“ASTB objectieve bondgenoot van vijanden NMBS”

ASTB objectieve bondgenoot van vijanden NMBS

Brussel-Zuid (foto Lode Vanoost)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Het Autonoom Syndicaat van Treinbestuurders roept zijn leden op om tijdens de zomervakantie zeven zaterdagen het werk neer te leggen. Met deze eenzijdige actie hypothekeert deze niet als vakbond erkende organisatie het erkende sociaal overleg. “Zo toont ASTB zich een objectieve bondgenoot van de politieke krachten die de NMBS willen vernietigen”.

Het werd reeds eerder vermeld op DeWereldMorgen.be (zie Test-Aankoop, Johnny Thijs en ASTB voeren zelfde strijd). Het Algemeen Syndicaat van Treinbestuurders is (net als de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel OVS) – de zelfgekozen naam ten spijt – geen vakbond. Het is een exclusieve belangenorganisatie van één groep werknemers bij de NMBS, meer bepaald de treinbestuurders van de reizigers- en goederentreinen en hun Belgische collega’s bij Thalys en Eurostar. Machinisten van rangeer- en werktreinen horen hier niet bij. Het ASTB is bij geen enkel groter vakverbond aangesloten.

De NMBS heeft jarenlang geweigerd met het ASTB te onderhandelen, zoals het dat met de erkende vakbonden ACV-Transcom en ACOD-Spoor wel doet. Na een vonnis van de rechtbank van 25 maart 2010 – dat volgde op een juridische strijd die negen jaar heeft geduurd – werd de NMBS verplicht alsnog met de organisatie in gesprek te gaan. Het bedrijf deed dat daarvoor ook al, zij het via niet-officiële kanalen, uit puur pragmatische overwegingen. Sindsdien heeft het ASTB het statuut van ‘aangenomen organisatie’, een compromisterm zonder het woord ‘vakbond’.

Zelf stelt het ASTB dat één derde van al de huidige 3500 treinbestuurders lid zou zijn van de organisatie. Sinds het vonnis van 2010 werft het ASTB actief leden onder de treinbestuurders, met beloftes van loonsverhogingen en betere werkvoorwaarden. Voor de loonsverhogingen stelt de organisatie eisen die de hoogste eisen van de erkende vakbonden ver overschrijden. Bovendien belooft het ASTB zijn leden dat het die looneisen met terugwerkende kracht wil afdwingen – iets wat ingaat tegen alle syndicale tradities.

De zaak ligt zeer gevoelig onder de collega’s treinbestuurders. Praten met de media is voor het NMBS-personeel sowiesoniet evident, nog meer voor de treinbestuurders. DeWereldMorgen.be vond toch een voormalig treinbestuurder bereid om namens zijn collega’s een aantal bemerkingen te maken.

Hoge werkdruk

“Er is niemand die betwist dat de voorbije jaren de werkdruk zeer zwaar is toegenomen. De wisseltijden tussen de ritten zijn verkort, de opeenvolgende ploegen zijn zwaar, één weekend op twee, één feestdag op twee, zeer vroege uren, zeer late, nachtdiensten. Ironisch genoeg zijn treinbestuurders (en treinbegeleiders en seingevers) een beroepscategorie die bijna nooit met de trein naar het werk kunnen. Wij moeten met de auto naar het werk. Wij zijn het immers die die eerste trein van stal halen (en die de laatste binnenrijden). Met de jaren begint dat te wegen.”

“Die voortdurend wisselende ploegen, een vroege, dan een late, een dagdienst, nooit een aantal dagen na elkaar met dezelfde dienst, dat is er niet zomaar. Dat hebben de treinbestuurders zelf zo gewild. Uit ervaring is immers gebleken dat het uitvoeren van éénzelfde dienst, éénzelfde lijn, dezelfde stops, dezelfde seinen meerdere dagen na elkaar gevaarlijk is, omdat dan gewoontevorming en routine binnensluipt. Door net elke dag andere lijnen met andere stops, andere uren, andere seinen, andere perrons te rijden is de bestuurder verplicht alert te blijven. Maar dat weegt inderdaad.”

“Treinbestuurders hebben dus zonder twijfel een zwaar beroep. Ze zijn volgens mij met reden een van de weinige beroepscategorieën die nog steeds onveranderd op 55 jaar met pensioen mogen gaan. Geen enkele reiziger wil immers vooraan in zijn trein een sympathieke grijze zestiger die zit te dommelen of met een pijnlijke rug zijn ritten afwerkt. Ondertussen zijn er echter heel wat andere even zware beroepen waarvoor de pensioenleeftijd wél is opgetrokken. Dat is niet eerlijk tegenover die anderen.”

“De treinbestuurders hebben ook heel wat extra voordelen, die andere beroepscategorieën binnen het bedrijf niet hebben. OK, daar zijn dus goede argumenten voor. Maar ook seingevers en treinbegeleiders moeten diezelfde ploegen werken. Ook zij dragen een zware verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de reizigers.”

“Kijk, niemand die de verantwoordelijkheid van een treinbestuurder met 800 reizigers achter zich betwist. Dat geldt echter even goed voor hun collega’s, zoals de seingevers. Dan zijn er nog de technici, die de verantwoordelijkheid van de technische veiligheid van de treinen dragen. Doe dat maar dag na dag, terwijl je weet dat één fout kan fataal zijn, en dat dertig jaar lang, als je jong begint. Dus ja, treinbestuurders verdienen daar een degelijk loon en werkvoorwaarden voor.”

Eén schakel in het bedrijf

“Wat er echter fundamenteel verkeerd is aan de de ASTB, is dat zij enkel en alleen opkomen voor de belangen van één schakel in de hele keten van het bedrijf. Die eisen zijn in de huidige economische context bovendien overdreven en totaal onrealistisch.”

“Trouwens, zowat al de bestaande extra rechten zijn er gekomen dankzij de inspanningen van de erkende vakbonden. Dat weten de leden van de ASTB goed. Ze zijn dan ook niet voor niets allemaal lid van ACOD-Spoor of ACV-Transcom.”

“Zo werd onder meer bekomen dat treinbestuurders die om medische redenen definitief afgekeurd raken, niet meer gedegradeerd worden tot bijvoorbeeld perronveger, zoals vroeger inderdaad gebeurde. Het beroep heeft nu ook een A2-kwalificatie (volledige cyclus technische humaniora). Afgekeurde treinbestuurders krijgen andere taken aangeboden op hun A2-niveau, zoals treinbegeleider, loketbediende, administratie, seingever e.d. Dat wordt voor de jongeren nu wel minder relevant, omdat de laatste tien jaar de nieuwe kandidaten zowat allemaal reeds een A2-diploma hebben.”

“Ook de verhoging van de loonschaal na 12 jaar dienst werd door de erkende vakbonden afgedwongen, net als het behoud van de tweejaarlijkse verhogingen, ook als ze niet meer als treinbestuurder werken. Het klopt ook niet dat de Belgische treinbestuurders de slechts betaalden van West-Europa zouden zijn, zoals de ASTB beweert. Waarom hebben bijvoorbeeld de Duitse treinbestuurders nog maar pas zo lang en hard gestaakt? Je moet er ook nog de premies voor ploegen bijtellen.”

“Elke Belgische treinbestuurder krijgt daarenbovenop een productiviteitspremie van 330 euro per maand, dat is meer dan het dubbele van wat het andere NMBS-personeel krijgt (125 euro). Een beginnende treinbestuurder verdient hetzelfde als een technicus met bachelor-diploma. Is dat genoeg? Daar kan altijd over gediscussieerd worden. In ieder geval gaat het niet op om dat alleen voor jezelf op te eisen.”

Betere opvang fouten en ongevallen

“Het passeren van rode lichten wordt terecht en met volle instemming van de vakbonden en de treinbestuurders veel strenger aangepakt dan vroeger. Wie na een eerste waarschuwing éénmaal hervalt moet alle psychologische, technische en andere testen opnieuw doen – in feite zoals een nieuwe kandidaat – en mag in afwachting niet meer rijden. Hij behoudt zijn loon wel, maar verliest ondertussen uiteraard zijn ploegenpremies en dergelijke. Dat is niet meer dan normaal.”

“De maatschappij heeft de voorbije jaren ook enorme inspanningen gedaan voor de psychologische opvang van treinbestuurders bij ongevallen met auto’s en bij zelfmoorden. De resultaten kan je zien. Er zijn bijna geen treinbestuurders meer die er mee stoppen na dergelijke traumatische ervaringen. Dat was vroeger wel anders. De directie was daar ooit heel bot mee. Het zijn nu gelukkig andere tijden. Je kan dus echt niet beweren dat het bedrijf zijn treinbestuurders niet ernstig neemt.”

“Als de NMBS zou ingaan op de eisen van het ASTB zou dat een meerkost van 15 miljoen euro per jaar betekenen, voor 3500 personen, voor minder dan 10 procent van al het personeel. Dit is niet ernstig meer, om in tijden van economische recessie met dergelijke eisen te komen.”

Concrete consequenties

“Je moet deze acties niet alleen beoordelen op hun uitgesproken intenties, maar op hun concrete consequenties. Op zaterdagen tijdens de zomer haalt de NMBS heel wat extra-inkomsten uit de toeristentreinen, vooral naar de kust. De leiding van de ASTB beweert dat ze zo de gewone werkende mens wil sparen. Ze vergeten dan wel even dat het net die gewone mensen zijn die daguitstapjes doen met de trein, gepensioneerde grootouders met de kleinkinderen en zo. Die schade is er nu al, zelfs al blazen ze de actie nu of na één zaterdag af. Heel wat mensen zullen immers op voorhand afhaken voor de weekenduitstapjes met de trein.”

“Dit zijn guerrillatechnieken. Het ASTB wil de NMBS raken in zijn inkomsten door deze dreiging met zaterdagstakingen. Er zit trouwens een heel hypocriet kantje aan deze actie. Treinbestuurders werken één weekend op twee (weekends tijdens hun verlofperiode niet meegerekend). Ze moeten dus slechts maximaal vier van die zeven dagen het werk neerleggen.”

“Echte sociale actie is gebaseerd op solidariteit. Bovendien kan je er niet naast kijken. Wie verheugt zich op deze acties? De partijen die de NMBS en de vakbonden willen raken, die het stakingsrecht willen afbreken, die de miminale dienstverlening willen invoeren. Met deze actie toont het ATSB zich een objectief bondgenoot van de vijanden van de NMBS. Op enkele partijhoofdkwartieren wordt nu gejuicht.”

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.