Media over jaar protesten Gaza: geen kant kiezen is de kant kiezen van de sterkste

Pro-Palestijnse actie in San Francisco (sfchronicle.com)

FacebooktwitterFacebooktwitter
Op 30 maart 2019 was het één jaar geleden dat de eerste betoging in Gaza onder de titel ‘Mars voor de Terugkeer’ begon. Ondanks de honderden Palestijnen die vermoord werden door Israëlische scherpschutters en een vernietigend rapport van de VN, blijven de media volharden in hun onevenwichtige berichtgeving, over de onderdrukking van een bezet volk.

Zaterdag 30 maart, dag van het Land voor de Palestijnen, was in Gaza ook de herdenking van de allereerste Mars voor de Terugkeer exact één jaar eerder. Sinds die dag komen tienduizenden inwoners van Gaza elke vrijdag samen aan de afsluiting rond hun enclave om de opheffing van de blokkade te eisen, het recht op vrije beweging tussen de Palestijnse bezette gebieden en meer fundamenteel het recht op terugkeer naar hun land waaruit ze in 1948-1949 en in 1967 werden verdreven.

“We bepalen niet wie gelijk heeft”

De berichtgeving van de Belgische media volgt de lijn van de meeste internationale media. Die kan men als volgt samenvatten. Wat in Israël/Palestina gebeurt is ‘een conflict’ tussen twee volkeren. Wie van beiden gelijk heeft bepalen we niet zelf. “Elke kant in dit conflict heeft zijn eigen narratief” volgens een VRT-journalist.

De openbare zender VRT en zijn voorganger BRT zijn echter nooit onpartijdige waarnemers geweest in Israël/Palestina. Daarin verschilt de VRT niet van zijn commerciële concurrent VTM of van de leidende kranten De Standaard en De Morgen. De VRT is echter geen commercieel privé-bedrijf maar een openbare zender. Daar mag je hogere journalistieke prestaties van verwachten. In werkelijkheid blijkt de openbare zender, zeker op vlak van internationaal nieuws, geen onderscheid te maken. Dat is het meest schrijnend in het geval van de kwestie Israël/Palestina.

Een vergelijking van de berichtgeving in De Standaard, De Morgen, VTM en VRT, the Guardian, BBC, Le Monde en El Pais toont een zeer opvallende gelijkenis. Het bronnenmateriaal is alvast identiek: grote persagentschappen en Israëlische overheidsdiensten worden als ‘bron’ geciteerd. Organisaties als de Rode Halve Maan, Hamas en andere Palestijnse organisaties krijgen daarentegen altijd een kadering, soms subtiel “volgens de Rode Halve Maan”, soms openlijk “zo beweert althans Hamas”.

“Palestijnen komen om het leven”

In alle berichten valt het voorzichtige taalgebruik op. Een van de meest terugkerende omschrijvingen is dat “meer dan 200 Palestijnen” het voorbije jaar “om het leven kwamen”, geen dader, geen context. Persberichten van Belga verschijnen als primaire bron in licht gewijzigde vorm in zowat alle Vlaamse media. Belga is echter nauwelijks neutraal te noemen, noch over Israël, noch over andere internationale dossiers, noch over binnenlands nieuws.

(screenshot De Standaard)

“Twee Palestijnen gedood – volgens de Palestijnse afdeling van de Rode Halve Maan” (Rode Halve Maan slaat op de organisatie die hier Rode Kruis heet, het zijn geen twee aparte organisaties). Een ander bericht heeft het over “om het leven gekomen door Israëlisch geweervuur”. Bijna steeds passieve zinsconstructies. Niet altijd, soms wordt er wel een dader aangeduid maar dan met nuancering: “een 17-jarige Palestijn werd doodgeschoten door Israëlische soldaten, melden de Rode Halve Maan en het Palestijns ministerie van Volksgezondheid”. Verder: “een 20-jarige Palestijn is om het leven gekomen door Israëlisch geweervuur” en “later kwam nog een Palestijn om het leven door vermoedelijk Israëlische kogels”.

Hoewel de exacte cijfers bekend zijn worden eerder vage cijfers gegeven: “meer dan 200”, “honderden”, “meer dan honderd”, “zeker 259”, “260 doden”. De berichtgeving is ook zeer gelijklopend met het buitenland, The Guardian, BBC, Le Monde en El Pais, waar identieke omschrijvingen voorkomen. “Palestinians are dead” of “have died”.

Alle media vermelden tevens dat tijdens het voorbije jaar van protesten ook één Israëlisch soldaat is omgekomen, alleen De Standaard spreekt van 2 dode soldaten. De BBC heeft het ook over die éne dode soldaat maar geeft er wel deze nuancering bij: “(he was) killed on a protest day but outside the protest sites”. Met andere woorden, zijn dood had waarschijnlijk wel iets te maken met de onderdrukking van Palestijns verzet, maar had niets te maken met de protesten in Gaza.

In zowat alle berichten wordt het klassieke antwoord weergegeven van het Israëlisch leger op het gebruik van dodende vuurwapens: “(alles gebeurde) in overeenstemming met de standaard procedures”, zonder enige verdere commentaar. Alsof dat een voldoende argument is om het debat af te sluiten.

“Twee aan elkaar gewaagde tegenstanders”

Er wordt ook voortdurend een militair machtsevenwicht gesuggereerd waar er geen is: “Gaza en Israël bestoken elkaar met raketten”. De ‘raketten’ van het Israëlisch leger zijn een veelheid aan hypermoderne wapens, met hoogtechnologische besturing die ’tactisch’ ingezet worden met precisie-instrumenten én explosieve ladingen.

Hoewel slechts één kant geweren en kogels heeft is de Guardian niet helemaal zeker wie de daders zijn (screenshot The Guardian)

De ‘raketten’ van Hamas en andere organisaties daarentegen – de recente aanval vanuit Gaza werd niet door Hamas uitgevoerd maar door een kleine dissidente beweging, waarover Hamas geen enkele controle heeft – zijn lange buizen met een drijfmotor van Iraanse makelij. Die ‘raketten’ worden in kleine ateliers in elkaar gestoken en zijn ballistisch. Ze hebben bovendien geen enkele technische capaciteit tot precisie en meestal hebben ze niet eens een explosieve lading – bij gebrek aan munitie, maar ook omdat de motor van de draagraket het bijkomend gewicht niet aankan. Hun impact is louter fysiek, wanneer ze op een gebouw of een voertuig neerstorten, erg genoeg voor de rechtstreeks betrokken personen, maar totaal niet te vergelijken met de vernietigende hoogtechnologische vuurkracht van de precisieraketten van het Israëlisch leger.

Regelmatig wordt ook de beschuldiging vermeld dat Palestijnen met “stenen en explosieven” of “in sommige gevallen explosieven” naar de Israëlische soldaten gooien. Als dat al zo zou zijn, veroorzaken die in ieder geval zeer weinig gewonden, géén in feite. De term “explosieven” is bovendien zeer vaag en kan van alles betekenen. Een aantal media hebben het over “granaten”.

“Nodig noch proportioneel geweld”

Een belangrijk aspect van de recente betoging van 30 maart is het aantal betogers die ongewapend en passief op meer dan 200 meter van de afsluiting blijven – zoals ook werd opgeroepen door de organisatoren van de Mars voor de terugkeer – tegenover de betogers die wel dichterbij kwamen. Journalist Mehdi Hassan wijst er op dat van de 40.000 aanwezige betogers gemiddeld telkens 10 tot 20 betogers dichterbij kwamen, niet bepaald een overrompeling. Toch is dat niet de indruk die je krijgt van commentaar en beeldmateriaal. Ook de VN ter plaatste bevestigt in de Guardian: “(de betoging) was bijna volledig burgerlijk van aard en het gebruik van dodelijke kracht tegen de betogers (door het Israëlisch leger) was nodig noch proportioneel”.

screenshot VRT NWS)

De Guardian is de enige die in zijn artikel de term ‘scherpschutters’ geeft aan de Israëlische soldaten in dit citaat over het VN-rapport: “Israëlische scherpschutters, die hogesnelheidvuurwapens met gesofisticeerde optische instrumenten gebruikten, hebben mogelijkerwijze oorlogsmisdaden begaan door moedwillig te vuren op burgers, zo stelde het onderzoek vast. De scherpschutters, zo zei een lid van het onafhankelijke VN-onderzoeksteam “schoten op ongewapende betogers, kinderen en gehandicapten, op verplegend personeel en op journalisten, goed wetend wie zij waren.”

Toch krijgt ook deze Britse krant het woord ‘slachtpartij’ niet over de lippen en suggereert ondanks het enorme machtsonevenwicht dat dit over “een bloedvergieten aan de grens” gaat. “Hamas vuurt raketten en mortiergranaten af terwijl Israël tanks en luchtaanvallen inzet.”

Deze berichtgeving beantwoordt volledig aan de zelfverklaarde mythe van de grote media dat ze objectief en neutraal horen te berichten over de feiten. Het hoort niet om een kant te kiezen in een gewapend conflict, enkel informeren over wat er gebeurt.

Deze mythe omvat meerdere elementen:

  • feiten zijn ‘neutraal’: dit gaat volledig voorbij aan het ‘feit’ dat de selectie van feitenmateriaal – wat verschijnt wel, wat verschijnt niet – reeds een subjectieve ingreep is;
  • journalisten berichten zonder een eigen overtuiging te laten blijken: hoe een bericht wordt omkaderd, becommentarieerd, toegelicht, geduid is echter niet waardevrij;
  • elke kant heeft zijn narratief: hier zit nog een andere mythe achter, namelijk het idee dat de waarheid altijd ergens tussenin zit. In werkelijkheid kan de waarheid zich eender waar op het spectrum bevinden dat kan in het midden zijn, maar net zo goed aan een van beide uitersten;
  • wij zijn goed bezig, want we worden langs beide zijden bestookt met kritiek: ook dit is een absurde reductie, ten eerste de stelling dat er voor elk dispuut en elk conflict slechts twee posities zouden zijn, ten tweede dat “zich ergens tussen beide uitersten bevinden” neutraal en dus per definitie goed zou zijn; de leegheid van dergelijke argumentatie kan je best illustreren met voorbeelden uit de geschiedenis: met dergelijke manier van denken hoort in een debat over de doodstraf, kinderarbeid of de slavernij ook een voorstander tegenover een tegenstander te zitten;
  • media horen geen kant te kiezen, al zeker niet in een gewapend conflict: de zogenaamd neutrale houding over Israël/Palestina botst volledig met de vaststelling dat de media wel degelijk een kant kiezen in Oekraïne, Lybië, Syrië, Afghanistan, Iran, Irak, Venezuela…

Het werd in de geschiedenis al meermaals geponeerd: geen kant kiezen in een ongelijk conflict is een kant kiezen, de facto komt dat altijd neer op de kant van de sterkste. Bovendien komt geen kant kiezen in Israël/Palestina neer op het ontkennen van het internationaal recht, zoals het internationaal erkende recht op zelfbeschikking van volkeren én hun recht op verzet tegen een bezetter, evenals tientallen VN-resoluties en VN-rapporten.

Dit is geen ‘conflict’ maar een bezetting, kolonisatie en apartheid. Hierover ‘neutraal en evenwichtig’ berichten zonder deze termen als hoofdoorzaak te melden komt neer op het verspreiden van een illusie, de ‘noodzakelijke illusie’ van het waanidee dat wij degelijk worden geïnformeerd over wat in de wereld gebeurt.

Enkele media berichten helemaal onderaan dat er wereldwijd pro-Palestijnse protestacties waren tijdens het weekend van 30 en 31 maart, ook in landen als de VS en Groot-Brittannië, de voornaamste bondgenoten van Israël, en in Israël zelf (zie video onder bronnen).

Bronnen:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.