Recht in Israël: steenwerpen 20 jaar, executie 12 maanden

Elor Azaria enkele ogenblikken voor hij de zwaar gewonde Abdel Fattah al-Sharif van vlakbij door het hoofd schiet

Elor Azaria (in de rode cirkel rechts) enkele ogenblikken voor hij de zwaar gewonde Abdel Fattah al-Sharif van vlakbij door het hoofd schiet (B'Tselem)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Een Israëlische soldaat die een ontwapende, zwaar gewonde Palestijn standrechtelijk executeerde krijgt 18 maanden, waarvan 6 met uitstel. Zijn familie en medestanders eren hem als een held. Palestijnse stenenwerpers krijgen ondertussen veel zwaardere straffen.

Een Israëlische rechtbank heeft de 19-jarige militaire verpleger Elor Azaria veroordeeld tot 18 maanden voor het neerschieten van de 21-jarige Palestijn Abdel Fattah al-Shariff in 2016. Het Palestijnse slachtoffer was even tevoren zwaar gewond geraakt door Israëlische soldaten toen hij volgens de soldaten poogde hen met een mes te verwonden. Geen enkele soldaat werd daarbij verwond.

Abdel Fattah lag vervolgens minutenlang bewusteloos op de buik, met het aangezicht naar beneden. De aanwezige militaire verplegers weigerden hem te verzorgen en Palestijnse ambulances kregen geen toegang tot de gewonde. Op een bepaald ogenblik is Elor Azaria op hem toegestapt en schoot een aantal kogels door zijn hoofd.

Standrechtelijke executies zoals deze, net als het blokkeren van medische hulp aan gekwetsten, komen zeer frequent voor in de door Israël sinds 1967 bezette Palestijnse gebieden. Azaria werd echter gefilmd door een omstaander. De soldaten hadden dat niet onmiddellijk opgemerkt, waardoor de beelden op het internet konden worden verspreid. Ook de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem plaatste de beelden op zijn website.

De internationale verontwaardiging verplichtte Israël om ditmaal wel een onderzoek te voeren en een gerechtelijke aanklacht tegen de betrokken soldaat neer te leggen. Zelfs de Amerikaanse regering eiste een onderzoek. Elas Azaria werd uiteindelijk niet voor ‘moord met voorbedachte rade’ aangeklaagd, zoals nochtans duidelijk op de beelden te zien is, maar slechts voor ‘doodslag’. Hij kreeg 18 maanden – waarvan 12 maanden effectief en 6 met uitstel – en werd van sergeant naar gewoon soldaat verlaagd.

Op doodslag staat volgens het Israëlisch strafrecht gevangenisstraf tot 20 jaar. De rechter heeft de vrijheid om omstandigheden in overweging te nemen voor het bepalen van de strafmaat. Dat is op zich geen ongewone gang van zaken. De meeste rechtsstaten gebruiken deze speelruimte bij ‘onvrijwillige doodslag’.

Verontrustend is eerder het patroon waarin het Israëlisch gerecht deze speelruimte toepast. Verzachtende omstandigheden blijken immers exclusief te gelden voor Israëlische beschuldigden en gelden nooit voor Palestijnse beschuldigden. Dat staat dan nog los van het feit dat Israëlische rechtbanken geen enkele juridische bevoegdheid hebben in de bezette Palestijnse gebieden.

Bovendien komt het in geval van Israëlische soldaten zo goed als nooit tot een gerechtelijk onderzoek of een aanklacht. Moorden en misdaden van Israëlische kolonisten tegen Palestijnse mensen worden wel regelmatig onderzocht en vervolgd, maar de strafmaat is in alle gevallen zo laag, dat de tijd in voorarrest al voldoende is om onmiddellijk vrijgelaten te worden.

Het is geleden van 2005 dat een soldaat van het Israëlisch leger nog effectief een veroordeling oploopt voor zijn acties. Azaria zal slechts 12 maanden van zijn straf uitzitten. In een opiniepeiling verklaart 65 procent van de Joods-Israëlische bevolking zich akkoord met de these van zelfverdediging, die zijn advocaat had ingezet om hem vrij te pleiten. Eerste minister Netanyahu heeft nog voor het vonnis bekend was geëist dat hij zou worden vrijgelaten.

Een recent wetsvoorstel wil het werpen van stenen naar militairen en hun voertuigen voortaan bestraffen met minimumstraffen van 20 jaar, ook voor minderjarigen. Recent werd een 14-jarige Palestijnse jongen veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf (zie Bezetter Israël veroordeelt Palestijnse jongen van 14 tot 12 jaar).

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.