NGOs dagen EU voor rechter voor licentie glyfosaat

glyposatenews

(glyposatenews.com)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Europese NGOs stappen naar de Oostenrijkse rechtbank om het Duitse Federale Instituut voor Risico-analyse en het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid aan te klagen voor het schrijven van vervalste wetenschappelijke analyses, voor het overnemen van teksten van bedrijven en die als eigen werk voor te stellen. Zij noemen dit ‘wangedrag’ met als doel de verlenging van de productielicentie van glyfosaat.

Op maandag 4 december 2017 lichtten Helmut Birscher, auteur van het boek The Glyphosate Files namens de Oostenrijkse organisatie Global 2000, Koen Hertoge en toxicologe Angeliki Lysimachou namens de Europese koepelorganisatie  Pesticide Action Network1 en advocaat Josef Unterweger tijdens een online persconferentie toe waarom zij het Duitse Federale Instituut voor Risico-analyse (BfR) en het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) voor de Oostenrijkse rechtbank dagen.

Zij beschuldigen deze organisaties van het gebruik van vervalste wetenschappelijke studies die werden gesponsord door agromultinational Monsanto, van plagiaat en wangedrag met als bedoeling een gunstige beslissing te forceren voor de verlenging van de productielicentie van glyfosaat. Dit chemisch product is meest bekend onder de merknaam RoundUp, het belangrijkste commerciële product van Monsanto.

Overtreding van de eigen EU-regels

In de klacht stellen de eisende organisaties dat de EU geen “onafhankelijk, objectief en transparant onderzoek had gedaan naar de gezondheidsrisico’s van glyfosaat, zoals vereist is door de Europese regelgeving” (EU Pesticides Regulation 1107/2009). Dat heeft er toe geleid dat het product recent opnieuw een licentie kreeg voor vijf jaar, wat niet het geval zou zijn als deze EU-regelgeving was gerespecteerd. De klagers gaan er van uit dat op deze manier “ernstige gezondheidsrisico’s worden genomen als gevolg van het wangedrag van de regelgevende overheden”.

Volgens EU 1107/2009 mogen alle stoffen met “carcinogene, mutagene of reprotoxische eigenschappen niet worden goedgekeurd voor gebruik van pesticiden”. Het Duitse Federale Instituut voor Risico-analyse (BFR) kreeg de opdracht van de EU om de bestaande wetenschappelijke studies over glyfosaat te verzamelen en te evalueren. In werkelijkheid heeft het instituut “woord-voor-woord teksten overgenomen die door de producenten (van glyfosaat) waren ter beschikking gesteld, waarbij de oorsprong van deze teksten moedwillig verborgen was gehouden, zoals werd vastgesteld door het onderzoek van mediawetenschapper Stefan Weber”.

Andreas Hensel, voorzitter van het BFR, en Bernhard Url, directeur van het EFSA, weerleggen de beschuldigingen als “zonder grond en fictief” en een “georchestreerde campagne om het wetenschappelijk proces in diskrediet te brengen”. De eisers stellen dat ze daarom willen “een onafhankelijk en objectief onderzoek van de integriteit van het (door de BfR geleverde) advies te laten uitvoeren door de rechtbanken”.

De betrokken ngo’s verwijzen naar documenten die door het Amerikaanse gerecht werden gepubliceerd, de zogenaamde Monsanto Papers. Daarin staat te lezen dat het EFSA reeds zes maand voor het zijn eigen onderzoek publiceerde over de kankerverwekkende eigenschappen van glyfosaat aan de Amerikaanse overheid liet weten dat het de rapporten zou weerleggen die die eigenschappen bevestigen.

Monsanto-mol als contactpersoon

De contactpersoon van de EFSA bij het Environmental Protection Agency (EPA), de Amerikaanse overheidsdienst voor het leefmilieu was Jesse Rowland, dezelfde persoon die door de media werd ontmaskerd als de ‘mol van Monsanto’. Die was er in geslaagd het Department of Health and Human Services te overtuigen geen eigen onderzoek te voeren naar de kankerverwekkende eigenschappen van glyfosaat.

In de openbaar gemaakte documenten van de Monsanto-Papers zit onder meer een sms-bericht van Rowland dat hij “de EFSA op dezelfde lijn had gebracht tijdens een telefoongesprek”. Reeds in mei 2017 stelde toxicoloog Peter Clausing vast dat Jesse Rowlands “tijdens teleconferentie 117 de EFSA overtuigde een essentiële kankerstudie uit te sluiten van de evaluatie (door het BfR en de EFSA), zonder dat hij daar een wetenschappelijke verantwoording voor kon geven.”

Advocaat Josef Unterweger is formeel: “Als plagiaat wordt gebruikt om valse bewijzen te creëren, dan is dat niet alleen een kwestie van copyright. Als een overheidsdienst een onjuist rapport produceert, dan kan het daarvoor vervolgd worden … Als een pesticide in omloop komt die niet in omloop zou raken als er een correct rapport over was geschreven, dan is de overheid verantwoordelijk voor de schade die daar uit voortvloeit.”

Dit wangedrag van de Europese instellingen is volgens de eisende partijen in deze rechtszaak een van de oorzaken van het diepe wantrouwen van de bevolking tegenover de Europese regelgevende overheden. “Alleen een grondig gerechtelijk onderzoek waaruit de noodzakelijke consequenties volgen kan dat vertrouwen herstellen.”

Bijlage

1   In België zijn Adalia, ClientEarth, Inter-Environnement Wallonie, Nature et Progrès en Velt lid van het Pesticide Action Network.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.