Regering VS dwong Haïtiaanse regering tot uurloon van 0,19 euro

Kledingwerkers vervaardigen t-shirts voor export in de SONAPI-vrijhandelszone in de buurt van de hoofdstad Port-au-Prince

Kledingwerkers vervaardigen t-shirts voor export in de SONAPI-vrijhandelszone in de buurt van de hoofdstad Port-au-Prince (foto Isabeau Doucet/Europe Solidaire Sans Frontières)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Volgens door WikiLeaks gelekte documenten heeft de Amerikaanse regering de Haitiaanse president gedwongen een wetsvoorstel van 2009 in te trekken dat het minimumuurloon in de kledingindustrie zou verhogen van 24 dollarcent (0,15 euro) naar 61 dollarcent (0,45 euro).

Amerikaanse bedrijven zoals Hanes en Levi Strauss protesteerden hevig tegen deze verdriedubbeling van de lonen. Ze toonden zich wel bereid om een loonsverhoging van 7 dollarcent (0,05 euro) toe te staan. Officieel kwamen de betrokken bedrijven nooit tussenbeide omdat ze werken via plaatselijke onderbedrijven, die zogezegd onafhankelijk functioneren.

Na hardhandige druk van de Amerikaanse ambassadeur in Haïti werd een compromis bereikt van 3 dollar (2,2 euro) per dag, wat neerkomt op ongeveer 27 dollarcent per uur (0,19 euro). Het was volgens de ambassade beter voor de betrokken bedrijven om de Haitianen aan slavenlonen (‘slave wages’) te laten werken.

Ook dat compromis werd node aanvaard. David E. Lindwall, een lid van de Amerikaanse ambassade in Haiti, zei in een rapport dat het gevraagde minimumloon van 5 dollar per dag “geen rekening hield met de economische realiteit” en dat dit een populistische maatregel was die enkel bedoeld was om de “werkloze en onderbetaalde massa’s” op te jutten.

Er werken ongeveer 25.000 Haitianen in de kledingindustrie. In Haïti had een Haitiaans koppel met twee kinderen volgens de laatst bekende cijfers van 2008 12,50 dollar (9,2 euro) per dag nodig om het overlevingsminimum te halen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.