Turkije buigt voor Israël en Rusland om economisch gewin

Op 26 december 2010 keerde de Mavi Marmara, met op de boeg de fotot's van de negen slachtoffers, terug in de haven van Istanboel

Op 26 december 2010 keerde de Mavi Marmara, met op de boeg de fotot's van de negen slachtoffers, terug in de haven van Istanboel (Hevesli/CC)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Turkije herstelt de bilaterale relaties met Israël. Die waren verbroken nadat Israëlische mariniers op 31 mei 2010 in volle zee negen Turkse deelnemers aan een humanitair flotilla naar Gaza standrechtelijk executeerden. Ook met Rusland werd een akkoord bereikt om de kwestie van het neergeschoten Russisch toestel te beslechten. In beide gevallen hebben economische voordelen de doorslag gegeven.

Op 31 mei 2010 voer een flotilla van meerdere schepen met humanitaire hulp voor Gaza, om de economische blokkade door Israël aan te klagen. Nog voor de vloot de territoriale wateren van Gaza bereikte werd de vloot geënterd door de Israëlische zeemacht. Tijdens de entering werden negen Turkse ongewapende deelnemers standrechtelijk geëxecuteerd door de Israëlische soldaten.

De internationale verontwaardiging was aanvankelijk zeer groot. Pogingen van Israël om de executies voor te stellen als zelfverdediging mislukten faliekant. Desondanks verdween de zaak snel van de mediaradar. De eerste reactie van de Turkse regering was nochtans zeer kordaat. Turkije eiste bekentenissen en excuses van Israël, wat deze laatste altijd geweigerd heeft. Namens de negen slachtoffers dienden de medeopvarenden van het humanitair flotilla een klacht in tegen Israël bij het Internationaal Strafhof voor het begaan van oorlogsmisdaden.

Gezichtsverlies beperken voor Turkije

Na jarenlang bakkeleien hebben Turkije en Israël nu een deal gesloten waarbij gepoogd wordt het akkoord zo voor te stellen dat geen van beide zijden gezichtsverlies lijdt. Israël gaat 21 miljoen dollar betalen als morele schadevergoeding aan de nabestaanden van de families, op voorwaarde dat zij hun klacht bij het Internationaal Strafhof intrekken.

Bovendien stelt Israël als voorwaarde dat de executies van 2010 geen precedent mogen zijn voor nieuwe rechtszaken bij het Internationaal Strafhof tegen Israëlische soldaten. Turkije mag volgens datzelfde akkoord humanitaire hulp bieden aan Gaza. De voorwaarden die daar aan verbonden zijn zijn echter zo vaag dat in de praktijk niets wordt gegarandeerd.

De Turkse organisatie Insani Yardim Vakfi (IHH – Humanitarian Relief Foundation) biedt sinds zijn oprichting in 1992 hulp aan getroffen bevolking in oorlogsgebeden en post-oorlogsgebieden, rampgebieden en arme landen en regio’s. IHH was een van de organisatoren van het humanitair konvooi waar de Turkse veerboot Mavi Marmara het grootse schip van was. De organisatie heeft daarna op zich genomen om de rechtszaak van de negen slachtoffers te ondersteunen.

Rechtszaak gaat door

Als reactie op de deal tussen Turkije en Israel publiceerde IHH een persverklaring waarin zij aankondigt de rechtszaak tegen Israël onverminderd verder te zetten en zich niet gebonden te voelen door het diplomatiek akkoord tussen de Turkse en de Israëlische regering. Daarenboven is IHH zeer kritisch over de voorwaarden van dit akkoord:

“(Dit akkoord) geeft slechts een gedeeltelijke toelating aan Turkije (om Gaza te betreden per schip). Welk soort goederen en hoeveel goederen Israël Turkije zal toelaten om naar Gaza te brengen, blijft een groot vraagteken. Toegang tot en vertrek uit Gaza moeten volledig vrij zijn zoals voor eender welk ander land. De zaak is niet of er al dan niet humanitaire hulp Gaza binnen mag maar of Gaza vrijheid van beweging krijgt, zodat het niet moet afhangen van externe hulp.”

Daarnaast wijst IHH er op dat de rechtzaak tegen de daders van de executies op de Mavi Marmara niet door de Turkse regering kunnen worden opgezegd, omdat niet de families van de Turkse slachtoffers maar de andere internationale deelnemers aan de flotilla van 2010 uit 37 landen deze klacht hebben ingediend. “De families van de slachtoffers blijven bij hun weigering om hun zaak in te trekken zolang de blokkade niet wordt opgeheven. De arrogante houding van Israël is onaanvaardbaar. De rechtszaak van de Mavi Marmara gaat onverminderd door.”

Immuniteit voor daders, legitimatie blokkade

Het akkoord dat Turkije en Israël hebben afgesloten komt neer op het verlenen van immuniteit aan de daders. Bovendien wordt daarmee een plan mogelijk waar Israël al jaren naar uitkijkt. Israël wil immers gasvoorraden in de territoriale wateren van Gaza gaan exploiteren. Turkije is van plan eveneens afspraken te maken met Israel om gasvoorraden in dezelfde maritieme regio gezamenlijk te gaan uitbaten. Een gaspijplijn naar Turkije ligt daarbij op tafel.

Om een en ander een positieve indruk te geven zal Israël aan Turkije toegang geven tot Gaza voor de bouw van een nog te bepalen aantal woningen en een hospitaal met 200 bedden. Turkije zou ook herstellingswerken kunnen uitvoeren aan het openbaar elektriciteits- en waternetwerk. Louis Fushan, professor aan het Brooklyn College zegt hierover: “Dat Turkije aanvaardt dat Israël de levering van deze goederen en diensten zal monitoren is een overwinning voor Israël, omdat het neerkomt op een de facto erkenning van de blokkade zelf.”

President Erdogan heeft nog geen commentaar gegeven op dit akkoord. De termen van deze afspraak zijn echter in flagrante tegenspraak met de uitspraken die hij reeds in 2009, voor de executies op de Mavi Marmara, deed over de blokkade van Gaza en daarna meermaals herhaalde. Hij is jarenlang de misdaden van de blokkade en de drie militaire aanvallen op Gaza blijven aanklagen.

Met deze afspraak heeft hij dat engagement voor Gaza ingeruild voor economisch gewin. De ontginning van gasvoorraden in de Middellandse Zee voor Gaza en van gastransport via Turkije zal Turkije jaarlijks miljarden euros opbrengen. Eerste minister Benjamin Netanyahu van Israël verklaarde dat deze afspraak tevens de mogelijkheid opent om via Turkije gas te leveren aan Europa. Israël komt uit deze afspraak als grote overwinnaar omdat het zelfs zo goed als niets toegeeft.

Brief aan ‘vriend’ Poetin

Bij de onderhandelingen met Israël was president Erdogan officieel niet betrokken, omdat het akkoord werd onderhandeld tussen diplomaten van beide landen. Daarentegen heeft Erdogan wel een persoonlijk initiatief genomen in de zaak van het Russisch militair vliegtuig dat op 24 november 2015 door een Turks gevechtsvliegtuig werd neergeschoten.

Poetin en Erdogan in betere tijden
Poetin en Erdogan in betere tijden (zerohedge.com)

 De Russische piloot werd door Syrische rebellen doodgeschoten tijdens zijn landing met valscherm (de navigator kon levend ontkomen) Het neerschieten van soldaten tijdens hun landing met valscherm wordt specifiek vermeld als oorlogsmisdaad door de Conventies van Genève.

De Turkse president neemt de woorden ‘excuses’ of ‘fout’ niet letterlijk in de mond. Hij drukt zijn deelneming uit met de familie van de gedode Russische piloot. Bovendien belooft hij inspanningen te zullen leveren om de dader – waarschijnlijk een man genaamd Alparslan Celik – van de executie van de piloot voor de rechter te brengen.

Hij noemt Rusland in zijn brief “een vriend en een strategische partner”… “We hadden nooit de wens of de gewilde intentie om een vliegtuig neer te halen dat aan Rusland toebehoort… Turkije nam grote risico’s en deed enorme inspanningen om het lichaam van de Russische piloot te recupereren van de Syrische oppositie en het naar Turkije te brengen.”

Russische sancties wogen zwaar

Met dit initiatief hoopt Erdogan een einde te bekomen van de Russische economische sancties tegen Turkije na het incident. Door een verbod op Russische charterreizen naar Turkije werden bepaalde Turkse kuststeden bijzonder zwaar getroffen. In 2014 bezochten 3,3 miljoen Russische toeristen nog de Middellandse Zeekust in Turkije.

Rusland had tevens de import van Turks fruit, groenten, gevogelte en zout verboden. Contracten voor Turkse bouwbedrijven in Rusland werden opgezegd. Turkse burgers die in Russische bedrijven werken kregen zware reisbeperkingen en de bouw van de gaspijplijn door de Zwarte Zee van Rusland naar Turkije werd stopgezet. Daar heeft Turkije meer dan 10 miljard dollar aan verloren.

Economisch gewin kreeg de bovenhand

Deze akkoorden met Israël en Rusland lijken nu uit de lucht te komen vallen maar werden al enige tijd onderhandeld achter de schermen. Bij beide akkoorden blijkt toegang tot aardgas een belangrijke drijfveer geweest te zijn om tot een compromis te komen.

De brief van president Erdogan aan president Poetin lijkt naar de buitenwereld een persoonlijk initiatief. In werkelijkheid werd over de tekst van deze correspondentie maandenlang onderhandeld tussen diplomaten.

Turkije geraakt met beide akkoorden af van twee van de vier voornaamste problemen waar het land mee worstelt. Het vluchtelingenakkoord met de EU blijft zeer problematisch en ook de oorlogssituatie aan de grens met Syrië blijft nog ver verwijderd van een mogelijke oplossing.

Bronnen:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.