Erkenning Palestijnse staat belangrijke stap, maar nog altijd onvoldoende

Mensen zijn massaal op de vlucht in Gaza. Foto: Hosny Salah

FacebooktwitterFacebooktwitter

De erkenning van de Palestijnse staat door een aantal Westerse landen is een belangrijke stap vooruit. Maar men mag niet vergeten dat die stap waardeloos blijft zonder sancties, militaire embargo’s en stopzetting van elke vorm van samenwerking met het Europees koloniale project Israël.

De beslissing voor de erkenning van de staat Palestina kwam er niet uit morele verontwaardiging van de betrokken Westerse regeringen. Ze is het gevolg van de druk van de publieke opinie. Reden temeer om die druk nog op te drijven voor de eisen die er veel meer toe doen: een wapenembargo en economische sancties tegen Israël.

Groot-Brittannië heeft enorme historische schuld

Brits eerste minister Keir Starmer kondigde op 21 september aan dat zijn land op de VN-Algemene Vergadering in New York de staat Palestina zal erkennen. Ook Australië, België, Luxemburg, Malta, Portugal en San Marino zullen dat daar doen.

Spanje, Noorwegen en Ierland deden dit reeds in mei 2024, kort nadat het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag een preliminair oordeel had geveld waarin de militaire acties in Gaza “plausibel genocidaal” worden genoemd, vooral de invasie van de stad Rafah in het zuiden van de Gaza-strip, die op dat ogenblik de enige nog min of meer functionerende stad was in Gaza.

Starmer is een onvoorwaardelijke supporter van Israël, wat hij onder meer toont door – ook na deze erkenning – door te gaan met de levering van militair materiaal (onder andere onderdelen voor de F35-vliegtuigen die Gaza platbombarderen), door de training van Israëlische soldaten op Britse legerbasissen en door de inzet van verkenningsvliegtuigen boven Gaza. Deze toestellen vertrekken vanuit de Britse luchtmachtbasis Akrotiri[1] op Cyprus en delen hun informatie met het Israëlisch leger in Gaza.

De erkenning van Palestina in 2025 komt 76 jaar na een geheim diplomatiek protocol waarin de Britse regering, beheerder van Palestina, als mandaatgebied van de Volkenbond (de voorloper van de VN) in 1939 een staat beloofde voor de Palestijnen. Daarin staat onder meer:

“De regering van Hare Majesteit gelooft dat de opstellers van het mandaat waarin de Balfour Declaration (van 1919) werd geschreven niet de intentie zou hebben gehad dat Palestina zou worden omgezet in een Joodse staat tegen de wil van de Arabische bevolking van het land (…) De regering verklaart daarom ondubbelzinnig dat het geen deel is van haar beleid dat Palestina een Joodse staat zou worden.” (zie het volledige document British White Paper of 1939).

Stoere woorden met een knipoog

In woorden, niet in daden, heeft Starmer bij Israël weliswaar aangedrongen op voldoende voedselbevoorrading en medische hulp, op een staakt-het-vuren en op onderhandelingen voor een tweestatenoplossing.  Eerste minister Benjamin Netanyahu heeft de Britse knipoog goed begrepen voor wat ze waard is en gaat door met de genocide.

Meer dan 65 procent van de Labour-kiezers willen dat de Britse medewerking aan de genocide stopt

De echte druk om tot de erkenning over te gaan komt niet zozeer van Frans president Emmanuel Macron of Spaans eerste minister Pedro Sánchez. Ze komt van de Britse publieke opinie en vooral van zijn eigen achterban, de Labour-kiezers (zie deze peiling door IPSOS).

Meer dan 65 procent van zijn eigen kiezers willen dat de Britse medewerking aan de genocide stopt.  Zelfs bijna 40 procent van de extreemrechtse Reform Party kiezers vinden dat Israël te ver is gegaan. Dat laatste cijfer is merkwaardig want de Britse extreemrechts blogosfeer zegt uitsluitend het omgekeerde.

Tabel ipsos.com

Algerije was op 15 november 1988 het eerste land ter wereld om het onafhankelijke Palestina te erkennen, onmiddellijk nadat de Palestijnen zelf hun verklaring van onafhankelijkheid hadden afgekondigd. Nog in datzelfde jaar volgden 80 andere landen dat voorbeeld.

De teller staat nu reeds op 147 landen. Binnen een paar dagen zou dat 154 kunnen zijn (op een totaal van 193 VN-lidstaten), hoewel dat voor België nog onzeker is.

Erkenning ‘onder voorwaarden’?

De Vlaamse liberale partij N-VA en zijn Franstalige bondgenoot MR zijn resoluut tegen elke vorm van erkenning van de rechten van het Palestijnse volk, maar voelen net als Starmer de druk van hun eigen opinie.

Ooit in haar beginjaren was de N-VA een openlijk verdediger van de Palestijnse staat onder haar eerste voorzitter Geert Bourgeois (2001-2004). Ze heeft echter onder leiding van Bart De Wever een volledige ommekeer gemaakt. De MR is daarentegen altijd rabiaat pro-zionistisch geweest. Er is wel wat druk vanuit de regeringspartners CD&V, Vooruit en Les Engagés, maar ook die partijen zijn enkel bijgedraaid onder druk van de publieke opinie.

Federaal eerste minister De Wever laat de erkenning van een Palestijnse staat afhangen van een aantal voorwaarden, zoals het einde van Hamas en de erkenning van het bestaansrecht van Israël door de Palestijnen.

De eerste eis is een beslissing die alleen het Palestijnse volk toekomt. Alleen zij hebben het soevereine recht hun eigen leiders te kiezen. De tweede eis heeft geen enkele juridische basis. Het bestaansrecht van een land erkennen is een opinie. Het internationaal recht erkent alleen het recht op zelfbeschikking van volkeren. Daarenboven, zoals Francesca Albanese het ook uitlegt, Israël bestaat, het heeft een machtig leger dat zijn bestaan garandeert en het is een VN-lidstaat.

Israël erkent het bestaansrecht van een Palestijnse staat niet maar eist het wel voor zichzelf op

Dat weten de adviseurs van De Wever en MR-voorzitter Bouchez natuurlijk ook. Zij stellen die voorwaarden enkel om hun pro-zionistische vleugel te sussen en als ‘knipoog’ naar Israël dat er geen concrete maatregelen zullen volgen.

Bovendien zijn beide eisen uiterst immoreel. Met het einde van Hamas bedoelt De Wever immers dat de Palestijnen elk recht op verzet tegen de bezetting, de apartheid en de kolonisatie moeten opgeven terwijl Israël daar onverminderd mag mee doorgaan.

Dat doet Israël niet alleen in woorden maar in effectieve daden door elke mogelijkheid op een levensvatbare Palestijnse staat onmogelijk te maken. Israël erkent het bestaansrecht van een Palestijnse staat niet maar eist het wel voor zichzelf op.

Het einde van de tweestatenoplossing

Ondertussen blijven de westerse landen de tweestatenoplossing propageren alsof die nog een oplossing zou bieden. Daarvoor moeten ze voortdurend doen alsof ze de verklaringen van Netanyahu en zijn ministers niet gehoord hebben. Die winden er geen doekjes om. Voor hen géén Palestijnse staat, nu niet, nooit niet.

De kaart ‘Present’ geeft situatie van 2018 weer. Gaza (linksmidden op de kaart) is bijna weggeveegd en de groene vlekken (midden) op de Westelijke Jordaanoever verkleinen nog elke dag.

Wat Groot-Brittannië, België en anderen nu erkennen is slechts een samenraapsel van niet-leefbare, verbrokkelde kleine territoria (zie map hierboven), die elke dag verder worden verminkt door nieuwe koloniale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, de annexatie van geheel of een gedeelte van dat gebied, en in het geval van Gaza een volledige ‘schoonmaak’.

Naar aanleiding van de aangekondigde bouw van nieuwe nederzettingen ten oosten van Jeruzalem laat de extreemrechtse minister Smotrich er geen twijfel over bestaan: “Deze realiteit [zal] het idee van een Palestijnse staat definitief begraven (…) en ervoor zorgen dat de hypocriete leiders in Europa tegen september niets meer hebben om te erkennen.”

Sinds 1988 hebben al de landen die nu Palestina erkennen actief aan deze misdaad tegen de mensheid meegewerkt. De schande van die voorgeschiedenis blijft onverminderd na deze erkenning.

De echte beslissingen die niet worden genomen en wel een verschil zouden maken zijn bekend: zware economische sancties, een totaal embargo op levering van eender welk militair materiaal en stopzetting van elke vorm van militaire samenwerking.

Actie werkt, traag, maar het werkt

De voorbije maanden hebben aangetoond dat actie effect heeft. De erkenning van Palestina wordt door de betrokken regeringen nu ingezet in de hoop dat het protest zal wegdeemsteren. Dat is een zware vergissing. Zolang de gruwel van deze genocide doorgaat zal de druk van de publieke opinie alleen maar toenemen.

Duitse Joden betogen voor de BDS-boycot van Israël  (januari 2024). Foto: Montecruz/CC BY-SA 4:0

De enige echte oplossing is één staat voor alle mensen die er wonen, met gelijke rechten voor iedereen.  De vraag is niet meer of die éne staat er komt maar wanneer. Israël heeft met de genocide immers elk moreel gezag verloren. Hun voornaamste uitvlucht ‘antizionisme is antisemitisme’ maakt op geen enkele actievoerder voor Palestina nog indruk – en gaat tevens ten koste van de strijd tegen het échte antisemitisme.

De machtigen der aarde zullen niet zomaar plooien. Met de erkenning van de Palestijnse staat hebben ze echter zelf een eerste belangrijke bres geslagen in de dijk van hun krampachtige steun aan het Europese koloniale project Israël.

De wereldbevolking wacht nog een belangrijke taak. Nu meer dan ooit moeten de acties voor Palestina onverminderd doorgaan.

 

Lees ook:

Doodsteek Palestijnse staat nabij
Er is dringend meer nodig dan de erkenning van een Palestijnse staat

Note:

[1] Bij de onderhandelingen voor de onafhankelijkheid van de Britse kolonie Cyprus in 1960 dwong Groot-Brittannië af dat de luchtmachtbasis van Akrotiri Brits grondgebied zou blijven, wat tot vandaag het geval is. Cyprus erkent die status niet meer maar is nog steeds machteloos om het gebruik van de basis ten bate van Israël te verbieden.

 

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.