Verkiezingen GB zijn vlucht uit crisis politieke geloofwaardigheid

Teresa May op 30 juni 2016

Teresa May op 30 juni 2016: "There should be no general election until 2020" (twitter/Joe Pickover)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Peilingen geven Labour onder leiding van Jeremy Corbyn tussen 23 en 27 procent, tegenover 38 tot 42 procent voor de Conservatieven van eerste minister Theresa May. Als de peilingen op 7 juni worden bevestigd zal de parlementaire meerderheid van de Conservatieven nog groter worden dan ze nu al is. Het is echter nog niet zo ver.

De eigenaardigheden van het Britse kiessysteem maken dat de Conservatieven met 36 procent van de stemmen in 2015 al een meerderheid hebben in het House of Commons (het equivalent van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België of de Tweede Kamer in Nederland). Het systeem van één zetel per kiesdistrict maakt dat mogelijk. Tegelijk maakt het ook moeilijk voorspelbaar hoeveel zetels exact meer of minder zullen worden behaald.

Labour heeft Schotland verloren

Als bijvoorbeeld de Conservatieven veel hoger scoren in de kiesdistricten waar ze al een verkozene hebben, maar in de kiesdistricten waar ze in 2015 geen zetel behaalden evenveel scoren of minder, dan kan het aantal zetels zelfs hetzelfde blijven als nu. Bizar, maar zo is het nu eenmaal. In 2015 behaalde Labour 32 procent, twee procent meer dan in 2010, maar verloor toch een pak zetels. Dat heeft ook te maken met het verlies van tientallen zetels in Schotland aan de Scottish National Party (SNP).

De SNP doet het nu niet meer zo goed in de peilingen, omwille van de minder geapprecieerde prestaties van de Schotse regionale regering, die volledig door de SNP wordt geleid. Of dat voldoende zal zijn voor een terugkeer van Labourzetels in Schotland is echter twijfelachtig. Ook daarin speelt het grillige kiessysteem een rol. De Schotten zijn wel ontevreden over de SNP maar het wantrouwen tegen Labour van Tony Blair en Gordon Brown zit nog steeds zeer diep.

De politieke situatie is om nog andere redenen merkwaardig. Een groot deel van het natuurlijk Brits kiespubliek van Labour antwoordt in peilingen over hun politieke voorkeur dat volgens hen de Conservatieven de beste aanpak hebben voor de Britse economie. Wanneer hen naar specifieke beleidsvoorstellen wordt gevraagd, blijkt echter dat de voorstellen van Jeremy Corbyn een veel grotere bijval kennen.

Volgens een recente opiniepeiling van YouGov is 45 procent van de Britse bevolking grote voorstander van een toename van de openbare uitgaven en van hogere belastingen voor de rijken. Slechts 13 procent van de Britten staan achter de huidige besparingen. Op de vraag of de besparingen mogen doorgaan als ze wat minder groot zouden zijn antwoordt 22 procent van de Britten positief.

Diepe kloof tussen politieke perceptie en politieke keuze

De privatisering van de nationale gezondheidszorg (NHS) wordt door 58 procent van de Britten volledig afgekeurd en 51 procent wil dat de treinen terug in openbaar beheer komen. Dit zijn twee van de voornaamste politieke eisen van Labour onder Jeremy Corbyn.

Jeremy Corbyn op Trafalgar Square
Jeremy Corbyn op Trafalgar Square tijdens een manifestatie tegen kernwapens op 27 februari 2016 (Garry Knight/WikiMedia Commons)

Volgens de organisatie Media Reform Coalition (MRC) die de peiling bij YouGov bestelde wijst dit op “een zorgwekkende kloof” tussen de beleidskeuzes die de mensen steunen en de politieke partijen die ze daar mee associëren. Die ‘disconnectie’ is volgens de organisatie een gevolg van het falen van de media om “op een ernstige manier te berichten” over de beleidsvoorstellen van Corbyn.

Justin Schlosberg, voorzitter van MRC, verklaarde over dit fenomeen: “De meeste media zijn meer bezig met het wegzetten van Jeremy Corbyn als ‘onverkiesbaar’ in plaats van ernstig te berichten over de beleidsvoorstellen die hij verdedigt… Dit is geen falende communicatie van Labour maar het falen van het grootste deel van de nieuwsmedia. Als die aanpak niet verandert valt onze democratie in een diepe crisis.”

Media vooringenomen tegen Corbyn

Meerdere studies hebben bevestigd dat de media vooringenomen zijn tegen Corbyn (zie meerdere artikels in ons Dossier Jeremy Corbyn). Uit een onderzoek van de London School of Economics blijkt dat 75 procent van alle kranten- en websiteartikels “de standpunten van Corbyn niet correct weergaven”. Volgens Roy Greenslade, columnist bij de Guardian, zijn de meeste media “vooringenomen en soms openlijk vijandig tegen Corbyn”.

Journalisten pareren deze kritiek met het tegenargument dat mensen altijd al contradictorische standpunten innemen over bijvoorbeeld belastingen en openbare uitgaven. Bovendien stellen ze dat Labour geen duidelijke standpunten zou hebben.

Schlosberg repliceert: “De economie was de focus van de campagne van Corbyn (voor zijn tweede verkiezing als partijvoorzitter) in de zomer van 2016 en van de partijconferentie van Labour in maart 2017. Labour wil het minimumloon optrekken tot 10 pond (11,8 euro), wil de oprichting van een nationale investeringsbank om banen te scheppen en de groei te stimuleren. Labour kon niet meer open en expliciet zijn over de alternatieven die de partij aanbiedt.

“De meeste media zijn meer bezig met het wegzetten van Jeremy Corbyn als ‘onverkiesbaar’ in plaats van ernstig te berichten over de beleidsvoorstellen die hij verdedigt… Dit is geen falende communicatie van Labour maar het falen van het grootste deel van de nieuwsmedia. Als die aanpak niet verandert valt onze democratie in een diepe crisis.”

Dat kiezers niet altijd goed op de hoogte zijn van de partijprogramma’s is geen nieuw fenomeen, ook in andere Europese landen komt dat voor. De media concentreren zich bovendien altijd op persoonlijkheden en niet op de ideeën waar ze voor staan.

MRC stelt vast dat dit zich meer voordoet onder personen die zwaarder lijden onder de sociale besparingsmaatregelen: “Mensen die voorstander zijn van een andere aanpak zijn meestal slechter geïnformeerd over welke partijen hun standpunten verdedigen, dan mensen die voorstander zijn van harde sociale inleveringen.

De media zijn een deel van dat perceptieprobleem, omdat ze worden bemand door beter betaalde, goed opgeleide personen, die niet zoveel hinder ondervinden van de huidige besparingen. Bovendien zijn de media grotendeels in handen van grote bedrijven, die allen baat hebben bij een streng sociaal besparingsbeleid: “Corbyn vertegenwoordigt iets dat de pers dood en begraven had verklaard, een socialistisch alternatief voor het kapitalisme, daar maken zij zich dus grote zorgen over.

Media volgzaam voor Conservatieven

De vooringenomenheid tegen Corbyn heeft zijn spiegelbeeld in de volgzame manier waarop diezelfde media het beleid en de uitspraken van Conservatief eerste minister Theresa May benaderen. Nergens krijgt ze kritische vragen of wordt ze geconfronteerd met vroegere uitspraken. May was tegen de Brexit tot voorganger Cameron ontslag nam na het referendum. In haar campagne om hem als partijleider en eerste minister op te volgen beloofde ze de drie jaar van het huidig mandaat volledig uit te zitten. Een jaar later kondigt ze toch nieuwe verkiezingen af.

Volgens May is een nieuwe verkiezing nodig om de obstructie van de oppositie te stoppen tegen de onderhandelingen met de EU over de terugtrekking van Groot-Brittannië. Dat is een leeg argument. Labour heeft massaal ingestemd met het wetsvoorstel van de Conservatieve meerderheid over de onderhandelingsstrategie. Bovendien voert Labour totaal geen campagne om het resultaat van het Brexit-referendum aan te vechten. Toch wordt zij daar nergens in de media op aangesproken.

May’s beslissing wordt ook gedreven door het besef dat de werkelijke kostprijs van de Brexit voor het ogenblik nog niet is doorgedrongen bij de bevolking. Daarom is een nieuw mandaat van vijf jaar, in plaats van de huidige drie jaar van het lopend mandaat, voor haar interessanter.

Brits kiesstelsel vertekent politieke wil van de bevolking

Onafhankelijk journalist Paul Mason stelt dat Labour moet aanvaarden dat in het huidige Britse kiessysteem een parlementaire meerderheid behalen onmogelijk is geworden. Hij pleit voor een coalitie van alle linkse en centrumlinkse krachten in een ‘progressieve alliantie’ met de Groenen, de Schotse en de Welshe nationalisten. Dat zou er op neerkomen dat de betrokken partijen zich in elk kiesdistrict scharen achter die kandidaat die het meeste kans heeft op een overwinning met een relatieve meerderheid.

Mathematisch lijkt dat een verstandige strategie. Dergelijke coalities zijn echter geen onderdeel van de Britse politieke cultuur. Bovendien zijn heel wat huidige parlementsleden van Labour – die tegen Corbyn zijn – radicaal tegen een dergelijk idee gekant.

Ondertussen is een grote overwinning voor de Conservatieven – zoals de peilingen suggereren – echter allesbehalve verzekerd. Zowel Conservatieven als Labour waren intern zeer verdeeld over de Brexit. De tweespalt tussen voorstanders en tegenstanders van de Brexit liep dwars door hun electoraat heen. Zelfs als ze goed scoren riskeren de Conservatieven nog steeds het verlies van de 27 zetels die ze in 2015 wonnen op de Liberaal-Democraten. De LibDems scoren immers ook goed in de peilingen en kunnen die zetels terugwinnen. Ook dat is weer een van de bizarre effecten van het Brits kiessysteem.

Geen kritische vragen voor May

May rekent vooral op de medewerking van de media. Ze heeft reeds verklaard niet te zullen deelnemen aan verkiezingsdebatten en wordt daar niet over aangevallen. Wie de eigendomsstructuur van de Britse media bekijkt, kan daar niet echt verwonderd over zijn:

  • Mail, Mail on Sunday en Metro: eigendom van miljardair Lord Rothermere;
  • The Sun, The Times, The Sunday Times van Rupert Murdoch;
  • The Independent, The Independent On Sunday en The Evening Standard zijn eigendom van Russische miljardairs Alexander en Evgeny Lebedev;
  • Daily Star, Sunday Star, Daily Express en Sunday Express van miljardair Richard Desmond;
  • The Telegraph, The Spectator van David en Frederick Barclay.

De persoonlijke aanvallen op Corbyn houden ondertussen onverminderd aan sinds hij voor het eerst een kanshebber werd om de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap van Labour te winnen in 2015.

De rechtse Blairite parlementsleden van Labour hopen dat een slecht resultaat voor de partij hen zal verlossen van hun huidige voorzitter, zodat ze terug kunnen inzetten op de centrumkoers die Blair en Brown hebben gevolgd. Dat is echter evenmin zeker.

De linkse Labourparlementsleden die wel achter Corbyn staan zullen zeker herverkozen raken en hun relatief aandeel in de kleinere parlementaire fractie zal waarschijnlijk toenemen. Bovendien kan Corbyn nog altijd rekenen op het overgrote deel van de gewone leden van de partij. Die zijn niet zomaar van plan om terug te kiezen voor een surrogaat van Tony Blair.

Politieke gevolgen blijven onvoorspelbaar

Wat de uitslag van de komende Britse verkiezingen ook wordt, de politieke consequenties voor Theresa May en Jeremy Corbyn bijven onvoorspelbaar. In de meest recente opiniepeiling van 27 april 2017 is de voorsprong van de Conservatieven zeven procent gezakt. Dat geeft hen echter nog altijd een ruime voorsprong.

Ondertussen blijft de vooringenomen berichtgeving in de Britse media doorgaan. In een recent radiointerview op BBC Radio 4 stelde journalist Nick Robinson geen enkele kritische vraag aan een Conservatief verdediger van de privatisering van het openbaar onderwijs (de zogenaamde ‘free schools’ zijn privéscholen die volledig door de overheid worden gesubsidieerd, maar als een bedrijf worden gerund, zonder enige inmenging van de overheid).

De vooruitzichten voor Jeremy Corbyn zijn in de gegeven omstandigheden niet goed. Daar staat tegenover dat hij amper twee jaar geleden werd verkozen tot partijvoorzitter, terwijl hij volgens de media een kans van 1 op 200 had om te winnen.

Corbyn leidt ondertussen toch de grootste socialistische ledenpartij van Europa en haalt met zijn 23-27 procent in de peilingen hogere scores dan eender welke zusterpartij in de rest van de EU.

Bronnen: 

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.