Op 29 april 1967 weigerde Mohammed Ali in Vietnam te gaan vechten

Mohammed Ali et Malcolm x

Mohammed Ali (rechts vooraan) in een bar in februari 1964. De fotograaf links in beeld is Malcolm X (WikiMedia Commons)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op 29 april is het 50 jaar geleden dat Mohammed Ali weigerde zijn militaire dienstplicht te vervullen, om in Vietnam te gaan vechten. “Zij hebben me nooit ‘nxyyxr’ genoemd, zij hebben mij nooit gelyncht”. Deftig Amerika was woedend over zoveel zwarte assertiviteit. Ali verloor vier jaar van zijn carrière, maar kreeg volledig gelijk van de geschiedenis, werd de grootste bokser aller tijden én een icoon voor de eeuwigheid.

Toen Mohammed Ali (1942-2016) in 1967 werd opgeroepen voor zijn legerdienst had hij zijn ‘slavennaam’ Cassius Clay al een tijd veranderd. Hij was moslim geworden en kondigde reeds een jaar op voorhand aan dat hij zou weigeren naar Vietnam te gaan. Dat was immers de bestemming van de dienstplichtigen in de VS.

Hoewel de dienstplicht in de VS in theorie voor elke meerderjarige mannelijke burger gold, konden in de praktijk rijkere witte Amerikanen ruim gebruik maken van allerlei uitzonderingsregels, die op hun maat geschreven waren, zoals universiteitsstudies. Anderen zoals president George W. Bush konden via politieke vrienden hun legerdienst vervullen bij de National Guard. Het Amerikaanse dienstplichtleger bestond dan ook grotendeels uit etnische minderheden, vooral Afrikaans-Amerikaanse, en arme witten uit de rurale gebieden en kleinere steden.

Een zeer riskante beslissing

Mohammed Ali was zich goed bewust van de risico’s van een dergelijke beslissing. Hij weigerde zelfs alternatieve burgerdienst, wat naast het einde van zijn sportieve loopbaan ook gevangenisstraf betekende. Bovendien weigerde hij pertinent om naar Canada of Mexico te vluchten om zijn dienstplicht te ontlopen, zoals relatief veel witte Amerikanen deden. Hij noemde dat ‘laf’ en verklaarde zich bereid de volledige consequenties te dragen: “My enemy is here”.

Als motivatie voor zijn weigering gaf hij zijn religieuze islamitische overtuiging. Een week voor zijn oproepdatum gaf hij een verklaring in Louisville, Kentucky (zie YouTube hieronder): “Ik zal hier luid en klaar zeggen dat ik geen tienduizend mijlen van hier zal vliegen om te helpen bij het vermoorden en doden van een ander arm volk, enkel en alleen om de heerschappij van de witte slavenmeesters verder te zetten over de meer donkere (’the darker people’) mensen op aarde… De echte vijanden van mijn volk zijn ‘right here’, niet in Vietnam.”

Geen enkele verdediger van de burgerrechten in de VS steunde hem. Alleen Martin Luther King gaf hem openlijk gelijk.

Mohammed Ali houdt woord

Op 29 april 1967 ging Mohammed Ali naar het oproepingsbureau. Alle media waren aanwezig om te zien of hij wel woord zou houden. Zoals de procedure voorschreef werd zijn naam afgeroepen, waarbij hem werd verzocht een stap voorwaarts te zetten, om zo formeel zijn instemming te betuigen.

Hij weigerde en werd, nog steeds volgens de geijkte procedure, naar een belendende kamer gebracht waar hem werd gevraagd of hij inderdaad de dienstplicht weigerde en of hij de consequenties van zijn beslissing kende. De mogelijke consequenties werden vervolgens opgesomd, waarbij hij opnieuw naar de oproepingskamer werd gebracht en een tweede gelegenheid kreeg om de dienstplicht te aanvaarden. Nadat hij opnieuw weigerde, werd een PV opgesteld en werd hij vrijgelaten in afwachting van een proces.

“Ik zal geen tienduizend mijlen van hier vliegen om te helpen bij het vermoorden en doden van een ander arm volk, enkel en alleen om de heerschappij van de witte slavenmeesters verder te zetten over de meer donkere (’the darker people’) mensen op aarde… De echte vijanden van mijn volk zijn ‘right here’, niet in Vietnam.”

In de weken die er op volgden werd zijn bokserslicentie ingetrokken en werden zijn titels geschrapt. Ali had op dat ogenblik zeven jaar professioneel gebokst en geen enkele van zijn 29 matchen verloren. Hij was 25 jaar oud, klaar voor de normale piekperiode van elke bokser tussen zijn 25 en 30 jaar. Het zou duren tot 26 oktober 1970 voor hij opnieuw bokste.

In 1971 werd hij volledig vrijgesproken. Ondertussen was het verzet in de VS tegen de oorlog onstuitbaar geworden, mede dankzij zijn uitgesproken stellingnames. Ondanks bijna vier jaar onderbreking tijdens de top van zijn carrière werd Mohammed Ali de grootste bokser aller tijden.

Zijn tegenstanders concentreerden zich op zijn brutale spreekstijl en dialect taalgebruik en negeerden grotendeels zijn boodschap. Van hem wordt nog regelmatig het citaat herhaald: “No Viet Cong ever called me nxxxxr”. Dat is niet helemaal correct. Wat hij zei was “I ain’t got no quarrel with them Vietcongs” (hij zei Vietcongs in het meervoud). Later verklaarde hij ook “Zij hebben me nooit nxxxxr genoemd, zij hebben mij nooit gelyncht”, een niet mis te verstane verwijzing naar de brutale repressie van Afro-Amerikanen in de VS zelf.

De ironie van het lot was dat Mohammed Ali niet wist dat ‘Vietcong’ ook een racistisch scheldwoord was. Zijn ware en eerlijke intenties waren echter duidelijk genoeg. Niemand heeft hem dat ooit durven verwijten. Later had hij het altijd consequent over ‘Vietnamese’.

Het Afrikaanse probleem

De weigering van Mohammed Ali was voor de Amerikaanse regering om meerdere redenen een zwaar probleem. Eerst en vooral doorbrak hij het discours dat de VS in Vietnam voor vrijheid en democratie aan het strijden zouden zijn (er is niets nieuws onder de zon). Bovendien brachten hij en stemmen zoals Martin Luther King en Malcolm X het Afrika-beleid van de de regering in diskrediet.

In Afrika poogden de VS bondgenoten te vinden bij de nieuwe onafhankelijke (of voor hun onafhankelijkheid strijdende) Afrikaanse staten. Beelden van de repressie in de zuidelijke staten en van verklaringen zoals van Mohammed Ali waren voor dat beleid een zware stoorzender. Mohammed Ali werd (en is nog steeds) razend populair in Afrika, zoals onder meer bleek uit zijn latere duel met George Foreman in Kinshasa op 30 oktober 1974. De ‘rumble in the jungle’ is in Afrika nog steeds een geëerde mijlpaal.

De Amerikaanse elite leerde nog een andere les uit de oorlog in Vietnam, namelijk dat het niet langer een goed idee is om nog koloniale oorlogen te voeren met een dienstplichtleger.

Mohammed Ali was alles wat deftig Amerika haatte, zwart en niet op zijn mond gevallen. Na zijn Olympische medaille op de Spelen van 1960 in Rome, ging hij naar de bars en restaurants in het zuiden, waar ze hem nog steeds weigerden te bedienen. Het was meteen duidelijk dat dit geen doorsnee bokser ging worden, die het praten aan zijn managers overliet. Kort daarna werd hij professioneel bokser. De rest is geschiedenis.

Afschaffing dienstplicht

De Amerikaanse elite leerde ondertussen nog een andere les uit de oorlog in Vietnam, namelijk dat het niet langer een goed idee is om koloniale oorlogen te voeren met een dienstplichtleger. De dienstplichtigen kwamen terug uit Vietnam met hun verhalen, werden actief in het burgerverzet. Veel van hen waren moreel ontredderd, gebroken, hadden in Vietnam drugs leren gebruiken om hun angst en afschuw te onderdrukken.

Mohammed Ali blijft een icoon, een voorbeeld en een inspiratie voor ieder oprecht mens die strijdt tegen discriminatie, tegen de waanzin van oorlog en voor mensenrechten voor iedereen. Hij zal nooit vergeten worden.

Later kreeg Mohammed Ali erkenning voor zijn strijd, met zelfs eremedailles van president Carter, president Reagan en president George W. Bush (junior). Hoe oprecht die presidenten toen waren, gezien hun reële opinies over de etnische minderheden in eigen land, is minstens voor discussie vatbaar.

Mohammed Ali blijft een icoon, een voorbeeld en een inspiratie voor ieder oprecht mens die strijdt tegen discriminatie, tegen de waanzin van oorlog en voor mensenrechten voor iedereen. Hij zal nooit vergeten worden.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.