Het Verhaal van Wél Werkende Walen zet de N-VA een neus

Wallonië, zo dichtbij en toch vrij onbekend. Foto: Rodrigo dos Santos

FacebooktwitterFacebooktwitter

Recent verschenen twee boeken van Franstalige Belgen, antwoorden op belegen luie-Walen-clichés die de N-VA blijft recycleren voor elke verkiezing – om het maar niet te hebben over hoe slecht ondertussen de eigen Vlaamse Regering werkt. Ze zullen rabiate Vlaams-nationalisten niet overtuigen, daarentegen kunnen mensen die nog willen nadenken er heel wat uit leren.

Mais qui sont Dermine et Gerlache?

Het boek van Thomas Dermine Walen Werken Wél! heeft als lange ondertitel Een daad van verzet tegen de foute clichés over Wallonië. Als er foute clichés zijn, dan zijn er dus ook goede, juiste of terechte clichés? De werkelijkheid is zoals steeds meer genuanceerd. Dermine is voor de PS federaal staatssecretaris1 voor relance, strategische investeringen en wetenschapsbeleid (de Belgische politiek houdt van lange titels).

Journalist Alain Gerlache schreef Het Verhaal van Wallonië. Hij is net als Dermine een nog altijd uitzonderlijke Franstalige Belg die vloeiend Nederlands spreekt. Bij Dermine hoor je het wel in zijn accent en hier en daar een verkeerde zinsbouw, maar wie Gerlache niet kent en hem Nederlands hoort spreken mét zachte Vlaamse ‘g’ – dé tongbreker voor elke Franstalige – zou niet eens weten dat hij Franstalig is.

Want ook dat blijft een betreurenswaardig feit: taalonderwijs – niet alleen van het Nederlands! – blijft ronduit slecht in Franstalige middelbare scholen. Nederlands is niet eens een verplicht vak. En Nederlands wordt in Franstalige scholen niet eens door Vlamingen gegeven (en vice versa). Was het in Vlaanderen ooit anders qua kwaliteit van taalonderricht, dan is dat de laatste 20 jaar drastisch verslechterd, samen met de algemene achteruitgang van het Vlaamse onderwijs.

Wie in Vlaanderen technisch of beroepsonderwijs volgt spreekt geen Frans meer en in het klassieke middelbaar gaat het eveneens fel achteruit. Universiteiten krijgen meer en meer studenten over de vloer die nauwelijks nog Frans kunnen spreken.

Federale ministers die geen Nederlands spreken, anno 2024

In 2024 zitten nog steeds ministers in de nationale Belgische regering die amper Nederlands spreken. Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib, tot 2022 een RTBF-nieuwsanker, kan ons land slechts met moeite vertegenwoordigen in het Nederlands. Ze spreekt net als de meeste Franstalige politici een soort Nederlands dat je alleen begrijpt als je zelf Frans verstaat.

Gerlache is een vroegere collega van Lahbib. Hij heeft een lange carrière achter de rug bij de Franstalige openbare zender RTBF (Radio Télévison Belge Francophone), die nog steeds zijn oorspronkelijke naam heeft, mét de B van België. De Vlaamse overheidszender heette oorspronkelijk BRT, zonder taalletter N, heel even werd het wel BRTN tot de zender zich VRT (Vlaamse Radio en Televisie) ging noemen in 1998. Het typeert de Belgische interne verhoudingen. Dit land heeft in feite géén nationale omroep.

Een van de bizarre gevolgen van die naamsverandering die ik zelf kon vaststellen tijdens mijn jaren in buitenlandse VN-missies is dat VRT-correspondenten mogen uitleggen dat ze wel degelijk een Belgische overheidszender zijn, terwijl de RTBF dat niet hoeft te doen (en dikwijls wordt ontvangen als dé Belgische overheidszender).

Gerlache was van 1999 tot 2003 woordvoerder van eerste minister Guy Verhofstadt, waarna hij directeur werd van de RTBF. Hij wordt nog steeds gevraagd als gast op Vlaamse zenders en heeft een vaste column in de krant De Morgen. Staatssecretaris Dermine komt ondanks zijn uitstekend Nederlands nauwelijks aan bod in de Vlaamse media.

Onschuldige versus gevaarlijke clichés

De verhoudingen tussen Vlamingen en Franstalige Belgen, Walen en Brusselaars, zijn grotendeels gespeend van degelijke wederzijdse kennis, zijn gebaseerd op vooroordelen, vooraannames en misverstanden – niet alleen taalkundig.

Inhoudelijk lijken Franse en Nederlandse clichés over België op de clichés tussen Vlamingen en Walen, maar de angel zit in de politieke consequenties.

Met selectief gebruik van cijfers kan je alles ‘bewijzen’. Cartoon: n-va.be

Waar zelfs de meest bijtende clichés over Belgen in Frankrijk en Nederland uiteindelijk eerder onschuldig en onschadelijk zijn, is dat niet het geval met de clichés in Vlaanderen over Wallonië. Er zijn in Vlaanderen twee politieke partijen actief – goed voor bijna 40 procent van de stemmen – die van die zogezegde ‘verschillen’ tussen noord en zuid gebruik maken om dit land op te splitsen en van Vlaanderen een neoliberaal Singapore aan de Schelde te maken, zonder al te veel ongein als sociale zekerheid, openbaar vervoer, openbaar onderwijs, sociale woningen en andere liflafjes waar de Vlaamse staat van hun dromen zich niet meer moe aan hoeft te maken.

Niet zo onschuldig dus, deze clichés. Ze worden maximaal ingezet en uitvergroot door de N-VA en Vlaams Belang ten bate van andere doelstellingen. Zit daar voor het Vlaams Belang nog een zekere extreemrechtse logica achter – het is voor hen altijd de schuld van een ander, de Waal, de moslim, de vluchteling, de werkloze – dan is dat niet het geval voor de N-VA.

De N-VA haat de Franstalige socialistische partij PS maar heeft een zeer innige liefdesverhouding met de Franstalige liberalen van MR, wat staat voor Mouvement Réformateur (‘hervormingsbeweging’). Met die partij delen ze de idealen van een bikkelharde neoliberale staatsorde – waarbij ‘staat’ uiteraard Vlaanderen betekent. Menig MR-politicus/a aarzelt niet om de Vlaamse clichés over Wallonië over te nemen.

Andere accenten, hetzelfde verhaal

Gerlache benadert in zijn analyse het probleem meer algemeen, niet alleen sociaal-economisch maar ook sociaal-cultureel en historisch. Hij legt grondig uit waarom Brusselse Franstaligen – tenzij het zeer recente Waalse immigranten zijn – in geen enkel geval ‘Walen’ zijn. Brusselaars denken zelf in clichés over les Wallons, die zeer goed gelijken op de Vlaamse clichés over ‘de Walen’ (waar Vlamingen dan weer Brusselaars én Walen mee bedoelen).

Gerlache geeft eveneens een deskundige uitleg over de redenen waarom in Franstalig België gewest en gemeenschap2 afzonderlijke instellingen zijn, terwijl dat in Vlaanderen één geheel is.

Ik herken wel wat in de persoonlijke beleving van Gerlache. Ik woon bijna 30 jaar in de officiële Vlaamse gemeente Sint-Genesius-Rode (en ik kwam van Wezembeek-Oppem), tussen het Brusselse Ukkel en het Waalse Waterloo. In mijn ‘Vlaamse’ gemeente is meer dan 75 procent van de bevolking Franstalig.

Dat ‘de grens’ tussen deze twee gemeentes loopt “langs een straat met een verschillende naam aan Waalse en Vlaamse zijde” klopt echter maar een heel klein beetje, in twee straten in de wijken Terkluizen en Zevenbronnen. Het overgrote traject van de ‘grens’ tussen beide gemeenten ligt in open veld dat aan beide zijden Waterloos Veld – Champ de Waterloo heet.

Gerlache vermeldt ook dat zijn leraar Nederlands op school een Vlaming was. Dat was en is jammer genoeg zeer uitzonderlijk en is sinds de staatshervormingen bijna onmogelijk geworden. Het is gemakkelijker om als Vlaming een baan te vinden, zelfs als leerkracht Frans, in een Franse school, zeker op het platteland waar een schrijnend gebrek is aan onderwijzend personeel, zoals een Vlaamse lerares Frans van onze kinderen in Rode mocht vaststellen toen ze in de Ariège ging wonen.

Gerlache en Dermine relativeren de reële verschillen

Verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië? Dermine en Gerlache ontkennen ze niet. Maar ze herleiden die tot hun ware dimensie. Meer nog, er is niets uitzonderlijks aan. “Zelfs bij onze Nederlandse buren, die nochtans vaak als het goede voorbeeld aangehaald worden (door de N-VA, nvdr), is de kloof inzake economische dynamiek tussen de meest en de minst welvarende regio’s van het land groter dan bij ons.”

Dermine ontkent dus niet dat er wel degelijk specifieke Waalse problemen zijn – ook Gerlache schrijft geen verhaal dat alle vooroordelen volledig op zijn kop zet. Ja, er zijn problemen waar aan gewerkt moet worden, maar neen, die zijn niet uitzonderlijk.

Wie de cijfers van de sociale transfers opsplitst per provincie krijgt al een heel ander verhaal. Kaart: Kneiphof/ CC BY-SA 3:0

Dermine: “Wat echt bijzonder is aan België, is dat zijn twee grootste gewesten tegengestelde historische achtergronden hebben en een grondgebied delen dat maar een paar honderd vierkante kilometer groot is… Tot slot is ook nog bijzonder aan België dat onder sociaal-economische verschillen een taalkundige en culturele breuklijn loopt waaraan een complex verhaal van communautaire frustraties, onuitgesproken zaken en conflicten verbonden is.”

Dat het in België om slechts twee regio’s gaat geeft alleen maar de schijn dat dit een onoverkomelijke situatie zou zijn. De ene regio heeft alleen de andere regio om op neer te kijken. Duitsland heeft zeventien deelstaten, Italië twintig regio’s, Spanje heeft vijftig provincies. Die hebben veel grotere socio-economische verschillen dan de twee Belgische regio’s.

Het is tenslotte ook fout om ‘Walen’ als één hechte groep te zien. Wat Wallonië kenmerkt is een zeer sterk regionalisme, dat in grote lijnen overeenkomt met de provinciegrenzen. De N-VA houdt daar in zijn oppervlakkige veralgemeningen geen enkele rekening meer en goochelt graag met de ‘transfers’ van de sociale zekerheid naar het arme en luie Wallonië.

Henegouwen en Luik

Wie de moeite doet om voorbij de clichés te kijken, ziet daarentegen iets heel anders. De Waalse armoede en werkloosheid zit geconcentreerd in de twee Waalse provincies Henegouwen en Luik. Bovendien, de rijkste Belgische provincie per hoofd van de bevolking is Waals-Brabant.

De provincies Namen en Luxemburg zijn op de as Namen-Aarlen voorlopers qua nieuwe innovatieve bedrijven (zie over die transfers Waarom N-VA en Vlaams Belang ‘transfers’ naar Wallonië en Brussel best OK vinden).

Dermine gaat meer dan Gerlache in op die sociaal-economische context. Zijn boek leest minder vlot, bevat veel tabellen en statistieken. De ervaren journalist Gerlache leest beter, maar inhoudelijk is Dermine sterker. Zeer leerrijk is zijn vergelijkende studie in het hoofdstuk: Zijn de economische verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen uitzonderlijk? over sociale transfers tussen regio’s binnen andere Europese landen.

Lees ze alletwee. Foto: LV

Omgerekend per hoofd van de bevolking is de transfer van sociale bijdragen van de Nederlandse regio rond Rotterdam naar de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe hoger dan de transfers van Vlaanderen naar Wallonië.

Nog hoger zijn de transfers van Catalonië naar Andalucía, eenzelfde verhaal over de verschillen tussen de Duitse Länder en de sociale transfers naar het noorden van Frankrijk. Lees vooral in datzelfde hoofdstuk vooral het onderdeel De verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn niet uitzonderlijk.

De clichés uitvergroten is voor de politieke agenda van de N-VA en het Vlaams Belang broodnodig. Zelfs in de meest gunstige peilingen zijn slechts 20 procent van alle Vlamingen voorstander van een eigen staat. Waarom dan toch zoveel Vlamingen er voor stemmen is eenvoudig: ze stemmen er voor met andere motieven dan de communautaire kwestie. Het steekt hen dan ook dat de Vlaamse solidariteit na de regenramp in de vallei van de Vesder zo groot was. Verkeerde boodschap…

Degelijk werk, beide boeken. Wel enigszins verbazend om lezen dat Gerlache op de achterflap de loftrompet krijgt van openbare omroep VRT, de kranten Le Soir en Het Laatste Nieuws, terwijl deze Vlaamse media (niet alleen deze drie) in hun dagelijkse berichtgeving voortdurend onkritisch plaats geven aan het anti-Waalse discours van N-VA en Vlaams Belang.

Beide boeken vormen samen een mooi geheel, ook al zijn ze los van elkaar ontstaan en bekijken ze de problematiek vanuit een andere invalshoek.

Vlaams-nationalisten hoeven de moeite niet te doen, voor hen telt immers alleen het doel, feiten zijn irrelevant. Voor de Vlamingen die verder willen kijken dan eng nationalisme bevatten beide boeken een ton aan degelijke informatie.

Nogmaals Dermine: “… veel van de gemeenplaatsen (zijn) onwaar, of moeten sterk gerelativeerd worden.” Dat doen beide auteurs met verve.

 

Thomas Dermine. Walen Werken Wél – Een daad van verzet tegen de foute clichés over Wallonië. Borgerhof & Lamberights, Gent, 2023, 216 pp. ISBN 978 9464 7597 61

Alain Gerlache. Het verhaal van Wallonië. Ertsberg, Antwerpen, 176 pp. ISBN 978 9464 7503 31

Notes:

1   Voor Nederlandse lezers: de ‘staatssecretaris’ is een vice-minister, die onder het gezag van een minister een deel van zijn/haar bevoegdheden beheert. In de regionale regeringen bestaat deze functie niet.

2   Voor Nederlandse lezers: de bevoegdheden van de Gewesten betreffen alles wat aan het grondgebied is verbonden zoals leefmilieu, infrastructuur, openbaar vervoer e.d. terwijl de bevoegdheden van de Gemeenschappen betrekking hebben op persoonsgebonden zaken zoals onderwijs en cultuur. Het is een fictief onderscheid waar niet alleen buitenlanders niet wijs uit raken, ook de meeste Belgen herkennen zich er niet in. De naam ‘Gewest’ was een doelbewuste politieke keuze omdat de Franstalige onderhandelaars ten allen prijze een term als ‘deelstaat’ willen vermijden.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.