hopen op een precedent

De HRF is gevestigd in Brussel maar heeft medewerkers over tientallen landen in de wereld. Recent heeft de stichting ook een klacht ingedient tegen de Israëlische scherpschutter Dani Adonya Adega die voor het ogenblik met vakantie is in Portugal.

Mensenrechtenadvocaat Carmo Alfonso heeft namens de HRF een verzoek ingediend bij het Portugese gerecht voor zijn onmiddellijke aanhouding. De verdachte is lid van Bataljon 8114 onder leding van brigadier-generaal Yehuda Vach. Tijdens een van de vorige wapenstilstanden van beging 2025 postte Adega over 4 Palestijnen die hij tijdens dat akkoord afschoot.

Dani Odega met zijn scherpschuttergeweer

De klachten van de HRF hebben nog niet geleid tot effectieve aanhoudingen, omdat ofwel de betrokken overheden weigeren op te treden, ofwel omdat Israël de betrokken dader snel uit het betrokken land verwijdert.

Israël geeft naar de buitenwereld officieel de indruk zich niets van de acties van het HRF aan te trekken, maar in werklijkheid is Israël zeer bezorgd dat in een of ander land toch een precedent zou worden geschapen met een aanhouding.

Dat risico is vooral groot in landen waar soldaten met Israëlische nationaliteit ook de plaatselijke dubbele nationaliteit hebben, omdat in dat geval een gerechtelijk onderzoek ook kan gevoerd worden zonder dat de betrokken persoon in zijn tweede land aanwezig is. Peru is het eerste land waar een gerechtelijk onderzoek effectief is gestart.

Dat Israël tegen alle uiterlijke schijn in de HRF zeer ernstig neemt blijkt uit de recente sancties die ze hebben getrokken tegen 50 buitenlandse personen die volgens hen vijandelijke daden stellen tegen de nationale veiligheid van Israël.

Sanctielijst van de Israëlische overheid (klik op de foto voor info)

Bovenaan die lijst staan als eerste HRF-oprichter Dyab Abu-Jahjah en medeoprichters Karim Hassoun en Haroon Raza, gevolgd door drie advocaten die met de HRF samenwerken. De Israëlische regering ziet zich door deze juridische acties verplicht miljoenen dollars te besteden om te voorkomen dat soldaten in het buitenland zouden worden aangehouden. De ambassades van Israël recruteren advocaten en lobbyen regeringen om aanklachten te voorkomen of tegen te werken als ze effectief doorgaan.

Op dit ogenblik lopen er klachten tegen Israëlische verdachten van genocide en oorlogsmisdaden in meer dan 40 landen. De kosten voor deze campagne zijn voor 2025 nu al hoger dan tijdens het hele vorige jaar 2024.

Zie ons interview met HRF-oprichter Dyab Abu-Jahjah

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.