De ijver waarmee mainstream media elk bericht van Israël overnemen als ‘feit’ nog voor verifieerbaar bewijs wordt geleverd is recht evenredig met hun weigering om oorlogsmisdaden te erkennen die open en bloot live op onze schermen worden getoond. Net zo gaat het met de bewering dat een VN-rapport zou ‘bevestigen’ dat op 7 oktober groepsverkrachtingen zouden zijn gepleegd door Hamas, terwijl dit rapport dat helemaal niet stelt.
De voorbije dagen konden we berichten horen, zien, lezen dat de VN zou hebben bevestigd dat er groepsverkrachtingen zouden zijn gepleegd door Hamas tijdens de uitbraak-operatie vanuit Gaza op 7 oktober 2023. Een en ander past in het kader van de campagne van Israël om zijn genocide in Gaza goed te praten.
Met de regelmaat van de klok worden nieuwe ‘feiten’ uitgebracht over wat al dan niet zou zijn gebeurd op 7 oktober. Recent haalt de stelling van massaverkrachtingen als oorlogswapen de frontpagina’s van de kranten en de hoofdpunten van de nieuwsberichten.
Selectieve verontwaardiging sinds 75 jaar
Ondertussen blijven dezelfde media ontkennen of tegenspreken dat er van genocide, hongersnood of etnische zuivering in Gaza sprake zou zijn, terwijl de bewijzen massaal circuleren op het internet.
Tevens zendt Israël daarmee een duidelijk signaal naar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en naar de wereldbevolking buiten de bubbel van de westerse regeringen en hun media: Israël zal zich in geen enkel geval houden aan de recente richtlijnen van het Gerechtshof.
Het recente verhaal van massaverkrachtingen heeft dezelfde concrete doelstelling als alle andere verhalen over 7 oktober: ‘begrip’ creëren voor de massaslachtingen die het bezettingsleger van Israël in Gaza aanricht.
Hier dient nogmaals benadrukt te worden dat zelfs als alle beweerde misdaden van Hamas op 7 oktober onweerlegbaar bewezen zouden worden, dit geen enkele rechtvaardiging kan inhouden voor wat de Palestijnse bevolking van Gaza sinds die dag wordt aangedaan.
Bovendien weigert Israël elk internationaal onafhankelijk onderzoek van de feiten op 7 oktober.
NYT brengt u ‘the news that’s fit to print’
De New York Times was de eerste krant om groot uit te pakken met artikels over massaverkrachtingen door Hamas op 7 oktober.
Een week later trok de krant het verhaal in twijfel omdat bleek dat Anat Schwartz, haar enige bron, een zeer twijfelachtige reputatie heeft op vlak van racisme en oproepen tot etnisch geweld tegen de Palestijnse bevolking. Bovendien bleek forensisch bewijs of directe getuigenis in Schwartz’ verhaal volledig te ontbreken.
Het VN-rapport komt er net nadat het hele verhaal in de VS-media was weerlegd als onbewezen en gemanipuleerd.
Het duurde uiteindelijk tot 29 januari, bijna vier maand na de feiten, voor de VN toegang kreeg tot Israël om een onderzoek te voeren, wat door Israël koudweg werd uitgelegd als passiviteit van de VN om deze zaak te onderzoeken. Dat bezoek gebeurde niet onafhankelijk maar onder volledige controle van Israël.
Over haar bezoek van 29 januari tot 14 februari 2023 (waarvan 2 dagen in de Palestijnse bezette gebieden) schreef Pramila Patten, Speciaal VN-Rapporteur voor Seksueel Geweld tijdens Conflicten, een rapport van 24 pagina’s.
Ondermeer op de VRT radio kon men vervolgens horen dat de VN ‘bevestigden’ dat groepsverkrachtingen waren gepleegd op 7 oktober. Wie de journalistieke moeite deed om dat rapport zelf te lezen, kwam echter tot een heel andere conclusie.
Bevestigingen die niets bevestigen
Het begint erg ‘bevestigend’ met deze formulering: “Het onderzoeksteam vond duidelijke en overtuigende informatie dat enkele gijzelaars die naar Gaza werden meegenomen onderworpen werden aan verschillende vormen van met conflict verband houdend seksueel geweld en heeft redelijke gronden om te geloven dat dergelijk geweld nog steeds doorgaat.”
Patten schreef echter ook dat haar team geen enkel slachtoffer van seksueel geweld kon spreken in Israël “ondanks gedreven inspanningen om hen aan te moedigen naar hen te komen”.
In Israël vergaderden Patten en haar team 33 maal met vertegenwoordigers van de Israëlische overheid. Daarnaast spraken ze met 34 overlevers en getuigen van de uitbraak van Hamas op 7 oktober, met vrijgelaten gijzelaars en met gezondheidswerkers, waaronder echter geen enkel directe getuige of slachtoffer van seksueel geweld.
De bewijzen voor seksueel geweld zijn volgens de VN-experten allen ‘circumstancial’, met andere woorden: elk direct forensisch bewijs ontbreekt. Het rapport vermeldt alleen getuigenissen van personen die stellen dat ze seksueel geweld gepleegd op andere personen gezien hebben.
Het team stelde tevens vast dat minstens twee beweringen van verkrachting (in de kibboets Be’eri) die breed waren verspreid in de media ongegrond (‘unfounded’) bleken te zijn omwille van of nieuwe bijkomende informatie of gebrek aan samenhang van aangehaalde feiten.”
Dat werd bevestigd op 4 maart door Michael Palkin, woordvoerder van de kibboets Be’eri. “Neen, het gaat over twee personen die werden doodgeschoten. Die waren niet onderworpen aan seksueel wangedrag”.
Dit werd tevens bevestigd door hun grootmoeder. “Ze werden doodgeschoten samen met hun moeder”. Ze spreken de beschrijvingen in het forensisch rapport tegen.
Op 30 oktober 2023 gaven de familieleden reeds een interview aan de BBC waarin ze spraken over hun verdriet en over de omstandigheden van de moord op hun dochter en haar twee kinderen, waarin geen sprake was van enige verkrachting.
De experten van het team bevestigen eveneens dat alleen een grondig onderzoek (a fully-fledged investigation) kan bepalen wat werkelijk gebeurd is op 7 oktober.
‘Geen klachten ontvangen’
Bovendien stelt het team in zijn rapport dat het van bronnen in de civiele maatschappij (dus niet van de Israëlische overheid) en van directe interviews (dit wil zeggen, gesprekken met Palestijnse slachtoffers van verkrachting) bewijzen heeft ontvangen van “seksueel geweld tegen Palestijnse mannen en vrouwen in detentie, tijdens huisbestormingen en aan checkpoints” na 7 oktober.
De militaire bevelhebber van de bezette gebieden heeft aan het VN-team verklaard geen enkele klacht te hebben ontvangen van Palestijnen voor seksueel geweld door leden van zijn leger. De militaire bezetter verklaart dus geen klachten te hebben ontvangen van de bevolking die het bezet.
Wat het VN-rapport bevestigt is dat ze niet één Israëlisch slachtoffer van verkrachting door Hamas konden vinden, dat minstens twee gevallen van beweerde verkrachting (zie hierboven) door Israël in scène waren gezet en dat er sprake was van “inaccurate forensische interpretaties”.
“Inaccurate, onbetrouwbare besluiten, forensische besluiten werden geformuleerd door niet professioneel opgeleide hulpverleners… we vonden meerdere voorbeelden van onbetrouwbare forensische interpretaties door niet-opgeleide personen”
Niet-verifieerbare bewijzen zijn géén bewijzen
Kortom, dit VN-rapport dat door ondermeer de VRT werd geciteerd als ‘bevestiging’ van massaverkrachtingen door Hamas op 7 oktober bevestigt helemaal niets.
Persagentschap Associated Press (AP) maakte van het gebrek aan bewijzen en van de weerlegde bewering van verkrachting in de kibboets Be’eri “beweringen van verkrachtingen die niet konden worden geverifieerd”.
In hun rapport specificeren de VN-onderzoekers dat ze de militaire basis van Nahal Oz, de kibboets Be-eri, de lokatie van het Nova-muziekfestival en de Road 232 (waar de meeste slachtoffers vielen die waren gevlucht vanuit het festival) alleen mochten bezoeken “met de steun van de Israëlische overheid”.
Anders gezegd, zij konden geen enkele lokatie bezoeken, geen enkel persoon spreken zonder de aanwezigheid van de Israëlische overheid.
‘Het waren niet de Belgen’
Het enige wat de VN in dit rapport stellen is dat beschuldigingen van verkrachtingen ernstig moeten worden genomen en dus onderzocht moeten worden door internationale onderzoekers die los staan van de strijdende partijen in het conflict.
Op haar persconferentie over het rapport benadrukte Patten det de missie “noch bedoeld noch gemandateerd noch van onderzoekende aard was” (‘investigative in nature’). Bovendien bevestigde ze nogmaals dat Israël geen enkel direct bewijs kon leveren voor zijn beweringen.
Ze vonden daarentegen wél veel bewijzen van andere niet-seksuele vormen van geweld op personen, maar zonder duidelijkheid over de daders van dat geweld.
Nogmaals samengevat, de twee meest verspreide beweringen van verkrachting bleken in scène gezet te zijn. Tijdens de persconferentie kreeg Patten de vraag “Waarom niet de verantwoordelijkheid en de blaam voor de wreedheden gewoon bij de daders leggen en zeggen: ‘het was Hamas die dit heeft gedaan’?”
Patten weigerde dat te doen en herhaalde dat haar missie naar Israël “enkel de bedoeling had om informatie te verzamelen en te analyseren”, niet om een dader aan te duiden. De betrokken journalist repliceerde daarop “Het is toch duidelijk wie het gedaan heeft – het waren niet de Belgen”.
Daar komt nog bij dat Israël zelf zeer ontevreden is over het VN-rapport “omdat het Hamas of enige andere gewapende groepering niet beschuldigt van deze daden”, zonder er bij te vermelden dat Israël weigert mee te werken aan een onafhankelijk onderzoek door de VN.
Met andere woorden, Israël zelf spreekt volledig tegen wat de VRT en andere media beweren
Vast patroon van mediagedrag
Dit alles beantwoordt aan een vast patroon dat aantoont dat men in Israël heel goed begrijpt hoe massamedia werken:
- het begint met sensationele beweringen van gruwelijke misdaden op 7 oktober door Hamas;
- zodra de hoofdtitels zijn verschenen is de gewenste perceptie van een ‘feit’ geschapen (volgens onderzoek in de VS gaat meer dan 40% van alle nieuwslezers- en kijkers niet verder dan de hoofdtitels;
- na verloop van tijd verschijnen berichten op de achterpagina’s die stellen dat een en ander niet zo duidelijk is en dat nader onderzoek nodig is;
- vervolgens stelt men dat de ‘chaos’ (niet de weigering van Israël om onafhankelijk internationaal onderzoek toe te laten) een dergelijk grondig onderzoek onmogelijk maakt;
- uiteindelijk rest alleen de stelling: ‘de waarheid zal nooit bekend zijn, de ‘feiten’ zullen nooit bevestigd kunnen worden’;
- het verwijt van groepsverkrachtingn kan daarna blijvend ingezet worden, telkens wanneer Israël wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden.
De mainstream media doen geen enkele moeite om dit stramien te doorbreken. Dat mag niemand verbazen.. Hun selectief vooringenomen berichtgeving over Israël werkt al 75 jaar op deze manier.
Voorlopig was het morele dieptepunt in de Vlaamse media het interview in het VRT-programma De Afspraak met Palestijns-Belgische dichteres Fatena Al-Ghorra. Gevreesd moet worden dat daarmee de bodem nog niet is bereikt…
CODA1: Israël weigert al tientallen jaren elk onafhankelijk onderzoek van systemische folterpraktijken, waaronder seksueel geweld en verkrachting tegen Palestijnse gevangenen in Israëlische gevangenissen, die in talloze rapporten van o.a. Amnesty international en B’Tselem wordt aangeklaagd. Recent werden Israëlische soldaten in Gaza aangehouden op beschuldiging van groepsverkrachting van een eigen vrouwelijke collega van etnisch Chinese afkomst1.
CODA2: Je kan niet beter verwachten van een openbare zender die zo slecht zijn eigen journalistieke bronnen checkt dat ze de enige tot twee maal toe democratisch verkozen president van Haïti Jean-Bertrand Aristide een ‘dictator’ noemen naast Papa en Baby Doc. Desinformatie, echte journalisten onwaardig.
Note:
1 In China leeft al eeuwen een kleine Joodse minderheid.