Massale verkiezingsfraude in Pakistan is van de goede soort: de onze

Eerste minister Imran Khan op bezoek bij VS-president Trump, 22 juli 2019. De plannen voor zijn afzetting liggen al klaar. Foto: whitehouse.gov/Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op 8 februari 2024 werden in Pakistan parlementsverkiezingen gehouden die aan geen enkel criterium van faire en transparante verkiezingen beantwoorden. Dat wordt hier in het vrije Westen met de mantel der liefde toegedekt, want de foute kandidaat – tevens de meest populaire politicus van zijn land – werd uitgesloten van deelname dankzij door de VS gepushte schijnprocessen.

Zoals voorspeld door nuchtere waarnemers werden de Pakistaanse parlementsverkiezingen van 8 februari 2024 een travestie van bedrog, waarbij de machthebbers niet eens poogden de schijn op te houden.

Het internet werd onderbroken zodat stemresultaten niet konden worden doorgegeven. In alle kiesdistricten waar afgezet eerste minister Imran Khan in 2018 nog een meerderheid had behaald kwamen leden van de stembureau’s niet opdagen of kwamen ze uren te laat met paketten stembrieven die zonder registratie werden uitgedeeld aan aanwezige kiezers.

Postzakken met ingevulde stembrieven werden massaal weggehaald uit de telbureau’s in kiesdistricten waar een meerderheid van de kiezers zes jaar eerder voor de PTI1 van Imran Khan had gestemd.

 

 

Pakistan heeft een lange traditie van frauduleuze verkiezingen, maar volgens buitenlandse waarnemers was dit zonder meer de meest gecorrumpeerde verkiezing in de geschiedenis van het land sinds de onafhankelijkheid op 14 augustus 1947.

Volgens opiniepeilingen zou de PTI en hun leider Imran Khan een absolute meerderheid van stemmen hebben gehaald als hij had kunnen deelnemen. Dat werd verhinderd door middel van een schijnproces, dat werd geïnspireerd door de VS-ambassade in de hoofdstad Islamabad.

De VS hebben eveneens een zeer rijke traditie van inmenging in verkiezingen, van de steun aan militaire staatsgrepen om ‘slechte’ verkiezingen te neutraliseren tot het verhinderen van deelname van kandidaten die hen niet bevallen. De lijst van landen waar dat al gebeurde is zeer lang, van Latijns-Amerika over Afrika tot Azië.

Dat deden de VS niet zozeer door allerlei interne politieke conflicten uit te vinden, maar door strategisch in te zetten op reeds bestaande conflicten of spanningen, door bepaalde actoren volle steun te geven en andere tegen te werken. Door te ‘suggereren’ dat de uitschakeling – politiek of fysiek – van bepaalde politieke leiders welwillend zou ‘genegeerd’ worden.

 

 

 

De overmacht van de VS is niet meer wat het ooit was. De laatste 20 jaar zien de machthebbers in Washington zich verplicht tot meer subtiele vormen van inmenging over te gaan. De innovatieve aanpak van probleemlanden is lawfare.

Het bestaat erin politici en rechters adviezen te geven hoe ze politici kunnen verlammen door ellenlange gerechtelijke procedures of door ze veroordeeld te krijgen voor lange periodes, waarbij effectieve bewijzen meestal niet hoeven.

Het meest bekende voorbeeld is huidig Braziliaans president Lula, die in april 2018 werd veroordeeld tot 12 jaar gevangenis voor corruptie en witwassen van geld op basis van één mondelinge getuigenis zonder enige vorm van fysiek bewijs.

Zo kon de fascistoïde extremist Jair Bolsonaro onuitgedaagd door Lula de verkiezingen winnen in 2018. Die bakte het vervolgens zo bruin dat zelfs de VS hem lieten vallen. Het vonnis van Lula werd ongrondwettelijk verklaard en in 2021 kon Lula de verkiezingen terug winnen.

Wie is Imran Khan?

Hetzelfde gebeurde met Imran Khan. Nadat zijn partij PTI in 2018 de grootste partij werd, kon Imran Khan eerste minister worden met een programma dat naar Pakistaanse normen extreemlinks was, maar naar Europese normen eerder zou thuishoren in de sociaal voelende vleugel van de liberale partijen.

PTI-meeting 24 april 2016. Foto: King Eliot/CC BY-SA 4:0

Khan was een complete outsider voor het politieke establishment. Hij was meerdere malen sportman van het jaar, won als kapitein van het nationale cricketteam de enige wereldbeker die Pakistan ooit veroverde in 1992 en genoot een enorme populariteit als Bekende Pakistaan.

Khan profileerde zich vanaf de start van zijn politieke loopbaan in 1996 als een alternatief voor de gecorrumpeerde traditionele machtspartijen, de centrumrechtse PMI en de PPP2. In 2013 werd zijn partij de derde grootste van het land, met een populariteitscijfer dat bleef aangroeien.

Ideeën als sociale zekerheid, gratis openbaar onderwijs en minimale sociale rechten voor werkende mensen waren voor de feodale machthebbers van het land al vrij onverteerbaar, maar bovendien pleitte Khan voor religieuze tolerantie en een grotere inspraak van de Pakistaanse minderheden in de bestuursorganen van het land.

Was zijn sociaal beleid op zich al onaanvaardbaar, zeker voor het IMF dat weigerde zijn sociale programma’s te financieren, dan werd zijn buitenlands beleid voor de elite en voor de VS de uiteindelijke reden om hem van het politieke toneel te verwijderen.

PTI-resultaten in 2018. Tabel: Saad Ali Khan/CC BY-SA 4:0

Tijdens zijn bestuur wist eerste minister Khan het interne terrorisme drastisch in te dijken en herstelde hij het investeringsklimaat voor buitenlandse bedrijven. Hij had ook zijn negatieve kanten. Zo deed hij niets voor vrouwenrechten, waar hij openlijk minachtend over sprak.

Khan streefde naar onderhandeling met buurland Afghanistan waar dezelfde etnische volkeren leven als in Pakistan, twee buurlanden waarvan heel wat Pakistanen en Afghanen, vooral de Pashtun, de door de Britse kolonisator vastgelegde grenzen nog steeds niet erkennen.

Een brug te ver

Bovendien wilde hij de relaties met China verbeteren, ijverde hij naar onderhandelingen met India en pleitte voor een vreedzame oplossing voor het probleem van Kashmir.

De Pakistaanse legertop beschouwt de instandhouding van al die conflicten echter als hun raison d’être en de VS hebben die regionale conflicten nodig om hun aanwezigheid in de regio te verantwoorden.

De brug te ver werd de weigering van eerste minister Khan om zich aan te sluiten bij de westerse sancties tegen Rusland na de invasie van 22 februari 2022 in Oekraïne.

In 2021 schopte eerste minister Khan een politiek schandaal met de stelling dat de VS-ambassade Pakistaanse volksvertegenwoordigers onder druk zette of betaald had om voor zijn afzetting te stemmen. Dat werd door de VS ten stelligste ontkend tot de feiten met fysieke bewijzen niet meer konden worden weerlegd.

Zo bleek dat de Pakistaanse ambassadeur in de VS op 7 maart 2022 van twee hoge ambtenaren van het VS-ministerie van buitenlandse zaken de dringende suggestie kreeg Khan af te zetten. Voor die revelatie was het kwaad al geschied. Imran Khan werd op 10 april 2022 afgezet.

Op 21 oktober 2022 werden hem zijn politieke rechten ontnomen op basis van o.a. ‘oneerlijk gedrag’. Op 3 november 2022 ontsnapte hij aan een aanslag, die hij overleefde met kogelwonden in een been en een voet. Hij bleef door heel het land politiek ageren voor eerherstel en het recht om deel te nemen aan de volgende verkiezingen.

Op 9 mei 2023 werd Khan een eerste maal aangehouden maar vier dagen later weer vrijgelaten op bevel van het Hooggerechtshof. Op 5 augustus 2023 werd hij opnieuw aangehouden en veroordeeld tot drie jaar voor ‘misbruik van zijn ambt als eerste minister’, een zaak die eveneens werd geschrapt door het Hooggerechtshof. Desondanks bleef hij aangehouden.

 

 

 

Helemaal kafkaiaans werd het met de veroordeling van Imran Khan en zijn echtgenote Bushra Khan tot zeven jaar gevangenisstraf voor hun ‘onwettig’ huwelijk in 2018.

Een voetnoot in uw krant

Het meest orwelliaanse aspect van zijn politieke uitschakeling kwam er op 30 januari 2024. Khan publiceerde in 2022 bewijzen dat de VS-ambassade had samengewerkt met de legertop om hem politiek of fysiek uit te schakelen. Het Pakistaanse gerecht reageerde door hem te veroordelen voor het uitbrengen van staatsgeheimen, met name de militaire documenten die de bewijzen van VS-betrokkenheid leverden.

Khan werd tot 13 jaar veroordeeld en verloor voor tien jaar alle politieke rechten. Zijn partij PTI en hijzelf mochten niet deelnemen aan de verkiezingen van 8 februari, ook al werd hij in alle opiniepeilingen aanzien als de meest populaire leider van Pakistan.

Op 24 februari 2022, dag van de Russische invasie in Oekraïne, was Imran Khan op staatsbezoek in Rusland voor economische samenwerking, een bezoek dat maanden eerder was gepland. Foto: kremlin.ru/CC BY-SA 4:0

Imran Khan is niet boven kritiek verheven, net als eender welk politiek leider in een functionerende democratie. Hij was echter democratisch verkozen en peilingen voorspelden voor hem een tweede klinkende overwinning. Zoveel democratie was de traditionele elite en hun overlords in Washington teveel van het goede.

De verkiezingen van 8 februari 2024 voldoen aan geen enkel criterium van eerlijkheid en transparantie. De twee traditionele en door en door corrupte politieke partijen domineren terug volledig het politieke systeem en moeten nu enkel de kleine fundamentalistische partij JUI met 4,85 procent3 naast zich dulden.

Of zij deze schijndemocratie in stand kunnen houden is maar de vraag. In Brazilië is die strategie spectaculair mislukt. Politieke tegenstanders als Imran Khan laten vermoorden durven de VS niet meer aan, maar in een land als Pakistan behoort dat nog tot de mogelijkheid. Wat hen tegenhoudt is de verwachte terugslag. Zijn moord zou immers een ware burgeroorlog kunnen ontketenen.

Voor de Westerse media is dit amper een voetnoot op de achterpagina’s waard. Dit is immers een ‘goede’ frauduleuze verkiezing, want pro-westers. De komende regering zal de interne en externe politieke conflicten terug opstoken, en de gewone Pakistaan opjutten om andere Pakistanen aan te vallen, terwijl ze zelf langs de kassa passeren dankzij enorme sociale uitbuiting. De VS kijken ondertussen goedkeurend toe want deze illegitieme verkiezingen verzekeren hun geopolitieke belangen. Goed genoeg dus.

 

Notes:

1   De partij Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI – Pakistan Beweging voor Rechtvaardigheid werd opgericht door Imran Khan op 25 april 1996. Met 10 miljoen leden is het de grootste politieke partij van Pakistan.

2   De Pakistan Muslim League (PML) is een centrumrechtse conservatieve partij. De Pakistan People Party (PPP) is een centrumlinkse sociaaldemocratische partij. De PPP en de PML bestuurden meerder jaren afwisselend het land, waarbij het verschil in sociaal-economisch beleid grotendeels cosmetisch was. De Pakistaanse politieke elite is vooral een strijd tussen elites, tussen persoonlijkheden, niet over ideeën.

3   De Jamiat Ulema-e-Islam (JUI) is een reactionaire islamistische partij, die alleen in de noordelijke deelstaten Khyber Pakhtunkhwa en Baloechistan stemmen haalt bij de het volk der Pashtun daar. Dit zijn voorlopige resultaten.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.